Actualisatie Algemene plaatselijke verordening Hoorn (Apv Hoorn)

 

Zaaknummer: 1880080

 

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

 

 

betreft: Actualisatie Algemene plaatselijke verordening Hoorn (Apv Hoorn)

 

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

 

De Algemene plaatselijke verordening Hoorn op de volgende punten te wijzigen:

 

Artikel 2:24 komt te luiden:

Artikel 2:24 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • a.

    bioscoop- en theatervoorstellingen;

  • b.

    markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g. van de Gemeentewet;

  • c.

    kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • d.

    het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

  • e.

    betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

  • f.

    activiteiten als bedoeld in 2:39 van deze verordening;

  • g.

    sportwedstrijden, niet zijnde vechtsportevenementen als bedoeld in het tweede lid, onder f.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

  • a.

    een herdenkingsplechtigheid;

  • b.

    een braderie;

  • c.

    een optocht op de weg, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening;

  • d.

    een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg of in de openbare buitenruimte;

  • e.

    een snuffelmarkt;

  • f.

    straatfeesten en buurtbarbecues op één dag;

  • g.

    vechtsportwedstrijden en -gala’s.

  • 3.

    In deze afdeling wordt onder klein evenement (categorie I) verstaan een eendaags evenement waarbij wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:

  • a.

    het evenement heeft niet meer dan 300 bezoekers;

  • b.

    er wordt geen tijdelijk bouwwerk geplaatst waarin meer dan 150 personen tegelijk aanwezig zijn;

  • c.

    het (binnen)evenement past binnen de geldende gebruiksvergunning;

  • d.

    het evenement vindt van maandag tot en met donderdag tussen 08:00 uur tot 23:00 uur, vrijdag en zaterdag tussen 08:00 uur tot 0:00 uur en zondag tussen 13:00 uur tot 23:00 uur plaats;

  • e.

    het evenement produceert een laag geluidsniveau tot maximaal 70 dB(A) (achtergrondmuziek);

  • f.

    het evenement vindt niet plaats op de rijbaan, (brom)fietsgelegenheid en belemmert het verkeer en de hulpdiensten ook niet op een andere manier;

  • g.

    het evenement heeft een incidenteel karakter;

  • h.

    er wordt (bedrijfsmatig) geen alcohol verkocht;

  • i.

    er wordt in de openlucht geen vuur gestookt, anders dan kaarsen, fakkels en dergelijke en/of vuur dat gebruikt wordt voor koken, bakken en braden (barbecue);

  • j.

    er vindt geen ander evenement plaats op dezelfde datum en locatie.

 

Afdeling 5 komt te luiden:

Afdeling 5 Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet

 

Artikel 2:34a komt te luiden:

Artikel 2:34a Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de begrippen:

  • a.

    alcoholhoudende drank;

  • b.

    horecabedrijf;

  • c.

    horecalokaliteit;

  • d.

    inrichting;

  • e.

    paracommerciële rechtspersoon;

  • f.

    sterke drank;

  • g.

    slijtersbedrijf;

  • h.

    zwak-alcoholhoudende drank verstaan hetgeen de Alcoholwet daaronder verstaat.

  • 2.

    Lappendag: de laatste dag van de kermis in de Binnenstad van Hoorn.

 

Artikel 2:34d komt te luiden:

Artikel 2:34d Beperkingen voor andere detailhandel dan slijtersbedrijven

Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken vanuit locaties als bedoeld in artikel 18, tweede lid, of artikel 19, tweede lid, onder a, onderdeel 1 van de Alcoholwet in het gebied Binnenstad begrensd door het IJsselmeer, de Hoge Vest, de Spoorsingel, de Draafsingel en de Nieuwe Wal op Lappendag gedurende de tijdsruimte van 16.00 tot 20.00 uur.

 

Artikel 2:41 komt te luiden:

Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal

  • 1.

    Het is verboden een krachtens artikel 174a Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden.

  • 2.

    Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal, een bij die woning of dat lokaal behorend erf, een voor het publiek toegankelijk lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden.

  • 3.

    Deze verboden gelden niet voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal of het daarbij behorend erf wegens dringende reden noodzakelijk is.

 

Artikel 2:48 komt te luiden:

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik

  • 1.

    Het is verboden voor personen van 18 jaar of ouder op een openbare plaats alcoholhoudende drank te gebruiken en/of al dan niet aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- en leefklimaat aantasten of anderszins overlast veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden voor personen van 18 jaar of ouder op een openbare plaats, die deel uitmaakt van de door het college aangewezen gebieden, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid geldt niet voor:

  • a.

    een terras dat deel uitmaakt van een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

  • b.

    de plaats, niet zijnde een inrichting als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

 

Artikel 2:49 komt te luiden:

Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen

  • 1.

