Gemeenteblad van Ridderkerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2021, 375361 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2021, 375361 | beleidsregel |
Handelingskader Tijdelijke wet maatregelen COVID-19, Ridderkerk (versie 21 september 2021)
In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.
Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (hierna: TRM). De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.
Met de per 25 september 2021 gewijzigde Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is de 1,5 meter maatregel komen te vervallen. Met deze regeling vervallen ook de algemene bezoekersnormen voor locaties en evenementen. Nu de veilige afstand op nul meter wordt vastgesteld, bestaat voor die normen geen aanleiding meer. Datzelfde geldt voor de verplichting om het publiek of de deelnemers te placeren en stromen van publiek te scheiden. Die verplichtingen zijn ook rechtstreeks met het aanhouden van de veilige afstand van anderhalve meter verbonden. Deze normen en voorwaarden komen dus eveneens te vervallen. Wel geldt dat op de plekken waar het door het loslaten van de 1,5 meter afstand drukker wordt, gewerkt dient te worden met het coronatoegangsbewijs. Vanaf 25 september is er in alle horeca (behalve afhaalrestaurants en bij eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht), bij evenementen (zoals festivals, optredens, feesten en publiek bij professionele sportwedstrijden) en bij vertoning van kunst en cultuur (zoals in bioscopen en theaters) alleen toegang mogelijk met het coronatoegangsbewijs voor iedereen vanaf 13 jaar. Vanaf 14 jaar moet het gebruik van het coronatoegangsbewijs samen met het identiteitsbewijs worden gecontroleerd.
Aan de inzet van coronatoegangsbewijzen zijn voor de beheerder verder nog een aantal specifieke voorwaarden verbonden. In algemene zin geldt voor locaties dat er hygiënemaatregelen moeten worden getroffen. Bij de inzet van coronatoegangsbewijzen zijn verder ook registratie en een gezondheidscheck verplicht en moet er sprake zijn van gecontroleerde in- en uitstroom, een en ander voor dat deel van de locatie waarvoor coronatoegangsbewijzen verplicht zijn.
Alle evenementen kunnen weer plaatsvinden met een coronatoegangsbewijs. Voor evenementen buiten en evenementen binnen met een vaste zitplaats geldt geen maximaal aantal bezoekers en geen verplichte sluitingstijd. Evenementen binnen zonder vaste zitplaats kunnen maximaal 75% van de reguliere bezoekerscapaciteit toestaan en er geldt hier een verplichte sluitingstijd tussen 00.00 en 06.00 uur. Voor meerdaagse evenementen met overnachting geldt dat het coronatoegangsbewijs elke 24 uur moet worden gecontroleerd. In alle horeca blijft de verplichte sluitingstijd tussen 00.00 en 06.00 uur gelden.
In gebouwen op een luchthaven vanaf de securitycheck, in vliegtuigen, treinen, bussen, trams, metro, taxi’s en ander bedrijfsmatig persoonsvervoer blijft het gebruik van een mondkapje verplicht. De verplichting vervalt op perrons en stations.
In het mbo en hoger onderwijs vervalt vanaf 25 september de maximale groepsgrootte van 75 personen in het mbo en hoger onderwijs. In het voortgezet onderwijs, het mbo en hoger onderwijs vervalt de mondkapjesplicht buiten de les- of collegezalen. Verder geldt dat bij een enkele besmetting in een groep of klas in de kinderopvang en het primair onderwijs, het niet meer verplicht is dat de hele groep of klas in quarantaine gaat en getest wordt.
Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend en handhavend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt met name bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd.
We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Er is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.
Hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling vormen de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen en voor de handhaving door de sector of brancheorganisaties zelf, indien zij daarin voorzien. Dergelijke protocollen vormen daarmee een nuttige invulling van de zorgplichten.
De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regeling is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaatsen. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.
De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats1, publieke plaats2, openbare plaats3) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.
Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende wet- en regelgeving. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.
De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.
Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.
Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).
2.1 Openstelling publieke plaatsen
Een publieke plaats wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat hygienemaatregelen worden getroffen en dat degene die geplaceerd is, uitsluitend van de aangewezen plaats gebruik maakt.
Gezondheidscheck en in- en uitstroom publiek
Voor plaatsen waar op grond van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 gebruik gemaakt dient te worden van het coronatoegangsbewijs geldt naast de hierboven genoemde voorwaarden dat de beheerder er zorg voor draagt dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd en dat een gecontroleerde in- en uitstroom van publiek plaatsvindt.
Voor de publieke plaatsen waar een plicht tot het uitvoeren van een gezondheidscheck geldt, geldt bovendien dat de beheerder er zorg voor dient te dragen dat:
Eet- en drinkgelegenheden en coronatoegangsbewijzen
Een eet- en drinkgelegenheid wordt slechts opengesteld voor publiek, indien de beheerder er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:
het vereiste van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs duidelijk zichtbaar en leesbaar voor het publiek en een toezichthouder is aangegeven bij de toegang tot de eet- en drinkgelegenheid. Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.
