Beleidsregels parkeerfaciliteiten gehandicapten gemeente Diemen 2021

1. Inleiding

Diemen hecht veel belang aan een actieve deelname en zo zelfstandig mogelijk functioneren van burgers in de samenleving.

 

In vergelijking met mensen zonder een fysieke handicap zijn gehandicapten voor hun vervoer sterk aangewezen op gemotoriseerd vervoer, voornamelijk het collectief aanvullend vervoer, een rolstoeltaxi of het gebruik van de auto. Bij het gebruik van de auto is het van belang dat het parkeren geen belemmeringen oplevert. Er zijn daarom specifieke parkeervoorzieningen voor gehandicapten in verband met deze mobiliteitsproblematiek.

 

Afgezien van de gehandicaptenparkeerkaart stelt de landelijke overheid geen wettelijke kaders en worden ook geen richtlijnen gegeven voor de invulling van het gemeentelijk gehandicaptenparkeerbeleid. Ook andere organisaties als de VNG bieden geen richtlijnen. De gemeente dient dus zelf zorg te dragen voor de invulling van het gehandicaptenparkeerbeleid.

 

1.1 Mobiliteitsvoorzieningen in Diemen

Burgers blijven steeds langer zelfstandig wonen. Het doel van het Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) is om het zo lang mogelijk thuis wonen mogelijk te maken. De gemeente is verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Mensen die beperkingen ondervinden bij het zelfstandig wonnen en die niet op te lossen zijn vanuit de eigen kracht, het sociale netwerk of voorliggende voorzieningen kunnen in aanmerking komen voor voorzieningen vanuit de gemeente.

 

Als gebruik van het openbaar vervoer niet mogelijk is, kan een burger aanspraak maken op (onderdelen van) voorzieningen die door de gemeente worden verstrekt om zich lokaal en in en om de woning te verplaatsen. In Diemen zijn de volgende voorzieningen beschikbaar:

  • -

    een collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer;

  • -

    een individuele vervoersvoorziening (ZIN/PGB 1 ) in de vorm van bijvoorbeeld een scootmobiel of andersoortig verplaatsingsmiddel en;

  • -

    tegemoetkoming in de kosten van gebruik van (eigen) vervoersmiddel of (rolstoel) taxi.

Afhankelijk van de persoonlijke situatie kan één van deze voorzieningen een passende compensatie vormen voor de cliënt. Het grootste deel van de uitvoering van de verstrekkingen van deze (individuele) voorzieningen ligt bij het team Wmo.

 

Naast deze voorzieningen kan ook een gehandicaptenparkeerkaart of een individuele gehandicaptenparkeerplaats worden aangevraagd, op basis van de wettelijke regelgeving en het gemeentelijke gehandicaptenparkeerbeleid. In 2010 is dan ook de logische keuze gemaakt om de toewijzing van faciliteiten voor gehandicaptenparkeerkaarten en -plaatsen onder te brengen bij het team Wmo.

2. Parkeerfaciliteiten gehandicapten

Er zijn in Nederland twee parkeerfaciliteiten voor gehandicapten beschikbaar, de gehandicaptenparkeerkaart en de gehandicaptenparkeerplaats. Diemen faciliteert deze voorzieningen al jaren. Het college van B&W van Diemen is verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke bepalingen ten aanzien van het parkeren voor gehandicapten. In deze paragraaf wordt ingegaan op het wettelijk kader betreffende het gehandicaptenparkeren en op het gemeentelijk beleid met betrekking tot het gebruik en de realisatie van de gehandicaptenparkeerplaatsen.

 

2.1 Gehandicaptenparkeerkaart

Aan een cliënt die ten gevolge van een aandoening of gebrek, een aantoonbare loopbeperking (of andere ernstige beperkingen) heeft van langdurige aard kan door het college van B&W van de gemeente waar deze persoon is ingeschreven een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) worden verstrekt. De regels hiervoor zijn opgenomen in het besluit administratieve Bepalingen inzake wegverkeer (BABW artikel 49 tot en met 55), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en de regeling gehandicaptenparkeerkaart. Dit betreft landelijke regelgeving en deze dient door de gemeente gevolgd te worden. Aan een persoon die niet als ingezeten staat ingeschreven, wordt de GPK door de minister van Verkeer en Waterstaat verstrekt.

