Richtlijnen voor het plaatsen van ondergrondse inzamelcontainers

 

In een schone stad is het prettig wonen, werken en verblijven. Gemeente Almere werkt iedere dag aan een schoon, duurzaam en toekomstbestendige leefomgeving. Dit doen we samen met inwoners en ondernemers, omdat we erin geloven dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor het schoonhouden van onze eigen leefomgeving.

Een van de belangrijke taken die we als gemeente hebben en die ook wettelijk vastgelegd is, is het zorgdragen voor de inzameling van huishoudelijk afval in de stad. Voor de inzameling van huishoudelijk afval gebruiken we verschillende inzamelmiddelen zoals ondergrondse containers, bovengrondse containers en minicontainers.

De gemeente vindt het belangrijk dat men goed wordt geïnformeerd over de locatiekeuze voor ondergrondse containers. Daarom hebben we een aantal richtlijnen opgesteld voor de plaatsing. We doorlopen een aantal stappen, waarbij belanghebbenden de gelegenheid krijgen om mee te denken over containerlocaties.

De richtlijnen kunt u hier volledig lezen en is ook als bijlage toegevoegd.

 

Inhoud

  • 1.

    Algemeen

  • 1.

    Richtlijnen plaatsing ondergrondse inzamelcontainers

  • 2.

    Opbouw document

  • 2.

    Juridische en beleidsmatige kaders

2.1 Wet Milieubeheer

2.2 Afvalstoffenverordening en uitvoeringsregeling

2.3 (Beleids)kaders Almere

  • 3.

    Ondergrondse inzamelcontainers

3.1 Ondergrondse inzamelcontainers in Almere

3.2 Inzamelen verschillende soorten afval

  • 4.

    De locatiekeuze

4.1 Algemene uitgangspunten

4.1.1 Zorgvuldigheid

4.1.2 Algemeen belang gaat voor individueel belang

4.1.3 Moderne gebiedsontwikkeling

4.2 Richtlijnen voor plaatsing ondergrondse inzamelcontainers

4.2.1 Leefbaarheid

4.2.2 Verkeersveiligheid

4.2.3 Toegankelijkheid en loopafstand

4.2.4 Ruimtelijke aspecten

4.2.5 Technische aspecten

  • 5.

    Besluitvorming en inspraak

5.1 Procedure volgens afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

5.2 Plaatsingsprocedure containers per fase

5.2.1 Fase 1: Ontwerplocatieplan

5.2.2 Fase 2: Het informatietraject

5.2.3 Fase 3: Het definitieve locatieplan en aanwijzingsbesluit

5.2.4 Fase 4: De plaatsing en ingebruikname van de containers

 

1 Algemeen

In een schone stad is het prettig wonen, werken en verblijven. Als gemeente werken we iedere dag aan een schoon, duurzaam en toekomstbestendig Almere. Dit doen we samen met inwoners en ondernemers, omdat we erin geloven dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor het schoonhouden van onze eigen leefomgeving.

Een van de belangrijke taken die we als gemeente hebben en die ook wettelijk vastgelegd is, is het zorgdragen voor de inzameling van huishoudelijk afval in de stad. Een goede afvalscheiding is daarbij een belangrijk speerpunt. Onze doelstelling is om het jaarlijkse aantal kilo’s restafval per inwoner de komende jaren sterk terug te dringen.

Voor de inzameling van huishoudelijk afval gebruiken we verschillende inzamelmiddelen zoals ondergrondse containers, bovengrondse containers en minicontainers. Ook bieden we bewoners de mogelijkheid om afval gescheiden aan te bieden bij een van de reclycingperrons in de stad.

