Subsidieregeling makers 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Onderwijs, Cultuur en Toerisme van 2 november 2021; registratienummer M2110-928;

 

gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, derde lid, en 8, aanhef en onder k, van de SVR 2014;

 

overwegende dat:

  • -

    de gemeente Rotterdam de ambitie heeft om zoveel mogelijk Rotterdammers aan cultuur te laten deelnemen, als beoefenaar van kunstzinnige activiteiten en als publiek;

  • -

    de gemeente Rotterdam een vitale cultuursector ambieert die flexibel is en zichzelf steeds vernieuwt;

  • -

    de gemeente Rotterdam het makersklimaat in de stad wil stimuleren;

  • -

    de beroepspraktijk van makers in de creatieve en culturele sector door de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19 ernstig in gevaar is gekomen;

  • -

    het college daarom specifiek die doelgroep een impuls wil geven om tot herstel te komen;

  • -

    het daarom gewenst is nadere regels op de SVR 2014 vast te stellen voor die eenmalige impuls;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    Cultuurplan: vierjarig subsidieprogramma van de gemeente Rotterdam voor Rotterdamse culturele instellingen voor de periode 2021-2024, vastgesteld door de gemeenteraad op 26 november 2020;

  • -

    eenmalige subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 1, onder deel a, van de SVR 2014;

  • -

    maker: natuurlijke persoon, beroepshalve werkzaam als scheppend kunstenaar of ontwerper en gevestigd in Rotterdam;

  • -

    project: op zichzelf staande activiteit op het gebied van cultuur, uitgevoerd door één of meer makers;

  • -

    Rotterdamse Culturele Basis: groep cultuurinstellingen die als zodanig door het college zijn aangewezen en op grond daarvan een vierjarige subsidie ontvangen van de gemeente Rotterdam.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van eenmalige subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die:

    • a.

      betrekking hebben op de creatieve en culturele sector;

    • b.

      bijdragen aan de professionele ontwikkeling van de aanvrager; en

    • c.

      bijdragen aan ten minste een van de beleidsspeerpunten op het gebied van cultuur.

  • 2.

    De beleidsspeerpunten bedoeld in het eerste lid, onder c, zijn inclusiviteit, innovatie en interconnectiviteit.

  • 3.

    De activiteiten liggen op het gebied van:

    • a.

      onderzoek gericht op de realisatie van nieuwe projecten;

    • b.

      zakelijke ontwikkeling;

    • c.

      het inkopen of volgen van trainingen, workshops of masterclasses, of

    • d.

      gezamenlijk gebruik van middelen, kennis of expertise.

  • 4.

    De volgende activiteiten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      activiteiten die onlosmakelijk onderdeel zijn van het curriculum van een opleiding;

    • b.

      commerciële activiteiten of producten van de aanvrager;

    • c.

      projecten waarvoor al eerder een subsidieaanvraag is ingediend bij het college.

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan makers of collectieven van individuele makers, niet zijnde rechtspersonen, die professioneel werkzaam zijn in de creatieve of culturele sector en gezamenlijk een penvoerder hebben aangewezen voor het doen van de aanvraag.

  • 2.

    Aanvragers zijn:

    • a.

      woonachtig in Rotterdam of volgens het handelsregister van de Kamer van Koophandel in Rotterdam gevestigd;

    • b.

      aantoonbaar ten minste een jaar als zelfstandig maker actief.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen natuurlijke personen die:

    • a.

      jaarlijks subsidie ontvangen op basis van het Cultuurplan;

    • b.

      onderdeel zijn van de Rotterdamse Culturele Basis;

    • c.

      subsidie ontvangen hebben in het kader van de Tijdelijke werkbijdrage Productie, Presentatie en Research van het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam;

    • d.

      subsidie ontvangen op basis van de Subsidieregeling Impulsregeling Cultuur; of

    • e.

      een meerjarige subsidie ontvangen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of van een van de rijksfondsen.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten, genoemd in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor subsidiëring in aanmerking komen de kosten die door subsidieontvanger zijn gemaakt ten behoeve van de indiening van de aanvraag.

