Verordening tot tweede wijziging van de Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 juli 2021;

besluit:

 

vast te stellen:

 

Verordening tot tweede wijziging van de Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021.

Artikel I
  • A.

    artikel 4, eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      de tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 320 uur per jaar.

  • B.

    artikel 6, eerste en tweede lid, komen te luiden:

    • 1.

      De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 320 uur per jaar (480 uur per 1,5 jaar).

    • 2.

      De hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie bedraagt voor deze 320 uur per jaar het volledige fiscale uurtarief, plus een door het college in de nadere regels te bepalen extra bijdrage voor alle uren voorschoolse educatie die het kind volgt (640 uur per jaar / 960 uur per 1,5 jaar).

  • C.

    Artikel 10, eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      De tegemoetkoming wordt beëindigd:

      • a.

        Op de dag dat de peuter vier jaar wordt.

      • b.

        Als een tussentijdse wijziging zoals omschreven in artikel 8 daartoe aanleiding geeft.

      • c.

        Een peuter meer dan 4 weken zonder geldige reden geen gebruik heeft gemaakt van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie.

      • d.

        Als de GGD van oordeel is dat tegemoetkoming peuteropvang of voorschoolse educatie niet meer noodzakelijk is.

  • D.

    De artikelen 12 en 13 worden vernummerd tot artikelen 14 en 15 onder invoeging van nieuwe artikelen 12 en 13 die komen te luiden:

    Artikel 12 Nadere regels

    Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

    Artikel 13 Hardheidsclausule

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening of nadere regels is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

     

  • E.

    Er wordt een toelichting aan deze verordening toegevoegd. De inhoud van de toelichting is te vinden in bijlage 1.

Artikel II
  • -

    Dit besluit treedt in werking op 7 oktober 2021.

  • -

    Dit besluit wordt aangehaald als Verordening tot tweede wijziging van de Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 30 september 2021.

de griffier,

Drs. J.A. Deneer

de voorzitter,

R.J. van de Mortel

Bijlage 1: Toelichting

Artikel 1

De gemeente Vught biedt de tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie aan met als doel gelijke kansen op een goede start in het onderwijs voor alle peuters in Vught. Voor een optimale ontwikkeling van het jonge kind is het belangrijk dat kinderen kunnen ontdekken en ontwikkelen op sociaal, emotioneel, cognitief en motorisch vlak met andere leeftijdsgenootjes.

 

De visie van de gemeente op de peuteropvang en voorschoolse educatie kan als volgt worden samengevat:

  • kwaliteit: de voorzieningen zijn kwalitatief hoogwaardig;

  • toegankelijkheid: de regelingen zijn voor alle ouders en peuters toegankelijk, er is voldoende keuzevrijheid, er worden zo min mogelijk peuters gemist en er is zo min mogelijk oneigenlijk gebruik;

  • betaalbaarheid: de regelingen blijven ook in de toekomst betaalbaar voor ouders en gemeente.

Artikel 2

Diverse begrippen zijn omschreven.

 

In de begripsomschrijving wordt de term Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vermeden. Onder VVE valt ook de vroegschoolse educatie (4 tot 6 jaar). Deze vroegschoolse voorzieningen zijn een primaire verantwoordelijkheid van het onderwijs en maakt geen onderdeel uit van deze verordening.

Artikel 3

De gemeente verstrekt een tegemoetkoming peuteropvang aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar waarvan het kind wel enkele dagdelen naar een vorm van kinderopvang/peuteropvang gaat. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van de tegemoetkoming peuteropvang. De doelgroep definitie is als volgt: peuters van 2 tot 4 jaar, waarvan de ouders geen kinderopvangtoeslag ontvangen.