 

1.1 Richtlijnen plaatsing ondergrondse inzamelcontainers

De gemeente Almere gebruikt verschillende soorten inzamelmiddelen om huishoudelijk afval in te zamelen. In dit document staan uitsluitend de ondergrondse inzamelcontainers centraal. Dit zijn grote inzamelcontainers die een plek krijgen in de openbare ruimte van de stad, waar ze voor bewoners beschikbaar zijn. Omdat het gaat om objecten die permanent geplaatst worden en niet zomaar van locatie kunnen wisselen, is het belangrijk om het proces van locatiebepaling en plaatsing zorgvuldig te doorlopen. In dit document beschrijven we hoe we dat als gemeente doen. Het doel van dit document is dan ook om bewoners en andere betrokkenen zo duidelijk en transparant mogelijk te informeren over de richtlijnen en plaatsingsprocedure die we als gemeente volgen bij het plaatsen van ondergrondse inzamelcontainers in Almere.

 

1.2 Opbouw document

In hoofdstuk 2 benoemen we kort de juridische en beleidsmatige kaders die relevant zijn bij de plaatsing van ondergrondse inzamelcontainers. Vervolgens gaan we in hoofdstuk 3 nader in op de ondergrondse inzamelcontainers die we in Almere gebruiken. In hoofdstuk 4 beschrijven we de plaatsingscriteria die we hanteren bij het bepalen van een locatie. Tot slot beschrijven we in hoofdstuk 5 de procedures rond besluitvorming en inspraak die we hanteren.

 

2 Juridische en beleidsmatige kaders

In dit hoofdstuk schetsen we de juridische en beleidsmatige kaders die een rol spelen bij de procedure tot plaatsing van ondergrondse containers in de openbare ruimte.

 

2.1 Wet Milieubeheer

De Wet milieubeheer verplicht de gemeente tot het inzamelen van huishoudelijk afval bij of nabij elk perceel. Bij en krachtens de Wet milieubeheer zijn regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de gemeente invulling moet geven aan deze verplichting. Het inzamelen van huishoudelijk afval via ondergrondse containers valt onder het inzamelen van afval nabij percelen.

 

2.2 Afvalstoffenverordening en uitvoeringsregeling

Op basis van artikel 10.23 uit de Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht een Afvalstoffenverordening te hebben. In de Afvalstoffenverordening van de gemeente Almere en de hieraan gekoppelde Uitvoeringsregeling zijn de regels vastgelegd met betrekking tot de huishoudelijke afvalinzameling. De richtlijnen in dit document zijn opgesteld in lijn met de regels die in de Afvalstoffenverordening en de Uitvoeringsregeling zijn opgenomen. Vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet zetten we een aantal regels van de Afvalstoffenverordening in de toekomst over naar het Omgevingsplan.

 

2.3 ( Beleids )kaders Almere

Het plaatsen van ondergrondse inzamelcontainers heeft raakvlakken met verschillende

beleidsthema’s binnen de gemeentelijke organisatie. In de eerste plaats moeten de richtlijnen die we hanteren aansluiten bij het beleid en de uitvoering van de inzameling van huishoudelijk afval en werkzaamheden voor een schone buitenruimte. Daarnaast is het belangrijk om de samenhang in het oog te houden met andere thema’s die zich afspelen in de openbare ruimte (bijvoorbeeld door toetsing aan het Bomenkader en het Handboek Kabels & Leidingen) of thema’s die onderdeel zijn van het proces van gebiedsontwikkeling. In de ontwerpfase van de plaatsingsprocedure houden we rekening met diverse beleidskaders.

 

3 Ondergrondse inzamelcontainers

3.1 Ondergrondse inzamelcontainers in Almere

Afbeelding 1 toont een voorbeeld van een ondergrondse inzamelcontainer. We zien een inwerpopening, een traanplaat en een grote bak waarin het afval terecht komt. De grote bak wordt in een betonput onder de grond geplaatst. In Almere gebruiken we verschillende typen containers die in de basis allemaal overeenkomen met dit voorbeeld. De maatvoering is per type verschillend. Een algemene bandbreedte is wel te geven:

  • Lengte/breedte ondergrondse container inclusief vloertraanplaat: tussen 1,5 en 2 meter.