 

Als de aanvrager voldoet aan de wettelijke regelgeving, dan zal de GPK verstrekt worden. Een gehandicaptenparkeerkaart is in beginsel vijf achtereenvolgende jaren geldig. Indien daartoe redelijke grond bestaat, kan de geldigheidsduur van de kaart worden beperkt, met een minimumgeldigheidsduur van zes maanden. De GPK is vorm gegeven conform een model van de Europese Unie (EU). Hierdoor is de GPK bruikbaar in alle landen van de EU.

 

In de regeling wordt onderscheid gemaakt tussen drie type GPK’s:

  • -

    een bestuurderskaart;

  • -

    een passagierskaart en;

  • -

    een kaart voor instellingen.

Alle drie de genoemde GPK kaarten zijn niet voertuiggebonden.

2.1.1 Bestuurderskaart

Voor een bestuurderskaart komt bestuurder in aanmerking die ten gevolge van een aandoening of gebrek:

  • 1.

    een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen (artikel 1.1a regeling gehandicaptenparkeerkaart). Onder 'van langdurige aard' moet men verstaan: ten minste zes maanden, waar het tijdsbeslag van de afhandelingsprocedure nog moet worden bijgeteld;

  • 2.

    of permanent rolstoelgebonden zijn (artikel 1.1c regeling gehandicaptenkaart);

  • 3.

    of een ernstige beperking hebben, niet zijnde een loopbeperking (artikel 1.1d regeling gehandicaptenparkeerkaart). Deze kan door middel van medisch onderzoek worden bepaald;

  • 4.

    beschikken over een geldig bromfietscertificaat of een geldig rijbewijs afhankelijk voor welk soort voertuig de bestuurderskaart wordt aangevraagd.

Naast de bovengenoemde voorwaarden dient er een medisch onderzoek plaats te vinden waaruit naar voren moet komen dat de aanvrager op medische gronden een gehandicaptenparkeerkaart nodig heeft.

2.1.2 Passagierskaart

Om in aanmerking te komen voor de passagierskaart moet worden voldaan aan de eerste drie voorwaarden die gelden voor de bestuurderskaart. Hierop geldt een expliciete aanvulling:

  • -

    de passagier(s) die een aantoonbare loopbeperking van langdurige aard heeft of een ernstige beperking hebben, niet zijnde een loopbeperking, komt alleen in aanmerking voor de passagierskaart indien hij voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk is van de hulp van de bestuurder (artikel 1.1b regeling gehandicaptenparkeerkaart).

Ook voor het verkrijgen van een passagierskaart dient de noodzaak uit een medisch onderzoek naar voren te komen.

2.1.3 Kaart voor instellingen

Naast de bestuurders- en passagierskaart bestaat ook de mogelijkheid om een GPK voor instellingen af te geven voor het (collectief) vervoer van mensen met een handicap die verblijven in een instelling, die is toegelaten ingevolge artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen. Om in aanmerking te komen voor een instellingskaart dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan:

  • -

    het moet gaan om een instelling als bedoeld in artikel 5 Wet toelating zorginstellingen, oftewel een Wlz2- instelling;

  • -

    het personeel van de instelling moet belast zijn met het vervoer van bewoners die voldoen aan de wettelijke criteria in artikel 1.1 onder b, c of d regeling gehandicaptenkaart;

  • -

    de instelling moet gevestigd zijn in Diemen.

De aanvraag voor een instellingskaart moet worden ingediend door het bestuur van de Wlz-instelling.

