Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2021;

 

gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste tot en met vierde lid, en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020.

 

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 wordt gewijzigd als volgt.

 

  • A.

    Artikel 1 komt te luiden:

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking, die daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van de zelfredzaamheid of participatie en die financieel gedragen kan worden met een inkomen op het minimum;

  • -

    algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;

  • -

    andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de wet;

  • -

    bijdrage: bijdrage als bedoeld in de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a van de wet;

  • -

    niet-professionele of informele zorgverlener: zorgverlener (persoon) die voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning niet in het bezit is van branche-specifieke diploma’s; of de persoon die voor het verlenen van de betreffende ondersteuning niet in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of een detacheringsbureau en ook niet voor het verlenen van de betreffende ondersteuning als zzp’er geregistreerd staat bij de Kamer van Koophandel;

  • -

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1. van de wet;

  • -

    professionele zorgaanbieder: de partij die professionele ondersteuning biedt aan de cliënt;

  • -

    professionele zorgverlener: een persoon, niet zijnde een partner of familielid van de cliënt, die in het bezit is van branche-specifieke diploma’s voor het verlenen van de betreffende maatschappelijke ondersteuning en die voor het verlenen van de betreffende ondersteuning in dienst is bij een professionele zorgaanbieder of een detacheringsbureau of die hiervoor als zzp’er geregistreerd staat bij de Kamer van Koophandel.

  • -

    VOG: verklaring omtrent het gedrag;

  • -

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • -

    zorgmijders: personen die, vaak psychische, gezondheidsproblemen hebben en zorg nodig hebben, maar nadrukkelijk geen hulp of zorg vragen of accepteren en zorginstellingen mijden.

 

  • B.

    a. Artikel 8, derde lid, komt te luiden:

  •  

  • 3. Een cliënt komt enkel in aanmerking voor een financiële maatwerkvoorziening voor zover:

  • a. hiermee naar het oordeel van burgemeester en wethouders een passende bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een situatie waarin de client in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven; en

  • b. het betreft een van de volgende voorzieningen:

  • 1°. voor het gebruik van een (eigen) auto;

  • 2°. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel;

  • 3°. verhuis- en (her)inrichtingskosten; of

  • 4°. een voorziening waarvoor niet tijdig een passende voorziening in natura beschikbaar is.

  •  

  • b. Artikel 8, vierde lid komt te luiden:

 

4. Voor de tegemoetkoming bedoeld in het derde lid gelden de volgende bedragen:

  • a.

    voor verhuis- en herinrichtingskosten: maximaal € 3.400,00;

  • b.

    voor de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel: maximaal € 2.750,00;

  • c.

    voor het gebruik van een (eigen) auto: maximaal € 1.139,00 per jaar;

  • d.

    voor een voorziening waarvoor niet tijdig een passende voorziening in natura beschikbaar is stellen burgemeester en wethouders het bedrag vast.

  •  

  • C.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, genummerd 11a, luidende:

  •  

  • Artikel 11a Wisselen van zorgverlener

  • 1.

    Indien er vaker dan eenmaal per jaar door een cliënt het verzoek tot wisseling van zorgverlener danwel zorgaanbieder wordt uitgesproken, wordt door burgemeester en wethouders onderzoek gedaan naar de aanleiding van het verzoek. Wanneer blijkt dat hiervoor een legitieme reden is, zal de wisseling worden toegestaan.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid vindt geen onderzoek plaats indien het verzoek tot wisseling veroorzaakt wordt door een situatie die de cliënt niet valt te verwijten, zoals een faillissement van een zorgverlener.

  • 3.

    Indien de cliënt wil wisselen tussen zorg in natura en ondersteuning in de vorm van een pgb, staan burgemeester en wethouders dit maximaal eenmaal per jaar toe.

  •  

  • D.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, genummerd 11b, luidende:

  •  

  • Artikel 11b Beoordeling van de aanvraag pgb

  • 1.

    Burgemeester en wethouders toetsen of de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorwaarden, inhoudende:

  • a.

    De motivatie van de cliënt om te kiezen voor een pgb in plaats van de keuze voor zorg in natura, waarbij iedere motivatie mogelijk is;

  • b.

    De pgb-vaardigheid van de cliënt of de eventuele vertegenwoordiger, welke wordt getoetst aan de hand van de volgende criteria:

  • 1°.

    Uit de aanvraag moet blijken wat het doel is van de ondersteuning en welke prestaties er worden geleverd in relatie tot de ondersteuningsbehoefte van de cliënt in samenhang met de thuissituatie, huisgenoten, mantelzorgers, het sociaal netwerk of andere professionals;

  • 2°.

    Uit de aanvraag moet blijken op basis waarvan de geleverde ondersteuning kwalitatief wordt beoordeeld en hoe de kwaliteit van de geleverde zorg wordt bewaakt;

  • 3°.