  • 3.

    Niet voor subsidiëring in aanmerking komen kosten voor de aanschaf van goederen voor duurzaam gebruik.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt minimaal € 2.500 en maximaal € 7.500 per aanvrager.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de gehele looptijd van de regeling een subsidieplafond van € 300.000.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond wijzigen.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen totdat het op de aanvraag van toepassing zijnde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt online ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2.

    Een maker of collectief van makers kan ten hoogste één aanvraag indienen.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 5 van de SVR 2014 legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een projectplan dat ten minste de volgende elementen bevat:

      • 1°.

        de doelstelling van de aanvraag;

      • 2°.

        een beschrijving van de activiteiten;

      • 3°.

        een beschrijving hoe de activiteiten de aanvrager helpen in het bereiken van de aangegeven doelstelling.

    • b.

      een toelichting in welke mate de activiteiten een aantoonbare bijdrage leveren aan ten minste een van de beleidsspeerpunten op het gebied van cultuur;

    • c.

      een sluitende begroting voor de beschreven activiteiten, inclusief een opgave van de aanvragen die bij derden zijn ingediend voor een subsidie, sponsoring of een vergoeding voor dezelfde activiteiten.

  • 4.

    Van een sluitende begroting als bedoeld in artikel 3, aanhef en onder c, is sprake voor de beschreven activiteiten wanneer de totale kosten volledig worden gedekt door inkomsten inclusief het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om subsidie wordt uiterlijk ingediend op 31 december 2021.

Artikel 11 Beslistermijn

Het college beslist binnen veertien werkdagen nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de SVR 2014 kan de subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien:

  • a.

    de aanvraag een project betreft dat is gestart of al is afgerond voordat het college op de aanvraag heeft besloten;

  • b.

    de aanvraag of aanvrager niet voldoet aan het bepaalde in deze subsidieregeling.

Artikel 13 Vaststelling

Subsidies op basis van deze regeling worden direct bij subsidieverlening vastgesteld.

Artikel 14 Naam- en logovermelding

De subsidieontvanger vermeldt in publicaties, persberichten en presentaties dat het project mede tot stand is gekomen dankzij een financiële bijdrage van de gemeente Rotterdam. Vermelding geschiedt door middel van het logo van de gemeente Rotterdam.

Artikel 15 Inwerkingtreding en looptijd

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die vóór die datum zijn aangevraagd of verleend.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling makers 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 november 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

V.P.G. Karremans, l.b.

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 3 november 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

 

Toelichting op de Subsidieregeling makers 2021

Algemene toelichting

Het cultuurbeleid van de gemeente Rotterdam is gericht op een gezonde, stedelijke culturele sector. Een sector waarin zoveel mogelijk Rotterdammers aan cultuur deelnemen, als beoefenaar van kunstzinnige activiteiten en als publiek. De gemeente Rotterdam ambieert een cultuursector waarin artistiek talent zich kan ontwikkelen en waarin aanbod voor een divers publiek te vinden is.

 

Het doel van de regeling

Deze subsidieregeling is bedoeld om zelfstandige makers en makerscollectieven in de creatieve en culturele sector in de meest brede zin te ondersteunen bij het herstel van hun beroepspraktijk aan het einde van de COVID-19-crisis. Makers zijn natuurlijke personen die aantoonbaar ten minste een jaar actief zelfstandig werkzaam zijn als scheppend kunstenaar of ontwerper en gevestigd zijn in Rotterdam. Dat kan bijvoorbeeld blijken uit inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het belang voor de stad wordt onder andere bepaald aan de hand van speerpunten van gemeentelijk beleid. In de uitgangspuntennota 2021-2024 Stad in transitie, cultuur in verandering zijn de volgende beleidsspeerpunten uitgelicht:

  • a)

    Inclusiviteit: cultuur in Rotterdam weerspiegelt de diversiteit en dynamiek van de stad en draagt bij aan verbinding en verbroedering. Cultuur in Rotterdam is voor iedereen bereikbaar en toegankelijk. Alle Rotterdammers kunnen in de lokale culturele infrastructuur participeren en vaardigheden en talenten ontwikkelen. Rotterdam-Zuid heeft een sterke culturele infrastructuur.

