Hollands Kroon verordening lijkbezorgingsrechten 2022

De raad van de gemeente Hollands Kroon,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2021

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten’.

 

 

 

Artikel 1 - Definities

  • a.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen die liggen aan de

  • 1.

    Middenweg in Anna Paulowna

  • 2.

    Heerenweg in Barsingerhorn (Westerbegraafplaats)

  • 3.

    Noordburenweg in Hippolytushoef (Zandburen)

  • 4.

    Stroeërweg in Hippolytushoef (Stroe)

  • 5.

    Kerkplein in Hippolytushoef

  • 6.

    Waardpolderhoofdweg in Kolhorn (Oosterbegraafplaats)

  • 7.

    Kerkhoflaan in Middenmeer

  • 8.

    Dorpsstraat in Nieuwe Niedorp

  • 9.

    Dorpsstraat in Oude Niedorp

  • 10.

    Iepenlaan in Wieringerwaard

  • 11.

    Dorpsstraat in Winkel;

  • b.

    asbus: een bus waarin de as van een overledene bewaard wordt;

  • c.

    algemeen graf: een graf door de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    begraven: het begraven van lijken in grafruimten;

  • e.

    beheerder: natuurlijk persoon of rechtspersoon die door het college van burgemeester en wethouders is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • f.

    bijzetting:

  • 1.

    het begraven van een asbus of urn in een graf waarin al een overledene of asbus of urn is begraven

  • 2.

    het plaatsen van een urn op een graf, waarin al een overledene, asbus of urn is begraven

  • 3.

    het plaatsen van een asbus of urn in een urnennis, urnengraf of urnentuin;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon;

  • h.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, of degene waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen in diens plaats te zijn getreden;

  • i.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • j.

    graf: een grondgraf of keldergraf;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken, monument, grafbeplanting of andere bedekking op een graf, aan een urnennis of in de urnentuin;

  • l.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • m.

    grafrecht: het recht op het verstrooien, begraven en begraven houden in een algemeen graf of particulier (kinder)graf, of het recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf, particuliere urnennis of in de urnentuin;

  • n.

    lijk: lijk zoals gedefinieerd in artikel 2, eerste lid sub a van de Wet op de lijkbezorging;

  • o.

    particulier graf: een graf(kelder) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 3.

    het doen verstrooien van as;

  • p.

    particulier kindergraf: een graf, bestemd voor overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 3.

    het doen verstrooien van as;

  • q.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 2.

    het doen verstrooien van as;

  • r.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen op een particulier (kinder)graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis of plaats in de urnentuin, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • t.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • u.

    urnenmonument: een voorwerp of zuil waarin asbussen bijgezet kunnen worden;

  • v.

    urnenmuur: bouwwerk, waarin nissen aanwezig zijn voor het bijzetten van asbussen;

  • w.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van urnen boven of in de grond;

  • x.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid.

  • y.

    Schudden: een vorm van ruiming van het graf waarbij de stoffelijke resten na afloop of na afstand van het grafrecht verdiept worden begraven, tot onder de onderste laag en waarbij het graf daarna weer opnieuw kan worden uitgegeven als familiegraf.

  • z.

    Samenvoegen: het op verzoek van de rechthebbende samenvoegen van meerdere lagen in een graf tot op de onderste laag, bij begraven met meerdere lagen.

Artikel 2 - Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 - Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 - Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • 2.

    het begraven van een stoffelijk overschot van een pasgeboren kind dat tegelijk met dat van de moeder in één graf wordt begraven;

  • 3.

    het begraven van stoffelijke overschotten c.q. het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen 3 maanden na de geboorte overleden tweeling, drieling enz. Mits dit in dezelfde kist geschiedt c.q. de as in één asbus wordt geborgen, is het grafrecht slechts éénmaal verschuldigd.

Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 - Belastingtijdvak

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in 5.1 en 5.3 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 - Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.2 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven, worden als aanslag geheven.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in 5.2 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in 5.1, 5.2 en 5.3 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.1.1 van de tarieventabel verschuldigd voorzover twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.1.1 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 - Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.1, 5.2 en 5.3 van de tarieventabel Lijkbezorgingsrechten in de Nota tarieven zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat:

  • 1.

    zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    in afwijking op lid 2 sub 1 van dit artikel- als het totale aanslagbedrag van op één aanslagbiljet, verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, kleiner is dan € 80,00 of meer bedraagt dan € 2.000,00 de aanslag in twee gelijke bedragen moet worden betaald, conform lid 1 van dit artikel.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 - Overgangsrecht

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2020 vastgesteld op 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022

Artikel 14 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2022'

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 november 2021

 

 

De raad voornoemd,

 

 

De voorzitter,

……………….,

 

 

De griffier,

……………….