  • Diepte betonput waar de container in staat: tussen 2,5 en 3 meter.

  • Inwerpzuil: afmetingen verschillen per type.

 

Afbeelding 1: Ondergronds inzameldpot (schuin)bovenaanzicht en (schuin)onderaanzicht

 

3.2 Inzamelen verschillende soorten afval

We gebruiken de ondergrondse inzamelcontainers als onderdeel van een strategie om het huishoudelijk afval zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen of nascheiding mogelijk te maken. Afhankelijk van het geldende inzamelsysteem in een wijk of straat kunnen de containers ingezet worden om een bepaalde afvalsoort in te zamelen. Soorten afval die geschikt zijn voor het inzamelen via ondergrondse inzamelcontainers zijn bijvoorbeeld bioafval, plastic, metalen verpakkingen en drinkpakken (PMD), papier en karton, verpakkingsglas, restafval (afval dat overblijft na het scheiden van afval) of combinaties hiervan, zoals PMD+ (plastic, metaal en drinkpakken plus restafval).

 

In Almere geven we er de voorkeur aan om bioafval, PMD, restafval of combinaties daarvan in laagbouwgebieden in te zamelen via containers aan huis (en dus niet via ondergrondse inzamelcontainers). In hoogbouwgebieden is inzameling via containers aan huis niet mogelijk en maken we juist wel gebruik van ondergrondse inzamelcontainers voor deze afvalsoorten. Glas en papier zamelen we in via ondergrondse containers in alle wijken, dus zowel in laagbouw- als hoogbouwgebieden. We hebben als gemeente echter de mogelijkheid om een afwijkende manier van inzamelen in te voeren als dat beter past bij de wijk en/of het streven om zoveel mogelijk afval gescheiden in te zamelen.

 

4 De locatiekeuze

Als duidelijk is dat in een bepaald gebied ondergrondse inzamelcontainers worden geplaatst, stellen we vanuit de gemeente per locatie een locatieplan op. Dit doen we aan de hand van de in dit hoofdstuk beschreven uitgangspunten en richtlijnen. Leefbaarheid, verkeersveiligheid, toegankelijkheid en loopafstand, ruimtelijke aspecten en technische aspecten staan daarbij centraal.

 

4.1 Algemene uitgangspunten

4.1.1. Zorgvuldigheid

Bij het bepalen van locaties voor ondergrondse inzamelcontainers gaan we zorgvuldig te werk. Tijdens onze zoektocht naar een geschikte locatie volgen we waar mogelijk de in dit hoofdstuk genoemde richtlijnen. Daarnaast hanteren we het proces van besluitvorming en inspraak zoals we dat uiteenzetten in hoofdstuk 5.

 

4.1.2 Algemeen belang gaat voor individueel belang

Bij het aanwijzen van locaties voor ondergrondse inzamelcontainers gaat het algemeen belang voor het individueel belang van partijen. Dat betekent dat zaken zoals een doelmatige inzameling en het creëren van een veilige situatie in principe voorgaan op het individuele belang van bijvoorbeeld bewoners die liever zien dat een container wat dichterbij of juist een eindje verderop geplaatst wordt. De mogelijkheden om tegemoet te komen aan de wensen van individuele bewoners die bedenkingen hebben tegen gekozen locaties zijn dan ook relatief beperkt. In uitzonderingsgevallen kunnen we afwijken van de richtlijnen als dat een efficiënte inzameling bevordert.

 

4.1.3 Moderne gebiedsontwikkeling

Als er bij (moderne) gebiedsontwikkeling bijzondere wensen zijn rond de inzameling van huishoudelijk afval, bekijken we in samenspraak met betrokkenen of (en zo ja in hoeverre) we hieraan tegemoet kunnen komen. Daarbij sluiten we waar mogelijk aan bij bestaande kaders.

