Gemeente Gouda - Wijziging Gouds mandatenbesluit

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Gouda;

 

gelezen het voorstel van 26 januari 2021

 

gelet op artikel 160 en 168 van de Gemeentewet;

 

besluiten: 

 

ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

Artikel I  

Het Gouds mandatenbesluit als volgt te wijzigen:

 

A.  Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Burgemeester en wethouders

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 10 Burgemeester en wethouders – geen ondermandaat

1. Burgemeester en wethouders beslissen op klachten over gedragingen van de burgemeester als bestuursorgaan (niet zijnde voorzitter van het college van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad van Gouda).

2. Burgemeester en wethouders kennen per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

Artikel 10 Burgemeester en wethouders – geen ondermandaat

Burgemeester en wethouders beslissen op klachten over gedragingen van de burgemeester als bestuursorgaan (niet zijnde voorzitter van het college van burgemeester en wethouders of van de gemeenteraad van Gouda).

 

B.  Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde burgemeester

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 11 Burgemeester - geen ondermandaat

6. De burgemeester is bevoegd besluiten te nemen inzake naamgeving openbare ruimte.

Artikel 11 Burgemeester - geen ondermandaat

6. De burgemeester is bevoegd besluiten te nemen inzake naamgeving openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

 

C Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

Portefeuillehouders, voor zover het de portefeuille betreft

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 13 Portefeuillehouders, voor zover het de portefeuille betreft – geen ondermandaat

1. Een portefeuillehouder is bevoegd te beslissen op bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht, ingeval van gelijkluidende adviezen van de Bezwaarschriftencommissie Gouda en (ambtelijk) van de functionele afdeling. Dit mandaat geldt niet:

a. indien het college of de portefeuillehouder het primaire besluit heeft genomen

b. indien de Bezwaarschriftencommissie Gouda een aanbeveling heeft gedaan, die niet wordt overgenomen

c. voor bezwaarschriften op het gebied van rechtspositie

d. indien het college nogmaals op het bezwaarschrift een besluit moet nemen

Artikel 13 Portefeuillehouders, voor zover het de portefeuille betreft – geen ondermandaat

1. Een portefeuillehouder is bevoegd te beslissen op bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht, ingeval van gelijkluidende adviezen van de Bezwaarschriftencommissie Gouda en (ambtelijk) van de functionele afdeling. Dit mandaat geldt niet:

a. indien het college of de portefeuillehouder het primaire besluit heeft genomen

b. indien de Bezwaarschriftencommissie Gouda een aanbeveling heeft gedaan, die niet wordt overgenomen

c. indien het college nogmaals op het bezwaarschrift een besluit moet nemen

 

D.  Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

Portefeuillehouder onderwijs

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 16 Portefeuillehouder onderwijs – geen ondermandaat

1. De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd afspraken te maken over het onderwijsachterstandenbeleid, als bedoeld in de artikelen 167 en 167a van de Wet op het primair onderwijs en artikel 118a van de Wet op het voortgezet onderwijs.

2. De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd uitvoeringsbeleid onderwijsachterstanden vast te stellen op basis van door het college vastgestelde kaders.

Artikel 16 Portefeuillehouder onderwijs – geen ondermandaat

1.De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd afspraken te maken over het onderwijsachterstandenbeleid, als bedoeld in de artikelen 167 en 167a van de Wet op het primair onderwijs en artikel 118a van de Wet op het voortgezet onderwijs.

2. De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd uitvoeringsbeleid onderwijsachterstanden vast te stellen op basis van door het college vastgestelde kaders.

3. De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd afspraken te maken over volwasseneneducatie, als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

4. De portefeuillehouder onderwijs is bevoegd uitvoeringsbeleid volwasseneneducatie vast te stellen op basis van door het college vastgestelde kaders.

 

E. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

Portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling – geen ondermandaat

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat

was

wordt

Artikel 22 Portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling – geen ondermandaat

[…]

6. De portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling is bevoegd tot vaststelling/wijziging van (toekomstige) overeenkomsten over uitvoering van taken in het kader van de Huisvestingsverordening Gouda.

Artikel 22 Portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling – geen ondermandaat

[…]

6. De portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling is bevoegd tot vaststelling/wijziging van (toekomstige) overeenkomsten over uitvoering van taken in het kader van de Huisvestingsverordening Gouda.

7. De portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling is bevoegd tot het toepassen van de hardheidsclausule in artikel 36 van de Huisvestingsverordening.

8. De portefeuillehouder wonen en wijkontwikkeling is bevoegd tot het toepassen van de hardheidsclausule in artikel 10 van de Verordening Startersleningen Gouda 2020.

 

F.  Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

Afdelingshoofden – ondermandaat toegestaan

inhoud van het mandaat – ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 27 Afdelingshoofden – ondermandaat toegestaan

[…]

7. Een afdelingshoofd is bevoegd te beslissen op verzoeken om hergebruik van overheidsinformatie op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie, voor zover deze verzoeken hebben op het werkterrein van de afdeling.

Artikel 27 Afdelingshoofden – ondermandaat toegestaan

[…]

7. Een afdelingshoofd is bevoegd te beslissen op verzoeken om hergebruik van overheidsinformatie op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie, voor zover deze verzoeken hebben op het werkterrein van de afdeling. 8. Een afdelingshoofd is bevoegd om namens de gemeente toestemming te geven voor feitelijke handelingen voor zover deze feitelijke handelingen betrekking hebbenop het werkterrein van de afdeling.

 

G.  Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde afdelingshoofd beheer openbare ruimte

inhoud van het mandaat – geen ondermandaat toegestaan

was

wordt

Artikel 28 Afdelingshoofd beheer openbare ruimte (BOR) – geen ondermandaat

5. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd standplaatsvergunningen te verlenen (artikel 5 van de Marktverordening Gouda 2009).

6. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd voorschriften en beperkingen te verbinden aan een vergunning of ontheffing op grond van de Marktverordening Gouda 2009 (artikel 4 van de Marktverordening Gouda 2009).

7. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om gebruik te maken van een andere dan elektrische verlichting of van het verbod om elektriciteit te betrekken van een ander dan degene door het college voor het leveren daarvan is aangewezen, of om zelf hierin te voorzien (artikel 27 van de Nadere regelen Gouda 2009).

8. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid of van het verbod om radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats aanwezig te hebben voor een ander doel dan de verkoop daarvan (artikel 28 van de Nadere regelen Gouda 2009).

9. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken en het daarbij stellen van voorwaarden (artikel 29 van de Nadere regelen Gouda 2009).

10. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om tijdens de duur van de markt op het marktterrein met goederen of waren ten verkoop rond te rijden of te lopen, slechts voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders (artikel 31 van de Nadere regelen Gouda 2009).

11. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd de vaste standplaatsvergunningen in te trekken en te schoresn (artikel 7 en 9 van de Marktverordening Gouda 2009).

12. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd dagplaatshouders of standwerkers uit et sluiten (artikel 10 van de Marktverordening Gouda 2009).

Artikel 28 Afdelingshoofd beheer openbare ruimte (BOR) – geen ondermandaat

5. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd een omgevingsvergunning vaste marktstandplaats te verlenen (artikel 3.59 van de Verordening fysieke leefomgeving).

6. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd voorschriften en beperkingen te verbinden aan een omgevingsvergunning vaste marktplaats (artikel 3.60 van de Verordening fysieke leefomgeving).

7. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om gebruik te maken van een andere dan elektrische verlichting of van het verbod om elektriciteit te betrekken van een ander dan degene door het college voor het leveren daarvan is aangewezen, of om zelf hierin te voorzien (artikel 5.25 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

8. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid of van het verbod om radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats aanwezig te hebben voor een ander doel dan de verkoop daarvan (artikel 5.26 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

9. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken en het daarbij stellen van voorwaarden (artikel 5.27 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

10. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om tijdens de duur van de markt op het marktterrein met goederen of waren ten verkoop rond te rijden of te lopen, slechts voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders (artikel 5.29 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

11. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd de omgevingsvergunningen vaste marktstandplaats in te trekken en te schorsen (artikel 3.62 en 3.63 van de Verordening fysieke leefomgeving).

12. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd dagplaatshouders of standwerkers uit te sluiten (artikel 3.64 van de Verordening fysieke leefomgeving).

 

H. Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd beheer openbare ruimte (BOR) – ondermandaat toegestaan

Was

wordt

Artikel 29 Afdelingshoofd beheer openbare ruimte (BOR) – ondermandaat toegestaan

2. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te besluiten tot het vaststellen, intrekken en wijzigen van nummeraanduidingen op grond van artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering adressen Gouda 2012.

3. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd tot het vaststellen van lig- en standplaatsen en het afbakenen van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen, ligplaatsen, voor personen toegankelijke objecten en afgebakende terreinen, op grond van artikel 3 van de Verordening naamgeving en nummering adressen Gouda 2012.

Artikel 29 Afdelingshoofd beheer openbare ruimte (BOR) – ondermandaat toegestaan

2. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd te besluiten tot het vaststellen, intrekken en wijzigen van nummeraanduidingen op grond van artikel 2.15 van de Verordening fysieke leefomgeving.

3. Het afdelingshoofd BOR is bevoegd tot het vaststellen van lig- en standplaatsen en het afbakenen van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen, ligplaatsen, voor personen toegankelijke objecten en afgebakende terreinen, op grond van artikel 2.15 van de Verordening fysieke leefomgeving.

 

I. Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd werk en financiën (WNF) – ondermandaat toegestaan

Was

wordt

Artikel 36 Afdelingshoofd inkomen (INK) – geen ondermandaat

1. Het afdelingshoofd INK is bevoegd beslissingen op grond van de volgende wetten, besluiten, verordeningen en de daarop gebaseerde regelgeving te nemen:

a. Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

b. Participatiewet;

d. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

e. Wet inburgering;

f. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

g. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

h. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

i. Verordening bevordering maatschappelijke participatie Gouda 2017.

2. Het afdelingshoofd INK is bevoegd de artikelen 21 tot en met 22 van de Wet op de lijkbezorging uit te voeren.

3. Het afdelingshoofd INK is bevoegd de verklaring als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f van de Faillissementswet af te geven.

Artikel 36 afdelingshoofd werk en financiën ( WNF) – ondermandaat toegestaan (met uitzondering van lid 2 en 3)

1. Het afdelingshoofd WNF is bevoegd beslissingen op grond van de volgende wetten en de daarop gebaseerde verordeningen en regelgeving te nemen:

a) Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

b) Participatiewet;

c) Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

d) Wet inburgering;

e) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

f) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

g) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

h) Verordening bevordering maatschappelijke participatie Gouda 2017.

2. Het afdelingshoofd WNF is bevoegd de artikelen 21 tot en met 22 van de Wet op de lijkbezorging uit te voeren.

3. Het afdelingshoofd WNF is bevoegd de verklaring als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, van de Faillissementswet af te geven.

4. Het afdelingshoofd WNF is bevoegd een mededeling te doen tot verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht of opschorting van de beslistermijn voor het geven van een beschikking op grond van artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

5. Het afdelingshoofd WNF is bevoegd toegang tot de maatschappelijke opvang te verlenen of te weigeren, bij afwezigheid van het afdelingshoofd WNF wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de algemeen directeur aangewezen plaatsvervanger.

 

J. Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies –geen ondermandaat

Was

wordt

Artikel 38 Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies (RBA) – geen ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd brieven aan vooroverleginstanties te ondertekenen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder 1, van het Besluit ruimtelijke ordening.

2.Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op subsidieaanvragen op grond van Subsidieverordening Groenfonds Gouda, met uitzondering van het toepassen van de hardheidsclausule.

3. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor subsidies en lopende subsidieverplichtingen op grond van de artikelen 15 tot en met 37 en toepassen van de hardheidsclausule (artikel 39) van de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2011.

4. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op subsidieaanvragen voor huur- en koopwoningen, standplaatsen woonwagens, als bedoeld in de betreffende rijkssubsidieregelingen.

5. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor een duurzaamheidslening.

6. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen om een jaarlijkse bijdrage woningbouwcomplexen bij het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

7. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor een starterslening.

8. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd de bevoegdheden uit te oefenen genoemd in artikel 1 (bekendmaking), artikel 3 en 4 tweede lid (volgordebepaling), en artikel 6 tweede lid (termijn geven voor aanvullen benodigde gegevens) van de Beleidsregels toewijzen huurstandplaatsen woonwagens Gouda.

9. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd de bevoegdheden toe te passen als bedoeld in de volgende artikelen van de Huisvestingsverordening Gouda:

-artikel 6, vijfde lid (verzoek aan verhuurders tot verantwoording)

-artikel 7, vierde lid (het overnemen van een in een andere gemeente verleende urgentiebeschikking) en zevende lid (het verlenen van een urgentie)

-artikel 12, eerste lid (intrekken urgentieverklaring)

-artikel 12, derde lid (verlengen geldigheidsduur urgentie)

-artikel 12, vierde lid (indelen in een andere urgentiecategorie)

-artikel 36 (het toepassen van de hardheidsclausule)

-artikel 37 (het opleggen van een bestuurlijke boete)

Artikel 38 Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies (RBA) – geen ondermandaat

1. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd brieven aan vooroverleginstanties te ondertekenen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder 1, van het Besluit ruimtelijke ordening.

2.Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op subsidieaanvragen op grond van Subsidieverordening Groenfonds Gouda, met uitzondering van het toepassen van de hardheidsclausule.

3. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor subsidies en lopende subsidieverplichtingen op grond van de artikelen 15 tot en met 37 en toepassen van de hardheidsclausule (artikel 39) van de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing 2011.

4. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op subsidieaanvragen voor huur- en koopwoningen, standplaatsen woonwagens, als bedoeld in de betreffende rijkssubsidieregelingen.

5. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor een duurzaamheidslening.

6. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen om een jaarlijkse bijdrage woningbouwcomplexen bij het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

7. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd te beslissen op aanvragen voor een starterslening.

8. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd de bevoegdheden uit te oefenen genoemd in artikel 1 (bekendmaking), artikel 3 en 4 tweede lid (volgordebepaling), en artikel 6 tweede lid (termijn geven voor aanvullen benodigde gegevens) van de Beleidsregels toewijzen huurstandplaatsen woonwagens Gouda.

9. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd de bevoegdheden toe te passen als bedoeld in de volgende artikelen van de Huisvestingsverordening Gouda:

-artikel 6, vijfde lid (verzoek aan verhuurders tot verantwoording)

-artikel 7, vierde lid (het overnemen van een in een andere gemeente verleende urgentiebeschikking) en zevende lid (het verlenen van een urgentie)

-artikel 12, eerste lid (intrekken urgentieverklaring)

-artikel 12, derde lid (verlengen geldigheidsduur urgentie)

-artikel 12, vierde lid (indelen in een andere urgentiecategorie)

-artikel 37 (het opleggen van een bestuurlijke boete)

 

K. Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies –ondermandaat toegestaan

Was

wordt

Artikel 39 Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies (RBA) –ondermandaat toegestaan

2. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd wijzigingsbesluiten te nemen in het kader van het gemeentelijk erfgoedregister, zoals bedoeld in artikel 2.8, respectievelijk in artikel 3.10 van de Erfgoedverordening 2017.

Artikel 39 Afdelingshoofd ruimtelijk beleid en advies (RBA) –ondermandaat toegestaan

2. Het afdelingshoofd RBA is bevoegd wijzigingsbesluiten te nemen in het kader van het gemeentelijk erfgoedregister, zoals bedoeld in artikel 2.9 van de Verordening fysieke leefomgeving.

 

L. Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd regionale dienstverlening sociaal domein (RDS)- geen ondermandaat

Was

wordt

Artikel 40 Afdelingshoofd regionale dienstverlening sociaal domein (RDS)- geen ondermandaat

[…]

6. Het afdelingshoofd RDS is bevoegd alles te doen of na te laten in het kader van het aanvragen, besteden en verantwoorden van de provinciale subsidie inzake OV kosten CVV

Hieronder inbegrepen is:

- het tijdig en compleet indienen van een jaarlijkse subsidieaanvraag;

- het onderhouden van de contacten met de provincie in het kader van de subsidie;

- het zorgdragen voor de inning van het ontvangen subsidiebedrag en de besteding in overeenstemming met de voorwaarden van de subsidieregeling.

- het zorg dragen voor de tijdige en volledige financiële verantwoording, onder andere doormiddel van het indienen van een jaarlijkse afrekening conform de voorschriften van de subsidieverstrekker.

Artikel 40 Afdelingshoofd regionale dienstverlening sociaal domein (RDS)- geen ondermandaat

[…]

6. Het afdelingshoofd RDS is bevoegd alles te doen of na te laten in het kader van het aanvragen, besteden en verantwoorden van de provinciale subsidie inzake OV kosten CVV

Hieronder inbegrepen is:

- het tijdig en compleet indienen van een jaarlijkse subsidieaanvraag;

- het onderhouden van de contacten met de provincie in het kader van de subsidie;

- het zorgdragen voor de inning van het ontvangen subsidiebedrag en de besteding in overeenstemming met de voorwaarden van de subsidieregeling.

- het zorg dragen voor de tijdige en volledige financiële verantwoording, onder andere doormiddel van het indienen van een jaarlijkse afrekening conform de voorschriften van de subsidieverstrekker.

