Verordening tot eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening West Betuwe

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2021,

 

besluit:

 

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening West Betuwe.

Artikel I

A

De aanhef komt te luiden als volgt:

gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Alcoholwet, artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

B

In artikel 1:1 wordt in de definitie van ‘voertuig’ de zinsnede ‘met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen’ vervangen door ’met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen’.

 

C

Het derde lid van artikel 1:2 komt te luiden als volgt:

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing als beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 4:11.

D

Het vijfde lid van artikel 2:6 komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

E

Artikel 2:10 komt te luiden als volgt:

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    De vergunning wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag als het in het eerste lid bedoelde gebruik een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een vergunning worden geweigerd:

    • a.

      als het beoogde gebruik schade toebrengt aan de openbare plaats, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • b.

      als het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; of

    • c.

      in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      terrassen als bedoeld in artikel 2:27, tweede lid;

    • c.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17;

    • d.

      voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard;

    • e.

      door het college aan te wijzen categorieën van voorwerpen;

    • f.

      situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en/of de provinciale omgevingsverordening.

  • 5.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het derde lid, onder a, is niet van toepassing als in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 6.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het derde lid, onder b, is niet van toepassing op bouwwerken.

  • 7.

    De weigeringsgrond, bedoeld in het derde lid, onder c, is niet van toepassing als in de voorkoming van overlast wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

  • 8.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

F

Artikel 2:11, vijfde lid, komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

G

Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onder b komt te luiden als volgt:

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

  • 2.

    Het eerste lid, onder d komt te luiden als volgt:

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

  • 3.

    Het eerste lid, onder f komt te luiden als volgt:

    • f.

      sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid onder f.

  • 4.

    Het tweede lid, onder g komt te luiden als volgt:

    • g.

      een door de burgemeester aangewezen categorie vechtsportwedstrijden of –gala’s.

  • 5.

    In het derde lid wordt ‘eendaags’ vervangen door: ééndaags.

H

Artikel 2:25, achtste tot en met het twaalfde lid komen te vervallen en in plaats daarvan komen het achtste lid tot en met het dertiende lid als volgt te luiden:

  • 8.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder f, weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning van in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • 9.

    De burgemeester kan binnen zeven werkdagen na ontvangst van de melding besluiten een klein evenement te verbieden, als er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

  • 10.

    Het verbod is niet van toepassing op een wedstrijd op of aan de weg, in situaties waarin voorzien wordt door artikel 10 juncto 148 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 11.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een landelijk georganiseerde straatspeeldag.

  • 12.

    Het verbod van het eerste lid geldt ook niet voor lampionnenoptochten en wandeltochten en recreatieve fietstochten met maximaal 200 deelnemers en voor zover:

    • a.

      de optocht niet breder is dan een weghelft;

    • b.

      er bij een groepsomvang van 20 personen of meer voor en achter de optocht auto’s rijden met in werking zijnde knipperlichten dan wel voor en achter de optocht begeleiders in reflecterende vesten lopen of fietsen.

  • 13.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

I

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vijfde lid komt te luiden als volgt:

    • 5.

      Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, mits:

      • a.

        zich in de zes maanden voorafgaand aan de datum van ontvangst van de aanvraag van de vergunning geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en –handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting;

2. Het zevende lid komt te luiden als volgt:

  • 7.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

J

Artikel 2:28a komt te vervallen.

 

K

In artikel 2:28b, eerste lid, onder b wordt Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 vervangen door: Alcoholbesluit.

 

L

Het opschrift van artikel 29 komt te luiden als volgt:

Sluitingstijden openbare inrichtingen

 

M

Artikel 2:29, zevende lid komt te luiden als volgt:

  • 7.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

N

Er wordt een nieuw artikel 2:29a ingevoegd dat luidt als volgt:

Artikel 2:29a Sluitingstijden van terrassen bij openbare inrichtingen

  • 1.

    1.Het terras bij para commerciële inrichtingen (sportkantines) is gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 23:00 uur en 06:00 uur en op zaterdag en zondag tussen 22:00 uur en 06:00 uur.

  • 2.

    het terras bij para commerciële inrichtingen (overige para commerciële inrichtingen, uitgezonderd sportkantines) is gesloten op zondag tot en met donderdag tussen 23:00 uur en 06:00 uur en vrijdag en zaterdag tussen 24:00 uur en 06:00 uur.

