Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 17e wijziging

De RAAD van de gemeente Dordrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 13 juli 2021 inzake Vaststellen 17e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht t.b.v. speelautomatenhallenbeleid;

 

gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 17e wijziging

 

 

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

 

Afdeling 10 Speelautomatenhallen en kansspelautomaten komt als volgt te luiden:

 

Afdeling 10 Speelautomatenhallen en kansspelautomaten

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2:39 A — Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c lid 1 onder b van de Wet;

  • c.

    exploitant: de natuurlijke pers(o)on(en) of rechtspersoon voor wiens rekening en risico een speelautomatenhal wordt gedreven (beheerder als genoemd in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit 2000);

  • d.

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet;

  • e.

    exploitatievergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2:39D, eerste lid van deze verordening;

  • f.

    leidinggevende: de natuurlijke persoon:

    • -

      die algemene leiding geeft aan een speelautomatenhal;

    • -

      die onmiddellijk leiding geeft in een speelautomatenhal (beheerder als genoemd in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit 2000);

  • g.

    speelautomaat: een automaat als bedoeld in artikel 30, onder a, van de Wet;

  • h.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b, van de Wet;

  • i.

    kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de Wet;

  • j.

    meerspeler: speelautomaat met één spelgenerator, waarop meerdere mensen tegelijk kunnen spelen;

  • k.

    spelersplaatsen: het aantal plaatsen dat per kansspelautomaat of voor de hal als geheel voor spelers beschikbaar is. Dat aantal varieert, afhankelijk van het soort automaat;

  • l.

    gekoppeld jackpotsysteem: een voorziening als omschreven in artikel 1 onder d van het Speelautomatenbesluit 2000;

  • m.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet.

 

Paragraaf 2 Bepalingen over de aanwezigheidsvergunning

Artikel 2:39 B Aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet

  • 1.

    De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam van de exploitant worden gesteld.

  • 2.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt het adres van de speelautomatenhal vermeld.

  • 3.

    De aanwezigheidsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de plaatsing van speelautomaten die in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 30h van de Wet en die voorzien zijn van een merkteken als bedoeld in artikel 30r van de Wet.

  • 4.

    De geldigheidsduur van de vergunning bedraagt vijftien jaar.

 

Artikel 2:39 C Aanvraag aanwezigheidsvergunning

Voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b van de Wet, wordt een aanvraag ingediend bij de burgemeester door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier.

 

Paragraaf 3 De exploitatievergunning voor een speelautomatenhal

Artikel 2:39 D Vergunningplicht voor exploitatie speelautomatenhallen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te exploiteren of te doen exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan vergunning verlenen voor maximaal vier speelautomatenhallen.

  • 3.

    De geldigheidsduur van de vergunning bedraagt vijftien jaar.

 

Artikel 2:39 E Aanvraag exploitatievergunning

  • 1.

    Voor het verkrijgen van een exploitatievergunning wordt een aanvraag ingediend bij de burgemeester door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In het geval dat een exploitatievergunning beschikbaar komt, kondigt de burgemeester door middel van een openbare bekendmaking de mogelijkheid aan om binnen een bepaald tijdvak een aanvraag in te dienen.

  • 3.

    De aanvragen dienen te zijn voorzien van alle gegevens en bescheiden die vereist zijn voor de beoordeling daarvan.

  • 4.

    Gedurende de looptijd van de vergunning kan de exploitant éénmalig een verzoek doen om de speelautomatenhal op een andere locatie te mogen exploiteren en hierop de vergunning te wijzigen. Op dit verzoek zijn alle artikelen uit deze verordening van toepassing, behoudens het tweede lid van dit artikel.

 

Artikel 2:39 F Beslistermijn op aanvraag exploitatievergunning speelautomatenhal

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid van deze verordening beslist de burgemeester binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met de in artikel 2:39 E, derde lid bedoelde bescheiden heeft ontvangen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, tweede lid van deze verordening kan de burgemeester de beslissing eenmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen.

 

Artikel 2:39 G Weigeringsgronden exploitatievergunning speelautomatenhal

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 van deze verordening, wordt een exploitatievergunning geweigerd, indien:

  • a.

    het maximum aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is bereikt;

  • b.

    de exploitant en/of leidinggevende(n), dan wel degene(n) die de rechtspersoon krachtens de statuten vertegenwoordig(t)(en), niet minstens de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;

  • c.

    de exploitant en/of leidinggevende(n) van de speelautomatenhal niet voldoet/voldoen aan de eisen gesteld in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit;

  • d.

    de exploitant en/of leidinggevende(n) niet voldoet aan hetgeen is gesteld bij of krachtens Titel VA van de Wet;

  • e.

    naar het oordeel van de burgemeester door de aanwezigheid van de speelautomatenhal de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat of winkelbuurt onevenredig nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de feitelijke situatie afwijkt van hetgeen in de aanvraag is vermeld;

  • g.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met een geldend bestemmingsplan zonder dat concreet zicht bestaat op de vereiste planologische toestemming voor het ter plaatse vestigen van een speelautomatenhal.