 

4.2 Richtlijnen voor plaatsing ondergrondse inzamelcontainers

4.2.1 Leefbaarheid

Ondergrondse inzamelcontainers hebben een belangrijke functie binnen een leefbare stad. De beleving van bewoners is echter ook cruciaal. Waar mogelijk volgen we onderstaande richtlijnen om te zorgen voor een positieve beleving rond containerlocaties:

  • De container moet zo geplaatst worden dat er voldoende sociale controle en toezicht mogelijk is (dus bijvoorbeeld niet in een steegje). De locatie moet goed bereikbaar zijn en ’s avonds goed verlicht.

  • Bij de keuze voor een containerlocatie houden wij er rekening mee dat de plek uitnodigt tot een gevoel van verantwoordelijkheid bij bewoners in de (directe) omgeving.

  • Bij keuze voor het plaatsen van de container houden wij zoveel als mogelijk rekening met leefbaarheidsaspecten zoals het schoonhouden van locaties en het voorkomen van bijplaatsingen.

 

4.2.2 Verkeersveiligheid

Ondergrondse inzamelcontainers bevinden zich altijd dicht bij de openbare weg. Daarnaast worden containers geleegd door grote inzamelwagens die de inzamelcontainers hoog boven de grond tillen. Om de verkeersveiligheid in alle gevallen te garanderen volgen we de volgende richtlijnen:

  • De ondergrondse inzamelcontainer moet zowel voor de gebruiker als de inzamelaar op verkeersveilige wijze bereikt en gebruikt kunnen worden.

  • De ondergrondse inzamelcontainer is zo gesitueerd dat deze zich niet bevindt in de directe nabijheid van een kruispunt dat met verkeerslichten is geregeld. De container mag het zicht niet wegnemen en de doorstroming niet verstoren.

  • De ondergrondse inzamelcontainer is zodanig gesitueerd dat het zicht op verkeersborden, bewegwijzering en verkeerslichten niet wordt belemmerd.

  • Bij de keuze van een containerlocatie worden doorgaande routes op voetpaden zoveel als mogelijk vrijgehouden.

  • Bij de keuze van een containerlocatie mag de doorgang van voetgangers en gebruikers van een rolstoel of rollator niet (bovenmatig) worden gehinderd.

  • We plaatsen de ondergrondse inzamelcontainer zodanig dat brandgangen en vluchtroutes altijd vrijgehouden worden.

  • Het inzamelvoertuig moet bij de containerlocatie (verkeers)veilig kunnen stoppen en werken.

  • Tijdens het ledigen van de inzamelcontainer mag geen gevaarlijke situatie ontstaan.

  • De containerlocatie mag zich niet achter een parkeerplaats bevinden, waarbij de container over de auto heen getild zou moeten worden.

  • De ondergrondse inzamelcontainer mag niet over een fietspad getild worden.

  • We plaatsen de ondergrondse inzamelcontainer zo dat bij het ledigen geen schade aan objecten (bijvoorbeeld bomen, openbare verlichting, verkeersborden) of gebouwen (bijvoorbeeld muren, balkons, uitsteeksels aan gebouwen) kan optreden.

  • We plaatsen de ondergrondse inzamelcontainer zodanig dat onveilige rijbewegingen van het inzamelvoertuig zoals achteruitrijden, steken en keren zoveel mogelijk worden vermeden.

 

4.2.3 Toegankelijkheid en loopafstand

Ondergrondse inzamelcontainers moeten voor bewoners goed toegankelijk en bereikbaar zijn. Om dat te organiseren volgen we de volgende richtlijnen:

  • Voor gebruikers die wonen aan drukke doorgaande wegen wordt een ondergrondse inzamelcontainer zo gesitueerd dat de noodzaak tot oversteken zoveel mogelijk wordt vermeden.

  • We plaatsen de ondergrondse inzamelcontainer zodanig dat deze toegankelijk is voor mindervaliden. Zonodig plaatsen wij een verlaagde trottoirband. Ook zorgen we ervoor dat het voetpad minimaal 90 centimeter breed is.

