Gemeente Heerlen - Beleidsregel aanpak drugshandel op straat gemeente Heerlen

Considerans

de burgemeester van Heerlen,

overwegende dat;

het ingevolge artikel 3:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen (hierna te noemen: de APV) verboden is op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.

deze verbodsbepaling als doel heeft om drugshandel op straat te voorkomen en drugsoverlast terug te dringen;

straathandel in drugs (of daarop gelijkende waar) leidt tot een ernstige aantasting, of op ontoelaatbare wijze nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat en verstoring van de openbare orde. Het zorgt daarmee ook voor gevoelens van onveiligheid bij burgers;

in de gemeente Heerlen op diverse en wisselende locaties in de openbare ruimte sprake is van handel in soft- en/of harddrugs;

de bevoegdheid bestaat om aan overtreders van artikel 3:1 APV een last onder dwangsom op te leggen;

van de mogelijkheid tot het opleggen van een last onder dwangsom een preventieve werking uitgaat;

de hoogte van de dwangsom is afgestemd op het (financiële) voordeel dat de overtreder kan behalen bij het niet naleven van de betreffende regel;

gelet op:

artikel 3:1 APV;

artikel 125 van de Gemeentewet;

hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Besluit

vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

 

 

Artikel 1: Sanctiematrix

Overtreding art. 3:1 APV

Bestuurlijke stap

1e constatering

Last onder dwangsom (per overtreding €5.000, maximaal twee keer te verbeuren)

2e constatering

Verbeuren dwangsom

3e constatering

Verbeuren dwangsom + een hogere last onder dwangsom, eenmalig €10.000

4e constatering

Verbeuren dwangsom

 

Artikel 2: Begunstigingstermijn

Er wordt geen begunstigingstermijn aangehouden gerekend vanaf het moment van bekendmaking van de last onder dwangsom aan belanghebbende.

 

Artikel 3: Verjaringstermijn bestuurlijke maatregelen

Voor de handhavingsmatrix geldt dat de volgende stap wordt gezet als binnen 24 maanden na een vorige constatering opnieuw een overtreding plaatsvindt.

 

Artikel 4: Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij de besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in de handhavingsmatrix gelden echter als strikte uitgangspunten. Enkel onder bijzondere omstandigheden kan aanleiding zijn van deze uitgangspunten af te wijken.

De afwijking kan ook bestaan uit het overslaan van stappen indien hiertoe aanleiding bestaat, zoals de situatie waarin de overtreder op voorhand expliciet aangeeft dat hij of zij niet gaat stoppen met de drugshandel op straat.

 

Artikel 5: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die waarop deze regels zijn bekendgemaakt.

 

Artikel 6: Citeertitel

Dit handhavingsbeleid wordt aangehaald als “Beleidsregel aanpak drugshandel op straat”.

 

 

Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Heerlen op 27 september 2021,

de burgemeester van Heerlen,

Drs. R. Wever

TOELICHTING

 

De politie overhandigt, indien mogelijk, namens de burgemeester aan de overtreder van art. 3:1 APV een voorgedrukte informatieve brief met daarin de mededeling dat er een dwangsomprocedure wordt gestart.

 

De politie stelt ten behoeve van de bestuursrechtelijke dwangsomprocedure een bestuurlijke rapportage op over de overtreder en de feiten en omstandigheden van de overtreding(en). Hierbij is niet van belang of de overtreder in Heerlen woonachtig is. De overtreding zelf moet binnen de gemeentegrenzen van Heerlen hebben plaatsgevonden. Indien het gaat om een overtreder die ook in andere gemeenten actief is worden deze overtredingen ook in de rapportage opgenomen.

 

Ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te brengen tegen het voornemen om een dwangsom op te leggen.

 

Het voorgenomen en definitieve besluit wordt per aangetekende en reguliere post verzonden aan (het laatst bekend (post)adres van) de overtreder. Eveneens wordt de politie of een buitengewoon opsporingsambtenaar verzocht om de beschikking in persoon uit te reiken aan de overtreder.

 

De politie informeert de burgemeester aan de hand van een bestuurlijke rapportage over eventuele nieuwe overtredingen van artikel 3:1 APV door de overtreder. De overtreder is bij een nieuwe overtreder verplicht binnen zes weken na het verbeuren van de dwangsom tot betaling daarvan over te gaan. Als niet tot betaling wordt overgegaan, wordt tot invordering van de dwangsom overgegaan. De kosten die de invordering met zich meebrengt, worden verhaald op de overtreder.

 

De last onder dwangsom betreft een (aanvullend) bestuurlijk instrument naast het strafrechtelijk instrumentarium.

Naar boven