Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om een geleidelijke overgang te creëren tussen de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten en de woonkostentoeslag (Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ (Tijdelijke versoepeling voorwaarden woonkostentoeslag))

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet,

 

overwegende dat het wenselijk is om de voorwaarden voor woonkostentoeslag tijdelijk te versoepelen en zo een geleidelijke overgang te creëren tussen de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) en de reguliere voorwaarden voor de woonkostentoeslag;

 

besluit:

Artikel I – Wijziging Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ

De Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ worden als volgt gewijzigd:

 

Aan artikel 3.2 Financiële draagkracht worden twee leden toegevoegd die luiden:

 

  • 9.

    In afwijking van het vierde lid wordt met betrekking tot nieuwe aanvragen voor woonkostentoeslag in de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021 alleen de waarde van het beschikbare privé vermogen van belanghebbenden in aanmerking genomen voor zover dit meer bedraagt dan € 31.130 wanneer het een alleenstaande of alleenstaande ouder betreft, dan wel € 62.260 wanneer het gehuwden betreft. Onder het beschikbare privévermogen wordt uitsluitend verstaan contant geld, tegoeden op bank- en spaarrekeningen, geld in de vorm van cryptovaluta, en beleggingen op een effectenrekening of in een effectendepot, met uitzondering van aandelen in het eigen bedrijf en overige aandelen op naam.

  • 10.

    Een woonkostentoeslag die wordt toegekend op een aanvraag voor woonkostentoeslag als bedoeld in het vorige lid, wordt over de periode van 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2021 verleend als bijstand om niet. In deze periode wordt voorts geen verplichting aan de bijstand verbonden, die erop is gericht dat de belanghebbende zich inzet voor het vinden van goedkopere woonruimte.

Artikel II - Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2021.

Artikel III - Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ (Tijdelijke versoepeling voorwaarden woonkostentoeslag).

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 oktober 2021.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Een aantal landelijke maatregelen om gedupeerden van de coronacrisis te ondersteunen is per 1 oktober 2021 gestopt. Een van deze maatregelen was de Tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (TONK). Amsterdam richtte de TONK op huishoudens die door corona hun woonkosten niet meer konden betalen uit hun inkomen.

Als regeling wordt de Amsterdamse TONK niet verlengd na september 2021. Wel blijft Amsterdam aan huishoudens met hoge woonlasten een vergoeding op basis van maatwerk bieden via de woonkostentoeslag (WKT). Hiervoor worden de voorwaarden in het vierde kwartaal 2021 tijdelijk versoepeld, in lijn met de voorwaarden die onder de TONK golden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I – Wijziging Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ, artikel 3.2

 

Aan artikel 3.2 Financiële draagkracht worden twee leden toegevoegd. Met deze tijdelijke regels voor WKT-aanvragen in het vierde kwartaal 2021 hoeven mensen die nog onvoldoende verdienen, nog niet hun spaargeld of ander vermogen in te zetten voor hun woonkosten. Betrokkenen kunnen zich daarbij maximaal inzetten om meer inkomsten te verwerven, zonder tegelijkertijd al te moeten omzien naar een andere woning.

 

Nieuw negende lid - Tijdelijk soepeler vermogenstoets WKT

De vermogensgrens om voor WKT in aanmerking te komen ligt op € 6.295 voor een alleenstaande, en op € 12.590 voor een alleenstaand ouder en twee samenwonenden. Deze vermogensgrenzen zijn onderdeel van de Participatiewet en van de gemeentelijke Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ (artikel 3.2, vierde lid). Voor overwaarde in een eigen woning kent de Participatiewet een vrijlatingsbedrag van € 53.100.

 

Wanneer, zoals gebruikelijk is bij de WKT, een strikte vermogenstoets wordt gehanteerd, zou naar verwachting meer dan 80% van de huishoudens die na afloop van de TONK-periode een inkomenstekort hebben voor hun woonlasten, een te hoog vermogen hebben om voor WKT in aanmerking te komen. Sowieso geldt dit voor vrijwel alle eigenwoningbezitters met hoge woonlasten, maar het geldt ook voor huishoudens waar sprake is van enig spaargeld, een wat duurdere auto en/of andere waardevolle bezittingen.

 

Door nog tijdelijk de vermogensregels van de TONK te hanteren kan een geleidelijke overgang ontstaan van de TONK-voorwaarden naar de reguliere WKT-voorwaarden. Dan gaat het er om dat bij een WKT-aanvraag in het vierde kwartaal 2021 net als bij de TONK alleen gekeken wordt naar liquide vermogensbestanddelen en dat een vermogensgrens wordt gehanteerd van € 31.130 per persoon. Zo worden huishoudens tegemoet gekomen die nog niet op het inkomensniveau zitten dat zij pre-corona hadden. Zij hoeven in een overgangsperiode niet direct al in te teren op hun spaargeld (tot een bedrag van € 33.310 p.p.) of op ander vermogen.

 

Wanneer iemand WKT aanvraagt voor een eigen woning waarbij sprake is van een hoge overwaarde van de woning, wordt een eventuele WKT normaal gesproken verleend als leenbijstand. Dit geldt bij een overwaarde van meer dan € 53.100. Bij meer dan € 5.000 aan leenbijstand geldt als voorwaarde dat de betrokkene meewerkt aan het vestigen van een krediethypotheek. Nu voor WKT-aanvragen in het vierde kwartaal van 2021 geen toets wordt gedaan op vermogen in natura, is ook de toekenning van leenbijstand en het vestigen van krediethypotheek nog niet aan de orde.

 

Nieuw tiende lid - Tijdelijk geen verplichting om goedkopere woonruimte te vinden

Bij de TONK hoefde iemand zich niet in te zetten om goedkopere woonruimte te vinden; deze verplichting wordt normaal gesproken wel gehanteerd bij de WKT. Omdat met name onder zelfstandigen mensen nog sterk beperkt zijn in hun werkmogelijkheden als gevolg van de coronamaatregelen, is er aanleiding om vooralsnog af te zien van de voorwaarde dat iemand gaat zoeken naar goedkopere huisvesting. Wel zal de komende tijd het hanteren van deze voorwaarde worden aangekondigd. Wanneer in 2022 nog steeds een beroep wordt gedaan op WKT zal wel de voorwaarde worden gehanteerd om zich in te zetten om goedkopere woonruimte te vinden. Naarmate het inkomenstekort voor de woonlasten hoger is, zal iemand ook meer zijn best moeten doen voor andere huisvesting.

 

Artikel II – Inwerkingtreding

De TONK-periode eindigt met ingang van 1 oktober 2021. De tijdelijke versoepeling van de WKT-voorwaarden geldt voor mensen die in het vierde kwartaal 2021 een beroep doen op WKT. Daarom werkt het wijzigingsbesluit terug tot en met 1 oktober 2021.

 

Naar boven