  • Inzamelcontainers worden afhankelijk van de inrichting en opbouw van de wijk verspreid geplaatst om het gebruik zo evenredig mogelijk over de ondergrondse inzamelcontainers te verdelen.

  • Bij plaatsing van ondergrondse papier- en glascontainers wordt niet de loopafstand, maar het aantal aansluitingen als uitgangspunt genomen. Hierbij wordt uitgegaan van circa 450 huisaansluitingen per papier- of glascontainer. Voor de overige afvalsoorten streven wij, behoudens uitzonderingen, naar een maximale loopafstand van 250 meter naar de ondergrondse container. De loopafstand kan echter verschillen per afvalsoort en gekozen inzamelsysteem. Bij hoogbouw wordt de loopafstand naar de container gemeten vanaf de hoofdingang van het hoogbouwcomplex.

  • Drempels en straatmeubilair mogen geen belemmering vormen voor het bereiken van de container.

 

4.2.4 Ruimtelijke aspecten

Het is belangrijk dat de container op een goede manier ingepast wordt in de bestaande of te ontwikkelen openbare ruimte. Daarbij houden we op de volgende manier rekening met zowel bovengrondse als ondergrondse objecten:

  • Bij locatiebepaling van een ondergrondse inzamelcontainer houden wij er rekening mee dat de inzamelvoorziening in het straatbeeld past, bijvoorbeeld door deze in lijn te plaatsen met overig straatmeubilair en auto’s.

  • Ondergrondse inzamelcontainers plaatsen wij zoveel mogelijk buiten eventuele haakse zichtlijnen ten opzichte van de gevel met woningen.1

  • Een ondergrondse inzamelcontainer plaatsen wij bij voorkeur niet bij een deur of onder een raam van een woonhuis of bedrijf.

  • We plaatsen een ondergrondse inzamelcontainer op voldoende afstand (indien mogelijk minimaal drie meter) van een gevel van een woonhuis of bedrijf.

  • Locaties voor ondergrondse inzamelcontainers worden zo gekozen dat verplaatsing van kabels en leidingen wordt voorkomen dan wel beperkt. De afstand tot kabels en leidingen moet minimaal 1,5 meter zijn.

  • De afstand tussen de container en lichtmasten of andere objecten in de openbare ruimte bedraagt waar mogelijk 2,5 tot 3 meter.

  • Ondergrondse inzamelcontainers mogen nooit boven een riolering geplaatst worden. Daarnaast moet de afstand tot de riolering minimaal 1,5 meter zijn.

  • Bij de locatiekeuze wordt het openbaar groen zoveel mogelijk ontzien.

  • Om schade aan wortels en boomkronen te voorkomen houden wij bij het plaatsen van een ondergrondse inzamelcontainer rekening met de kroonprojectie en de wortelstructuur van bestaande bomen. De afstand die daarvoor nodig is, verschilt per boom(soort).

  • Ondergrondse inzamelcontainers moeten bij voorkeur twee meter verwijderd blijven van nutsvoorzieningen zoals openbare verlichting.

  • Ondergrondse inzamelcontainers mogen niet op laad- en losplaatsen, bushalten of invalidenparkeerplaats geplaatst worden.

  • Indien een container in de buurt van een parkeerplaats geplaatst wordt, dan houden wij er rekening mee dat een openstaande autodeur en de voorzijde van een auto een halve meter van het platform (traanplaat) afblijven. Wanneer de container is geplaatst mag het niet mogelijk zijn dat een voertuig op de traanplaat kan parkeren. Wanneer die kans aanwezig is, dient de locatie met adequate afschermingsmiddelen (zoals paaltjes) te zijn afgeschermd.

  • We plaatsen de ondergrondse inzamelcontainer, behoudens mogelijke uitzonderingen, op grond die in eigendom is van de gemeente. Wanneer de ondergrondse container op particuliere grond wordt geplaatst, dan sluit de gemeente een opstalovereenkomst met de grondeigenaar.

