Gemeente Heerlen - Verordening bestuurlijke boete handhaving overlast in de openbare ruimte Heerlen 2021

De raad van gemeente Heerlen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen;

gelet op artikel 154b van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is om de handhaving van overlastfeiten in de openbare ruimte middels een bestuurlijke boete te kunnen uitvoeren;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

 

Artikel 1: Boetebepaling

 

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen bepaalde kan worden beboet met een bestuurlijke boete:

  • 2:6, eerste lid, 2:8, eerste lid, 2:9, eerste lid, 2:10, eerste en tweede lid, 2:11, eerste lid, 2:12, eerste lid, 2:14, tweede en derde lid, 2:15, 2:16, 2:17, 2:18, eerste lid en tweede lid, 2:22, 2:24, 2:24a, 2:28, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 2:31, 2:32, 2:34, 2:35, eerste en tweede lid, 2:36, eerste, tweede, zesde en achtste lid, 2:37,eerste lid, 2:39, eerste lid, 2:40, eerste lid, 2:41, eerste lid, 2:42 tweede lid, 2:43, eerste lid, 2:44, eerste en tweede lid, 2:46, 2:47, eerste en tweede lid, 2:48 , 2:49, eerste en tweede lid, 2:50, eerste lid, 2:51, eerste lid, 2:52, tweede, derde en vierde lid, 2:53, eerste lid, 2:53a, eerste lid, 2:54, 2:55, eerste lid, 2:56, eerste lid, 2:71a, eerste en tweede lid, 2:71b, eerste lid, 2:71c, eerste lid, 3:1a (alleen softdrugs of daarop gelijkende waar), 3:11B, 3:22, eerste, tweede en derde lid, 3:39, 3:41, eerste lid, 4:5, eerste lid, 4:6, eerste lid, 4:7, 4:8, 4:10, 4:11, 4:13, derde lid, 4:14, tweede lid, 4:15, eerste lid, 4:16, eerste lid, 4:18, eerste lid, 5:2, eerste lid, 5:3, eerste lid, 5:4, 5:5, eerste lid, 5:6, eerste lid, 5:7, eerste lid, 5:8, eerste lid, 5:8a, eerste lid, 5:9, eerste lid, 5:10, eerste lid, 5:11, eerste en tweede lid, 5:12, eerste lid, 5:14, eerste, vierde en vijfde lid, 5:22, 5:24, eerste lid, 5:25, eerste lid, 5:27, eerste lid, 5:28, 5:29, eerste lid.

  • 2.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Afvalstoffenverordening bepaalde kan worden beboet met een bestuurlijke boete:

  • 4, eerste lid, 6, 8, eerste lid, 9, 10, eerste en tweede lid, 12, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 17, eerste lid, 18.

 

Artikel 2: Hoogte bestuurlijke boete

  • 1.

    Bij overtreding door een natuurlijke persoon van een voorschrift als genoemd in artikel 1 van deze verordening, is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage, behorende bij deze verordening, is vermeld bij het betreffende voorschrift.

  • 2.

    Bij overtreding door een rechtspersoon wordt het boetebedrag voor een natuurlijk persoon, vanaf 16 jaar, als bedoeld in het eerste lid, vermenigvuldigd met een factor van vijf en zoals verwerkt in de bijlage behorende bij deze verordening.

 

Artikel 3: Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening bestuurlijke boete handhaving overlast in de openbare ruimte Heerlen 2019, vastgesteld 30 januari 2019 en in werking getreden 14 februari 2019, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Artikel 4: Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Bestuurlijke boete handhaving overlast in de openbare ruimte Heerlen 2021

 

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 29 september 2021.

 

 

griffier,

drs. T.W. Zwemmer

voorzitter,

drs. R. Wever

Toelichting Verordening Bestuurlijke boete Heerlen

 

ALGEMEEN

In artikel 154b van de Gemeentewet is opgenomen dat de raad een zelfstandige bevoegdheid heeft om bij verordening te bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd voor overtreding van de in de Algemene Plaatselijke Verordening overlastfeiten behoudens specifieke feiten zoals vermeld in het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (hierna: Bboor). Deze bevoegdheid geldt eveneens voor in de Bboor omschreven feiten die zijn opgenomen in de Afvalstoffenverordening.

