Gemeenteblad van Arnhem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2021, 364344 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Arnhem | Gemeenteblad 2021, 364344 | ander besluit van algemene strekking |
Subsidieregeling Transitie Cultuur Arnhem 2.0
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;
- de gemeente Arnhem uitvoering geeft aan het Arnhems steunpakket kunst en cultuur 2021, waarbij zij middelen op een rechtmatige en transparante wijze wil verstrekken via een subsidieregeling, door onderstaande nadere regels vast te stellen;
Artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, eerste en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Arnhem 2016;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling heeft als doel bij te dragen aan de transitie van de culturele en creatieve sector naar een flexibele, wendbare en weerbare sector. Opdrachtgeverschap richting makers, duurzame innovatie en structurele bedrijfsmatige samenwerking staan centraal. De directe aanleiding zijn de gevolgen van de coronacrisis voor de culturele en creatieve sector. Bestaande werkwijzen en verdienmodellen staan hierdoor onder druk en vragen om duurzame innovatie en bedrijfsmatige samenwerking. Ook de verbinding met andere domeinen dan de kunst- en cultuursector zijn hiervoor van belang.
Deelregelingen Innovatie productie en presentatie Klein/Groot : activiteiten die gericht zijn op of bijdragen aan de duurzame innovatie van de productie of presentatie van cultuur, waarbij andere vormen van publieksbenadering, nieuwe verdienmodellen en afzetmarkten in de praktijk worden onderzocht of daarmee wordt geëxperimenteerd, ook buiten de culturele sector zelf.
Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Klein €100.000
Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Groot €290.000
Deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering €120.000
Uitsluitend aanvragen die binnen de in het eerste lid genoemde termijnen worden ingediend en compleet zijn worden door het college in behandeling genomen. Indien een aanvraag niet compleet is, dan zal aanvrager in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag te completeren, binnen zeven werkdagen na de indieningstermijn.
Artikel 7 De aanvraag - deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Klein
Artikel 8 De aanvraag - deelregelingen Innovatie Productie en Presentatie - Groot en Samenwerkingsverbanden en professionalisering
Voor de beoordeling van de aanvraag zijn, naast het bepaalde in artikel 4:2 van de Awb en artikel 10 van de ASV, de volgende stukken noodzakelijk:
voor het tweede deel van de aanvraagronde: een projectplan met een beschrijving van wie men is, wat men wil doen, waarom dit past binnen het doel van de subsidieregeling (duurzame innovatie), welke resultaten gerealiseerd gaan worden, welk collectief belang gediend wordt en hoe resultaten gedeeld gaan worden. Daarnaast geeft het projectplan antwoord op de aanvullende vragen: met wie men samenwerkt en welke afspraken daarover gemaakt zijn. Tevens wordt verwacht dat men in het projectplan rekening houdt met de korte schriftelijke reactie van de adviescommissie zoals bedoeld in het vierde lid;
Indien de aanvrager door het eerste deel van de aanvraagronde (videopitches) komt, ontvangt de aanvrager een korte schriftelijke reactie van de adviescommissie (zoals bedoeld in artikel 9 van deze regeling) met daarin een eerste reflectie en enkele aandachtspunten voor het tweede deel van de aanvraagronde.
Een ambtelijke commissie bij deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering en een externe commissie bij deelregelingen Innovatie Productie en presentatie - Groot/Klein adviseren het college over de beoordeling en verdeling zoals bedoeld is artikel 12 van deze regeling conform het bepaalde in deze regeling.
De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien:
Op basis van een verleende subsidie kan door het college een voorschot van 100% op de subsidie worden verstrekt.
Hoofdstuk 2 Specifieke bepalingen
In aanvulling op hoofdstuk 1 gelden de volgende specifieke bepalingen ten behoeve van aanvragen voor subsidie op grond van de categorieën.
Artikel 13 Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Klein
Artikel 14 Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Groot
De wijze van beoordelen en verdelen:
De eerste selectie van aanvragen (in de vorm van videopitches) geschiedt op basis van de beoordelingscriteria Mate van duurzame innovatie, Mate van collectief belang en Kwaliteit van het totale plan. Commissieleden stemmen of de aanvragen voldoende aansluiten bij de beoordelingscriteria. Aanvragen waarbij minimaal de helft van de aanwezige commissieleden voor stemmen, gaan door naar het tweede deel van de aanvraagronde.