 

4.2.5 Technische aspecten

Om een ondergrondse inzamelcontainer goed en veilig te kunnen laten functioneren houden we de volgende technische richtlijnen aan:

  • In verband met de afstempeling van de inzamelauto (uitschuiven steunpoten voor lediging) plaatsen wij inzamelcontainers altijd langs gefundeerde verharding.

  • We plaatsen inzamelcontainers minimaal 50 centimeter vanaf de kant van de weg. Tussen de weg en de container moet tenminste één tegel (30x30 centimeter) en een trottoirband (breedte 20 centimeter) zitten.

  • Tussen de traanplaat van twee ondergrondse inzamelcontainers moeten minimaal twee tegels (30 x 30 centimeter) tussenruimte zitten.

  • De betonput moet waterdicht zijn en zo worden aangelegd dat opdrijving niet mogelijk is.

 

5 Besluitvorming en inspraak

Voordat we als gemeente daadwerkelijk over kunnen gaan tot het plaatsen van ondergrondse inzamelcontainers is een aanwijzingsbesluit nodig, waarbij de specifieke locaties worden aangewezen waar de ondergrondse inzamelcontainers komen. Om zorgvuldig bestuur, het creëren van draagvlak en het zoveel mogelijk rekening houden met verschillende belangen te kunnen waarborgen, volgen we als gemeente een uitgebreide procedure om tot deze aanwijsbesluiten te komen. Hiervoor gebruiken we de procedure zoals beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Onderdeel daarvan is een informatietraject met mogelijkheden voor inspraak.

 

5.1 Procedure volgens afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

Het traject voor het plaatsen van ondergrondse inzamelcontainers bestaat volgens afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht uit een aantal fasen:

  • Fase 1: De gemeente stelt een ontwerplocatieplan op voor de positionering van de ondergrondse inzamelcontainers.

  • Fase 2: Belanghebbenden worden geïnformeerd over het ontwerplocatieplan en hebben de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen.

  • Fase 3: Het college stelt een definitief locatieplan op en neemt een definitief aanwijzingsbesluit. Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend kunnen in beroep gaan bij de Raad van State.

  • Fase 4: De containers worden geplaatst en ingebruikgenomen.

In de volgende paragraaf worden de vier fasen van de procedure nader toegelicht.2

Voor de plaatsing van afvalcontainers is geen omgevingsvergunning nodig.

 

5.2 Plaatsingsprocedure containers per fase

5.2.1 Fase 1: Ontwerplocatieplan

In de eerste fase maken we als gemeente een voorlopig locatieplan en stellen we een ontwerpaanwijzingsbesluit op. Hierbij volgen we de richtlijnen uit hoofdstuk 4 zoveel als mogelijk. Het is echter mogelijk dat we in bepaalde gevallen genoodzaakt zijn om toch enigszins van de richtlijnen af te wijken om tot een goed gedegen plan te komen.

 

5.2.2 Fase 2: Het informatietraject

In fase 2 starten we met het informatietraject.

 

Overleg met projectontwikkelaars, Verenigingen van Eigenaren

In een vroeg stadium vindt, waar nodig en mogelijk, aan de hand van het locatieplan overleg plaats met eventuele projectontwikkelaars en/of Verenigingen van Eigenaren over de te plaatsen containers. Dit leidt mogelijk tot nuttige informatie die kan worden meegenomen bij de voorbereiding.

 

(Bewoners)brief en publicatie

Bewoners die binnen het verzorgingsgebied van de ondergrondse inzamelcontainer wonen of die vanuit hun woning direct zicht hebben op de container, worden individueel schriftelijk geïnformeerd via een bewonersbrief. Ook ondernemers van wie het adres binnen het verzorgingsgebied van de ondergrondse inzamelcontainer valt of die direct zicht hebben op de container, worden via een brief individueel schriftelijk geïnformeerd. In de brief wordt uitleg gegeven over het hoe en waarom van de voorgenomen plaatsing van de container(s). De brief bevat, in voorkomende gevallen, een uitnodiging voor een (inloop)bijeenkomst. Bij de brief wordt een plattegrond met daarop de locaties waar de containers zijn voorzien, meegestuurd.

