Gemeenteblad van De Ronde Venen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2021, 401856 | beleidsregel |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2021, 401856 | beleidsregel |
Beleidsregels Tegemoetkoming kinderopvang op grond van een Sociaal-Medische Indicatie gemeente De Ronde Venen 2021
Het college van de gemeente De Ronde Venen;
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang op grond van een Sociaal-Medische Indicatie, in het belang van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van kinderen;
overwegende dat om de zorgplicht voor jeugd zorgvuldig in te vullen in de Maatschappelijke Agenda is opgenomen dat kinderen vanuit een stabiele basis kunnen opgroeien tot zelfredzame volwassenen en een solide basis hebben voor de toekomst;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp De Ronde Venen 2020;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
Beleidsregels Tegemoetkoming kinderopvang op grond van een Sociaal-Medische Indicatie gemeente De Ronde Venen 2021
De Sociaal-Medische Indicatie (SMI) is voor gezinnen met kinderen tot en met 12 jaar van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, omdat de ouders niet (allebei) werken en die vanwege een sociale en/of medische situatie ook niet of niet voldoende in staat zijn om voor hun kind te zorgen. Denk bijvoorbeeld aan (alleenstaande) ouders met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, of aan een sociale crisissituatie in een gezin. Het tijdelijk ontlasten van de ouder en/of de partner kan bijdragen aan verbetering en/of opheffing van deze situatie. Ook kan de inzet van kinderopvang voorkomen dat de ontwikkeling van het kind vanwege de thuissituatie een achterstand oploopt. Kinderopvang kan in die situaties kinderen een veilig en stimulerend tweede milieu bieden en bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van het kind.
Artikel 3 Voorwaarden aanvraag
de aanvrager een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking heeft waardoor kinderopvang noodzakelijk is of er is sprake van een crisissituatie waardoor de ouder en/of de partner tijdelijk niet in staat is de verzorging van het kind op zich te nemen zoals bepaald onder artikel 2 en;
Artikel 5 Duur van de tegemoetkoming
In beginsel bestaat er recht op een tegemoetkoming voor de periode van maximaal 6 maanden. Deze periode kan, op basis van een nieuw besluit, eenmalig verlengd worden met een periode van maximaal 6 maanden. Als de problemen langer duren, is er een andere vorm van begeleiding en hulp nodig.
Artikel 7 Tegemoetkoming en eigen bijdrage
De ouder of partner betaalt een eigen bijdrage. Hoeveel de bijdrage is, hangt af van het inkomen. De ouder of partner vraagt aan de belasting een inkomensverklaring. Dan berekent de gemeente hoeveel de inwoner betaalt. De gemeente gebruikt voor het berekenen de adviestabel van de VNG ouderbijdrage peuteropvang (uitleg voor de berekening in de toelichting artikel 7).
De ouder en de partner moeten meewerken aan de gemaakte afspraken om de problemen op te lossen zoals opgenomen in het ondersteuningsplan. Om problemen op te lossen is vaak professionele begeleiding nodig.
Als er een andere situatie is die niet in deze beleidsregels staat, dan neemt het college een besluit.
Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding
Op het moment van inwerkingtreding van deze “Beleidsregels Tegemoetkoming kinderopvang op grond van een Sociaal-Medische Indicatie gemeente De Ronde Venen 2021”, worden de Beleidsregels Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie De Ronde Venen 2018 gelijktijdig ingetrokken.
Mijdrecht, 2 november 2021.
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,
de secretaris,
Ruud Kleijnen
de burgemeester,
Maarten Divendal
Toelichting Beleidsregels Tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een Sociaal-Medische Indicatie gemeente De Ronde Venen 2021
Bij de invoering van de Wet kinderopvang (Wko) op d.d. 9 juli 2004 is artikel 23 niet in werking getreden. Dit artikel zou ervoor zorgen dat personen met sociaal-medische problematiek ook onder de werking van de Wko zouden vallen. De verwachting is niet dat dit artikel alsnog op enig moment in werking zal treden. Omdat de groep die vanwege sociaal-medische problematiek kinderopvang nodig heeft toch vaak een kwetsbare groep is, en geen recht heeft op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, vult het college met deze beleidsregels de lacune in de Wet kinderopvang op.
Het benodigde budget voor kinderopvang voor de doelgroep ‘Sociaal-Medische Indicatie’ (SMI) is door de wetgever toegevoegd aan de algemene middelen van het gemeentefonds. Het rijk heeft geen voorwaarden of beperkingen opgelegd aan de vormgeving van het gemeentelijk beleid voor de doelgroep SMI.
