Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 in verband met het invoeren van een meldingsplicht voor sensoren (Verordening meldingsplicht sensoren)

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2021;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I  

De Algemene Plaatselijke Verordening 2008 als volgt te wijzigen:

 

A

Na artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt een artikel ingevoegd dat luidt:

 

Artikel 2.25a meldingsplicht sensoren

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder sensor: een kunstmatig zintuig dat wordt ingezet of kan worden ingezet om waarnemingen te doen en deze digitaal te verwerken of te laten verwerken.

  • 2.

    Het is verboden om op of aan de weg, voertuig of vaartuig of in een voor publiek toegankelijk gebouw een sensor te plaatsen zonder dat hier ten minste vijf dagen van tevoren melding van wordt gemaakt en aangegeven wordt welke gegevens worden ingewonnen middels een door het college vastgesteld formulier. Van verwijdering van de sensor of wijziging van de ingewonnen gegevens wordt eveneens melding gemaakt.

  • 3.

    Het verbod ziet niet op sensoren die door particulieren worden gebruikt of die door het bevoegd gezag worden ingezet voor de handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten.

  • 4.

    Het college houdt van de meldingen een register bij.

B

In artikel 6.1 wordt na ‘2.25, tweede lid’ ingevoegd ‘artikel 2.25a, tweede lid’.

Artikel II  

De toelichting op de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

Na de toelichting op artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt de toelichting op artikel 2.25a ingevoegd. Die luidt:

 

Artikel 2.25a meldingsplicht sensoren

Doel van dit artikel is dat alle partijen die met een professioneel doel data in de openbare ruimte inwinnen door middel van vaste of mobiele sensoren daarover transparant zijn. Op grond van deze bepaling dienen zij melding te maken van alle sensoren die in de openbare ruimte worden geplaatst en moeten zij aangegeven welke data daarmee worden ingewonnen of ingewonnen kunnen worden. Het college neemt deze gegevens dan in een register op zodat gebruikers van de openbare ruimte kunnen nagaan welke data worden ingewonnen en daarover eventueel contact op kunnen nemen met de partij die deze data inwint of hierover eventueel een klacht kunnen indienen bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

Artikel III  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 2021. Het verbod uit artikel 2.25a, tweede lid, treedt voor sensoren die op de dag van inwerkingtreding van deze verordening in de openbare ruimte zijn geplaatst en die data inwinnen of kunnen inwinnen in werking op de dag dat zes maanden zijn verstreken na de dag van inwerkingtreding.

Artikel IV  

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening meldingsplicht sensoren’.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 oktober 2021

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Naar boven