2.1.4. Gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart

Indien een GPK is verstrekt, mag met deze kaart:

  • -

    geparkeerd worden op alle algemene gehandicaptenparkeerplaatsen (artikel 26 onder b RVV 1990);

  • -

    onbeperkt geparkeerd worden op plaatsen waar voor anderen een beperkte parkeertijd geldt (artikel 85 jo. artikel 25 lid 2 RVV 1990);

  • -

    geparkeerd worden buiten de parkeervakken in een parkeerschijfzone (artikel 85 jo. artikel 25 lid 2 RVV 1990);

  • -

    maximaal drie uur geparkeerd worden langs een gele onderbroken streep (artikel 85 jo. artikel 24 lid 1 onder e RVV 1990). Er dient dan ook een duidelijk zichtbare parkeerschijf te worden aangebracht;

  • -

    maximaal drie uur geparkeerd worden buiten de parkeervakken binnen een woon- of winkel erf (artikel 85 jo. artikel 46 lid 1 RVV 1990). Er dient dan ook een duidelijk zichtbare parkeerschijf te worden aangebracht;

  • -

    maximaal drie uur geparkeerd worden op een plaats waar dat op grond van een parkeerverbodbord voor anderen verboden is (artikel 85 jo. artikel 62 RVV 1990). Er dient dan ook een duidelijk zichtbare parkeerschijf te worden aangebracht.

2.1.5. Registratie van gehandicaptenparkeerkaarten

Er bestaat een landelijke database waarin o.a. parkeerrechten van gehandicapten staan geregistreerd op kaartnummer en kenteken. Door een actieve registratie van uitgifte van GPK’s en het melden van vermissing, diefstal of beëindiging van de GPK kan het misbruik van de kaart effectief worden bestreden. Daarnaast kan aan de gedupeerde cliënt sneller een nieuwe vervangende GPK worden geleverd.

 

Alle houders van een GPK in Diemen zijn in 2020 aangeschreven met het verzoek hun kenteken(s) van de GPK door te geven, zodat de gemeente ook het kenteken of kentekens van de GPK kan registeren in de database. Met de extra registratie van het kenteken is het mogelijk bij controle met de scanauto direct het parkeerrecht van de GPK te zien.

 

In 2020 hebben nog niet alle houders van een GPK in Diemen hun kenteken opgegeven. In 2021 wordt de uitvraag herhaald naar de houders van een GPK die nog niet hebben gereageerd.

 

2.2 Gehandicaptenparkeerplaats

Het gemeentelijk beleid voor verstrekking van een gehandicaptenparkeerplaats (GPP) is voor wat betreft de medische criteria gebaseerd op het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (BABW) en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. Naast deze medische criteria heeft de gemeente een specifiek kader voor gehandicaptenparkeerplaatsen in gebieden met parkeerregulering, waaronder betaald parkeren.

 

Er bestaan twee soorten gehandicaptenparkeerplaatsen:

  • -

    een gehandicaptenparkeerplaatsen Algemeen (GPPA) en;

  • -

    een gehandicaptenparkeerplaatsen Individueel (GPPI).

2.2.1. Gehandicaptenparkeerplaats-algemeen (GPPA)

De gehandicaptenparkeerplaats-algemeen is bestemd voor voertuigen van personen die in het bezit zijn van een bestuurderskaart, voor voertuigen waarmee personen worden vervoerd die in het bezit zijn van een passagierskaart of voor voertuigen met een gehandicaptenparkeerkaart voor instellingen. Voor overige voertuigen geldt tijdens de werkingstijden van de GPPA een parkeerverbod.

 

Voor de aanleg van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen geldt dat de gemeente hierin volledig autonoom kan handelen. In het Parkeerbeleidsplan van de gemeente Diemen staat aangegeven dat gehandicaptenparkeerplaatsen doorgaans worden gerealiseerd bij essentiële voorzieningen waar gehandicapten regelmatig komen. De realisatie van het aantal algemene GPPA’s is conform de landelijke richtlijn dat één op de 50 gewone parkeerplaatsen een algemene gehandicaptenparkeerplaats moet zijn. Bij nieuw te bouwen functies wordt rekening gehouden met het aanleggen van gehandicaptenparkeerplaatsen volgens de richtlijnen van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek).