7. Het afdelingshoofd RDS is bevoegd toezichthouders aan te wijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de verplichtingen ten aanzien van kwaliteit en rechtmatigheid als bedoeld in de Wmo 2015 en toezicht op de naleving van de verplichtingen ten aanzien van rechtmatigheid als bedoeld in de Jeugdwet.

 

M. Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Services

Was

wordt

Artikel 42 Afdelingshoofd Services (SRV) – geen ondermandaat

3. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd instellingen aan te wijzen op het terrein van maatschappelijke opvang waar degene die er zijn woonadres heeft kan kiezen voor een briefadres op grond van artikel 2.40 van de Wet basisregistratie personen.

Artikel 42 Afdelingshoofd Services (SRV) – geen ondermandaat

3. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd instellingen aan te wijzen op het terrein van maatschappelijke opvang waar degene die er zijn woonadres heeft kan kiezen voor een briefadres op grond van artikel 2.40, vierde lid, van de Wet basisregistratie personen.

 

N. Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Services

Was

wordt

Artikel 43 Afdelingshoofd Services (SRV) – ondermandaat toegestaan

5. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd alle in de Wet basisregistratie personen aan burgemeester en wethouders opgedragen bevoegdheden uit te oefenen met uitzondering van de bevoegdheden op grond van artikel 2.8., 4.2. en 2.40 van de Wet basisregistratie personen.

14. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd te beslissen op aanvragen om een vergunning voor het ophangen van spandoeken en/of het plaatsen van driehoek/sandwichborden op grond van artikel 2:3 van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020.

Artikel 43 Afdelingshoofd Services (SRV) – ondermandaat toegestaan

5. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd alle in de Wet basisregistratie personen aan burgemeester en wethouders opgedragen bevoegdheden uit te oefenen. Voor de uitoefening van de bevoegdheden op grond van artikel 2.8, tweede lid onder e, artikel 2.40, vierde lid en artikel 4.2 van de Wet basisregistratie personen is ondermandaat niet toegestaan.

14. Het afdelingshoofd SRV is bevoegd te beslissen op aanvragen om een vergunning voor het ophangen van spandoeken en/of het plaatsen van driehoek/sandwichborden op grond van artikel 3:25 van de Verordening fysieke leefomgeving.

 

O. Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Stadstoezicht

Was

wordt

Artikel 44 Afdelingshoofd Stadstoezicht (STZ) – geen ondermandaat

2. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd ambtenaren aan te wijzen, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de Afvalstoffenverordening Gouda 2011, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Drank en Horecawet, Winkeltijdenwet, Wet op de Kansspelen, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Parkeerverordening 2012, Wegsleepverordening gemeente Gouda inclusief eerste wijziging en de op deze wetten en verordeningen gebaseerde verordeningen en besluiten als toezichthouder, als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht en krachtens artikel 5.10,derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 44 Afdelingshoofd Stadstoezicht (STZ) – geen ondermandaat

2. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd ambtenaren aan te wijzen, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde in de Afvalstoffenverordening Gouda 2011, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Drank en Horecawet, Winkeltijdenwet, Wet op de Kansspelen, Verordening fysieke leefomgeving, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Parkeerverordening 2012, Wegsleepverordening gemeente Gouda inclusief eerste wijziging en de op deze wetten en verordeningen gebaseerde regelgeving en besluiten als toezichthouder, als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht en krachtens artikel 5.10,derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

P. Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Stadstoezicht

Was

wordt

Artikel 45 Afdelingshoofd Stadstoezicht (STZ) – ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd feitelijke bestuursdwang uit te voeren, waarvoor op grond van de Opiumwet, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Gemeentewet, Wet Milieubeheer of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011 een last onder bestuursdwang is opgelegd en aan de last binnen de gestelde begunstigingstermijn geen of onvoldoende opvolging is gegeven, waaronder het fysiek sluiten van panden.

2. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd feitelijk bestuursdwang uit te voeren in geval van spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvoor op grond van de Opiumwet, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Gemeentewet, Wet Milieubeheer of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011 een besluit tot spoedeisende bestuursdwang is of zal worden opgelegd, waaronder het fysiek sluiten van panden.

Artikel 45 Afdelingshoofd Stadstoezicht (STZ) – ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd feitelijke bestuursdwang uit te voeren, waarvoor op grond van de Opiumwet, Verordening fysieke leefomgeving, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Gemeentewet, Wet Milieubeheer of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011 een last onder bestuursdwang is opgelegd en aan de last binnen de gestelde begunstigingstermijn geen of onvoldoende opvolging is gegeven, waaronder het fysiek sluiten van panden.

2. Het afdelingshoofd STZ is bevoegd feitelijk bestuursdwang uit te voeren in geval van spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvoor op grond van de Opiumwet, Verordening fysieke leefomgeving, Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020, Gemeentewet, Wet Milieubeheer of de Afvalstoffenverordening Gouda 2011 een besluit tot spoedeisende bestuursdwang is of zal worden opgelegd, waaronder het fysiek sluiten van panden.

 

Q. Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde afdelingshoofd Veiligheid en Wijken

Was

wordt

Artikel 46 Afdelingshoofd Veiligheid en Wijken (VNW) – geen ondermandaat

13. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om een verblijfsontzegging op te leggen als vermeld in artikel 2:49 Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009.

14. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om bestuursdwang toe te passen en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom, op grond van artikel 125 Gemeentewet wegens strijd met artikel 2:12 (terrasvergunningen) van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2009.

Artikel 46 Afdelingshoofd Veiligheid en Wijken (VNW) – geen ondermandaat

13. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om een verblijfsontzegging op te leggen als vermeld in artikel 2:47 Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020.

14. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om bestuursdwang toe te passen en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom, op grond van artikel 125 Gemeentewet wegens strijd met artikel 2:9 (terrasvergunningen) van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020.

