Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 38813 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2021, 38813 | Beleidsregels |
Nadere regel subsidie exploitatie huisvesting culturele sector Berlijnplein gemeente Utrecht
Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;
Gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;
gelet op artikel 3 lid 2 van de ASV;
gelet op het Coalitieakkoord “Utrecht, Ruimte voor iedereen”;
gelet op het “Ontwikkelkader Berlijnplein”, juni 2019;
gelet op het Ontwikkelplan “Cultuur bouwt aan de toekomst van de stad”, januari 2020;
gelet op het rapport “Mooi maken”, december 2019;
en gelet op de Cultuurvisie 2030 & Cultuurnota 2021-2024 “Kunst kleurt de stad” en het Adviesrapport adviescommissie Cultuurnota 2021-2024 ‘Nieuwe kleuren op een rijk palet’.
Overwegende dat burgemeester en wethouders voor de verdere ruimtelijke en beheer-technische uitwerking en de uiteindelijke exploitatie van 4.000 m2 geclusterde huisvesting voor de culturele sector op het Berlijnplein op zoek zijn naar een ervaren betrouwbare huurder/exploitant.
Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie exploitatie huisvesting culturele sector Berlijnplein Gemeente Utrecht
Deze nadere regel heeft als doel een ervaren en betrouwbare exploitant/huurder te vinden en te subsidiëren voor de verdere ruimtelijke en beheer-technische uitwerking en de uiteindelijke exploitatie van de 4.000 m2 geclusterde huisvesting voor de culturele sector op het Berlijnplein.
In het Ontwikkelplan Cultuur bouwt aan de toekomst van de stad (2020) zijn de contouren van de ontwikkeling van een permanente culturele voorziening aan het Berlijnplein in Leidsche Rijn Centrum uiteengezet. De voorziening van in totaal 9.200 m2 bruto vloeroppervlak (BVO) gaat bestaan uit een complex van gebouwen en buitenruimtes, waarbij de ambities op het gebied van circulariteit, duurzaamheid en flexibiliteit hoog zijn. Dit innovatieve cluster biedt plaats aan een diversiteit van culturele en aanverwante partijen en activiteiten, die zich scharen onder het overkoepelende thema Toekomst van de Stad. Cultureel Stadslab RAUM gaat 2.200 m2 (BVO) in het complex exploiteren en programmeren. Daarnaast komt er zo’n 3.000 m2 (BVO) beschikbaar voor onder meer (kunstvak)onderwijs, sociaal maatschappelijk programma, en innovatieve bedrijvigheid.
Een derde belangrijke pijler van de ontwikkeling is 4.000 m2 (BVO) geclusterde huisvesting voor de culturele sector. In opdracht van de gemeente heeft DePlaatsmaker als kwartiermaker een voorstel gedaan voor de invulling van deze 4.000 m2. Gebaseerd op gesprekken met het culturele veld, het Ontwikkelkader De toekomst van de stad (2019) en diverse sectoranalyses van burgemeester en wethouders kwam zij uit op een verzameling ateliers, muziek- en dansstudio’s en overige werkruimtes voor makers uit de cultuursector die zich verbonden voelen met het thema Toekomst van de Stad, aangevuld met presentatieruimtes voor beeldende kunst, theater en dans. Daarnaast voorziet het voorstel in een horeca-ruimte. Het hieruit voortkomende ruimteprogramma heeft zijn weerslag gekregen in een huisvestingsconcept voor de gehele 9.200 m2.
Voor de verdere ruimtelijke en beheer-technische uitwerking van het voorstel van de kwartiermaker en de uiteindelijke exploitatie van de 4.000 m2 zijn burgemeester en wethouders nu op zoek naar een ervaren en betrouwbare huurder/exploitant. Omdat uit de ramingen van het Berlijnpleinproject blijkt dat deze activiteiten niet door marktpartijen uit eigen inkomsten kostendekkend te realiseren zijn, verstrekken burgemeester en wethouders hiertoe subsidie. Vanwege de grote omvang van de te exploiteren vierkante meters en de hoge ambities van het project op het gebied van levendigheid, duurzaamheid, co-creatie, kruisbestuiving, circulariteit, innovatie, flexibiliteit en uitstraling, stellen burgemeester en wethouders hoge eisen aan de ervaring, positie, doelstellingen en deskundigheid van de huurder/exploitant.
De realisatie en exploitatie van deze nieuwe creatieve broedplaats op het Berlijnplein is van belang omdat het in veel steden, waaronder Utrecht, moeilijk is voor kunstenaars en (startende en experimentele) ontwerpers om betaalbare ruimte te vinden om te produceren, te oefenen en te presenteren. Vooral die betaalbaarheid is van doorslaggevend belang, omdat een groot deel van de sector een relatief slechte vermogens- en inkomenspositie heeft. Huisvesting van het financieel kwetsbare deel van de creatieve sector is een opgave die niet tot nauwelijks vanzelf door de markt wordt opgelost. De Raad voor Cultuur beveelt in haar sectoranalyse Ontwerp voor de Toekomst (2018) dan ook aan om nieuwe gemeentelijke maakplaatsen te stimuleren, te faciliteren en te financieren. En de minister van OCW constateerde in haar Cultuurbrief Cultuur in een open samenleving (2019) dat het ontstaan en voortbestaan van broedplaatsen wordt bedreigd door de oprukkende (her)ontwikkeling van de rafelranden van de steden, terwijl zij deze broedplaatsen wel van belang acht voor innovatie, vernieuwing en de aantrekkelijkheid van steden.
