Gemeenteblad van Harderwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harderwijk | Gemeenteblad 2021, 392364 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Harderwijk | Gemeenteblad 2021, 392364 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde
Besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde van 26 oktober 2021, kenmerk h210119900, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor continuïteit van cruciaal zorgaanbod in de regio.
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo, Putten en Zeewolde,
Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Elburg,
Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Ermelo,
Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Harderwijk,
Gelet op artikel 4 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Nunspeet,
Gelet op artikel 3 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Oldebroek,
Gelet op artikel 1 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Putten,
Gelet op artikel 4 de Algemene subsidieverordening van de gemeente Zeewolde;
Besluiten vast te stellen de volgende tijdelijke subsidieregeling: Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp en Wmo Noord-West-Veluwe en Zeewolde.
In deze regeling wordt verstaan onder:
elementaire organisatie: de door de gemeenten gecontracteerde aanbieder van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning die slechts grotendeels regionaal of lokaal actief is en die voor het leveren van de desbetreffende vorm van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning in de regio als elementair wordt beschouwd, waaronder wordt verstaan dat de desbetreffende vorm van jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning naar verwachting niet meer anderszins in voldoende mate in de regio kan worden verleend als de desbetreffende organisatie zou ophouden te bestaan.
Deze regeling geeft aanvullende regels op de Algemene subsidieverordening van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. Voor zover in de onderhavige regeling niet expliciet van de Algemene subsidieverordening wordt afgeweken, zijn de daarin gestelde regels van kracht
De colleges kunnen gedurende de periode van 1 november 2021 tot en met 28 maart 2022 aan een elementaire organisatie een subsidie verstrekken voor activiteiten voor het borgen van de continuïteit van cruciale jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning, indien sprake is van een zodanig liquiditeitsprobleem dat dit leidt tot directe risico’s voor het voortbestaan van de desbetreffende organisatie, terwijl dit liquiditeitsprobleem aantoonbaar geheel of nagenoeg geheel door de coronacrisis is ontstaan.
De gemeenten verdelen het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling, geldt als de datum van ontvangst.
De colleges kunnen bij het besluit tot subsidieverlening ambtshalve voorschotten verlenen op basis van de liquiditeitsprognose.
De colleges verlangen dat de subsidieontvanger periodiek verslag doet van de voortgang van haar continuïteitsplan, dan wel aspecten daarvan. Het besluit tot subsidieverlening vermeldt op welke tijdstippen verslag wordt gedaan en waaruit het verslag bestaat
De colleges kunnen een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 26 oktober 2021
de heer J.P. Wassens
secretaris
de heer H.J. van Schaik
burgemeester
Toelichting bij de Tijdelijke regionale subsidieregeling continuïteit jeugdhulp Noord-West-Veluwe en Zeewolde.
Eerder is door het college ingestemd met een continuïteitsbijdrageregeling op regionaal niveau over de periode van 1 maart tot en met 30 juni 2020. De aanbieders binnen de regio zijn op grond van deze continuïteitsbijdrage van 26 november 2020 gecompenseerd voor omzetverliezen als gevolg van de coronacrisis. Het behoeft geen toelichting dat de coronacrisis ook na 30 juni 2020 nog bestond en in dat kader verschillende maatregelen waren ingesteld. Te denken valt aan de lockdown die per 15 december 2020 opnieuw is ingesteld. Het Rijk en de VNG zijn echter niet gekomen tot vervolgafspraken c.q. een verlenging van voornoemde richtinggevende uitwerking met betrekking tot de continuïteitsbijdrageregeling. Er bestaat kortom vanaf 1 juli 2020 geen landelijke regeling (c.q. richtlijn) meer. Wel is door zowel het Rijk als de VNG de oproep gedaan om waar noodzakelijk maatwerk te bieden en in dat geval aanbieders te compenseren voor omzetverlies als gevolg van de coronacrisis. In dat kader is een 'gespreksleidraad' vastgesteld. In deze gespreksleidraad zijn voorwaarden opgenomen waaronder aanbieders door gemeenten gecompenseerd zouden kunnen worden. Deze voorwaarden zijn.