  • 3.

    het terras bij overige openbare inrichtingen is gesloten op maandag tot en met zondag tussen 24:00 uur en 06:00 uur.

  • 2.

    Het college kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en het voorkomen van overlast nadere regels stellen aan de exploitatie van een terras. Tot de nadere regels behoren in elk geval voorschriften over de afmeting van het terras en de sluitingsuren.

  • 3.

    De exploitant van de openbare inrichting is gehouden te doen en te laten hetgeen redelijkerwijs van hem gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door in de inrichting en/of op het terras aanwezige bezoekers en/of door komende en vertrekkende bezoekers, te voorkomen of te beperken.

  • 4.

    Een vrije doorgang naar en van de openbare inrichting moet gegarandeerd zijn voor hulpverleningsdiensten zoals brandweer en ambulance. Hierbij wordt minimaal een vrije ruimte van 4,5 meter in acht genomen.

  • 5.

    Brandkranen en overige bluswatervoorzieningen moeten vrij toegankelijk zijn. In een straal van 1 meter mogen geen voorwerpen worden geplaatst.

O

In de titel van Afdeling 5 wordt Drank- en Horecawet vervangen door: Alcoholwet.

 

P

In artikel 2:34a wordt Drank- en Horecawet vervangen door: Alcoholwet.

 

Q

Er wordt een nieuw artikel 2:37 ingevoegd dat luidt als volgt:

Nachtregister

  • 1.

    De houder van een inrichting of een voor hem handelend persoon is verplicht een register, als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht bij te houden.

  • 2.

    De houder van een inrichting of een voor hem handelend persoon is verplicht, het in het eerste lid bedoelde register aan de burgemeester of aan een door hem aangewezen ambtenaar over te leggen op een door de burgemeester te bepalen wijze.

R

Er wordt een nieuw artikel 2:38 ingevoegd dat luidt als volgt:

Verschaffen gegevens nachtregister

Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, woonplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.

 

S

Artikel 2:39, vierde lid komt te luiden als volgt:

  • 4.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

T

In artikel 2:48, tweede lid, onder a en onder b wordt Drank- en Horecawet vervangen door: Alcoholwet.

 

U

Artikel 2:57, eerste lid, onder b komt te luiden als volgt:

  • b.

    binnen de bebouwde kom op een openbare plaats als de hond niet is aangelijnd;

V

Artikel 2:67, derde lid, komt te luiden als volgt:

  • 3.

    Op de aanvraag om een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

W

Artikel 2:68, eerste lid, wordt vanwege een verkeerde doornummering vernummerd als volgt:

  • b.

    de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;

  • c.

    aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;

  • d.

    een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.

X

De in artikel 2:75 genoemde artikelen 2:47a en 2:47b worden vervangen door: 2:74a en 2:74b.

 

Y

Artikel 2:79 komt te luiden als volgt:

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt

Z

Artikel 4:6, eerste lid komt te luiden als volgt:

  • 1.

    Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

AA

Aan artikel 4:15 wordt een opschrift toegevoegd die luidt als volgt:

Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame

 

AB

Artikel 5:2, vijfde lid komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

AC

Artikel 5:8, zesde lid komt te luiden als volgt:

  • 6.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

AD

In artikel 5:9 komt het cijfer 2 na ‘aangedaan’ te vervallen.

 

AE

Aan artikel 5:13 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

AF

Artikel 5:14, tweede lid, onder b komt te luiden als volgt:

  • b.

    het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet of artikel 5:22;

AG

Artikel 5:15, derde lid komt te luiden als volgt:

  • 3.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

AH

Artikel 5:17, tweede lid, onder a komt te luiden als volgt:

  • a.

    een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

AI

Artikel 5:18, derde lid komt te luiden als volgt:

  • 3.

    Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

AJ

Artikel 5:22, tweede lid, onder a komt te luiden als volgt:

  • a.

    een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

AK

Artikel 5:32, eerste lid komt te luiden als volgt:

  • 1.

    Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.

AL

De titel van Afdeling 9 komt te luiden als volgt:

Verstrooiing van as

 

AM

Artikel 5:36, vierde lid komt te luiden als volt:

  • 4.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

AN

Artikel 6:1 derde lid komt te luiden als volgt:

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10 en 2:11 als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, en artikel 4:11, tweede lid.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking van dit besluit in het elektronische Gemeenteblad.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 26 oktober 2021, nummer 2021/111,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop

Naar boven