 

Tarieventabel bij de ‘Verordening Lijkbezorgingsrechten’

 

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

 

 

 

Tarief

1.1

Voor het verlenen/reserveren van het uitsluitend recht op een particulier (kinder)graf wordt geheven:

 

1.1.1

Voor een periode van 5 jaar

€ 255,95

1.1.2

Voor een periode van 10 jaar

€ 511,90

1.1.3

Voor een periode van 15 jaar

€ 767,85

1.1.4

Voor een periode van 20 jaar

€ 1.023,80

1.1.5

Voor een afwijkende periode wordt geheven per jaar

€ 51,20

1.2

Voor het verlenen/reserveren van het uitsluitend recht op een particulier (kinder)graf op de begraafplaats in Middenmeer wordt geheven:

 

1.2.1

Voor een periode van 5 jaar

€ 146,65

1.2.2

Voor een periode van 10 jaar

€ 293,30

1.2.3

Voor een periode van 15 jaar

€ 439,95

1.2.4

Voor een periode van 20 jaar

€ 586,60

1.2.5

Voor een afwijkende periode wordt geheven per jaar

€ 29,35

1.3

Voor het recht tot het begraven houden van een lijk van een persoon in een algemeen graf voor een periode van 10 jaar

€ 479,95

1.4

Voor het verlenen/reserveren van het uitsluitend recht op een urnengraf of plaats in de urnentuin:

 

1.4.1

Voor een periode van 5 jaar wordt geheven

€ 173,30

1.4.2

voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 346,60

1.4.3

voor een periode van 15 jaar wordt geheven

€ 519,90

1.4.4

voor een periode van 20 jaar wordt geheven

€ 693,20

1.4.5

Voor een afwijkende periode wordt geheven per jaar

€ 34,65

1.5

Voor het verlenen van het recht op een urnennis:

 

1.5.1

voor de periode van 5 jaar wordt geheven

€ 239,95

1.5.2

voor de periode van 10 jaar wordt geheven

€ 479,90

1.5.3

voor de periode van 15 jaar wordt geheven

€ 719,85

1.5.4

voor de periode van 20 jaar wordt geheven

€ 959,80

1.5.5

Voor een afwijkende periode wordt geheven per jaar

€ 48,00

1.6

Voor het verlenen van het recht op eenstandaard urnennis in de Private Silence (Nieuwe Niedorp)

 

1.6.1

voor de periode van 5 jaar wordt geheven

€ 340,00

1.6.2

voor de periode van 10 jaar wordt geheven

€ 680,00

1.6.3

voor de periode van 15 jaar wordt geheven

€ 1.020,00

1.6.4

voor de periode van 20 jaar wordt geheven

€ 1.360,00

1.6.5

Voor een afwijkende periode wordt geheven per jaar

€ 68,00

1.6.6

Wanneer sprake is van een dubbele urnennis worden de tarieven als bedoeld in 6.1 t/m 6.5 vermenigvuldigd met 2

 

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een particulier (kinder)- graf (behalve in Middenmeer):

 

1.7.1

voor een periode van 5 jaar wordt geheven

€ 255,95

1.7.2

voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 511,90

1.8

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een particulier (kinder)graf in Middenmeer

 

1.8.1

voor een periode van 5 jaar wordt geheven

€ 146,65

1.8.2

voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 293,30

1.9

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een urnengraf:

 

1.9.1

voor een periode van 5 jaar wordt geheven

€ 173,30

1.9.2

voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 346,60

1.10

Voor het verlengen van het recht op een urnennis:

 

1.10.1

voor een periode van 5 jaar wordt geheven

€ 239,95

1.10.2

voor een periode van 10 jaar wordt geheven

€ 479,90

1.11

De rechten als bedoeld in 1.1 en 1.2 worden verlengd tot en met de mini- male periode van grafrust. Het bedrag dat betaald moet worden is het geldende tarief op het tijdstip van verlenging genoemd in 1.1.4 en 1.2.4 en wordt berekend door dit tarief te delen door twintig en te vermenigvuldigen met het aantal jaren dat het recht verlengd wordt.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Begraven

Tarief

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk:

 

2.1.1

van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven.

€ 693,25

2.1.2

van een kind tussen 1 en 12 jaar wordt geheven

€ 319,90

2.1.3

van een kind beneden 1 jaar wordt geheven

€ 165,30

2.1.4

in een grafkelder

€ 693,25

2.2

Voor het begraven buiten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd wordt het recht, bedoeld in 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3 en 2.1.4 verhoogd met

50%

2.3

Voor het begraven buiten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd wordt het recht bedoeld in 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3 en 2.1.4 op zon- en feestdagen verhoogd met

100%

 

 

 

Hoofdstuk 3

Bijzetten van asbussen en urnen

Tarief

 

 

 

3.1

Voor het bijzetten van één of meerdere asbussen of urnen in één urnennis, of in/op een (urnen)graf wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnennis

€ 145,00

3.1.2

op een (urnen) graf

€ 117,30

3.1.3

in een (urnen) graf

€ 149,30

3.2

Voor het bijzetten van een asbus buiten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd wordt het recht, bedoeld in 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3 verhoogd met

50%

3.3

Voor het bijzetten van een asbus buiten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd op zon- en feestdagen wordt het recht, bedoeld in 3.1.1, 3.1.2 en 3.1.3 verhoogd met