 

Artikel 2:39 H Intrekkings-, wijzigings- en schorsingsgronden exploitatievergunning speelautomatenhal

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 van deze verordening kan een exploitatievergunning worden ingetrokken, gewijzigd of geschorst, indien:

    • a.

      de exploitant of leidinggevende niet voldoet aan hetgeen is gesteld bij of krachtens Titel VA van de Wet;

    • b.

      naar het oordeel van de burgemeester door de aanwezigheid en/of het functioneren van de speelautomatenhal de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat of winkelbuurt onevenredig nadelig wordt beïnvloed;

    • c.

      indien de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan of naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is dat die strijdigheid niet zal worden opgeheven, behoudens de in Titel VA van de Wet genoemde gronden;

    • d.

      meer dan zes maanden achtereen na het onherroepelijk worden van de exploitatievergunning geen speelautomatenhal in het pand is geëxploiteerd.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 2:28 F van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Lid 1 onder c van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de aanwezigheidsvergunning.

 

Artikel 2:39 I Verval- en beëindigingsgronden exploitatievergunning speelautomatenhal

  • 1.

    De exploitatievergunning vervalt, indien:

    • a.

      de vergunninghouder de hoedanigheid van exploitant heeft verloren;

    • b.

      de exploitant de exploitatie van de vergunde speelautomatenhal heeft beëindigd.

  • 2.

    Voor het beëindigen van de speelautomatenhal als bedoeld in het vorige lid onder b geeft de exploitant uiterlijk binnen een week na de beëindiging van de exploitatie daarvan schriftelijk kennis aan de burgemeester.

  • 3.

    Indien een exploitant komt te overlijden, dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, wordt ontbonden, komt de vergunning uiterlijk twaalf weken na het overlijden te vervallen.

  • 4.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

 

Artikel 2:39 J Aanhangsel exploitatievergunning speelautomatenhal

  • 1.

    De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de exploitatievergunning de leidinggevende(n).

  • 2.

    De exploitatievergunning en het daarvan onderdeel uitmakende aanhangsel, of afschriften daarvan, en in voorkomende gevallen een afschrift van de melding en de ontvangstbevestiging, bedoeld in het vierde en vijfde lid, zijn in de speelautomatenhal aanwezig.

  • 3.

    Een exploitant meldt aan de burgemeester zijn wens om een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven.

  • 4.

    De melding, als bedoeld in het derde lid van dit artikel, geldt als aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.

  • 5.

    De burgemeester bevestigt onverwijld de ontvangst van de aanvraag.

  • 6.

    De burgemeester weigert de wijziging van het aanhangsel indien de persoon bedoeld in het eerste lid, niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2:39G en artikel 3:5 van deze verordening gestelde eisen.

 

Artikel 2:39 K Inrichtingseisen speelautomatenhal

Een speelautomatenhal waar zowel kansspelautomaten als behendigheidsautomaten worden opgesteld, moet zodanig zijn ingedeeld dat de kansspelautomaten in een afgescheiden ruimte zijn geplaatst. Het gedeelte van de hal waar behendigheidsautomaten zijn opgesteld, moet zodanig zijn gesitueerd dat bezoekers van de hal dat gedeelte kunnen binnengaan en verlaten, zonder het gedeelte waar de kansspelautomaten zijn opgesteld te moeten betreden.

 

Artikel 2:39 L Productdifferentiatie bij een speelautomatenhal

  • 1.

    Het maximaal aantal spelersplaatsen is 200 waarbij rekening gehouden dient te worden met de zgn. ideale mix.

  • 2.

    Per 100 m2 vloeroppervlakte van de speelautomatenhal mag één gekoppeld jackpotsysteem worden geplaatst. De prijs die door dit systeem wordt toegekend mag niet meer bedragen dan € 2.500,--.

  • 3.

    Indien toepassing van tweede lid van dit artikel wordt gevraagd, dient daarbij door de exploitant van de speelautomatenhal te worden aangegeven op welke wijze door of namens hem toezicht op het gebruik van deze speelautomaten wordt gehouden.

 

Artikel 2:39 M Toezicht in de speelautomatenhal

Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te hebben zonder dat:

  • a.

    een op het aanhangsel, als bedoeld in artikel 2:39 J van deze verordening, vermelde leidinggevende aanwezig is;

  • b.

    de toegangscontrole op de leeftijd van de bezoekers afdoende is geregeld.

 

Artikel 2:40

[Gereserveerd]

 

Paragraaf 4 Maximum aantal kansspelautomaten

Artikel 2:40 A Maximum aantal kansspelautomaten

  • 1.

    Per speelautomatenhal kan een aanwezigheidsvergunning, als bedoeld in artikel 30b lid 1 van de Wet worden verleend voor maximaal 100 kansspelautomaten.

  • 2.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee kansspelautomaten toegestaan.

  • 3.

    De vergunning, als bedoeld in artikel 30b lid 1 van de Wet, wordt verleend voor de duur van vijftien jaar.

 

Artikel II

Een vergunning, als bedoeld in artikel 2:39 B en D van deze verordening, die is verleend voor inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit worden geacht te zijn verleend voor vijftien jaar na vaststelling van dit wijzigingsbesluit.

 

 

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 21 september 2021

 

 

Artikel IV

Dit besluit kan worden aangehaald als "Algemene plaatselijke verordening Dordrecht, 17e wijziging".

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 september 2021.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster, A.W. Kolff

Naar boven