 

Indien instellingen of bedrijven verzoeken om de aanleg van één of meer algemene gehandicaptenparkeerplaatsen dient gemotiveerd te worden dat er een noodzaak is om de gehandicaptenparkeerplaatsen te realiseren. De ervaring leert dat er meer verzoeken voor plaatsen binnen komen op het moment dat de parkeerdruk in een bepaalde buurt of wijk toeneemt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat aan commerciële bedrijven geen algemene of individuele gehandicaptenparkeerplaatsen worden toegewezen, indien blijkt dat zij over voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein beschikken en/of kunnen realiseren.

 

Het uitgangspunt ten aanzien van het aanwijzen van de GPPA in de gemeente is dan ook dat instellingen waar een gehandicapte uit medische noodzaak naar toe moet gaan, om tenminste één algemene gehandicaptenparkeerplaats in de nabijheid van de ingang kunnen verzoeken. In gevallen waar een instelling om meerdere algemene gehandicaptenparkeerplaatsen verzoekt, dient inzicht te worden gegeven in het (gehandicapte) cliëntenbestand van de instelling. Van de instelling wordt ter onderbouwing van de aanvraag ook verwacht dat men er alles aan heeft gedaan om zo efficiënt mogelijk met de beschikbare algemene gehandicaptenparkeerplaats(en) om te gaan.

2.2.2 Individuele gehandicaptenparkeerplaats (GPPI)

Een individuele gehandicaptenparkeerplaats is een parkeerplaats op kenteken en wordt in de nabijheid van de woning of het werk gerealiseerd. Deze parkeerplaats is gekoppeld aan het kenteken van het voertuig.

 

Verstrekking van een individuele gehandicaptenparkeerplaatsen aan instellingen is niet toegestaan. Zij kunnen wel een verzoek indienen tot plaatsing van een algemene gehandicaptenparkeerplaats.

 

Voor een gehandicaptenparkeerplaats-op-kenteken (GPPI) kunnen in aanmerking komen:

  • bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

  • passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij - met de gebruikelijke loophulpmiddelen - in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

  • bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;

  • bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, andere dan bedoeld onder a en b, die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, andere dan loopbeperkingen hebben.

Naast de hiervoor genoemde criteria geldt:

 

Voor de gehandicaptenparkeerplaats individueel voor bestuurders dat:

  • -

    De aanvrager in de gemeente woont of werkt waar de aanvraag voor de voorziening wordt ingediend.

  • -

    De aanvrager al over een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder beschikt die nog minimaal 6 maanden geldig is op het moment van de aanvraag of voor deze kaart in aanmerking kan komen.

  • -

    De aanvrager zelf over een auto moet beschikken.

  • -

    De aanvrager zelf in die auto moet rijden en dus een geldig rijbewijs heeft.

  • -

    De aanvrager niet zelf over parkeer- of stallingruimte bij of nabij zijn woonadres beschikt.

Voor de gehandicaptenparkeerplaats voor passagiers geldt dat:

  • -

    De aanvrager in de gemeente woont of werkt waar de aanvraag voor de voorziening wordt ingediend.

  • -

    De aanvrager al over een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers beschikt die nog minimaal 6 maanden geldig is op het moment van de aanvraag of voor deze kaart in aanmerking kan komen.

  • -

    De huisgenoot van de aanvrager over een auto moet beschikken en de bestuurder is van deze auto. De huisgenoot moet beschikken over een geldig rijbewijs en er moet sprake zijn van een gemeenschappelijke huishouding.

  • -

    De aanvrager niet zelf over parkeer- of stallingruimte bij of nabij zijn woonadres beschikt.

Voor bezitters van een GPK passagierskaart (P) geldt dat zij in principe niet voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in aanmerking kunnen komen, tenzij zich één van de uitzonderingssituaties voordoet. De achterliggende gedachte is immers dat gehandicapten die in het bezit zijn van een GPK met passagiersvermelding (P) voor hun vervoer buitenshuis aangewezen zijn op vervoer door anderen. De bestuurder kan in dat geval eerst de auto ophalen en daarna de gehandicapte helpen instappen en/of de rolstoel inladen.