Een aanbieder biedt een cruciale functie, waarmee wordt bedoeld dat de door de aanbieder geleverde maatschappelijke ondersteuning dan wel jeugdhulp bij het verdwijnen van de aanbieder niet meer (in afdoende mate) kan worden geleverd, omdat andere aanbieders niet het weggevallen volume kunnen leveren.
De omzetdaling is niet verwijtbaar, in die zin dat de aanbieder er alles aan heeft gedaan om de zorg en ondersteuning op reguliere of alternatieve wijze op te starten. Er zijn duidelijke redenen, waardoor de zorgverlening nog niet op het normale niveau is. Alternatieve vormen van maatschappelijke ondersteuning/jeugdhulp zijn bijvoorbeeld voor een specifieke doelgroep niet toepasbaar of leidt tot minder omzet.
Op grond van deze subsidieregeling kunnen aanbieders een subsidie ontvangen, indien zij in bedrijfscontinuïteitsproblemen geraken als gevolg van de coronamaatregelen. Bovendien moet het, zoals onder de voorwaarden al geschetst, daarbij gaan om organisaties die binnen het totale aanbod voor één of meer vormen van maatschappelijke ondersteuning (niet zijnde beschermd wonen) of jeugdhulp feitelijk niet gemist kunnen worden. Ofwel: de organisatie dreigt ‘om te vallen’ en de regio kan de organisatie in kwestie niet missen. In de regionale regeling is neergelegd dat aanbieders die voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven beschreven in aanmerking kunnen komen voor een subsidie, indien en voor zover zij in bedrijfscontinuïteitsproblemen geraken als gevolg van bestaande of nieuwe coronamaatregelen. De eerdere continuïteitsbijdrageregeling (van civielrechtelijke aard) wordt daarmee niet verlengd, maar in de plaats daarvan komt een andere regeling (van publiekrechtelijke aard). Tegen besluiten inzake deze regio staan dan ook de rechtsmiddelen van bezwaar en beroep open.
Daarbij wordt opgemerkt dat de huidige regeling niet openstaat voor aanbieders van beschermd wonen. Deze maatwerkvoorziening onder de Wmo 2015 is binnen de regio op een ander wijze geregeld, in vergelijking met de overige maatwerkvoorzieningen en wordt eveneens op een andere wijze gefinancierd.
In deze regeling wordt gewaarborgd dat een subsidie alleen wordt uitgekeerd, indien en voor zover een faillissement met subsidiëring daadwerkelijk wordt voorkomen (het doel is de continuïteit van voor de regio cruciale aanbieders te waarborgen). Zonder risico op faillissement geen subsidie en als de subsidie water naar de zee dragen zou dreigen te zijn, dan evenmin subsidie. Het is namelijk niet de bedoeling dat het door de regio beschikbaar gestelde geld – verkregen door middel van een subsidie – na faillissement alsnog gaat naar de schuldeisers van de aanbieder. Kortom, met de beoordeling van de subsidieaanvraag wordt beoordeeld of een faillissement daarmee kan worden voorkomen. De subsidiegelden zijn daarmee uitsluitend bedoeld om operationele kosten en kortlopende schulden te dekken die cruciaal zijn voor de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning/jeugdhulp. Anders zou het met de regeling beoogde doel – namelijk het in standhouden van cruciaal aanbod ook na de coronacrisis – wellicht immers onvoldoende worden bewerkstelligd.
Daarnaast zal de subsidie niet worden verstrekt, indien en voor zover eventuele tekorten op een domein (bijvoorbeeld Jeugdwet of Wmo 2015) intern door de aanbieder binnen de eigen bedrijfsvoering kunnen worden opgevangen door inkomsten die worden verkregen op een ander domein (bijvoorbeeld Wlz of Zvw). En evenmin is subsidiëring aan de orde, indien en voor zover elders een oplossing voorhanden is.
Het is de bedoeling dat aanbieders op basis van de subsidieregeling tot uiterlijk 28 maart 2022 een aanvraag kunnen indienen op grond van de subsidieregeling. Het is de verwachting dat de coronamaatregelen in 2022 zijn komen te vervallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-392364.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.