Verordening van de raad van de gemeente Smallingerland tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013

De raad van de gemeente Smallingerland;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

31 augustus 2021, inzake de wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgende: VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING SMALLINGERLAND 2013

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening Smallingerland 2013 wordt als volgt gewijzigd.

 

A

 

Artikel 2:32 komt te luiden:

 

Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen

  • 1.

    De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.

  • 2.

    Het is de exploitant verboden vanuit een openbare inrichting, die gelegen is in een door de burgemeester tijdelijk aangewezen gebied, distikstofoxide (lachgas) te verkopen.

B

 

Na artikel 2:48 wordt artikel 2:48A ingevoegd dat komt te luiden:

 

Artikel 2:48A Verboden lachgasgebruik

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 oktober 2021.

griffier,

G.J. Fokkema

voorzitter,

J. Rijpstra

Naar boven