Artikel 1. Beslist
ermijn
schuldhulpverlening
De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van vier weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.
Artikel 2. Evaluatie
Burgemeester en wethouders zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk.
Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en wordt aangehaald onder de naam Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Nuenen ca. 2021.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 februari 2021
De voorzitter, M.J. Houben MBA
De griffier, M.C.P. Laurenssen Msc
Toelichting
Algemeen
De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: wet), zoals deze met ingang van 1 januari 2021 zal gelden. Artikel 4a van de wet is ingevoerd bij Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 239).
Artikelsgewijs
Artikel 1. Beslistermijn
schuldhulpverlening
De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.
Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.
Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Een kortere beslistermijn vaststellen is wel toegestaan.
De beslistermijn is bepaald op vier weken, rekening houdend met de bestaande uitvoeringspraktijk. De beslistermijn ligt in de praktijk onder normale externe omstandigheden op drie weken. Rekening houdend met eventueel veranderende externe omstandigheden, zoals algemene economische achteruitgang of crisissen in bepaalde sectoren is een marge aangehouden van één week, bovenop de huidige uitvoeringspraktijk. Dit brengt de uiterlijke beslistermijn op vier weken.
Artikel 2. Evaluatie
Het is wenselijk om de beslistermijn te evalueren. De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening bepaalt een nieuw vast te stellen termijn binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de verordening.
Artikel Inwerkingtreding en citeertitel
De datum van inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van artikel 4a van de wet.