 

Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als peuters woonachtig zijn in een andere gemeenten en als de peuters jonger zijn dan 2 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

  • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

  • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

  • bewijsstuk van het vastgestelde inkomen: De gemeente vraagt tevens een bewijsstuk voor het vastgestelde inkomen. Dit wordt het IB-60 formulier genoemd en is op te vragen bij de Belastingdienst. De GGD beoordeelt in hoeverre het inkomen van één of meerdere ouders/verzorgers meegenomen dient te worden in de aanvraag. Als er twee ouders op de indicatie van de GGD staan, verwacht de gemeente twee inkomensverklaringen. Als er één ouder op de indicatie van de GGD staat, verwacht de gemeente één inkomensverklaring;

  • verklaren geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag: de gemeente vraagt ouders in de aanvraagprocedure te verklaren dat ze geen kinderopvangtoeslag ontvangen. Als ouders dit niet verklaren dan verstrekt de gemeente geen tegemoetkoming peuteropvang;

  • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

Artikel 4

De peuteropvang die voor een tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt maximaal 320 uur per jaar per kind maal het fiscale uurtarief minus een inkomensafhankelijke eigen bijdrage per uur. Het fiscale uurtarief en de eigen bijdrage worden jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de VNG-adviestabel. De laagste inkomensgroep in deze tabel betaalt geen eigen bijdrage.

 

Het kan voorkomen dat de kinderopvangorganisatie een hoger uurtarief rekent. De gemeente vergoedt maximaal dit fiscale uurtarief. Meerkosten komen voor rekening van ouders.

 

Ouders betalen dus afhankelijk van hun inkomen een eigen bijdrage voor de tegemoetkoming peuteropvang. Er is geen maximaal aantal keer dat de inkomensafhankelijke eigen bijdrage geheven wordt.

Artikel 5

Voorschoolse educatie is gericht op het voorkomen van achterstand in taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling bij peuters. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van voorschoolse educatie. De doelgroep definitie is als volgt:

  • de peuters hebben een leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • er is een indicatie van de GGD dat voorschoolse educatie nodig is:

    • kinderen met een achterstand in de taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling;

    • kinderen van nieuwkomers (arbeidsmigranten, asielzoekers en statushouders);

    • bij uitzondering kleuters waarbij verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind of ter overbrugging voor maximaal zes weken naar het begin van de basisschool.

Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught of als peuters jonger zijn dan 2,5 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

  • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

  • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

  • de kinderopvanglocatie waarmee een contract is afgesloten is als VVE-locatie opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en maakt gebruik van een VVE-programma;

  • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

Om in aanmerking te komen voor voorschoolse educatie is een inkomensverklaring en de verklaring geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag niet nodig.

 

Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (art. 166) moet een gemeente ervoor zorgen, dat er voldoende voorzieningen zijn voor voorschoolse educatie die voldoen aan door rijkswege gestelde eisen. De Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) geeft de gemeente een rol in de voorschoolse voorzieningen.

Artikel 6

De voorschoolse educatie die word vergoed bedraagt maximaal 320 uur per jaar per kind maal het fiscale uurtarief plus een door het college nader te bepalen extra bijdrage op basis van max. 16 uur per week. Het fiscale uurtarief wordt jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de VNG-adviestabel. Voor de voorschoolse educatie rekent het college geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

 

Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van het eerste en tweede dagdeel voorschoolse educatie. Het eerste en tweede dagdeel kunnen echter ook bekostigd worden vanuit de tegemoetkoming peuteropvang. De combinatie tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie is dus mogelijk. Het college vergoedt dan alle dagdelen. Alleen het eerste en tweede dagdeel dat bekostigd wordt vanuit de tegemoetkoming peuteropvang kent dan een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Ook hier geldt dat ouders uit de laagste inkomensgroep geen eigen bijdragen hoeven te betalen.

 

Kinderopvangorganisaties ontvangen een extra bijdrage voor alle uren dat een kind gebruik maakt van voorschoolse educatie (dus niet alleen het derde en vierde dagdeel) tot een maximum van 960 uur in anderhalf jaar. Ook voor de uren voorschoolse educatie die ouders zelf betalen of voor vergoeding vanuit de tegemoetkoming peuteropvang in aanmerking komen geldt deze extra bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage staan in de nadere regels.