Gehandicapten met een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers (P) komen slechts in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats individueel, indien kan worden aangetoond dat een gehandicapte niet alleen kan worden gelaten of kan wachten, of indien blijkt dat de partner of huisgenoot medisch gezien niet in staat is om de nodige/vereiste ondersteuning te bieden (om dit te kunnen beoordelen is een medische keuring vereist).

Daarbij kan de verkeersituatie in de nabijheid van de woning dusdanig zijn dat het niet verantwoord is om de auto eerst op te halen voordat de gehandicapte kan instappen. De inrichting van de straat laat bijvoorbeeld niet toe om tijdelijk de auto dubbel te parkeren omdat er dan een verkeergevaarlijke situatie ontstaat.

 

Voor de gehandicaptenparkeerplaats op het werkadres geldt dat:

  • -

    De werknemer die de aanvraag indient in dienst is bij het bedrijf waar de parkeerplaats aangelegd moet worden en een contract heeft voor minimaal 6 maanden.

  • -

    Het bedrijf volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK) gevestigd is in de gemeente Diemen op het adres waarvoor de parkeerplaats is aangevraagd (het uittreksel van de KvK mag niet ouder zijn dan 3 maanden, dit geldt alleen voor eenmansbedrijven of bedrijven aan huis).

  • -

    De werknemer voor wie de plaats is aangevraagd kentekenhouder is van het motorvoertuig en in het bezit is van een geldig rijbewijs en Europese gehandicaptenparkeerkaart die nog minimaal 6 maanden geldig is op de datum van de aanvraag.

  • -

    De vestiging van het bedrijf dat de aanvraag doet niet over een geschikte eigen parkeergelegenheid beschikt waar de gehandicapte werknemer kan parkeren.

2.3 Parkeren door gehandicapten in een gebied met parkeerregulering

Het is belangrijk om gehandicapten zo dichtbij mogelijk bij een voorziening een parkeerplaats aan te bieden. De gemeente Diemen kent daarom goed functionerende gehandicapten-parkeerplaatsen. Dit betreffen specifiek ingerichte en gereserveerde parkeerplaatsen nabij de ingang van voorzieningen waar met gebruik van een gehandicaptenparkeerkaart geparkeerd mag worden.

 

2.3.1 Handhaving gehandicaptenparkeerkaarten

Handhaving is essentieel bij iedere vorm van parkeerregulering, bijvoorbeeld om te voorkomen dat automobilisten parkeren op locaties waar dit niet is toegestaan, zoals op gehandicapten-parkeerplaatsen. Het opleggen van boetes is geen doel op zich. Ze zijn vooral bedoeld om een gedragsverandering teweeg te brengen en ervoor te zorgen dat de juiste doelgroep gebruik maakt van de parkeerplaatsen.

 

Per augustus 2020 voert de scanauto de parkeercontrole uit in de parkeerzones. In het geval van een parkeerder op een gehandicaptenparkeerplaats controleert de scanauto of parkeerders (voldoende) parkeerbelasting hebben betaald en of een GPK aanwezig is. Bij niet of niet voldoende betaald te hebben of /en bij geen aanwezig GPK wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Bij de GPK’s zonder kentekenregistratie blijft de controle 2-voudig. De scanauto signaleert bij controle geen parkeerrecht (controle 1), vervolgens controleert de opvolgscooter met Boa ter plaatse of een GPK-kaart aanwezig is (controle 2).

 

2.4 Parkeren in het centrumgebied van Diemen

Het parkeerbeleid met betrekking tot gehandicapten parkeren in de betaalde zones is gericht op het ten alle tijden beschikbaar zijn van parkeerruimte dicht bij de ingangen van essentiële plekken zoals het winkelcentrum, het gemeentehuis, De Omval en gezondheidsvoorzieningen.

Met deze speciale parkeerplekken wordt voor mensen die maximaal 100 meter te voet kunnen afleggen de toegang tot die voorzieningen mogelijk gemaakt.