    Het is verboden zonder redelijk doel:

  • a.

    zich in een portiek of poort op te houden;

  • b.

    in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen;

  • c.

    op of nabij plaatsen waar en tijde dat er een godsdienstoefening, een kerkelijke plechtigheid, een herdenkingsplechtigheid, een begrafenisplechtigheid of een openbare vergadering wordt gehouden de rust of de orde te verstoren, dan wel zich op andere wijze onbetamelijk of hinderlijk te gedragen;

  • d.

    zich zonder daartoe gerechtigd te zijn op een schoolplein of een ander bij een school behorend terrein te bevinden.

  • 2.

    Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen, die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van zo’n gebouw.

 

Artikel 2:49a wordt verwijderd.

 

Artikel 2:65 komt te luiden:

Artikel 2:65 Bedelarij

Het is verboden op of aan de weg of in een voor publiek toegankelijk gebouw om geld of andere zaken te bedelen.

 

Artikel 2:74a komt te luiden:

Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik

Het is verboden op of aan de weg, op het water of op een voor het publiek toegankelijke plaats middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen dan wel voorbereidingen daartoe verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

 

Artikel 2:79 komt te luiden:

Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in art 151d Gemeentewet

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De burgemeester kan een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid in ieder geval opleggen bij ernstige en herhaaldelijke:

  • a.

    geluid- of geurhinder;

  • b.

    hinder van dieren;

  • c.

    hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

  • d.

    overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf; e. intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

 

Artikel 3:5 komt te luiden:

Artikel 3:5 Weigeringsgronden, schorsing en intrekking vergunning

  • 1.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning, zoals bedoeld in artikel 3:3, geweigerd als:

  • a.

    de exploitant of de beheerder onder curatele staat;

  • b.

    de exploitant of de beheerder onherroepelijk is veroordeeld voor een gewelds- of zedendelict of voor mensenhandel, of in enig ander opzicht van slecht levensgedrag is;

  • c.

    de exploitant of de beheerder de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;

  • d.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

  • e.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de aanvrager in strijd zal handelen met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften;

  • f.

    er aanwijzingen zijn dat voor of bij het seksbedrijf personen tewerkgesteld zijn of zullen zijn die, als het prostituees betreft, nog niet de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, als het overige personen betreft, nog niet de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, slachtoffer zijn van mensenhandel, of verblijven of werken in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000;

  • g.

    de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan zes maanden;

  • h.

    de exploitant of de beheerder minder dan vijf jaar geleden voor de dag dat de vergunning wordt aangevraagd, bij meer dan één rechterlijke uitspraak of strafbeschikking onherroepelijk veroordeeld is tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,- meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

  • I.

    bepalingen, gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en dit hoofdstuk;

  • II.

    de artikel 137c tot en met 137g, 140, 416, 417, 417bis, 420bis, tot en met 420quinquies, 426 en 429quater van het Wetboek van Strafrecht;

  • III.

    artikel 69 van de Algemene wet rijksbelastingen;

  • IV.

    de artikel 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • V.

    de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen; of

  • VI.

    de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie;

  • VII.

    de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen.

  • i.

    de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf of escortbedrijf strijd op zal leveren met een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd, een beheersverordening, een exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit.

  • 2.

    Met een veroordeling als bedoeld in het eerste lid, onder g en h, wordt gelijk gesteld:

  • a.

    een bevel tot tenuitvoerlegging van een zodanige voorwaardelijke straf;

  • b.

    betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht of artikel 76, tweede lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan € 375,- bedraagt.

  • 3.

    De periode van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, onder g. en h., wordt bij de intrekking van een vergunning teruggerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.

  • 4.

    Voor de berekening van de periode van vijf jaar, bedoeld in het eerste lid, onder g. en h., telt de periode waarin een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is ondergaan, niet mee.

  • 5.

    Een vergunning kan in ieder geval worden geweigerd:

  • a.

    voor een seksbedrijf waarvoor de vergunning op grond van artikel 1:8 of in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur is ingetrokken, gedurende een periode van vijf jaar na de intrekking;

  • b.

    als niet is voldaan aan een bij of krachtens artikel 3:4 gestelde eis met betrekking tot de aanvraag, mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bevoegde bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen;

  • c.

    als de vergunning geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op het uitoefenen van een prostitutiebedrijf in een seksinrichting waarvoor eerder een vergunning is ingetrokken, of in die seksinrichting eerder zonder vergunning een prostitutiebedrijf is uitgeoefend;

  • d.

    als de openbare orde, de woon- en leefomgeving of de veiligheid en de gezondheid van prostituees of klanten nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de seksinrichting waarvoor de vergunning is aangevraagd;

  • e.

    het maximum van het aantal te verlenen vergunningen voor seksinrichtingen zoals genoemd in artikel 3.3 lid 4 bereikt is;

  • f.

    het voorkomen of beperken van overlast;

  • g.

    het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat;

  • h.

    de veiligheid van personen of goederen;

  • i.

    de verkeersvrijheid- of veiligheid;

  • j.

    de gezondheid of zedelijkheid;

  • k.

    de arbeidsomstandigheden van de prostituee.

 

Hoorn, 21 september 2021

 

de griffier,                                               de voorzitter,

 

Bekendmaking:

  • door opname in het Gemeenteblad

 

Naar boven