 

R. Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Veiligheid en Wijken

Was

wordt

Artikel 47 Afdelingshoofd Veiligheid en Wijken (VNW) – ondermandaat toegestaan

1. verlengen van de beslistermijn voor het beslissen op aanvragen om vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 (artikel 1:2 APV).

2. verzorgen van een bewijs van ontvangst van de kennisgeving met het tijdstip van de kennisgeving aan hem, die de kennisgeving doet (artikel 2:3 APV).

3. stellen van voorschriften bij openbare manifestaties als bedoeld in artikel 5 Wet Openbare Manifestaties.

4. beslissen op aanvragen om vergunning tot gebruik weg anders dan overeenkomstig bestemming (artikel 2:3 APV).

N.B.: voor zover het betreft aanvragen in verband met bouwactiviteiten is de directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland gemandateerd.

5. beslissen tot het opleggen en uitvoeren van bestuursdwang en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom wegens overtreding van artikel 2:3 APV voor zover het betreft het op straat plaatsen van inboedels in het kader van huisuitzettingen.

6. beslissen op aanvragen om vergunning voor evenementen (2:8 APV).

7. beslissen op aanvragen om een exploitatievergunning inrichting van vermakelijkheid (artikel 2:12 APV).

8. beslissen op aanvragen om terrasvergunningen (artikel 2:12 APV).

9. beslissen op aanvragen om vergunning sluitingstijd inrichting van vermakelijkheid (artikel 2:13 APV).

10. opleggen van een last onder dwangsom wegens het vervoeren of bij zich hebben van inbrekerswerktuigen (artikel 2:26 APV).

11. beslissen op aanvragen om vrijstelling van de verplichting voor handelaren om in een register aantekening te houden van gebruikte en ongeregelde goederen, die zij verkopen of op andere wijze overdragen (artikel 2:38 APV).

12. opleggen van een dwangsom wegens overtreding van de verplichtingen voor handelaren, die gebruikte en ongeregelde goederen verkopen of op andere wijze overdragen, als bedoeld in artikel 2:38 en 2:39 APV.

13. opleggen van een last onder dwangsom wegens het verhandelen van drugs op straat (artikel 2:42 APV).

14. beslissen op aanvragen om ontheffing ten aanzien van geluidhinder bij evenementen (artikel 4:5, 4:6, 4:7 en 4:8).

15. beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein, in het kader van het houden van een evenement (artikel 4:13 APV).

16. beslissen op aanvragen om vergunning voor venten en dergelijke (artikel 5:8 APV).

17. beslissen op een aanvraag om een standplaats (artikel 5:10 APV).

18. beslissen op aanvragen om vergunning voor het plaatsen van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water (artikel 5:12 APV).

19. besluiten ten aanzien van het houden van circussen en kermissen.

20. toepassen van bestuursdwang en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom, op grond van artikel 125 Gemeentewet, wegens strijd met de volgende artikelen van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020: artikel 2:3 (‘voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg’), 4:13 (recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen), 5:2 (‘voertuigwrakken’), 5:3 (‘kampeermiddelen e.a.’), 5:4 (‘parkeren van reclamevoertuigen’) en 5:6 (‘overlast van fiets of bromfiets’).

21. geven van waarschuwingen als bedoeld in de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Gouda.

22. intrekken en weigeren van ontheffingen op grond van artikel 1.4 van de Beleidsregels ontheffingen autovrij gebied binnenstad en andere verkeersontheffingen.

23. aanstellen van verkeersregelaars als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder b van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in verband met evenementen.

Artikel 47 Afdelingshoofd Veiligheid en Wijken (VNW) – ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om de beslistermijn voor het beslissen op aanvragen om vergunning of ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020 (artikel 1:2 APV) en omgevingsvergunningen op basis van afdeling 3.2 van de Verordening fysieke leefomgeving te verlengen.

2. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd om iemand te verzorgen van een bewijs van ontvangst van de kennisgeving met het tijdstip van de kennisgeving aan hem, die de kennisgeving doet (artikel 2:2 APV).

3. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het stellen van voorschriften bij openbare manifestaties als bedoeld in artikel 5 Wet openbare manifestaties.

4. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning gebruik openbare plaats (artikel 3.25 Verordening fysieke leefomgeving Gouda)

N.B.: voor zover het betreft aanvragen in verband met bouwactiviteiten is de directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland gemandateerd.

5. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen tot het opleggen en uitvoeren van bestuursdwang en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom wegens overtreding van artikel 2:3 APV voor zover het betreft het op straat plaatsen van inboedels in het kader van huisuitzettingen.

6. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunning voor evenementen (2:5 APV).

7. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om een exploitatievergunning inrichting van vermakelijkheid (artikel 2:9 APV).

8. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om terrasvergunningen (artikel 2:9 APV).

9. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunning sluitingstijd inrichting van vermakelijkheid (artikel 2:10 APV).

10. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom wegens het vervoeren of bij zich hebben van inbrekerswerktuigen (artikel 2:23 APV).

11. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om vrijstelling van de verplichting voor handelaren om in een register aantekening te houden van gebruikte en ongeregelde goederen, die zij verkopen of op andere wijze overdragen (artikel 2:36 APV).

12. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het opleggen van een dwangsom wegens overtreding van de verplichtingen voor handelaren, die gebruikte en ongeregelde goederen verkopen of op andere wijze overdragen, als bedoeld in artikel 2:36 en 2:37 APV.

13. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom wegens het verhandelen van drugs op straat (artikel 2:40 APV).

14. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing ten aanzien van geluidhinder bij evenementen (artikel 3.32, 3.33, 3.34 en 3.35 Verordening fysieke leefomgeving Gouda).

15. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein, in het kader van het houden van een evenement (artikel 3.42 Verordening fysieke leefomgeving Gouda).

16. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunning voor venten en dergelijke (artikel 5:8 APV).

17. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning standplaats (artikel 3.43 Verordening fysieke leefomgeving Gouda).

18. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunning voor het plaatsen van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water (artikel 5:9 APV).

19. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd te besluiten ten aanzien van het houden van circussen en kermissen.

20. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang en daarmee tevens het opleggen van een dwangsom, op grond van artikel 125 Gemeentewet, wegens strijd met de volgende artikelen van de Verordening fysieke leefomgeving 2020: artikel 3.25 (‘voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg’), 3.42 (recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen) en de volgende artikelen van de Algemene plaatselijke Gouda 2020: 2:36 (‘voederverbod vogels’) 5:2 (‘voertuigwrakken’), 5:3 (‘kampeermiddelen e.a.’), 5:4 (‘parkeren van reclamevoertuigen’) en 5:6 (‘overlast van fiets of bromfiets’).

21. Het afdelingshoofd VNW is bevoegd tot het geven van waarschuwingen als bedoeld in de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Gouda en de Beleidsregels bestuurlijke handhaving Drank- en Horecawet, horeca en APV gemeente Gouda.

22. Het afdelingshoofd is bevoegd tot het intrekken en weigeren van ontheffingen op grond van artikel 1.4 van de Beleidsregels ontheffingen autovrij gebied binnenstad en andere verkeersontheffingen.

23. Het afdelingshoofd is bevoegd tot het aanstellen van verkeersregelaars als bedoeld in artikel 56, eerste lid, onder b van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in verband met evenementen.

 

 

S. Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Opgroeien en start arbeidsmarkt (OSA)

Was

wordt

Artikel 48 Afdelingshoofd Werk en participatie (WNP) – ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd WNP is bevoegd beslissingen te nemen op grond van de volgende wetten, besluiten, verordeningen en de daarop gebaseerde regelgeving:

a. het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen

b. Participatiewet

c. de Wet inburgering

d. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

e. de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Artikel 48 Afdelingshoofd Opgroeien en start arbeidsmarkt ( OSA) – ondermandaat toegestaan (met uitzondering van lid 3 en 5)

1. Het afdelingshoofd OSA is bevoegd beslissingen op grond van de volgende wetten, en de daarop gebaseerde verordeningen en regelgeving te nemen:

a) Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

b) Participatiewet;

c) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

d) Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

e) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

f) Jeugdwet;

g) Verordening bevordering maatschappelijke participatie Gouda 2017.

2.Het afdelingshoofd OSA is bevoegd een mededeling te doen tot verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht of opschorting van de beslistermijn voor het geven van een beschikking op grond van artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Het afdelingshoofd OSA is bevoegd een verzoek in te dienen gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging van de kinderrechter om een jeugdige die woonplaats in de gemeente heeft in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven (plaatsing in het vrijwillig kader).

Deze machtiging wordt verleend voor zover er sprake is van het indienen van een verzoek (ex artikel 6.1.8, eerste lid, van de Jeugdwet) gericht op het verkrijgen van een machtiging in het vrijwillig kader. Dit betreft de gevallen dat er sprake is van instemming met opneming en verblijf van de jeugdige door de wettelijk vertegenwoordiger.

4. Het afdelingshoofd OSA is bevoegd bij de raad voor de kinderbescherming een verzoek tot onderzoek te doen over een maatregel met betrekking tot gezag over een minderjarige op grond van artikel 2.4, eerste lid, van de Jeugdwet.

5. Het afdelingshoofd OSA is bevoegd de Collectieve Opdracht Routeer Voorziening (CORV) te gebruiken. Onder gebruik wordt in ieder geval verstaan: het verzenden en ontvangen van elektronische berichten via de CORV waaronder het ontvangen van notificaties, het monitoren, verwerken, registreren en archiveren van elektronische berichten via de CORV en het op basis daarvan verrichten van feitelijke handelingen (bijvoorbeeld het contact opnemen met betrokken partijen en het voeren van overleg).

 

T. Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Afdelingshoofd Zorg en Ondersteuning (ZNO)

Was

wordt

Artikel 49 Afdelingshoofd Zorg en welzijn (ZNW) – ondermandaat toegestaan

1. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd beslissingen te nemen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de daarop gebaseerde regelgeving.

2. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd besluiten te nemen over het verstrekken van voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning, individuele voorzieningen voor jeugdhulp en persoonsgebonden budget (pgb) op grond van artikel 4 lid 6, artikel 7, artikel 8, artikel 9 en artikel 10 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda.

3. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd een besluit te nemen tot herziening, intrekking of terugvordering van een voorziening voor maatschappelijke ondersteuning, individuele voorziening voor jeugdhulp of een pgb op grond van artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda.

4. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd een mededeling te doen tot verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht of opschorting van de termijn voor het geven van een beschikking op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht.

5. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd besluiten op aanvragen om verstrekking van gehandicaptenparkeerkaarten als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer te nemen.

6. Het afdelingshoofd ZNW is bevoegd besluiten op grond van artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra, de Verordening leerlingenvervoer Gouda 2015 en de Beleidsregels leerlingenvervoer Gouda 2015 te nemen.

Artikel 49 Afdelingshoofd Zorg en Ondersteuning (ZNO) - ondermandaat toegestaan 

1.Het afdelingshoofd ZNO is bevoegd beslissingen op grond van de volgende wetten, en de daarop gebaseerde verordeningen en regelgeving te nemen:

a) Besluit bijstandsverlening zelfstandigen;

b) Participatiewet;

d) Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

e) Wet inburgering;

f) Wet inkomensvoorziening oudere en

gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

g) Wet inkomensvoorziening oudere en

gedeeltelijk arbeidsongeschikte

werkloze werknemers;

h) Wet maatschappelijke ondersteuning

2015;

i) Verordening bevordering maatschappelijke participatie Gouda 2017.

2.Het afdelingshoofd ZNO is bevoegd een mededeling te doen tot verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht of opschorting van de beslistermijn voor het geven van een beschikking op grond van artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Het afdelingshoofd ZNO is bevoegd besluiten op aanvragen om verstrekking van gehandicaptenparkeerkaarten als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer te nemen.