 

Indien de houder van een gehandicaptenparkeerkaart in het centrumgebied wil parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats moet hier net als door andere parkeerders voor worden betaald3 . Met de betaalplicht is er verder geen onderscheid tussen parkeerders met een gehandicaptenparkeerkaart en overige parkeerders die eveneens afhankelijk zijn van vervoer per auto. Dit sluit aan bij het beleid van de gemeente en de wens van gehandicapten op gelijke behandeling. De betaalplicht heeft eveneens tot effect dat gehandicaptenparkeerplaatsen niet onnodig lang worden gebruikt. Dit ondersteunt het doel om ten alle tijden gehandicaptenparkeerplaatsen dichtbij essentiële voorzieningen beschikbaar te hebben. De hoogte van de parkeertarieven is ook niet dusdanig dat dit een belemmering zou opleveren voor gehandicapten.

 

2.5 Toewijzing van een individuele gehandicaptenparkeerplaats voor een bewoner in het centrumgebied.

Het betaald parkeergebied in het centrum van Diemen (de rode zone op bijlage 1) is voor het faciliteren van een individuele gehandicaptenparkeerplaats verdeeld in 8 locaties.

 

In onderstaande tabel staan de 8 locaties en de betreffende adressen in het centrum gebied.

 

Locaties

Straat

Nummer

1.

Diemerplein

1 – 51 (oneven)

2.

Hasselaarstraat

5 – 39 (oneven)

3.

Wilhelminaplantsoen

72-120 (even)

4.

Ouddiemerlaan Prinses Beatrixlaan

82-100 (even)

1 en 3

5.

Ouddiemerlaan

71-289 (oneven)

6.

Ouddiemerlaan

229-281 (oneven)

7.

Diemerplein

53-97 (oneven)

8.

Ouddiemerlaan

301-343 (oneven)

 

Indien een bewoner van het centrum een verzoek indient voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats is het nodig na te gaan welke locatie voor de parkeerplaats in aanmerking komt. Voor een bewoner op locatie 2, 3 en 4 (bijlage 1) wordt de individuele parkeerplaats gerealiseerd in het vergunningengebied. Hierbij moet rekening worden gehouden dat de parkeerplaats gerealiseerd moet worden binnen een afstand van 100 meter van de woning.

 

Bewoners van locatie 1 mogen parkeren in de betaalde zone aan de westkant van het Centrum, zie hieronder. Voor bewoners van locatie 5 en 6 geldt er de volgorde om allereerst op a een gehandicaptenparkeerplaats te realiseren, is dit niet mogelijk dan b en vervolgens c.

 

Figuur 1. Maatwerk bewoners Diemerplein 1-51 oneven. Zij parkeren in het grijs gearceerde gebied.

 

Voor het toewijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats voor bewoners van locatie 7 en 8 is uitgangspunt dat de winkelcentrumeigenaar een gehandicaptenparkeerplaats voor de bewoner realiseert in de parkeergarage onder het winkelcentrum.

 

Gelet op de aantrekkingskracht van vestiging van ouderen en gehandicapten in het centrumgebied is de verwachting dat de vraag naar individuele gehandicaptenparkeer- plaatsen in de toekomst zal toenemen.

 

Voor het parkeren op een individuele gehandicaptenparkeerplaats in gereguleerd gebied is het voor de bewoner niet nodig een bewonersvergunning aan te schaffen.

3. Beoordeling en verstrekking gehandicaptenparkeerfaciliteiten

In deze paragraaf worden de beleidsregels op basis van eerder genoemde wettelijk kader en het gemeentelijk beleid geformuleerd. Deze regels worden gehanteerd bij de besluitvorming met betrekking tot aanvragen voor gehandicaptenparkeerkaarten en gehandicaptenparkeerplaatsen.

 

De aanvraag voor een GPK of een GPPI moet ingediend worden bij het team Wmo. De administratief medewerker van het team Wmo neemt de aanvraag in behandeling en zorgt voor de afhandeling van de aanvraag. Team Wmo vraagt het kenteken bij de bewoner op en communiceert dit naar emailadres parkeren@diemen.nl. Het in behandeling nemen van een aanvraag voor een GPK kent een ander proces dan het behandelen van een aanvraag voor de GPPI.

