Regeling ligplaatsen Passantenhaven Geertruidenberg 2010

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

 

Gelet op artikel 5:25 ‘Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen’ en artikel 5:26 ‘Aanwijzingen ligplaats’ van de Algemene Plaatselijke Verordening Geertruidenberg 2010 (APV);

 

Overwegende dat het wenselijk is dat, in verband met het bestemmingsplan "De Bergse Poort" van de gemeente Geertruidenberg en de binnen dat bestemmingsplan gerealiseerde passantenhaven, het gewenst c.q. noodzakelijk is regels te stellen met betrekking tot het gebruik van de passantenhaven, dit gezien de grootte, ligging en de bestemming van deze haven;

 

Besluit:

 

A. te bepalen dat uitsluitend met pleziervaartuigen, ligplaats mag worden ingenomen in de passantenhaven van de gemeente Geertruidenberg, welke haven is gelegen binnen het bestemmingsplan "De Bergse Poort";

B. vast te stellen de navolgende:"Regeling gebruik passantenhaven Geertruidenberg 2010".

 

 

 

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen en definities

Artikel 1 Werkingssfeer

Deze regeling is van toepassing op de passantenhaven gelegen binnen het bestemmingsplan "De Bergse Poort" van de gemeente Geertruidenberg.

 

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    haven: de passantenhaven gelegen in bestemmingsplan "De Bergse Poort" van de gemeente Geertruidenberg;

  • 2.

    pleziervaartuig: een vaartuig waarmee uitsluitend voor genoegen en ontspanning wordt gevaren, niet zijnde een bedrijfsvaartuig;

  • 3.

    havenmeester: de door burgemeester en wethouders aangestelde persoon (personen) belast met het toezicht op de haven en het innemen van ligplaats daarin;

  • 4.

    passant: de gezagvoerder of schipper als bedoeld in artikel 1.02 van het Binnenvaartpolitiereglement, dan wel degene die op het vaartuig feitelijk de leiding in handen heeft.

     

Hoofdstuk II. Van de orde en veiligheid in het algemeen.

Artikel 3 Vrijhouden vaarwater.

De passant is verplicht er voor te zorgen, dat de landvasten van zijn pleziervaartuig zodanig zijn aangebracht, dat aan andere passanten bij de doorvaart geen hinder wordt veroorzaakt.

 

Artikel 4 Vrijhouden en bescherming steigers.

Het is verboden:

  • 1.

    op de steigers voorwerpen en/of goederen op te slaan, te plaatsen of te hebben;

  • 2.

    over de steigers landvasten aan te brengen of te hebben.

 

Hoofdstuk III. Van de ligplaatsen enz.

Artikel 5 Innemen van een ligplaats.

  • 1.

    In de haven mag uitsluitend met pleziervaartuigen ligplaats worden ingenomen en wel gedurende het gehele jaar tussen 08:00 uur en 22:00 uur.

  • 2.

    In de periode vanaf 1 april tot en met 30 september mag ook met een pleziervaartuig ligplaats in de haven worden

  • 3.

    ingenomen tussen 22:00 uur en 08:00 uur, mits:

    - niet langer dan een aaneengesloten tijdsduur van 24 uren ligplaats wordt ingenomen;

    - niet meer dan 9 pleziervaartuigen worden of zijn afgemeerd;

    - het pleziervaartuig is voorzien van een septic tank.

  • 4.

    Maximaal twee pleziervaartuigen mogen naast elkaar parallel aan de steigers worden c.q. zijn afgemeerd.

  • 5.

    Het is verboden in de haven ligplaats in te nemen:

    - met pleziervaartuigen langer dan 12.00 meter en/of breder dan 3.50 meter;

    - als er in de haven onvoldoende ruimte is voor het doen afmeren van nog meer pleziervaartuigen ongeacht het aantal van 9 vaartuigen.

  • 6.

    De door de havenmeester gegeven aanwijzingen, in het belang van de orde, veiligheid en een adequate ruimteverdeling in en om de haven, dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.

  • 7.

    Aanwijzingen als vermeld onder lid 5 ontheffen de passant niet van zijn verplichting zich er van te overtuigen, dat de in te nemen c.q. ingenomen plaats voor zijn passagiers, zichzelf en zijn vaartuig veilig is.

 

Artikel 6 Meervoorschriften.

  • 1.

    De passant is verplicht er voor te zorgen, dat zijn pleziervaartuig, zolang het een ligplaats inneemt, behoorlijk is vastgemaakt.

  • 2.

    Het vastmaken mag niet anders geschieden dan aan de daartoe bestemde middelen of aan de pleziervaartuigen, welke aan zodanige middelen zijn vastgemaakt.

 

Hoofdstuk IV Slotbepaling.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1.

    De ‘’Regeling gebruik passantenhaven Geertruidenberg’’ vastgesteld op 20 februari 2001 en de eerste wijziging daarop, vastgesteld op 10 februari 2004 worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

 

 

 

Raamsdonksveer, 22 maart 2011.

et college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg,

de secretaris, de burgemeester

A.J.L.G. van Oudheusden M.J.A. Meijer

Naar boven