De tegemoetkoming is gebaseerd op het wettelijke kader van de Jeugdwet. In deze wet is de zorgplicht van de gemeente opgenomen. De gemeente De Ronde Venen stelt de inwoner centraal en heeft hiertoe een Maatschappelijk Agenda vastgesteld. We gaan uit van zelfregie en eigen kracht, werken integraal en lokaal en stellen de inclusieve samenleving voorop. Dit is de leidraad waarlangs de zes thema’s, zoals benoemd in de Maatschappelijke Agenda, invulling krijgen. De SMI-regeling sluit inhoudelijk aan bij de het thema ‘Opvoeden met vertrouwen’.
Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel (“Verzamelwet Kinderopvang”) om het recht op kinderopvangtoeslag uit te breiden voor huishoudens waarin de ene partner werkt en de andere partner een (tijdelijke) zorgindicatie heeft in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Vanaf januari 2021 kunnen ouders waarbij de ene ouder werkt en de andere een permanente Wlz zorgindicatie heeft, kinderopvangtoeslag aanvragen en hoeven ze geen beroep meer te doen op de SMI van de gemeente. Wat betreft de tijdelijk Wlz indicatie is de vermoedelijke datum van inwerkingtreding (recht op kinderopvangtoeslag) januari 2023. Tot die tijd blijft de gemeente voor de situatie waarbij de ene ouder werkt en de andere een tijdelijke Wlz indicatie heeft, indien nodig, SMI inzetten.
Dit artikel behoeft geen nadere uitwerking.
Ouder en/of diens partner die niet werken of waarvan één van de ouders niet werkt, kunnen geen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Als er sprake is van sociaal-medische problematiek binnen het gezin is het soms toch wenselijk, om de ouder te ontlasten en voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind, om het kind een aantal dagdelen te laten deelnemen aan een kinderopvang. Hiervoor kunnen deze gezinnen tijdelijk een tegemoetkoming ontvangen in de kosten van de kinderopvang op basis van een SMI. Het stelt de ontwikkeling van het kind voorop en ontlast de ouder en/of diens partner wat bij kan dragen aan herstel. De opvang van hun kind biedt de ouders onder andere rust, structuur, overzicht en zekerheid. Indien de medische problematiek chronisch is, biedt het tijd en ruimte voor het zoeken naar een structurele oplossing.
Het doel van de SMI-tegemoetkoming is het veilig stellen van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van kinderen en het ontlasten van de ouder en/of diens partner. Het is niet primair gericht op de bevordering van de arbeidsparticipatie van de ouders, maar daar kan op de langere termijn of indirect wel sprake van zijn.
De SMI heeft ook een preventieve functie. Het brengt een potentieel kwetsbare groep kinderen in beeld. De opvang biedt de mogelijkheid om mogelijke problematische opvoedsituaties eerder te signaleren. Door SMI in te zetten biedt je enerzijds een gezonde plek voor het kind om zich te ontwikkelen (normaliseren) en anderzijds voorkom je in sommige situaties dat de gezinsproblematiek zich verder ontwikkelt en duurdere vormen van ondersteuning moeten worden ingezet.
Artikel 3 Voorwaarden aanvraag
De (betrokken) jeugdconsulent van de gemeente onderzoekt of er een noodzaak is voor een SMI. Het resultaat van het onderzoek wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan getekend door de rechthebbende ouder en/of diens partner is de aanvraag. Bij twijfel kan er door de jeugdconsulent een onafhankelijk adviesorgaan geconsulteerd worden om de noodzakelijkheid van de aanvraag vast te stellen (bijvoorbeeld de GGD, een second opinion bij een andere huisarts of inschakelen Argonaut).
De beoordeling van de aanvraag voor de tegemoetkoming komt neer op maatwerk. Het college stelt daarbij een eis van wederkerigheid. De ouder en/of diens partner werken aan verbetering van de situatie (bijvoorbeeld het zoeken van hulp), waardoor de regeling op een later moment niet meer nodig zal zijn. Deze afspraken worden geborgd in het ondersteuningsplan dat wordt opgesteld en geëvalueerd met ouders.
