Beleidsregels gemeentelijke onderscheidingen 2021

Het college van de gemeente Bergen;

 

gelezen het advies van het team regie van 29 september 2021

 

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Verordening gemeentelijke onderscheidingen 2021;

besluit

 

vast te stellen de volgende

 

Beleidsregels gemeentelijke onderscheidingen 2021

Artikel 1. Aanvraag ere-, muze- of sportpenning

  • 1.

    Inwoner(s), bedrijven of instellingen kunnen, minimaal 8 weken vóór de gewenste datum van uitreiking, schriftelijk een aanvraag indienen bij het college.

  • 2.

    In de aanvraag voor een ere-, muze- of sportpenning wordt vermeld:

    • a.

      de naam, adres, woonplaats, geboortedatum en -plaats van degene die wordt voorgedragen;

    • b.

      een omschrijving op welke grond de kandidaat wordt voorgedragen. In de aanvraag wordt duidelijk aangegeven hoe lang de kandidaat actief is, of geweest is, en voor welk bedrijf/instelling dit was. De aanvraag is voorzien van data van de activiteit(en) en een motivatie waarom de kandidaat in aanmerking zou kunnen komen voor een ere-, muze- of sportpenning.

  • 3.

    Het college kan ook zonder aanvraag besluiten een ere-, muze- of sportpenning toe te kennen.

Artikel 1b Aanvraag jeugdlintje

  • 1.

    Scholen, clubs, verenigingen, wijkverenigingen, media, familieleden, buren en vrienden kunnen kinderen en jongeren van minimaal 6 jaar tot en met maximaal 18 jaar uiterlijk tot 1 februari van ieder jaar bij het college voordragen voor een jeugdlintje voor het afgelopen jaar. Aanvragen die later binnenkomen schuiven door naar een volgend jaar.

  • 2.

    De aanvraag gebeurt door middel van een vastgesteld aanvraagformulier. Om een jongere voor te dragen dient de aanvrager minimaal één ander persoon van 18 jaar of ouder als referentie op te geven. Tenminste één van voornoemde personen is geen familie van de jongere.

  • 3.

    Onder familie wordt in deze beleidsregels verstaan: eerste-, tweede- en derdegraads familieleden.

  • 4.

    In de aanvraag wordt duidelijk aangegeven voor welke bijzondere gebeurtenis of prestatie de jongere wordt voorgedragen waarbij de bijzondere gebeurtenis of prestatie niet langer dan een jaar voorafgaand aan de aanvraagdatum is verricht.

  • 5.

    In bijzondere situaties kan worden afgeweken van de indieningsdatum van 1 februari. Eén en ander ter beoordeling aan de toekenningscommissie.

  • 6.

    Het college kan ook zonder aanvraag besluiten een jeugdlintje toe te kennen. In deze gevallen wordt de toekenningscommissie om advies gevraagd.

Artikel 2. Criteria

  • 1.

    Het college beoordeelt een aanvraag als bedoeld in artikel 1 voor een ere- en muzepenning aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de periode waarin de activiteiten zijn verricht zijn langdurig;

    • b.

      het doorzettingsvermogen (de mate van inspanning) van de persoon;

    • c.

      de stimulerende uitstraling naar anderen;

    • d.

      de maatschappelijke herkenbaarheid van de activiteit;

    • e.

      de wijze waarop getracht is het doel te bereiken.

  • 2.

    Het college beoordeelt een aanvraag als bedoeld in artikel 1 voor een sportpenning aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de sporter is woonachtig in de gemeente Bergen;

    • b.

      de betreffende sport die wordt beoefend moet erkend zijn als topsport bij het NOC/NSF;

    • c.

      de sportprestatie die moet zijn geleverd in de hoogste klasse van de sport omvat een eerste plaats tijdens het Nederlands kampioenschap, een eerste, tweede of derde plaats tijdens een Europees kampioenschap, een wereldkampioenschap of de Olympische Spelen;

    • d.

      de prestatie is behaald in het betreffende kalenderjaar.

  • 3.