Artikel 15 Deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering
De wijze van beoordelen en verdelen:
De eerste selectie van aanvragen middels de video-pitches geschiedt op basis van de beoordelingscriteria Mate van efficiënte en effectieve bedrijfsmatige samenwerking, Mate van collectief belang, Meerwaarde van het samenwerkingsverband en Kwaliteit van het totale plan. Commissieleden stemmen of de aanvragen voldoende aansluiten bij de beoordelingscriteria. Aanvragen (pitches) waarbij minimaal de helft van de aanwezige commissieleden voor stemmen, gaan door naar het tweede deel van de aanvraagronde.
Artikel 16 Afwijkingsmogelijkheid
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.
Artikel 17 Evaluatie en monitoring
Deze regeling en het functioneren ervan zullen in 2022 worden geëvalueerd.
De 'Subsidieregeling Transitie Cultuur Arnhem 2.0', van het college van burgemeester en wethouders, treft een kader voor de volgende soorten activiteiten:
Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Klein
Deelregeling Innovatie Productie en Presentatie - Groot
Deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering.
Het college heeft per deelregeling een subsidieplafond vastgesteld. De deelregelingen zijn voor de verdeling van het beschikbare budget (subsidieplafond) gebaseerd op een zogenaamd tendersysteem. Hierbij wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking. Aanvragen met de hoogste scores komen in aanmerking, totdat het subsidieplafond bereikt is. Het is van belang dat er van tevoren duidelijk is aan welke criteria wordt getoetst. In de regeling zijn deze criteria daarom expliciet vermeld, met de maximale puntenscore daarbij. In hoofdstuk 2 zijn de criteria met maximale puntenscore, beschreven.
Per aanvraagronde is er een ondergrens qua score (minimaal de helft van de maximale score) waaraan een organisatie minimaal moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie. Wordt de ondergrens behaald, dan is toekenning van een subsidie nog afhankelijk van de plaats in de rangorde én het beschikbare gemeentelijke subsidiebudget.
Subsidieaanvragen binnen deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering worden beoordeeld door één ambtelijke commissie. Aanvragen voor deelregelingen Innovatie Productie en Presentatie - Klein/Groot worden beoordeeld door de commissie Transitie Cultuur Arnhem.
De ambtelijke commissie voor deelregeling Samenwerkingsverbanden en professionalisering bestaat uit minimaal drie medewerkers eventueel aangevuld met experts vanuit het werkveld.
a. per aanvraag. Iedere aanvraag wordt afzonderlijk beoordeeld aan de hand van de genoemde criteria en het bijbehorende puntensysteem. De commissie kan zodoende in de beoordeling specifieke aspecten van de aanvraag meewegen, bijvoorbeeld of het een beginnende aanvrager is. De commissie kan een aanvrager uitnodigen om onduidelijkheden mondeling toe te lichten aan de commissie.
b. over het geheel aan aanvragen. Dit is een beleidsmatig advies vanuit het totale aanbod in de subsidieperiode, specifiek de variatie, pluriformiteit en spreiding van het aanbod.
Het advies van de commissies aan het college betreft alle in de regeling genoemde criteria en is, voor zover van toepassing, gebaseerd op een puntentelling. Het advies geeft voor zover van toepassing een rangorde van de aanvragen aan. De commissies geven ook een advies inzake de hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag, waarbij rekening wordt gehouden met het subsidieplafond. Aanvragen die naar het oordeel van het college voor subsidiëring in aanmerking komen, worden in rangorde toegekend tot en voor zover het subsidieplafond is bereikt.
Onder innovatie wordt verstaan voor de aanvrager zijnde nieuwe, experimentele wijze van produceren of programmeren, of het organiseren daarvan (procesmatig, bedrijfsvoering, etc.), of een combinatie daarvan. Onder duurzaam verstaan we iets dat lang meegaat of permanent kan worden toegepast en dat overdraagbaar is. Het is aan de aanvrager om goed te onderbouwen wat er innovatief is aan zijn aanvraag en dat er echt sprake is van een beoogd duurzaam resultaat. Activiteiten die leiden tot aanvullend of vervangend aanbod op bestaand aanbod zonder dat de subsidiebehoefte van de organisatie structureel stijgt, sluiten goed aan bij deze regeling. Activiteiten die leiden tot een structurele verhoging van de subsidiebehoefte van de organisatie / aanvrager worden binnen deze regeling niet als duurzaam beschouwd.
