hogere waarde wet geluidhinder Keern 33 en 35

 

Vaststellen hogere waarde wet geluidhinder voor de realisatie van 25 appartementen op de percelen aan de Keern 33 en 35 in hoorn

 

De gemeente Hoorn heeft een hogere waarde vastgesteld voor de realisatie van 25 appartementen op de percelen aan de Keern 33 en 35 in Hoorn. De appartementen krijgen de volgende huisnummers: Keern 33, 33 A t/m 33H, 33 J t/m 33 N, 33 P t/m 33 W, 35, 35A t/m 35C te Hoorn

 

Alle wegen, met uitzondering van de 30 km/uur wegen, zijn, op basis van de Wet geluidhinder, voorzien van een geluidzone. Nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, zoals appartementen, welke binnen een dergelijke zone langs een weg zijn gelegen, dienen op een zodanige afstand hiervan te zijn gelegen dat de geluidbelasting niet te hoog wordt (de zogenaamde ‘voorkeursgrenswaarde’ die de Wet geluidhinder stelt).

Uit het akoestisch onderzoek, dat in het kader van de realisatie van de appartementen is uitgevoerd, blijkt dat, als gevolg van het verkeer op zowel de Provincialeweg als de Keern, een hogere geluidbelasting optreedt, dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB zoals aangegeven in de Wet geluidhinder.

 

De geluidbelasting vanwege het verkeer op de Provincialeweg bedraagt ten hoogste 67 dB en is daarmee hoger dan de in de Wet geluidhinder aangegeven maximale ontheffingswaarde. Voor de appartementen waar sprake is van een geluidbelasting vanwege het verkeer op de Provincialeweg van meer dan 63 dB, worden dove gevels toegepast.

De geluidbelasting vanwege het verkeer op de Keern bedraagt ten hoogste 61 dB en is daarmee lager dan de in de Wet geluidhinder aangegeven maximale ontheffingswaarde.

 

Het college van burgemeester en wethouders heeft op grond van artikel 83 jo 110a van de Wet geluidhinder, met betrekking tot de Provincialeweg voor 14 appartementen een hogere waarde, variërend van 52 dB tot 63 dB, en met betrekking tot de Keern voor 9 appartementen een hogere waarde, variërend van 50 dB tot 61 dB, vastgesteld.

 

Het ontwerp besluit hogere waarde en de daarbij behorende stukken hebben vanaf 16 juli 2021 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is één zienswijze ingediend.

Door deze zienswijze is aan het rapport hoofdstuk 13 met bijbehorende bijlagen toegevoegd. De hogere waarden kunnen verder ongewijzigd worden vastgesteld.

Naar boven