Verordening waterbergingsfonds gemeente Terneuzen 2022

De raad van de gemeente Terneuzen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2021;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat de gemeente in bepaalde bestemmingsplannen en in de Verordening afvoer hemel- en grondwater de regel heeft opgenomen dat het bebouwen of gebruiken van gronden en bouwwerken of het lozen van afstromend hemelwater slechts is toegestaan als is voorzien in de aanleg van een waterberging van ten minste 75 liter per vierkante meter (verhard) (perceel)oppervlak;

 

overwegende dat de gemeente in de Verordening afvoer hemel- en grondwater en in bepaalde bestemmingsplannen de mogelijkheid heeft opgenomen om aan een omgevingsvergunning voor het afwijken van die regel een financiële voorwaarde te verbinden;

 

overwegende dat de hoogte van de financiële voorwaarde en het beheer van het waterbergingsfonds nader moeten worden uitgewerkt;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening waterbergingsfonds gemeente Terneuzen 2022

 

Artikel 1 Waterbergingsfonds

Burgemeester en wethouders storten de bedragen die zij hebben ontvangen op grond van een financiële voorwaarde bij een omgevingsvergunning voor het afwijken van een regel in het bestemmingsplan of de Verordening afvoer hemel- en grondwater over waterberging in een waterbergingsfonds.

 

Artikel 2 Uitgaven uit het waterbergingsfonds

  • 1.

    Burgemeester en wethouders leggen binnen 10 jaar na de datum waarop de omgevingsvergunning voor het afwijken van die regel is verleend de financieel gecompenseerde waterberging aan.

  • 2.

    De waterberging wordt aangelegd binnen het peilgebied waarin het perceel waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft, is gelegen.

  • 3.

    Als burgemeester en wethouders de waterberging niet binnen 10 jaar hebben aangelegd, storten zij op verzoek van de vergunninghouder het betaalde bedrag terug.

 

Artikel 3 Financiële bijdrage aan het waterbergingsfonds

  • 1.

    De hoogte van de financiële voorwaarde bij de omgevingsvergunning bedraagt € 100,- per m3.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bedrag, bedoeld in het eerste lid, te wijzigen.

 

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking ervan.

 

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening waterbergingsfonds gemeente Terneuzen.

 

Besloten in de openbare vergadering van de gemeente Terneuzen op 7 oktober 2021.

griffier, voorzitter,

mr.J.H.P. (Joost) de Jong H.J.A. (Erik) van Merrienboer

Toelichting

Artikel 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels over waterberging in het bestemmingsplan en de Verordening afvoer hemel- en grondwater (die met de inwerkingtreding van de Omgevingswet allen van rechtswege onderdeel uitmaken van het omgevingsplan). Dit artikel regelt dat er een waterbergingsfonds is, waarin burgemeester en wethouders de bedragen storten die zij ontvangen op grond van financiële voorwaarden bij een omgevingsvergunning voor het afwijken van de regels over waterberging in bestemmingsplannen en de Verordening afvoer hemel- en grondwater. B&W houden een administratie bij van de ontvangen bedragen en de uitgaven die worden gedaan om de compenserende waterberging, die met de financiële voorwaarden bij de vergunning is afgekocht, te realiseren.

 

Artikel 2

Eerste lid

Als een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan of de Verordening afvoer hemel- en grondwater is verleend waarin de realisatie van (een deel van) de vereiste waterberging financieel is afgekocht, dan moet er wel zicht zijn op spoedige realisatie van die waterberging. Daarom bepaalt het eerste lid van dit artikel dat B&W binnen tien jaar na het verlenen van die vergunning de compenserende waterberging moeten hebben gerealiseerd. Een termijn van tien jaar is wenselijk om enerzijds te zorgen dat de kans op wateroverlast beperkt blijft, en anderzijds B&W voldoende tijd te geven om de waterberging efficiënt te realiseren.

 

Tweede lid

De te realiseren waterberging moet wel bijdragen aan het voorkomen van wateroverlast voor het perceel waarvoor de vergunning is verleend. Het tweede lid schrijft daarom voor dat de waterberging in hetzelfde peilgebied moet worden aangelegd waarin het betreffende perceel is gelegen. Binnen één peilgebied functioneert het riool‐ en watersysteem als een communicerend vat. Extra waterberging op een plek in een peilgebied komt ten goede aan dat gehele peilgebied.

 

Derde lid

Het derde lid maakt het mogelijk dat de vergunninghouder het gestorte bedrag terugvordert als B&W de compenserende waterberging niet tijdig hebben gerealiseerd.

 

Artikel 3

Eerste lid

Het moet vooraf duidelijk zijn voor een initiatiefnemer wat de kosten zijn van het afkopen van de vereiste waterberging. Een initiatiefnemer mag niet achteraf met onverwacht hoge kosten worden geconfronteerd. Daarom is in dit artikel de hoogte van de financiële voorwaarde bij de omgevingsvergunning vastgelegd, in euro per m3 te realiseren berging.

 

Tweede lid

B&W kunnen het bedrag voor de compensatie wijzigen. Als blijkt dat het genoemde bedrag niet kostendekkend is, zullen zij het bedrag in het eerste lid aanpassen om het in overeenstemming te brengen met de werkelijke kostprijs van de compenserende waterberging. Ook kunnen hiermee prijsstijgingen door inflatie worden verwerkt.

 

De financiële voorwaarden bij een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan of de Verordening afvoer hemel- en grondwater wordt alleen ingezet voor zover de waterberging niet op eigen terrein kan worden gerealiseerd. Als realisatie op eigen terrein deels mogelijk is, maar niet volledig, dan kan alleen het deel dat redelijkerwijs niet op eigen terrein kan worden gerealiseerd, worden afgekocht.

 

Naar boven