 

(Inloop)bijeenkomst

Per wijk wordt, waar mogelijk, een bijeenkomst gehouden.3 Gedurende de bijeenkomst kunnen de belanghebbenden vragen stellen en opmerkingen kenbaar maken. De vragen worden zoveel mogelijk tijdens de bijeenkomst beantwoord. Als het niet mogelijk is de vraag gelijk te beantwoorden, volgt het antwoord op een later moment. Zienswijzen kunnen niet ter plekke worden ingediend, deze mogelijkheid volgt op een later moment.

 

Terinzagelegging

Het ontwerpaanwijzingsbesluit en ontwerplocatieplan worden digitaal via het Gemeenteblad ter inzage gelegd voor zienswijzen gedurende zes weken. Zienswijzen kunnen mondeling of schriftelijk worden ingediend.

 

Verwerking zienswijzen

Alle zienswijzen worden na afloop van de zienswijzetermijn verzameld en verwerkt. Het behandelen van een zienswijze of reactie bestaat in beginsel uit een interne herbeoordeling van het eerder genomen ontwerpbesluit. Daarbij worden alle ingebrachte belangen zorgvuldig afgewogen. Als de zienswijzen aanleiding geven tot wijziging van het ontwerplocatieplan, wordt dit meegenomen. Het ontwerplocatieplan en het ontwerpaanwijzingsbesluit kunnen naar aanleiding van zienswijzen dus worden aangepast. Maar het kan ook zo zijn dat de zienswijzen (deels) worden afgewezen. Alle zienswijzen handelt de gemeente schriftelijk af. In het geval dat een zienswijze wordt afgewezen, wordt een volledige motivatie in de schriftelijke afwijzing opgenomen.

 

5.2.3 Fase 3: Het definitieve locatieplan en aanwijzingsbesluit

Als alle zienswijzen verwerkt zijn, nemen we in fase 3 als gemeente een besluit over de zienswijzen, stellen we het locatieplan vast en nemen we een definitief aanwijzingsbesluit.

 

Nota van antwoord

In een nota van antwoord beschrijven we hoe we met alle zienswijzen zijn omgegaan. Het definitieve locatieplan wordt vervolgens met de nota van antwoord en het aanwijzingsbesluit vastgesteld.

Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, ontvangen daarover een brief. Bij het locatieplan voegen we in een beknopte tabel een overzicht toe van de wijzigingen die er zijn ten opzichte van de oorspronkelijke locatiekeuze, en de reden daarvan.

 

Publicatie in Gemeenteblad

Het definitieve aanwijzingsbesluit en locatieplan worden gepubliceerd in het Gemeenteblad. Belanghebbenden hebben binnen zes weken na het nemen van het besluit, de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In principe kunnen alleen belanghebbenden die tijdig hun zienswijzen indienen over een voorgenomen besluit later beroep bij de Raad van State aantekenen tegen een definitief besluit en een voorlopige voorziening vragen.

 

5.2.4 Fase 4: De plaatsing en ingebruikname van de containers

Nadat het aanwijzingsbesluit is genomen en eventuele beroepen zijn behandeld, gaan we over tot plaatsing van de containers. Bewoners en belanghebbende ondernemers ontvangen een brief over de werkzaamheden en eventuele hinder bij de plaatsing. Na plaatsing en controle van de werking van de container(s), kunnen de containers in gebruik worden genomen. Omwonenden en andere belanghebbenden krijgen hierover een brief.

 

Inwerkingtreding richtlijnen

Deze richtlijnen treden de dag na bekendmaking in werking.

 

 

Aldus vastgesteld op 29 april 2021 (MT SR),

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

Aschwin van Reij

Afdelingsmanager Stadsreiniging

Naar boven