Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2021, 353498 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2021, 353498 | beleidsregel |
Protocol openbaarmaking Wmo-toezicht
1. Grondslag en uitgangspunten
Het ministerie van VWS is voornemens het openbaar maken van Wmo-toezichtinformatie wettelijk te verankeren in Wmo2015; hierover staat nu nog niets beschreven. Parallel aan het wetstraject 1 heeft de VNG een handreiking opgesteld die gemeenten helpt bij het vormgeven van het beleid en processen rondom het (actief) openbaar maken van Wmo-toezichtrapporten. GGDrU heeft deze handreiking gebruikt voor het opstellen van dit protocol.
De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vormt nu de grondslag voor het openbaar maken van toezichtrapporten. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moeten in acht worden genomen:
Goed toezicht voldoet aan zes principes: selectief, slagvaardig, samenwerken, onafhankelijk, professioneel en transparant. Het actief openbaar maken valt onder het principe van transparantie en heeft als doel:
Gepubliceerde rapporten kunnen inzicht bieden voor andere partijen, die vanuit hun verantwoordelijkheden eveneens onderzoek bij een aanbieder overwegen. Dit kan op het gebied van kwaliteit, rechtmatigheid, ketensamenwerking of arbeidsrecht, zoals toezichthouders Wmo van een andere gemeente of regio, de landelijke inspecties en zorgkantoren.
Actieve en passieve openbaarmaking
Toezichtrapporten kunnen zowel actief als passief openbaar worden gemaakt.
Indien de openbaarmaking geschiedt naar aanleiding van een verzoek dan is er sprake van passieve openbaarmaking (artikel 3, Wob). Voorbeelden hiervan zijn signaalgestuurde toezichtrapporten of calamiteitenrapporten. Actieve openbaarmaking is het uit eigen beweging openbaar maken van informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering (artikel 8 Wob). Voorbeelden hiervan zijn de kwaliteitstoezichtrapporten die door het jaarplan tot stand komen. Deze rapporten bevatten uitkomsten van onderzoek waarin de Wmo-toezichthouder een oordeel geeft over de kwaliteit van de geboden voorziening. Openbaarmaking heeft betrekking op eindrapporten waarin de aanbieder in de gelegenheid is gesteld feitelijke onjuistheden aan te geven en een zienswijze aan te leveren.
Regio Utrecht start met actieve openbaarmaking
Vanaf 2021 start de regio Utrecht met het actief openbaar maken van toezichtrapporten van het reguliere kwaliteitstoezicht. In een latere fase wordt, in samenspraak met gemeenten, een afweging gemaakt en vastgesteld of:
Voorwaarden voor actief openbaar maken
Herziening van Het regionaal kader handhaving Wmo (18-01-2018) dat door nagenoeg alle gemeenten in de regio Utrecht is vastgesteld. Het herziene handhavingskader bevat informatie over openbaarmaking en zal door elk college opnieuw, tegelijkertijd met het Protocol openbaarmaking, opnieuw worden vastgesteld.
Per onderzoek volgt GGDrU het volgende proces:
De aanbieder ontvangt het conceptrapport en kan tot uiterlijk 2 weken na verzending van het conceptrapport een reactie geven. Dit betreft feitelijke onjuistheden/onvolledigheden die in het conceptrapport aangepast worden indien ondersteunend bewijs is aangeleverd. De aanbieder kan daarnaast een zienswijze2 op de inhoud van het rapport indienen. In de zienswijze mogen niet voorkomen:
Het definitieve rapport wordt naar de aanbieder gestuurd waarbij de aanbieder nogmaals geïnformeerd wordt over het voornemen tot openbaarmaking van het rapport. De aanbieder heeft tot uiterlijk 2 weken na verzending van het definitieve rapport de mogelijkheid een zienswijze op openbaarmaking te geven. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bij punt 4. Een zienswijze op openbaarmaking die te laat wordt ingediend wordt niet verwerkt.