  • b)

    Innovatie: Rotterdam is het laboratorium en de kraamkamer voor culturele en creatieve innovatie. Ook bestaande culturele organisaties dragen bij aan deze innovatie. Zo ontstaat er een ecosysteem van ontwerpers, ondernemers, makers, broed- en werkplaatsen, culturele organisaties, platforms en festivals.

  • Dit ecosysteem willen we versterken door de culturele en creatieve sector gespreid over Rotterdam voldoende ruimte te geven voor innovatie en experiment, zowel in faciliteiten als in doorgroeimogelijkheden.

  • c)

    Interconnectiviteit: de kansen voor cultuur liggen zowel in het versterken van samenwerking binnen de sector, als in samenwerking van de cultuursector met andere beleidsdomeinen en op het internationale speelveld.

De subsidieaanvraag hoeft niet gericht te zijn op de realisatie van een concreet product of concrete activiteit. Voorwaarde is wel dat de subsidie wordt ingezet voor de ontwikkeling van de aanvrager en bijdraagt aan ten minste een van de hiervoor genoemde beleidsspeerpunten op het gebied van Cultuur.

 

Artikel 4 Doelgroep van de regeling

Met de onderhavige regeling beoogt de gemeente zelfstandige makers (of collectieven van individuele makers), niet zijnde rechtspersonen, te ondersteunen bij het herstel van hun beroepspraktijk na COVID-19 in de vorm van bijdragen voor hun persoonlijke ontwikkeling of ontwikkeling van hun beroepspraktijk.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Kosten die gemaakt worden voor het realiseren van de doelstelling komen na aftrek van bijdragen van derden in principe voor subsidiëring in aanmerking. Duurzame goederen zijn alle goederen waarvan de economische levensduur ten minste een jaar is (zoals camera’s, muziekinstrumenten en apparatuur). Het maakt daarbij niet uit of de aanschaf in één keer wordt afgeschreven of in een aantal termijnen.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Subsidies zijn minimaal € 2.500 en maximaal € 7.500 per aanvraag; het maakt niet uit of de aanvraag door een individuele maker of een collectief van individuele makers is ingediend.

 

Artikel 7 Subsidieplafond

Er is maximaal € 300.000 beschikbaar voor de uitvoering van de regeling.

 

Artikel 8 Wijze van verdeling

Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

Complete aanvragen worden in behandeling genomen tot het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 9 Subsidieaanvraag

Een aanvrager (individuele maker of collectief van individuele makers) kan slechts eenmaal een subsidieaanvraag indienen.

De gegevens waarom gevraagd wordt, dienen om een beoordeling te kunnen maken van de aanvraag. Meer informatie is daarbij zeker geen garantie voor een positieve beoordeling.

De aanvraag wordt ambtelijk beoordeeld door drie medewerkers van de afdeling Cultuur van de gemeente. Indien hun afzonderlijke beoordeling eensluidend is, geldt dit als advies op de aanvraag. Bij verschil van beoordeling volgt nader overleg om tot een advies te komen.

Het college neemt binnen veertien werkdagen een besluit over de ingediende aanvraag. De aanvrager ontvangt dit besluit in de vorm van een beschikking.

 

Artikel 13 Vaststelling

Tegelijk met een besluit tot subsidieverlening wordt de subsidie vastgesteld. Overigens kan aan de subsidieontvanger bij wijze van steekproef gevraagd worden informatie te verstrekken en bewijsstukken te overleggen over de besteding van de verleende subsidie. De gevraagde documenten moeten onverwijld overgelegd worden.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en looptijd

De regeling heeft een beperkte looptijd: van de dag na publicatie tot en met 31 december 2021 kunnen aanvragen ingediend worden.

Naar boven