 

Voor de afgifte van een GPK is alleen een medisch onderzoek noodzakelijk. Voor de afgifte van een GPPI is een onderzoek naar de verkeerssituatie en een advies van de politie noodzakelijk. In geval een voorgenomen afgifte van een GPPI wordt de gehandicaptenparkeerplaats na betaling door de cliënt gerealiseerd, mede in het belang van de cliënt. Gelijktijdig wordt het besluit tot toewijzing van een individuele gehandicaptenparkeerplaats gepubliceerd in het Diemernieuws, zodat omwonenden nog bezwaar kunnen indienen tegen het voorgenomen besluit.

 

3.1 Medisch onderzoek

Voordat een gehandicaptenparkeerkaart wordt afgegeven dient eerst een medisch onderzoek plaats te vinden om de beperkingen van de aanvrager in kaart te brengen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijk medische adviseur in opdracht van de gemeente. Op basis van het medisch advies wordt in sommige gevallen een kaart toegekend voor een kortere periode dan de standaard 5 jaar, dit wordt beschreven in de paragraaf ‘Afgifte en geldigheid’.

 

Als de aanvrager een GPK voor een kortere periode dan 5 jaar heeft gekregen, worden de kosten van een nieuwe medische keuring bij verlenging van de GPK niet in rekening gebracht bij de client.

 

Er hoeft geen medisch onderzoek plaats te vinden als de gehandicaptenparkeerkaart is aangevraagd door het bestuur van en instelling als bedoeld in artikel 1 eerste lid onder e van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart. Er wordt geen individuele gehandicaptenparkeerplaats verstrekt aan een instelling.

 

Bij de aanvraag van verlenging van de GPK hoeft geen nieuw medisch onderzoek plaats te vinden indien uit eerder medisch onderzoek is gebleken dat de cliënt blijvende beperkingen heeft. Dit is ook in de beschikking aan de cliënt aangegeven.

 

3.2 Onderzoek verkeerssituatie

De verkeerskundige van de gemeente Diemen geeft aan, in overleg met de aanvrager, waar de parkeerplaats zou moeten komen. Vervolgens wordt de politie in het kader van artikel 24 van de BABW om advies gevraagd. De verkeerskundige geeft advies over de positionering van de individuele gehandicaptenparkeerplaats aan het team Wmo. Het advies wordt door het team Wmo overgenomen.

 

3.3 Kosten

Aan het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerfaciliteit zijn kosten (leges) verbonden. De hoogte van de leges worden jaarlijks vastgesteld in de legesverordening van de gemeente Diemen. De legeskosten kunnen jaarlijks worden geïndexeerd. Daarnaast zijn er kosten voor de medisch keuring. De kosten voor de medische keuring die aan de burger worden doorberekend bedragen in 2021 € 85,81. Ook deze kosten kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.

 

De leges voor een GPK bedragen in 2021 € 47,95. De leges worden betaald bij het ophalen van de gehandicaptenparkeerkaart bij het loket van burgerzaken.

 

Na vijf jaar moet een GPK worden verlengd. Indien wederom een medische keuring noodzakelijk is worden hiervoor de kosten doorberekend naar de cliënt. In gevallen waarbij de GPK is afgegeven voor een periode minder dan de standaard 5 jaar, worden de kosten voor een medische keuring niet doorbelast aan de cliënt.

 

De leges voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats, waaronder ook begrepen de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats, bedragen in 2021 € 355,43.

 

De gehandicaptenparkeerkaart moet op zodanige wijze bij de voorruit worden aangebracht, dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is (artikel 4 Regeling gehandicaptenparkeerkaart). De gehandicaptenparkeerplaats-op-kenteken kan aangevraagd worden op het woonadres en op het werkadres.

 

3.4 Afgifte en geldigheid

Er wordt één gehandicaptenparkeerkaart afgegeven. Als een aanvrager recht heeft op een bestuurderskaart en een passagierskaart, dan wordt dit op de gehandicaptenparkeerkaart aangegeven (artikel 1 lid 2 Regeling gehandicaptenparkeerkaart).