De aanbieder, de betreffende gemeente(n) en de eventueel belanghebbenden worden geïnformeerd: het rapport inclusief het besluit tot openbaarmaking wordt gestuurd. Hierin staat ook de mogelijkheden en procedure tot juridische stappen opgenomen, inclusief tot welke gemeente de aanbieder en de eventuele andere belanghebbenden zich kunnen wenden. In beginsel wordt uitgegaan van de gemeente (waarvoor het toezicht is uitgevoerd) met het grootst aantal cliënten die ondersteuning ontvangen van de aanbieder. Dit beginsel volgt de lijn vanuit het handhavingskader waarbij ook de gemeente met het grootst aantal cliënten het voortouw neemt. In bijlage 2 is dit nader beschreven.
Indien een aanbieder een bezwaarschrift indient tegen het besluit tot openbaarmaking van een rapport, is de verantwoordelijke gemeente (zie punt 10) belast met de behandeling van dat bezwaar. Zowel het indienen van het bezwaarschrift als de behandeling ervan vindt plaats bij de betreffende gemeente.
De gemeente gaat na minimaal 2 weken over tot uitvoering van het besluit tot openbaarmaking (publicatie)
het bezwaar is niet gegrond verklaard.3
Het rapport wordt door GGDrU online geplaatst op www.toezichtwmo.nl
Bijlage 2: Concept afspraken bezwaarafhandeling gemeenten
De regio Utrecht voert het Wmo-toezicht uit voor 24 gemeenten die onderverdeeld zijn in inkoopregio’s (gemeente Rhenen en inkoopregio Vallei vormen voor het toezicht een inkoopregio). Elke inkoopregio heeft samen met GGDrU een jaarplan opgesteld voor de uit te voeren onderzoeken. Deze onderzoeken worden dus voor meerdere regiogemeenten uit de betreffende inkoopregio uitgevoerd.
Gemeente in de lead: de gemeente met het grootst aantal cliënten die ondersteuning van de aanbieder ontvangt van de te toetsen voorziening(en). Deze informatie wordt door de TZH bij de start van het toezicht opgevraagd bij de betreffende gemeenten (om de steekproef van de cliënten te bepalen). Bij de start van ieder onderzoek wordt dus direct bepaald welke gemeente genoemd wordt in het besluit tot openbaarmaking. Dit sluit aan bij de afspraken die zijn gemaakt in het handhavingsbeleid.
Er kan door de betreffende regiogemeenten worden afgeweken van dit beginsel. Wat de betreffende regiogemeenten hierover onderling afstemmen dienen zij ook in te regelen en bij de start van het onderzoek aan GGDrU te communiceren. Hebben meerdere gemeenten een gelijk aantal cliënten, dan kunnen de regiogemeenten op basis van andere variabelen tot een keuze komen (te denken valt aan: plaats van vestiging van aanbieder, clientpopulatie van andere Wmo-voorzieningen e.d.)
GGDrU voert, naast de 5 jaarplannen voor de inkoopregio’s, ook onderzoeken uit die regio-overstijgend zijn.
Voor de afhandeling van deze bezwaren dienen ook afspraken gemaakt te worden.
De afspraken zijn afhankelijk van de inrichting van het regio-overstijgende toezicht.
Als een thema wordt gekozen, zoals ZZP’ers, dan wordt voor elke inkoopregio een ZZP-er onderzocht. Elke inkoopregio ontvangt een eigen rapport en daarvoor gelden de afspraken gemaakt in de inkoopregio.
Bovenop de 5 onderzoeken vindt een analyse plaats van het thema waarin bevindingen van de aanbieders niet herleidbaar worden beschreven. Deze analyse is gericht op inkoopeisen en beleid met betrekking tot het thema, en kan bijvoorbeeld best pratices of does en don’ts beschrijven. De analyse resulteert in een rapport welke niet naar de aanbieders worden gestuurd, en waartegen ook geen bezwaar kan worden ingediend.
2: Toezicht bij aanbieders die in meerdere inkoopregio’s werkzaam zijn
Als voor het regio-overstijgend onderzoek aanbieders worden geselecteerd die in meerdere inkoopregio’s werkzaam zijn, dient er vooraf een afspraak gemaakt te worden welke gemeente het eventuele bezwaar afhandelt. Ook hier geldt het beginsel van de gemeente met het grootst aantal cliënten.
Het protocol openbaarmaking en bezwaarafhandeling wordt in 2022 geëvalueerd in de gemeentelijke werkgroep toezicht Wmo.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-353498.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.