 

In de gemeente moet minimaal 960 uur voorschoolse educatie beschikbaar zijn voor alle peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie. De verordening biedt weliswaar ruimte voor maatwerk en kortere inzet. Het komt voor dat kinderen zich pas later met spraak- en taalachterstanden melden bij de GGD. Het college zal dan ook op latere leeftijd dan 2,5 jaar nog voorschoolse educatie toekennen tot het moment dat het kind 4 jaar wordt.

Artikel 7

Hieronder worden de verschillen stappen van de aanvraagprocedure beschreven.

Stap 1: Ouders melden zich

Ouders melden zich bij de kinderopvang of bij de GGD. De kinderopvang en GGD bereiden samen met de ouders de aanvraag voor. Een aanvraag kan het gehele jaar worden ingediend.

Stap 2: Het doen van de aanvraag

De aanvraagprocedure wordt doorlopen. Bij een aanvraag voor tegemoetkoming peuteropvang moet aan de voorwaarden uit artikel 3 en voor voorschoolse educatie moet aan de voorwaarden uit artikel 5 worden voldaan. Bij een onvolledige aanvraag wordt een hersteltermijn meegegeven.

Daarna hebben aanvragers alsnog de mogelijkheid om de aanvraag af te ronden, dit heeft geen invloed op de hoogte van de tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie.

Stap 3: Toetsen aanvraag

Het college heeft 8 weken de tijd om de aanvraag te toetsen. Als aan de voorwaarden wordt voldaan wordt een aanvraag toegekend. Het beschikbaar te stellen bedrag voor de tegemoetkoming peuteropvang wordt berekend zoals benoemd in artikel 4 en voor voorschoolse educatie wordt berekend zoals benoemd in artikel 6. De regelingen gaan in op de datum die is opgenomen in het besluit, namelijk de datum dat de peuteropvang en/of voorschoolse educatie is aangevangen. De aanvangsdatum staat in het contract dat is afgesloten met de kinderopvangorganisatie.

Stap 4: Aanvrager ontvangt beschikking

Ouders en de kinderopvangorganisatie ontvangen een formeel besluit van het college met daarin wat er is toegekend en de hoogte van het toegekende bedrag. Het wordt voor ouders duidelijk gemaakt hoe de berekening is gemaakt. Ouders kunnen in bezwaar gaan tegen dit besluit.

Artikel 8

Aanvragers zijn verplicht om tussentijdse wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de aanvraag te melden bij de gemeente. Een tussentijdse wijziging wordt voorafgaand aan de wijziging of met ingang van de wijziging gemeld. Het college beoordeelt de wijziging binnen 8 weken na ontvangst.

Artikel 9

De gemeente betaalt op basis van facturatie aan het begin van de opvangmaand rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie. De kinderopvangorganisatie factureert de eigen bijdrage bij ouders. De betaling wordt stopgezet op de dag dat een kind 4 jaar oud wordt.

Artikel 10

De regelingen kunnen na de vierde verjaardag verlengd worden als het kind nog niet naar de basisschool kan en de GGD dit noodzakelijk acht voor de ontwikkeling van het kind. Dit kan met maximaal 6 weken verlengd worden.

Artikel 11

Het college kan een betaling terugvorderen als er onjuiste inlichten zijn verstrekt, de gevraagde bewijsstukken niet zijn ontvangen en als blijkt dat er een onverschuldigde betaling aan het kinderdagverblijf is gedaan.

Artikel 12

Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 13

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening of nadere regels is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een onbillijke en onredelijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog peuteropvang of voorschoolse educatie kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Het toekennen van peuteropvang voor peuters jonger dan twee jaar, voorschoolse educatie toekennen voor peuters jonger dan tweeëneenhalf jaar, meer uren voor peuteropvang en voorschoolse educatie vergoeden dan in de verordening staat aangegeven en/of als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught vallen in de meeste gevallen niet onder deze uitzonderlijke situaties.

Artikel 14

Diverse overgangsbepalingen zijn benoemd in het kader van de invlechting van Helvoirt bij de gemeente Vught.

Artikel 15

De verordening treedt in werking op 1 januari 2021 en wordt aangehaald als Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie 2021.

Naar boven