    Het college beoordeelt een aanvraag als bedoeld in artikel 1b voor een jeugdlintje op basis van een advies van de toekenningscommissie aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      de jongere heeft zich vrijwillig ingezet voor een ander of voor de gemeente Bergen NH;

    • b.

      de jongere heeft een bijzondere prestatie geleverd of een goed initiatief genomen;

    • c.

      de jongere heeft een voorbeeldfunctie voor anderen vervult met zijn/haar daad;

    • d.

      de jongere draagt bij aan een fijne woon-/leefomgeving;

    • e.

      de jongere verleent mantelzorg en/of helpt ouderen of zieken.

  • 4.

    Het college kan van oordeel zijn dat een onderzoek in de justitiële- en politiegegevens tevens onderdeel uitmaakt bij de beoordeling van een aanvraag.

Artikel 3. Toekenningscommissie jeugdlintje

  • 1.

    De toekenningscommissie adviseert het college gemotiveerd over de aanvragen van een gemeentelijke onderscheiding zoals genoemd in artikel 1b.

  • 2.

    De toekenningscommissie bestaat uit de kinderburgemeester, de leden van de kinderraad, de burgemeester, de wethouder Participatie en de adviseur communicatie. Zij worden ondersteund door het collegesecretariaat en de assistent gemeentesecretaris.

  • 3.

    Daarnaast adviseert de toekenningscommissie het college gevraagd en ongevraagd over:

    • a.

      de verdere uitwerking van deze beleidsregels en het beleid;

    • b.

      de verdere ontwikkeling van het jeugdlintje;

    • c.

      de communicatie over het jeugdlintje;

    • d.

      de toekenningscommissie treedt op als ambassadeur en aanjager van het jeugdlintje.

Artikel 4. Toekenning

  • 1.

    Als het college besluit een gemeentelijke onderscheiding genoemd in artikel 1 toe te kennen ontvangt de decorandus maximaal 1 keer:

    • a.

      een ere-, muze- of sportpenning;

    • b.

      een reversspeld;

    • c.

      een gekalligrafeerde oorkonde.

  • 2.

    Als het college besluit een gemeentelijke onderscheiding genoemd in artikel 1b toe te kennen ontvangt de decorandus maximaal 1 keer:

    • a.

      een medaille in de vorm van een schelp met een oranje/blauw lint;

    • b.

      een gekalligrafeerde oorkonde.

  • 3.

    Van de toekenning van een gemeentelijke onderscheiding wordt onder embargo mededeling gedaan aan de plaatselijke pers en de raad.

Artikel 5. Uitreiking van een ere-, muze- of sportpenning

  • 1.

    De uitreiking van een gemeentelijke onderscheiding zoals genoemd in artikel 1, geschiedt in het openbaar door een lid van het college.

  • 2.

    De uitreiking van de gemeentelijke onderscheiding is niet gebonden aan enige activiteit in de gemeente. Kandidaten kunnen het hele jaar worden voorgedragen.

Artikel 6 Uitreiking van een jeugdlintje

  • 1.

    De uitreiking van een gemeentelijke onderscheiding zoals genoemd in artikel 1b, geschiedt in het openbaar tijdens dezelfde bijeenkomst waar de Koninklijke onderscheidingen worden uitgereikt. Deze uitreiking vindt nomaliter vlak voor Koningsdag plaats.

  • 2.

    Het jeugdlintje wordt uitgereikt door de burgemeester die daarbij wordt bijgestaan door de kinderburgemeester.

  • 3.

    Wanneer sprake is van een jeugdlintje dat op basis van artikel 1b, lid 4 en 5 van deze beleidsregels is aangevraagd en toegekend, vindt de uitreiking plaats op een daarvoor door het college gekozen moment. De toekenningscommissie kan hierover adviseren.

Artikel 7. Rechten en verplichtingen gemeentelijke onderscheidingen

Aan de gemeentelijke onderscheidingen geen rechten of verplichtingen voor de ontvangers verbonden.

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1.

    De beleidsregels gemeentelijke onderscheidingen 2017, vastgesteld op 19 december 2017, worden ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels gemeentelijke onderscheidingen 2021”.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van Bergen NH op 5 oktober 2021

mr. M.N. (Martijn) Schroor

secretaris

L.Hj. (Lars) Voskuil

burgemeester

Naar boven