Volgend uit de aandacht voor broedplaatsen in het Coalitieakkoord Utrecht, Ruimte voor iedereen hebben burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht Ontwikkelruimte geformuleerd als één van de vier pijlers van de Cultuurvisie 2030/Cultuurnota 2021-2024 ‘Kunst kleurt de Stad’, met als essentieel element het bieden van fysieke, betaalbare ruimte aan creatieve makers. Uit het recente rapport Mooi maken (2019) blijkt namelijk opnieuw dat er naar deze ruimte veel meer vraag is dan aanbod. Ondanks de financiële gevolgen van de coronamaatregelen voor de cultuursector neemt die mismatch op de langere termijn naar verwachting alleen maar verder toe. “Het is urgent om te investeren in een infrastructuur die meebeweegt met de flexibele behoeften van kunstenaars en die rekening houdt met groeiende publieksaantallen”, aldus de door de gemeenteraad vastgestelde Cultuurvisie 2030. Het komende decennium ligt de focus daarbij op de gebieden waar de grootste ontwikkelingen plaatsvinden: de Merwedekanaalzone, het Beurskwartier en Leidsche Rijn.
De Cultuurvisie stelt zich aanvullend ten doel om specifieke culturele hubs te creëren met clusters van culturele voorzieningen die elkaar versterken, waar geëxperimenteerd kan worden met slim en meervoudig ruimtegebruik. Dat is precies waar burgemeester en wethouders met de nieuwe culturele voorziening op het Berlijnplein naar streven. Tot slot draagt deze ontwikkeling bij aan het versterken van cultuur in de wijken buiten de historische binnenstad, zoals burgemeester en wethouders in het coalitieakkoord beogen.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
In het kader van de nadere regel Subsidie Exploitatie huisvesting culturele sector Berlijnplein subsidiëren burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de volgende activiteiten:
Dit alles gedurende de gehele aanloopperiode van ontvangst van de subsidiebeschikking tot de datum dat het huurcontract tussen aanvrager en gemeente van de 4.000m2 permanente huisvesting van de culturele sector op het Berlijnplein in werking treedt. Deze datum wordt op zijn vroegst verwacht in Q1 2025.
Artikel 6 Indieningstermijn subsidieaanvraag
Alle aanvragen moeten uiterlijk maandag 19 april 2021 worden ingediend bij burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Dit kan uitsluitend digitaal via www.utrecht.nl/subsidie of per email (subsidie@utrecht.nl). Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Subsidieaanvragen die worden ingediend na 19 april 2021 worden geweigerd.
Er is van maandag 15 februari tot en met maandag 12 april 2021 gelegenheid tot het stellen van vragen over deze nadere regel. Die kunt u digitaal toesturen aan subsidie@utrecht.nl. De antwoorden op de vragen worden gepubliceerd op www.utrecht.nl .
Artikel 8 Beoordeling subsidieaanvraag
De mate van aantoonbare kennis en ervaring van de aanvrager met het exploiteren van panden waarin een diversiteit aan culturele organisaties, cultureel ondernemers en kunstenaars zijn gehuisvest, waaronder ook begrepen het werven van (onder)huurders uit de beoogde doelgroep. Hoe meer aantoonbare kennis en ervaring, hoe hoger de score. [maximaal 40 punten];
De visie van de aanvrager op inclusie geformuleerd aan de hand van de (actuele) Code Culturele diversiteit. Hoe overtuigender deze visie, hoe hoger de score. [maximaal 10 punten].
Burgemeester en wethouders besluiten uiterlijk 25 mei 2021 aan welke partij de subsidie voor de uitvoer van de activiteiten zoals benoemd in artikel 4, gegund wordt. Indien voor 25 mei 2021 nog niet is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 10, geschiedt de subsidieverlening onder begrotingsvoorbehoud
Voor de criteria van de kwalitatieve toets worden punten toegekend als genoemd in artikel 8 waarbij de maximale totaalscore 100 punten is. De subsidieaanvraag die met het hoogst aantal punten wordt gewaardeerd en waarbij voor elk afzonderlijk criterium minimaal 50% van het maximaal te halen aantal punten is gescoord, krijgt de subsidie verleend.
Artikel 10 Voorwaarden aan de subsidieverlening
Deze nadere regel en daarmee de subsidieverlening is onder voorbehoud van een positieve beslissing over de investering en het ontwikkelplan (begrotingsvoorbehoud) voor de realisatie van de culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum door de gemeenteraad.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 2 februari 2021
De secretaris, de burgemeester,
Gabrielle G.H.M. Haanen Sharon A.M. Dijksma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-38813.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.