• Mate van efficiënte en effectieve bedrijfsmatige samenwerking
De bedrijfsmatige samenwerking moet voordelen opleveren voor de betrokken organisaties (zoals vrijspelen van middelen, professionalisering van de organisatie) en het brede culturele werkveld moet profiteren van de samenwerking. Er wordt gekeken in hoeverre het project bijdraagt aan een efficiënte en effectieve bedrijfsmatige samenwerking en of resultaten overdraagbaar zijn naar derden. Belangrijk daarbij is dat de aanvrager helder haar beoogde resultaten op zowel de korte-, middellange- als lange termijn laat zien en onderbouwt. Kortstondige, niet-structurele bedrijfsmatige samenwerking valt buiten deze regeling.
Onder collectief belang wordt verstaan dat de activiteit ten goede komt aan meerdere creatieve makers / culturele instellingen en niet aan één enkele instelling of maker. De subsidieregeling is erop gericht om de culturele sector als geheel te versterken. Plannen die daar aantoonbaar aan bijdragen kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Plannen die meer gericht zijn op de eigen organisatie of een beperkte groep, worden binnen deze regeling niet als bijdragend aan een collectief belang beschouwd. Daarbij wordt bekeken hoe resultaten gedeeld worden, ook buiten de partners van het samenwerkingsverband, en wat dat concreet oplevert voor derden.
• Meerwaarde van het samenwerkingsverband
Onder samenwerkingsverband wordt verstaan afspraken over de manier waarop twee of meerdere partijen samenwerken. Dit kunnen culturele partijen zijn, maar ook partners uit het bedrijfsleven, onderwijs of sociale domein. Een samenwerkingsverband bevat afspraken over de manier waarop twee of meerdere partijen samenwerken: rolverdeling en hoe ieder bijdraagt (zowel financieel als inhoudelijk) aan het project. Een gewenst samenwerkingsverband bestaat uit partijen die op basis van heldere afspraken elkaar echt aanvullen, nodig hebben en versterken om de projectresultaten te realiseren. Ook dient er sprake te zijn van een gelijkwaardige samenwerking. Dat betekent niet dat elke organisaties evenveel (financieel en/of inhoudelijk) moet bijdragen, maar wel dat er zeggenschap binnen het project is. Door helderheid te geven over de rolverdeling tussen alle samenwerkingspartijen en hoe zij bijdragen (zowel financieel als inhoudelijk) aan het project, het behalen en verspreiden van de projectresultaten kan de meerwaarde van de samenwerking worden beoordeeld.
Samenwerking buiten de eigen sector of eigen gemeente, met een aantoonbare meerwaarde, wordt zeer gewaardeerd.
Er wordt hier gekeken naar de professionaliteit van de aanvrager en de kwaliteit en capaciteit van de aanvrager in relatie tot de activiteiten die zij wil uitvoeren. Geeft de aanvrager het vertrouwen dat zij de beschreven activiteiten professioneel, realistisch en geloofwaardig kan organiseren en toont zij hierin voldoende ambitie? Hoe is de kwaliteit van het totale plan, inclusief dekkingsplan en de mate waarin het plan als geheel bijdraagt aan de doelstelling van de subsidieregeling? Bij alle categorieën is de eerlijke beloning van kunstenaars en mensen werkzaam in de culturele sector het uitgangspunt. Dat betekent dat aanvragers zich moeten houden aan afspraken die in de sector zijn gemaakt over een eerlijk loon (door bijvoorbeeld de CAO te volgen of honorering richtlijnen zoals het kunstenaarshonorarium).Ook wordt er verwacht bij verenigingen en stichtingen dat er geen vermenging is tussen bestuur en (betaalde) uitvoering. Tot slot wordt gekeken of de aanvraag consistent is in visie, doel, opzet en uitvoering en daarmee in zijn geheel voldoende overtuigt.
Toelichting Samenwerkingsovereenkomst
In deze overeenkomst - waarvoor het college een format heeft opgesteld - spreken de samenwerkingspartners hun intentie uit om in het specifieke project of initiatief samen te werken. Daarbij wordt aangegeven wie welke rol en verantwoordelijkheid op zich neemt. Het gaat om de partners die betrokken zijn bij het initiëren en realiseren van het project of initiatief. Het inhuren van zzp'ers alleen voor de uitvoering van (delen van) het project valt hier niet onder en hoeft niet als zodanig te worden opgenomen in de overeenkomst.
De videopitch duurt maximaal drie minuten. Hierin wordt uitgelegd wie men is, wat men wil doen en met wie, waarom dit past binnen het doel van de subsidieregeling (duurzame innovatie) en welke resultaten gerealiseerd gaan worden. De inhoud van de videopitch is leidend, niet de vorm (het beeld)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-364344.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.