Gemeenteblad van Oegstgeest
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2021, 355473 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oegstgeest | Gemeenteblad 2021, 355473 | ander besluit van algemene strekking |
Regeling organisatiestructuur gemeente Oegstgeest 2021
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;
gelet op de artikelen 103, 106 en 160 lid 1 onder c van de Gemeentewet;
vast te stellen de hiernavolgende:
REGELING ORGANISATIESTRUCTUUR 1 GEMEENTE OEGSTGEEST 2021
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze Regeling wordt verstaan onder:
concerncontroller: functionaris die verantwoordelijk is voor de planning- en controlcyclus en kwaliteitszorg. Hij is onafhankelijk en heeft een toetsende en signalerende functie gericht op het versterken van de werking van de ‘checks en balances’ in de organisatie en helpt om te sturen op de doelstellingen en uitvoering;
financiële rechtmatigheid: het voldoen van financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan aan gemeentelijke-, nationale- en Europese wet- en regelgeving op het gebied van de uitgangspunten voor het financieel beleid, de regels voor het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie.
functionaris gegevensbescherming: functionaris die op grond van artikel 37 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming is aangewezen door het college en is belast met het onafhankelijke interne toezicht op en advisering over bescherming persoonsgegevens als bedoeld in artikel 39 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Met het formuleren van de begripsomschrijvingen wordt beoogd eenduidigheid in de Regeling te bewerkstelligen. Er wordt hier aangesloten bij de invulling zoals die door de relevante wet- en regelgeving als de Gemeentewet wordt gehanteerd.
HOOFDSTUK 1 DE STRUCTUUR VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Het college kan daarnaast besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen organisatorische eenheden, ter voorbereiding en/of uitvoering van beleid dat meerdere organisatorische eenheden aangaat. Het beheer van een dergelijk verband wordt opgedragen aan een directeur. Tot het instellen van een dergelijk verband wordt niet besloten dan nadat het directieteam als bedoeld in artikel 14 is gehoord.
Het college kan besluiten tot het instellen van tijdelijke organisatorische verbanden tussen eenheden, ter voorbereiding en/of uitvoering van beleid dat meerdere organisatorische eenheden aangaat. Het beheer van een dergelijk verband wordt opgedragen aan een projectleider. Het ambtelijk opdrachtgeverschap daarvoor berust dan bij een directeur. Tot het instellen van een dergelijk verband wordt niet besloten dan nadat het directieteam als bedoeld in artikel 14 is gehoord.
Dit artikel maakt het mogelijk om, naast de reguliere ambtelijke organisatie, organisatorische eenheden in te stellen die belast worden met, specifieke, teamoverstijgende taken.
Artikel 4 Wijziging organisatiestructuur
Dit artikel strekt ertoe een koppeling aan te brengen tussen de beoogde besturingsfilosofie en de daarbij horende organisatiestructuur. Middels het vierde lid wordt beoogd dat eens in de vier jaar (een raadsperiode) wordt bekeken of de organisatiestructuur nog wel past bij de beoogde doelen etc.
Artikel 5 Benoeming, schorsing en ontslag
In het eerste lid van dit artikel wordt invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 102 van de Gemeentewet. Het tweede lid is naar analogie daarvan opgesteld. Zie ook artikel 9 van deze Regeling.
HOOFDSTUK 2 DE AMBTELIJKE ORGANISATIE IN RELATIE TOT DE BESTUURSORGANEN
Artikel 7 Mandatering door het college
Voor de uitoefening van één of meer van zijn bevoegdheden verleent het college mandaten, waaronder wordt begrepen machtigingen en volmachten, aan de secretaris, de concerncontroller, directeur, managers en medewerkers. Het college stelt een bevoegdhedenbesluit op waarin zijn besluiten tot het verlenen van mandaten zijn verwerkt.
Hoewel het college het dagelijks bestuur voert over de gemeente is het uit praktisch oogpunt ondoenlijk om het college te belasten met de volledige uitoefening van de bevoegdheden die daarbij horen. Dit artikel strekt ertoe het mogelijk te maken om voor de uitoefening van bepaalde categorieën van bevoegdheden de uitoefening te mandateren.
HOOFDSTUK 3 UITVOERENDE BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 9 De secretaris/algemeen directeur
De secretaris is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de ambtelijke organisatie. De secretaris is procesverantwoordelijk voor alle besturende, primaire en ondersteunende processen. Hij geeft op hoofdlijnen sturing aan alle procesresultaten (producten en diensten) op basis van de vooraf gestelde normen en prestatiecriteria.
De secretaris treft maatregelen en voorzieningen die hij omwille van een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de aan de organisatorische eenheden opgedragen taken nodig acht. Indien daartoe maatregelen door het gemeentebestuur zijn te nemen, rapporteert hij daarover aan het college. Maatregelen en rapportages op grond van dit artikel brengt de secretaris ter kennis van het directieteam.
De directeur is met de secretaris medeverantwoordelijk voor de resultaten van alle besturende en ondersteunende processen en voor de resultaten van de teams. Dit betekent dat hij in detail sturing geeft aan de resultaten van de besturende en ondersteunende processen (producten en diensten), op basis van de vooraf gestelde normen en prestatiecriteria.