4. Het afdelingshoofd ZNO is bevoegd besluiten op grond van artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra, de Verordening leerlingenvervoer Gouda 2015 en de Beleidsregels leerlingenvervoer Gouda 2015 te nemen.

 

U. Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde controleurs openbare ruimte A en B

Was

wordt

Artikel 51 Controleurs openbare ruimte A en B – geen ondermandaat

1. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunningen voor toewijzing van dagplaatsen (artikel 13 van de Nadere regelen Gouda 2009).

2. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd standwerkerplaatsen toe te wijzen (artikel 14 van de Nadere regelen Gouda 2009).

3. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd vergunninghouders te gelasten om zich onmiddellijk van de markt te verwijderen (artikel 11 van de Marktverordening Gouda 2009).

4. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om gebruik te maken van een andere dan elektrische verlichting of van het verbod om elektriciteit te betrekken van een ander dan degene door het college voor het leveren daarvan is aangewezen, of om zelf hierin te voorzien (artikel 27 van de Nadere regelen Gouda 2009).

5. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid of van het verbod om radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats aanwezig te hebben voor een ander doel dan de verkoop daarvan (artikel 28 van de Nadere regelen Gouda 2009).

6. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken en het daarbij stellen van voorwaarden (artikel 29 van de Nadere regelen Gouda 2009).

7. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om tijdens de duur van de markt op het marktterrein met goederen of waren ten verkoop rond te rijden of te lopen, slechts voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders (artikel 31 van de Nadere regelen Gouda 2009).

8. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd de handel in bepaalde artikelen te verbieden gedurende een bepaalde termijn, indien dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk wordt geacht (artikel 32 van de Nadere regelen Gouda 2009).

Artikel 51 Controleurs openbare ruimte A en B – geen ondermandaat

1. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om vergunningen voor toewijzing van dagplaatsen (artikel 4.11 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

2. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd standwerkerplaatsen toe te wijzen (artikel 4.12 Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

3. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd vergunninghouders te gelasten om zich onmiddellijk van de markt te verwijderen (artikel 3.65 van de Verordening fysieke leefomgeving).

4. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om gebruik te maken van een andere dan elektrische verlichting of van het verbod om elektriciteit te betrekken van een ander dan degene door het college voor het leveren daarvan is aangewezen, of om zelf hierin te voorzien (artikel 4.25 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

5. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid of van het verbod om radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats aanwezig te hebben voor een ander doel dan de verkoop daarvan (artikel 4.26 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

6. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffingen van het verbod om verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken en het daarbij stellen van voorwaarden (artikel 4.27 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

7. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om ontheffing van het verbod om tijdens de duur van de markt op het marktterrein met goederen of waren ten verkoop rond te rijden of te lopen, slechts voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders (artikel 4.29 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

8. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd de handel in bepaalde artikelen te verbieden gedurende een bepaalde termijn, indien dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk wordt geacht (artikel 4.30 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

9. Controleurs openbare ruimte zijn bevoegd tot het verlenen een ontheffing van het verbod van artikel 4.7 lid 2 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda (artikel 4.22 van de Regeling fysieke leefomgeving Gouda).

 

V. Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde gemeentelijke archeoloog

Was

wordt

Artikel 52 Gemeentelijke archeoloog – geen ondermandaat

1. De gemeentelijke archeoloog is bevoegd werkzaamheden stil te leggen door toepassing van bestuursdwang ingeval van handelen in strijd met artikel 5.2 van de Erfgoedverordening Gouda 2017.

Artikel 52 Gemeentelijke archeoloog – geen ondermandaat

De gemeentelijke archeoloog is bevoegd werkzaamheden stil te leggen door toepassing van bestuursdwang ingeval van handelen in strijd met artikel 3.12 van de Verordening fysieke leefomgeving.

 

W. Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd

Directeur Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. onderdeel van Leger des Heils, St. Welzijns- en gezondheidszorg

Was

wordt

Artikel 65 Directeur Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. onderdeel van Leger des Heils, St. Welzijns- en gezondheidszorg – ondermandaat toegestaan aan de manager primair proces en de unitleider van de opvanglocaties in Gouda

De directeur van het Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. is bevoegd toegang tot de opvang te verlenen of te weigeren.

Vervalt

 

X. Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde directeur Omgevingsdienst Midden-Holland

Was

wordt

Artikel 67 Directeur Omgevingsdienst Midden-Holland – ondermandaat toegestaan

1. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd ambtenaren aan te wijzen, die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Gemeentewet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Erfgoedwet, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming en de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsbesluiten, alsmede de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020

5. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd op grond van artikel 2.4 van de Wabo te beschikken op aanvragen om een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 en/of 2.2 van de Wabo, alsmede aanhakende activiteiten als bedoeld in de Wet Natuurbescherming en de provinciale Milieuverordening.

25. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd de gemeentelijke taken en bevoegdheden op grond van dit Besluit met betrekking tot bodemenergiesystemen uit te oefenen, zoals het stellen van maatwerkvoorschriften en het uitvoeren van toezicht en handhaving.

26. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd te beschikken op aanvragen om ontheffingen in verband met geluidhinder.

27. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd kennisgevingen voor incidentele festiviteiten af te handelen.

28. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd te beslissen op aanvragen om een vergunning voor het gebruik van de weg anders dan overeenkomstig bestemming in verband met bouwactiviteiten (artikel 2:3 Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020).

[…]

55.

De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd gegevens voor het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en het Informatiesysteem Overige Risico’s aan te leveren.

