Gemeenteblad van Maassluis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2021, 348992 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2021, 348992 | beleidsregel |
Participatie onder de Omgevingswet beleidsnotitie en handreiking
De Omgevingswet treedt op 1 juli 2022 in werking. Participatie is een belangrijk onderdeel van deze Omgevingswet. De gedachte is dat door het vroegtijdig betrekken van belanghebbenden bij projecten en plannen niet alleen meer draagvlak ontstaat voor die projecten en plannen, maar dat ook de kwaliteit ervan en de besluitvorming erover beter wordt.
Daarbij is participatie geen doel op zich, maar helpt participatie de doelen van de Omgevingswet te realiseren door een betere benutting en bescherming van de fysieke leefomgeving tot stand te brengen door initiatieven en plannen in een vroeg stadium met alle belanghebbenden te doorleven.
De gemeente Maassluis betrekt de inwoners en andere partijen nu al bij plannen, projecten en werkzaamheden in de stad. Op welk moment dit gebeurt en hoe het participatieproces wordt ingericht hangt af van de situatie; participatie is maatwerk. Daarbij is het van belang dat inwoners, bedrijven en organisaties inzicht hebben in het participatiebeleid en de regels die gelden. Daarom heeft de gemeente de ambitie het algemene participatiebeleid verder te ontwikkelen.
Dit algemene participatiebeleid behelst meer dan participatie onder de Omgevingswet. Vooruitlopend op het algemene participatiebeleid wordt daarom in deze notitie aangeven hoe Maassluis omgaat met participatie onder de Omgevingswet. Dit doen we aan de hand van de volgende onderwerpen:
De verplichtingen vanuit de Omgevingswet voor participatie verschillen per instrument. Voor instrumenten waarvoor de gemeente initiatiefnemer is, moet de gemeente aangeven hoe belanghebbenden betrokken zijn bij de totstandkoming van deze instrumenten en welke resultaten dit heeft opgeleverd. Dit geldt voor de instrumenten Omgevingsvisie, programma en omgevingsplan. De gemeente is van oordeel dat participatie voor deze instrumenten maatwerk is. Daarom wordt, voorafgaand aan het opstellen van deze plannen, een participatie- en communicatieplan opgesteld.
Voor de omgevingsvergunning geldt een uitzondering. Hier is niet de gemeente maar de initiatiefnemer verantwoordelijk voor participatie. De verplichtingen volgens artikel 7.4 van de Omgevingsregeling zijn, dat de initiatiefnemer bij zijn aanvraag aangeeft of:
Dit is een aanvraagvereiste (voor het aanvragen van een vergunning) en geen verplichting om aan participatie te doen. Hierop bestaat één uitzondering. De gemeenteraad kan gevallen aanwijzen waarin participatie verplicht is.
Dit kan alleen bij een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)1, waarvoor het college het bevoegd gezag is.
De gemeenteraad heeft de behoefte een ondergrens aan te brengen voor verplichte participatie2. Deze ondergrens leggen we bij die initiatieven waarvoor moet worden afgeweken van het omgevingsplan. De verplichtingen houden in dat de initiatiefnemer aangeeft:
De initiatiefnemer legt bovenstaande bevindingen vast in een participatieverslag. Het is aan de initiatiefnemer hoe die zijn participatietraject inricht. De handreiking (zie bijlage 1) en desgewenst ondersteuning vanuit de gemeente (zie onder ‘de faciliterende overheid) kunnen daar een hulpmiddel bij zijn. In de handreiking voor de initiatiefnemer lichten we de verplichtingen nader toe.
In het Ambitiedocument Omgevingswet Maassluis (vastgesteld door de gemeenteraad in september 2020) is aangegeven dat participatie maatwerk is. Praktisch gezien betekent dit dat participatie voor het aanbrengen van een dakkapel er anders uitziet dan bij het ontwikkelen van 140 woningen door een projectontwikkelaar of het aanleggen van infrastructuur door de gemeente. We noemen dit proportionaliteit; participatie moet in verhouding staan tot de impact van het project op de omgeving. Deze proportionaliteit komt onder meer tot uiting in de belanghebbenden die worden betrokken (bij de dakkapel vooral de buren, bij de woonwijk omwonenden, belangenorganisaties e.d.) en in de vormgeving van het participatietraject (de buren uitnodigen op de koffie om de plannen toe te lichten of verschillende sessies beleggen voor belangstellenden in de buurt in een vroeg stadium van de planvorming). Nagegaan moet dus worden op wie het initiatief impact heeft en welke werkwijze of participatievormen daar het beste bij passen. De participatieladder3 geeft verschillende mogelijkheden om tot dit maatwerk te komen.