100%

 

 

 

Hoofdstuk 4

Verstrooien van as

Tarief

 

 

 

4.1

Voor het verstrooien van as:

 

4.1.1

in een (urnen) graf wordt per asbus of urn geheven

€ 133,25

4.1.2

op een verstrooiingsplaats wordt per asbus of urn geheven

€ 101,30

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

Grafbedekking en onderhoud

Tarief

 

 

 

5.1

Als bijdrage voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats wordt per particulier (kinder)graf, algemeen graf, urnengraf, urnennis, urnen- monument, plaats in de urnentuin of gedenkplaats geheven:

 

5.1.1

voor een periode van 20 jaar gelijklopend aan het verleende recht als bedoeld in 1.1.4, 1.2.4, 1.4.4, 1.5.4, 1.6.4, 1.7.4, 1.8.4 en 1.9.4

€ 1.317,55

5.1.2

voor een periode van 15 jaar gelijklopend aan het verleende recht als bedoeld in 1.1.3, 1.2.3, 1.4.3, 1.5.3, 1.6.3, 1.7.3, 1.8.3 en 1.9.3

€ 988,20

5.1.3

voor een periode van 10 jaar gelijklopend aan het verleende recht als bedoeld in 1.1.2, 1.2.2, 1.4.2, 1.5.2, 1.6.2, 1.7.2, 1.8.2 en 1.9.2

€ 658,75

5.1.4

voor een periode van 5 jaar gelijklopend aan het verleende recht als bedoeld in 1.1.1, 1.2.1, 1.4.1, 1.5.1, 1.6.1, 1.7.1, 1.8.1 en 1.9.1

€ 329,35

5.2

Voor het jaarlijks onderhoud wordt op grond van oude regelingen nog een beperkt aantal graven via de gemeentelijke belastingaanslagen geheven. Het genoemde tarief is het jaarlijkse belastingbedrag:

 

5.2.1

Als voor 1 januari 2014 een recht is verleend en het onderhoudsrecht is niet afgekocht, per jaar per particulier (kinder)graf

€ 65,85

5.2.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van grafbedekking op de voor 1 januari 2014 uitgegeven graven op de begraafplaats te Middenmeer, per gedenkteken

€ 147,15

5.2.3

Wanneer een graf als bedoeld in 5.2 wordt verlengd, worden de tarieven zoals vermeld in 5.1 in rekening gebracht.

 

5.3

De rechten als bedoeld in 5.1 kunnen worden afgekocht voor een periode gelijk lopend aan het recht. De afkoopsom bedraagt het geldende tarief op het tijdstip van afkoop genoemd in 5.2.1 en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met het aantal jaren van afkoop.

 

5.4

voor het afgeven van een vergunning terzake van het plaatsen of ver- nieuwen van grafbedekking wordt geheven:

 

5.4.1

voor de aanleg van een grafkelder

€ 735,85

5.4.2

voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen of andere voorwerpen per verlening

€ 77,80

 

 

 

Hoofdstuk 6

Opgraven en ruimen

Tarief

 

 

 

6.1

Voor het op verzoek opgraven van een lijk of de overblijfselen daarvan wordt geheven

€ 789,25

6.2

Voor het op verzoek na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 693,25

6.3

Voor het op verzoek opgraven van een asbus of urn uit een graf wordt geheven (het gelijktijdig opgraven van meerdere asbussen of urnen uit hetzelfde graf wordt hiermee gelijkgesteld)

€ 179,15

6.4

Voor het na opgraven weer begraven van de asbus of urn in een ander graf wordt geheven (het gelijktijdig begraven van meerdere asbussen of urnen in hetzelfde graf wordt hiermee gelijkgesteld)

€ 149,30

6.5

Voor het op verzoek verwijderen van een op een graf geplaatste asbus of urn wordt geheven (het gelijktijdig verwijderen van meerdere asbussen of urnen van hetzelfde graf wordt hiermee gelijkgesteld)

€ 149,30

6.6

Voor het op verzoek verwijderen van een in een urnennis geplaatste asbus of urn wordt geheven (het gelijktijdig verwijderen van meerdere asbussen of urnen van dezelfde nis wordt hiermee gelijkgesteld)

€ 145,00

6.7

Voor het op verzoek na verwijderen weer bijzetten van de asbus of urn in een andere urnennis wordt geheven (het gelijktijdig bijzetten van meerdere asbussen of urnen in dezelfde nis wordt hiermee gelijkgesteld)

€ 145,00

6.8

Voor het opgraven, herbegraven, verwijderen en opnieuw bijzetten buiten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd wordt het recht, bedoeld in 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6 en 6.7 verhoogd met

50%

6.9

Voor het opgraven, herbegraven, verwijderen en opnieuw bijzetten bui- ten de in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen vastgestelde tijd op zon- en feestdagen wordt het recht, bedoeld in 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6 en 6.7 verhoogd met

100%

6.10

voor het schudden of samenvoegen van een graf wordt geheven

€ 74,65

 

Naar boven