Artikel 67 Directeur Omgevingsdienst Midden-Holland – ondermandaat toegestaan

1. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd ambtenaren aan te wijzen, die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Gemeentewet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Erfgoedwet, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming en de op deze wetten gebaseerde uitvoeringsbesluiten, de Verordening fysieke leefomgeving, alsmede de Algemene plaatselijke verordening Gouda 2020

5. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd op grond van artikel 2.4 van de Wabo te beschikken op aanvragen om een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 en/of 2.2 van de Wabo, alsmede aanhakende activiteiten als bedoeld in de Wet Natuurbescherming en de Omgevingsverordening Zuid-Holland.

25. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd de gemeentelijke taken en bevoegdheden op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen met betrekking tot bodemenergiesystemen uit te oefenen, zoals het stellen van maatwerkvoorschriften en het uitvoeren van toezicht en handhaving.

26. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd te beschikken op aanvragen om ontheffingen in verband met geluidhinder (Bouwbesluit en VFLO).

27. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd kennisgevingen voor incidentele festiviteiten af te handelen (VFLO).

28. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd te beslissen op aanvragen om een vergunning voor het gebruik van de weg anders dan overeenkomstig bestemming in verband met bouwactiviteiten (artikel 3.25 VFLO).

[…]

55.

De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd gegevens voor het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en het Informatiesysteem Overige Risico’s aan te leveren.

56. De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland is bevoegd te beschikken op verzoeken om toepassing van de nadere voorschriften in het kader van de Regeling Erfgoed en Duurzaamheid 2020, waaronder het verlenen van vrijstelling van de vergunningplicht bij gemeentelijke monumenten en om te bepalen welke gegevens voor de beoordeling van een verzoek om toepassing van de regeling noodzakelijk zijn

 

Y. Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Coördinator Sociaal Team – geen ondermandaat

Was

wordt

Artikel 68 Coördinator Sociaal Team – geen ondermandaat

1. De coördinator van het Sociaal Team is bevoegd een verzoek in te dienen gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging van de kinderrechter om een jeugdige die woonplaats in de gemeente heeft in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven (plaatsing in het vrijwillig kader). Deze machtiging wordt verleend voor zover er sprake is van het indienen van een verzoek (ex art. 6.1.8 Jeugdwet) gericht op het verkrijgen van een machtiging in het vrijwillig kader. Dit betreft de gevallen dat er sprake is van instemming met opneming en verblijf van de jeugdige door de wettelijk vertegenwoordiger.

2. De coördinator van het Sociaal Team is bevoegd het college te vertegenwoordigen, inclusief het verrichten van handelingen ter voorbereiding daarop, in rechtszittingen naar aanleiding van het indienen van een verzoek door het college als vermeld in artikel 6.1.8 Jeugdwet. De coördinator Sociaal team kan deze machtiging tevens doormachtigen aan medewerkers van het Sociaal team.

Vervalt

 

Z. Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Manager Sociaal Team – geen ondermandaat

Was

wordt

Artikel 69 Manager Sociaal Team – geen ondermandaat

1. De manager van het Sociaal Team wordt gemachtigd/is bevoegd bij de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek tot onderzoek te doen over een maatregel met betrekking tot gezag over een minderjarige op basis van artikel 2.4 van de Jeugdwet.

2. De manager van het Sociaal Team is bevoegd de Collectieve Opdracht Routeer Voorziening (CORV) te gebruiken. Onder gebruik wordt in ieder geval verstaan het verzenden en ontvangen van elektronische berichten via de CORV waaronder het ontvangen van notificaties, het monitoren, verwerken, registreren en archiveren van elektronische berichten via de CORV en het op basis daarvan verrichten van feitelijke handelingen (bijvoorbeeld het contact opnemen met betrokken partijen en het voeren van overleg).

3. De manager van het Sociaal Team kan met betrekking tot de bevoegdheid in het eerste lid machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

4. De uitoefening van de machtigingen in het eerste en tweede lid geschiedt met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

5. De manager van het Sociaal Team is gemachtigd om bij het treffen van een individuele voorziening indien nodig overleg te voeren met het bevoegd gezag van een school op basis van artikel 2.7, eerste lid, van de Jeugdwet.

6. De manager van het Sociaal Team kan met betrekking tot de bevoegdheid in het vijfde lid machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

7. De manager van het Sociaal Team is gemachtigd tot het doen van mededeling van het vervallen van de machtiging en het besluit geen nieuwe machtiging aan te vragen op basis van artikel 6.1.12, zesde lid, van de Jeugdwet.

8. De manager van het Sociaal Team kan met betrekking tot de bevoegdheid in het zevende lid machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Vervalt

 

AA. Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

Gemandateerde Manager Sociaal Team – ondermandaat toegestaan

Was

wordt

Artikel 70 Manager Sociaal Team – ondermandaat toegestaan

1. De manager van het Sociaal Team is bevoegd de ontvangst van een melding of aanvraag jeugdhulp te bevestigen, onderzoek te doen naar de aangewezen vorm van jeugdhulp en het opmaken van een verslag hierover op grond van artikel 4 lid 1 t/m 5, artikel 5 en artikel 6 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda.

2. De manager van het Sociaal Team is bevoegd een mededeling tot verlenging van de beslistermijn op grond van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht of opschorting van de termijn voor het geven van een beschikking op grond van artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht te doen.

3. De manager van het Sociaal Team is bevoegd een passende tijdelijke maatregel te treffen op basis van artikel 4, zevende lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda.

Vervalt

 

AB. Tussen artikel 75 en 76 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

Directeur van de Stichting Kwadraad – ondermandaat toegestaan

Was

wordt

n.v.t.

Artikel 75a Directeur van de Stichting Kwadraad - ondermandaat toegestaan

De directeur van de Stichting Kwadraad is bevoegd om de betrokkene te horen alvorens een crisismaatregel wordt genomen, zoals bedoeld in artikel 7:1 lid 3 sub b van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

 

Artikel II inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Aldus besloten in de vergadering van 26 januari 2021,

Burgemeester en wethouders van Gouda,

de secretaris,

drs. E.M. Branderhorst

de burgemeester,

mr. drs P. Verhoeve

Naar boven