De gemeente kan en wil faciliteren bij het starten van een participatietraject. Ondanks dat de initiatiefnemer verantwoordelijk blijft, biedt de gemeente ondersteuning voor particuliere initiatiefnemers. Dat zijn niet alleen bewoners van Maassluis maar het betreft ook bijvoorbeeld (sport)verenigingen, een maatschappelijk initiatief of een organisatie zonder winstoogmerk (zoals een school). Kenmerk is dat dit non-profit organisaties zijn. Bedrijven (met winstoogmerk) zijn beter in staat het participatietraject zelf te organiseren, dan wel deskundigheid op dit vlak in te huren.
De ondersteuning die de gemeente kan bieden, bestaat bijvoorbeeld uit het doen van suggesties over de te betrekken doelgroepen en het plaatsen van voorbeelden van werkvormen op de website. Duidelijk moet zijn dat de gemeente het niet over gaat nemen van de initiatiefnemer. Die is en blijft verantwoordelijk voor het participatietraject.
Bij de verplichte vorm van participatie beoordeelt de gemeente of aan de participatievereisten is voldaan. Dat gebeurt op twee manieren:
Inhoudelijk: De gemeente neemt de uitkomsten van het participatietraject mee bij de evenredige belangenafweging die plaats vindt bij de beoordeling van het initiatief. Daarbij onderscheiden we drie beoordelingsgronden:
De gemeente weegt draagvlak af tegen het maatschappelijk belang van het initiatief. Zo kan een specifieke doelgroep binnen het participatietraject bezwaar hebben tegen het initiatief, maar kan het maatschappelijk belang toch dermate groot zijn, dat dit zwaarder weegt dan een beperkt draagvlak. Omgekeerd komt ook voor; veel draagvlak, maar strijdig met maatschappelijke belangen. De gemeente is bij uitstek de partij om dit maatschappelijk belang op een integrale manier te betrekken in de uiteindelijke afweging.
Bijlage 1, Handreiking voor de initiatiefnemer Participatie Omgevingswet.
Voor elk initiatief in de fysieke leefomgeving dat gevolgen heeft voor anderen is het wenselijk om met die betrokkenen in gesprek te gaan. Voor initiatieven waarvoor wordt afgeweken van het omgevingsplan (voorheen het bestemmingsplan) geldt een plicht om aan participatie te doen.
In deze handreiking geven we aan hoe u een participatietraject voor uw initiatief kunt inrichten. We besluiten de handreiking met een overzicht van wat u verplicht bent te doen.
Vooraf brengt u in beeld wie impact ondervindt van uw initiatief. Hoe meer impact uw initiatief op de omgeving heeft, hoe meer betrokkenen u meeneemt in het participatietraject. Impact heeft betrekking op zaken als uitzicht, geuroverlast, geluidsoverlast, ander gebruik van de omgeving en dergelijke.
Betrokkenen zijn vaak burgers en omwonenden van het initiatief, maar ook organisaties die een belang vertegenwoordigen dat door uw initiatief wordt geraakt. Denk hierbij aan bewonersverenigingen, ondernemers, een milieugroep of een maatschappelijke organisatie.
Behalve de relevante betrokkenen, brengt u ook in beeld welk beleid betrekking heeft op uw initiatief en hoe u daar rekening mee houdt.
Nu u de relevante belanghebbenden in beeld heeft, gaat u met hen in gesprek. Doe dat open, actief en positief. Heeft uw initiatief grote impact, ga dan als eerste in gesprek met de gemeente. In zo’n gesprek kan de gemeente ook tips meegeven voor uw participatietraject. Belangrijk bij het in gesprek gaan met uw doelgroep is:
Voordat u uw aanvraag indient, kunt u eerst nog peilen bij de betrokkenen hoe zij tegen het (al of niet) aangepaste initiatief en het participatieverslag aankijken. Het is aan u of dit aanleiding geeft bepaalde stappen uit deze handreiking te herhalen. Overigens is het geen maatstaf dat iedereen het inhoudelijk met uw initiatief eens dient te zijn. Een zo groot mogelijk draagvlak heeft natuurlijk wel voordelen bij het doorlopen van de formele vergunningaanvraag.
Na het doorlopen van het participatietraject en het indienen van de aanvraag, publiceert de gemeente uw aanvraag. Daarmee start het formele traject van uw vergunningaanvraag.
We zetten de verplichtingen uit de Handreiking Participatie Omgevingswet nog even op een rij:
|
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-348992.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.