Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

 

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 20 juli 2021, organisatieonderdeel Veiligheid en Leefbaarheid, no. 2021- 20618;

 

gelet op 149 Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de hiernavolgende verordening:

 

“Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Maastricht 2006”

Artikel I

Na artikel 2.4.8 wordt een nieuw artikel 2.4.8a ingevoegd, dat als volgt luidt:

 

Artikel 2.4.8a Lachgasverbod

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

ARTIKEL II

Na artikel 2.4.10 wordt een nieuw artikel 2.4.10a ingevoegd, dat als volgt luidt:

 

Artikel 2.4.10a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

ARTIKEL III

In artikel 2.12.1, eerste lid, wordt de zinsnede “aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven” verwijderd.

ARTIKEL IV

In artikel 5.9.3 wordt de huidige tekst opgenomen in een eerste lid en worden daarna een tweede en derde lid toegevoegd, luidende als volgt:

  • 2.

    Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

  • 3.

    Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

ARTIKEL V

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 28 september 2021.

De Griffier,

H-J. Bodewitz.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.

Naar boven