In het ondersteuningsplan wordt vastgelegd hoe de inzet van de SMI een tijdelijke oplossing biedt voor een veilige en gezonde ontwikkeling van het kind en/of ter ontlasting van de ouder. Met ouders wordt afgesproken wat er nodig is om tot een duurzame, structurele oplossing te komen. In de meeste situaties betekent dit dat er aanvullende hulp nodig zal zijn of al betrokken is. Door te werken met een (integraal) ondersteuningsplan, wordt inzichtelijk gemaakt hoe er wordt toegewerkt naar meer zelfredzaamheid, eigen kracht en probleemoplossend vermogen van de ouders en hun netwerk en wie op welke termijn welke acties onderneemt. Het college kan middels dit getekende ondersteuningsplan een besluit op de aanvraag nemen, de voortgang monitoren en met ouders evalueren of de inzet van de SMI beëindigd kan worden.
Artikel 5 Duur van de tegemoetkoming
De duur van de kinderopvang op grond van een SMI is maximaal 6 maanden, maar kan ook korter zijn, afhankelijk van de situatie. De SMI kan eenmalig met maximaal 6 maanden worden verlengd. Bij structurele problemen is er een andere vorm van begeleiding en hulp noodzakelijk.
Dit artikel behoeft geen nadere uitwerking.
Artikel 7 Tegemoetkoming en eigen bijdrage
De tegemoetkoming bestaat uit de daadwerkelijk kosten voor de kinderopvang. Er is geen maximum gesteld aan het aantal uren, maar er wordt wel rekening gehouden met opvangmogelijkheden binnen het eigen sociale netwerk. Er kan wellicht gebruik worden gemaakt van ouderschapsverlof van de werkende ouder of een familielid die een deel van de opvang doet.
Als de aanvraag door het college is gehonoreerd, sluiten de ouders een contract af met een kinderopvangorganisatie/buitenschoolse opvang die is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. Uitgangspunt bij de toekenning is dat de goedkoopst adequate voorziening wordt ingezet. De tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie uitgekeerd op basis van ingediende facturen.
De tegemoetkoming wordt verstrekt vanaf de eerste dag waarop de kinderopvang ingaat. Dit is gelijk aan de betalingsvoorwaarden/werkwijze van de kinderopvangbedrijven.
Door een (inkomensafhankelijke) eigen bijdrage te vragen voor de SMI is de gedachte dat een mogelijke overstap naar de kinderopvangtoeslag op een later moment kleiner is doordat ook dan een eigen bijdrage betaald moet worden. Ook is dit de meest eerlijke constructie, aangezien andere ouders voor vormen van kinderopvang ook altijd een eigen bijdrage moeten betalen. Tot slot wordt hiermee de tijdelijkheid van de tegemoetkoming gestimuleerd en wordt er een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en inzet eigen netwerk.
Voor vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage is aansluiting gezocht bij de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Deze tabel wordt elk jaar opnieuw vastgesteld en is te vinden op de website van de VNG.
Aantal uur opvang per week x ouderbijdrage per uur (volgens adviestabel VNG) x 4 =
Indien de financiële draagkracht ontoereikend is om de eigen bijdrage te voldoen, zal dit door het college getoetst worden en kan er een betalingsregeling worden getroffen zoals ook vermeld staat in de beschikking.
Het is de verplichting van de ouder en/of diens partner om het college juist en volledig in te lichten op basis waarvan het college een besluit kan nemen over de aanvraag. Ook eventuele veranderingen tijdens de looptijd van de tegemoetkoming dienen te worden vermeld, als deze van invloed zijn op het recht of de hoogte van de tegemoetkoming. De aanvrager is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze beleidsregels. Het kan zijn dat het college daarbij aanvullende verplichtingen stelt, bijvoorbeeld dat het gezin hulp zoekt, zoals is vastgelegd in het ondersteuningsplan.
Dit artikel behoeft geen nadere uitwerking.
Artikel 10 Heroverweging, intrekking, terugvordering en herindicatie
Zodra een tegemoetkoming is verleend, dient de ontvangende ouder zich aan diverse regels te houden en zich tevens te realiseren dat er omstandigheden kunnen ontstaan die rechtvaardigen dat de SMI wordt heroverwogen. In de onder a. t/m e. genoemde situaties ligt de verantwoordelijkheid bij de ouder.
In situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college. Dit kan bijvoorbeeld een schrijnende situatie zijn die buiten de kaders vallen zoals in deze beleidsregels beschreven. Tevens valt te denken aan een afwijking van de leeftijdsgrens zoals genoemd in artikel 3. Dit is maatwerk.
Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-401856.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.