Het hierboven gestelde geldt niet voor een eet- en drinkgelegenheid:
Bovendien geldt het hierboven gestelde niet voor de bij een eet- en drinkgelegenheid behorende terrassen in de buitenlucht die aan de bovenzijde of aan drie zijden open zijn.
Een eet en drinkgelegenheid wordt verder tussen 00.00 uur en 06.00 uur niet opengesteld voor publiek.
Ventilatienormen horecalokaliteit
Een publieke plaats die een horecalokaliteit is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet wordt slechts voor publiek opengesteld indien die is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van 3,8•10-3 m3/s per m2 vloeroppervlakte.
Indien sprake is van een horecalokaliteit die gevestigd is in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet geldt het hierboven genoemde niet, mits de luchtverversing op een andere wijze dan voorzien in het eerste lid wordt gerealiseerd en dit leidt tot een luchtkwaliteit in de horecalokaliteit die vergelijkbaar is met de luchtkwaliteit die zou worden gerealiseerd door middel van de hierboven bedoelde mechanische ventilatie-inrichting.
Het hierboven genoemde is bovendien niet van toepassing op een horecalokaliteit ten behoeve waarvan voor 14 augustus 2021 een vergunning voor de uitoefening van het horecabedrijf op grond van artikel 3 van de Alcoholwet is aangevraagd, die niet voor 1 juli 2021 is verleend, tenzij:
Locaties voor kunst en cultuur en coronatoegangsbewijzen
Een locatie voor de vertoning van kunst en cultuur wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:
Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.
De verplichting om te werken met een coronatoegangsbewijs geldt niet voor doorstroomlocaties4, de vertoning van kunst en cultuur in het kader van onderwijsactiviteiten in het primair en voortgezet onderwijs en de vertoning van kunst en cultuur behorende bij de reguliere exploitatie van bibliotheken.
Handhavingslijn voorwaarden openstelling publieke plaats:
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
Een evenement wordt slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat:
Het hierboven genoemde, onder a tot en met e , geldt niet voor:
Evenementen en coronatoegangsbewijzen
Een evenement wordt slechts georganiseerd, indien de organisator er zorg voor draagt dat, met inachtneming van artikel 6.30 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19:
Personen t/m twaalf jaar mogen zonder geldig coronatoegangsbewijs worden toegelaten. Personen t/m 13 jaar mogen zonder geldig identiteitsbewijs worden toegelaten.
Bovenstaande is niet van toepassing op uitvaarten, warenmarkten, evenementen waarbij sprake is van doorstroom van de deelnemers, sportwedstrijden van amateurs en evenementen behorende bij de reguliere exploitatie van een bibliotheek of een buurt- of wijkcentrum.
Een geheel of gedeeltelijk ongeplaceerd evenement binnen waarbij geen sprake is van doorstroom van de deelnemers wordt slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat alleen deelnemers worden toegelaten tot maximaal drie vierde van de reguliere capaciteit van de locatie, de deelnemers worden gespreid en het evenement niet wordt georganiseerd tussen 00.00 uur en 06.00 uur.
Onverminderd artikel 6.30, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt een evenement dat meer dan vierentwintig uur duurt en waar personen overnachten, slechts georganiseerd indien de organisator er zorg voor draagt dat de locatie waarop het evenement plaatsvindt ten minste elke vierentwintig uur wordt ontruimd waarna de deelname aan het evenement opnieuw een aanvang kan nemen.
Handhavingslijn overtreden voorwaarden organiseren evenement:
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;
Personen van dertien jaar en ouder dienen een mondkapje te dragen in:
personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;5
Enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.6
De aanbieder van voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer heeft op grond van artikel 58k Wpg de plicht om zodanige voorzieningen te treffen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.
De beoefenaar van een contactberoep draagt er zorg voor dat bij het publiek bij aankomst een gezondheidscheck is uitgevoerd. Daarnaast dient de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten in de gelegenheid te stellen de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:
De beoefenaar van een contactberoep dient toestemming te vragen voor de verwerking en overdracht van deze gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD. Daarbij dient te worden vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.
De gegevens worden op zodanige wijze verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door andere klanten. De gegevens dienen uitsluitend te worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, dienen veertien dagen te worden bewaard en dienen daarna te worden vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.
De gezondheidscheck en registratieplicht geldt niet voor zorgverleners, sekswerkers en mantelzorgers, met dien verstande dat sekswerkers er zorg voor dragen dat bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck wordt uitgevoerd.
Bij publieke plaatsen die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, kan de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet over gaan tot sluiting van deze plaatsen.
Demonstraties worden gereguleerd door de Wom en zijn niet gereguleerd in de Wpg.
Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:
In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:
Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de Wom. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 Wom).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-375361.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.