 

De geldigheidsduur van een GPK bedraagt in beginsel, op grond van wettelijke regelgeving 5 jaar, gerekend vanaf de dag van afgifte (artikel 51 lid 1 BABW). De geldigheidsduur van de GPK kan worden beperkt als:

  • Van tevoren duidelijk is dat de aanvrager korter dan vijf jaar in aanmerking komt voor een GPK (artikel 51 lid 2 BABW). In deze situatie wordt de geldigheidsduur beperkt tot de te verwachten termijn dat aanspraak op de GPK kan worden gemaakt.

  • De aanvrager tijdelijk in Nederland verblijft (artikel 51 lid 3 BABW). In deze situatie wordt de geldigheidsduur beperkt tot het verblijf in Nederland.

De GPK verliest zijn geldigheid door (artikel 53 BABW):

  • het verstrijken van de geldigheidsduur; (indien dit aan de orde is krijgt de cliënt een brief waarin hij/ zij geattendeerd op het verlopen van de GPK).

  • afgifte van een nieuwe gehandicaptenparkeerkaart of een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart;

  • het onbevoegd daarin aanbrengen van wijzigingen;

  • het overlijden van de houder.

De GPK kan ongeldig verklaard worden als:

  • de GPK is afgegeven op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de GPK niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van de gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn;

  • de houder van de GPK gebruik laat maken in de situatie dat het parkeren niet rechtstreeks verband houdt met het vervoer van zichzelf, dan wel van het vervoer van bewoners van de Wlz-instelling waaraan de gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt (artikel 53 lid 3 jo. artikel 50 BABW).

Een gehandicaptenparkeerkaart verliest zijn geldigheid niet indien de belanghebbende naar een andere gemeente verhuist. Indien een GPK zijn geldigheid heeft verloren, levert de belanghebbende aan wie de kaart is verstrekt of, indien deze is overleden, degene die de GPK onder zich heeft, de GPK zo spoedig mogelijk in bij het gezag dat de GPK heeft verstrekt (artikel 54 BABW), in dit geval de gemeente. Het niet inleveren van de GPK, die zijn geldigheid heeft verloren, kan op grond van artikel 59 BABW aangemerkt worden als een strafbaar feit.

 

Bij verlies of diefstal van de gehandicaptenparkeerkaart is de inwoner verplicht om de vermissing door te geven aan de gemeente. Het doen van aangifte van vermissing (verlies of diefstal) bij de politie is niet verplicht. Voor het verstrekken van een duplicaat met eenzelfde geldigheidsduur als de ‘oude’ kaart is geen nieuwe keuring vereist. Indien de aanvrager verzoekt om aan de GPK een nieuwe geldigheidsduur toe te kennen, dient hij wel een geneeskundig onderzoek te ondergaan.

 

Na het verstrijken van de geldigheidsduur kan belanghebbende opnieuw voor een GPK in aanmerking komen. Hiertoe dient hij zelf tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen. In beginsel zal dan ook een nieuw medisch onderzoek plaatsvinden.

 

De regels over geldigheid, beperking, verlies van geldigheid en ongeldig verklaring worden van overeenkomstige toepassing geacht op de gehandicaptenparkeerplaats-op-kenteken.

4. Slotbepalingen

4.1 Inwerktreding

De ‘Beleidsregels parkeerfaciliteiten gehandicapten gemeente Diemen 2021’ treden in werking op 1 november 2021.

 

4.2 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels parkeerfaciliteiten gehandicapten gemeente Diemen 2021.

 

4.3 Intrekking oude regeling

De ‘Beleidsregels parkeerfaciliteiten gehandicapten gemeente Diemen 2012’ worden ingetrokken.

Bijlage 1  

Parkeersituatie Centrum Diemen, indeling zones voor toekenning individuele gehandicaptenparkeerplaatsen.

 

 

Naast de zone betaald parkeren en de zone vergunningengebied is er aansluitend een blauwe zone gerealiseerd. Deze zone staat niet op de kaart aangegeven. In deze zone kan met een ontheffing tussen 9.00 – 21.00 uur worden geparkeerd.

 

Naar boven