Artikel 11 De concerncontroller
De concerncontroller is in zijn rol verantwoordelijk voor het proces en de kwaliteit van de administratieve organisatie, het planning en control systeem, de informatievoorziening, de financiële en juridische rechtmatigheid, de doelmatigheid en doeltreffendheid, de inventarisatie en beheersing van de risico’s en de voorbereiding en ondersteuning van de accountantscontrole en de rekenkamercommissie.
Artikel 12 De functionaris gegevensbescherming
De FG dient conform de AVG zijn werk en taak in onafhankelijkheid te kunnen uitvoeren. De FG is belast met het onafhankelijke interne toezicht op en advisering over bescherming persoonsgegevens als bedoeld in artikel 39 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. De FG is de contactpersoon voor de gemeente met de Autoriteit Persoonsgegevens. De benoeming en ontheffing van de FG en diens vervanger(s) wordt opgenomen in het personeelsdossier van de betrokkene.
Artikel 16 Vervangingsregeling
In geval van afwezigheid wegens ziekte of verlof wordt de secretaris vervangen door de loco-secretaris. De directeur wordt horizontaal vervangen door de secretaris en een manager door een door hem aangewezen medewerker.
Artikel 17 Verantwoordelijkheid integraal manager
Deze toetsing vindt in elk geval plaats aan de hand van de getroffen maatregelen, zoals vastgelegd in de door de raad vastgestelde Verordening op grond van artikel 212 Gemeentewet (Financiële verordening) en de door de raad vastgestelde Verordening vastgesteld op grond van artikel 213 Gemeentewet (Controleverordening);
Dit artikel beoogt de verantwoordelijkheden te omschrijven die de secretaris respectievelijk de directeur en de manager hebben bij het uitvoeren van het beheer zoals bedoeld in hoofdstuk 3. Naast de verantwoordelijkheid v voor een integrale advisering bij de totstandkoming van een advies, als bedoeld in artikel 24, hebben zij ook een verantwoordelijkheid ten aanzien van de door hen bij het college ingediende beleidsvoorstellen. Deze dienen minimaal te voldoen aan een aantal, mede uit de Gemeentewet voortvloeiende, basisvoorwaarden. Het derde lid geeft aan dat de directeur en secretaris integraal verantwoordelijk zijn voor een juiste bedrijfsvoering voor hun eigen teams binnen de randvoorwaarden zoals bedoeld in hoofdstuk 3. Hiermee wordt tevens bedoeld dat de secretaris, de directeur en de managers integraal verantwoordelijk zijn voor uitvoeren van de PIJOFACH-taken.
HOOFDSTUK 4 WERKWIJZE VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 20 Informatie en inlichtingen
Dit artikel beoogt een goede informatiestroom te waarborgen. Vanzelfsprekend betreft het informatiestromen binnen de ambtelijke organisatie, informatiestromen als bedoeld ter uitvoering van het in artikel 17 gestelde, alsmede een goede informatievoorziening vanuit het college.
Voor zover hij dat in aanvulling op hetgeen daarover in deze Regeling is bepaald nodig acht, stelt de secretaris, in overleg met de directeur, aanvullende procedures vast voor de behandeling van zaken die door het bestuur aan de ambtelijke organisatie ter voorbereiding of uitvoering zijn opgedragen.
Artikel 22 Overleg met leden van het college
De secretaris, de directeur en managers kunnen ieder voor hun organisatorische eenheid ambtenaren aanwijzen die, over onderdelen van het beleid waarvoor de genoemde functionarissen verantwoordelijkheid dragen, rechtstreeks overleg voeren met het voor dat beleid primair verantwoordelijke lid van het college. De genoemde functionarissen stellen de secretaris respectievelijk de directeur omtrent de inhoud van het overleg op de hoogte.
Ten aanzien van aangelegenheden waarin dat wenselijk is geeft het college een kader aan voor de inbreng van de ambtelijke organisatie bij het ontwikkelen van beleid of het realiseren van een concreet resultaat aan de secretaris. Dit kader wordt aangeduid met de benaming "bestuursopdracht". Het college kan nadere regels stellen waaraan de inhoud van bestuursopdrachten moet voldoen.
Artikel 24 Integrale advisering en opgavemanagement
Indien een taak het taakgebied van een ander onderdeel binnen een organisatorische eenheid of een andere organisatorische eenheid raakt, vraagt het organisatieonderdeel dat primair met de voorbereiding of uitvoering is belast, aanvullend advies aan dat andere organisatieonderdeel of betrekt de andere organisatorische eenheid bij de voorbereiding of uitvoering van de zaak.
Ten aanzien van taken waarbij meerdere organisatorische eenheden betrokken zijn wordt integraal geadviseerd. Bij blijvend verschil van inzicht tussen organisatorische eenheden voegt de directeur en/of de manager van de primair verantwoordelijke organisatorische eenheid zijn standpunt uitdrukkelijk toe aan het advies.
Artikel 25 Rapportage door de directeur
Teneinde mede uitvoering te kunnen geven aan deze regeling dienen de directeur en de algemeen directeur zeggenschap te hebben over de teams die onder diens verantwoordelijkheid vallen. De verplichting tot rapporteren over het dagelijks beheer van de desbetreffende teams behoort daartoe. Dit artikel regelt een en ander.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-355473.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.