 

Om een bestuurlijke boete door een buitengewoon opsporingsambtenaar te kunnen laten opmaken moeten bij verordening desbetreffende APV-artikelen vastgesteld zijn. Deze artikelen worden in onderhavige Verordening bestuurlijke boete handhaving overlast in de openbare ruimte Heerlen 2021 aangewezen.

 

De mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen, sluit niet uit dat daarnaast of in plaats daarvan, een bestuursrechtelijke herstelsanctie wordt opgelegd, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Ook een herstelsanctie als de (tijdelijke) intrekking van een vergunning, kan gepaard gaan met het opleggen van een bestuurlijke boete. Voor zover nodig wordt in beleid nader uitgewerkt in welke gevallen naast de herstelsanctie ook een bestuurlijke boete wordt opgelegd.

 

FEITEN

De mogelijkheden om een bestuurlijke boete voor overlastfeiten in te voeren zijn op een aantal manieren begrensd door de landelijke wetgever. Zo is een klein aantal feiten opgenomen in een zogenaamde negatieve lijst (artikel 2 Bboor). Ten aanzien van de feiten die zijn genoemd in de negatieve lijst, kan de raad niet bepalen dat daarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Het gaat hierbij om voorschriften waarvan de overtreding gepaard kan gaan met geweld, zoals voorschriften met betrekking tot het hinderlijk gebruik van alcohol of het gebruik van harddrugs. Ook voorschriften met een gevaarzettend karakter (zoals voorschriften met betrekking tot samenscholingen, ongeregeldheden of vechten), of die evident raken aan ernstiger strafbare feiten (zoals voorschriften met betrekking tot de handel in drugs, heling, het meevoeren van rooftassen, steekwapens en inbrekerswerktuig), zijn uitgezonderd van de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen.

Voor deze feiten is uitsluitend stafrechtelijke handhaving mogelijk. Ook voorschriften met betrekking tot het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie zijn niet in deze verordening opgenomen. De handhaving van deze voorschriften vindt voornamelijk middels herstelsancties (bij overtreding van vergunningvoorschriften), als strafrechtelijk plaats (bij constateringen van mensenhandel).

 

Ook overtreding van de Afvalstoffenverordening valt onder het regime van de bestuurlijke boete. Hiervoor geldt een zogenaamde positieve lijst (artikel 3 Bboor). Alleen voor de feiten die op deze positieve lijst zijn opgenomen kan een bestuurlijke boete worden ingevoerd. Het gaat hierbij om voorschriften die betrekking hebben op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke- en bedrijfsafvalstoffen en om voorschriften met betrekking tot het achterlaten van straatafval en zwerfafval. Vrijwel alle voorschriften uit de Afvalstoffenverordening Heerlen vallen onder deze positieve lijst en zijn opgenomen in deze verordening, zodat bij overtreding daarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.

 

HOOGTE BOETE

De verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete is ten aanzien van een groot aantal overtredingen in (de bijlage bij) het Bboor vastgelegd. Voor zover ten aanzien van een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet uit het Besluit Bboor volgt, kan de raad de boetehoogte zelf bij verordening vaststellen. Daarbij gelden echter wel de in de Gemeentewet vastgelegde maximale bedragen. De bestuurlijke boete kan voor een natuurlijke persoon (per gedraging) niet hoger zijn dan € 435,- (eerste categorie als bedoeld in artikel 23, vierde lid Wetboek van Strafrecht) en voor rechtspersonen niet hoger zijn dan € 2250,- (artikel 154b, zesde lid Gemeentewet).

 

Vanwege de overzichtelijkheid zijn alle beboetbare feiten en de boetehoogte ten aanzien van natuurlijke personen en rechtspersonen in een afzonderlijke bijlage bij de verordening opgenomen. In deze bijlage zijn opgenomen zowel de feiten waaruit de boetehoogte volgt uit de bijlage bij het Bboor, alsmede de feiten waarvan de boetehoogte is bepaald door de raad.

 

Conform artikel 154b, zevende lid, Gemeentewet zijn de bedragen voor natuurlijke personen tussen de 12 en 16 jaar gehalveerd ten opzichte van natuurlijke personen van 16 jaar en ouder. De boetebedragen voor rechtspersonen zijn met een factor van vijf vermenigvuldigd. De reden hiervoor is dat rechtspersonen door het begaan van een overtreding veelal een groter economisch voordeel behalen bij een overtreding. Dit rechtvaardigt dat aan hen een hogere boete wordt opgelegd.

 

 

Naar boven