    Uit de aanvraag moet blijken hoe de continuïteit wordt gegarandeerd bij uitval van de zorgverlener;

  • 4°.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt zelfstandig in staat is een zorgovereenkomst af te sluiten met de aanbieder, bekend is met de verschillende soorten zorgovereenkomsten en de termijn van de zorgovereenkomst kan bewaken;

  • 5°.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt voldoende budgetvaardig is om een pgb-administratie bij te houden en op de hoogte is van de regels en verplichtingen die horen bij, dan wel voortvloeien uit, het pgb;

  • 6°.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt over coördinerende en communicatieve vaardigheden beschikt, omdat de cliënt een coördinerende rol moet kunnen vervullen in contacten met de aanbieder van de ondersteuning, huisgenoten, mantelzorgers, het sociaal netwerk of andere professionals;

  • 7°.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt over voldoende communicatieve vaardigheden om contact te onderhouden met de gemeente en de SVB, waaronder in ieder geval wordt begrepen het beheersen van de Nederlandse taal in woord en geschrift, het voldoende digitaal vaardig zijn en het beschikken over een DigiD;

  • 8°.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt voldoende juridische kennis heeft over het werk- of opdrachtgeverschap of deze kennis weet te vergaren, zodat de cliënt in staat is een redelijk uurloon overeen te komen, loon kan doorbetalen bij ziekte en een redelijke opzegtermijn kan hanteren;

  • 9°.

    Wanneer een aanvraag wordt gedaan voor ondersteuning die geboden wordt door een niet-professionele of informele zorgverlener, dient uit te aanvraag te blijken dat:

    • a.

      dit aantoonbaar doelmatiger is dan de inzet van een voorziening zorg in natura of een voorziening middels pgb door een professionele zorgaanbieder danwel professionele zorgverlener; en

    • b.

      deze persoon de hulp niet als gebruikelijke zorg of als mantelzorger kan verlenen.

  • 2.

    In het geval de cliënt zelf niet beschikt over de benodigde vaardigheden om de regie te voeren over het pgb, kan in een aantal situaties toch een pgb verstrekt worden met de hulp van iemand uit het eigen netwerk of van een wettelijk vertegenwoordiger. Deze persoon zal in dat geval ook bij de gesprekken aanwezig zijn en zal eveneens aan de criteria genoemd in het eerste lid moeten voldoen.

  •  

  • E.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, genummerd 11c, luidende:

  •  

  • Artikel 11c Kwaliteitseisen pgb

  • 1.

    Uit de aanvraag moet blijken dat de aanbieder van de met het pgb in te kopen ondersteuning, verantwoorde hulp levert, waaronder wordt verstaan hulp van een goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de behoefte van de cliënt.

  • 2.

    Indien de met het pgb in te kopen ondersteuning wordt geleverd door een professionele zorgaanbieder komen de kwaliteitseisen overeen met de kwaliteitseisen die gesteld zijn aan zorgaanbieders die zorg in natura leveren. De kwaliteitseisen zorg in natura zijn opgenomen in bijlage 1.

  • 3.

    Indien het ondersteuning betreft die geboden wordt door een professionele zorgverlener komen de kwaliteitseisen overeen met de kwaliteitseisen die gesteld zijn aan zorgaanbieders die zorg in natura leveren en aanvullend daarop dient er een VOG (specifiek voor de betreffende functie en maximaal drie maanden oud) aangeleverd te worden, alsmede een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 4.

    Indien het ondersteuning betreft die geboden wordt door een niet-professionele of informele zorgverlener, dient de ondersteuning passend en toereikend te zijn gelet op de problematiek en ontwikkelingsdoelen van de cliënt. Dit is afhankelijk van de deskundigheid van de hulpverlener, de wijze van hulpverlenen en van de situatie en de achtergrond van de problematiek van de cliënt. Voorts wordt minimaal voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    De zorgverlener verstrekt een VOG;

  • b.

    De zorgverlener beheerst de Nederlandse taal in woord en geschrift;

  • c.

    De zorgverlener dient aan te kunnen geven dat de ondersteuning aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt.

  •  

  • F.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, genummerd 11d, luidende:

  •  

Artikel 11d Contra-indicaties , weigeringsgronden en herzieningsgronden voor het pgb

  • 1.

    Een aanvraag voor een pgb mag door burgemeester en wethouders worden geweigerd als:

  • a.

    het pgb wordt beheerd door de zorgverlener, tenzij sprake is van ondersteuning door iemand uit het gezin of de familie in de eerste en tweede graad;

  • b.

    de vertegenwoordiger ook hulpverlener is of een andere functie heeft bij de hulpverlenende instantie;

  • c.

    de vertegenwoordiger een familieband in de eerste t/m de vierde graad heeft met de hulpverlener of diens hiërarchisch meerdere;

  • d.

    de aanvrager zich in het verleden niet aan de voorwaarden voor een pgb heeft gehouden en er eerder een pgb is ingetrokken of beëindigd door burgemeester en wethouders vanwege het handelen van de cliënt;

  • e.

    indien de aanvrager de ondersteuning middels het pgb in wil kopen bij een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder voor zorg in natura;

  • f.

    de kosten voor het pgb hoger zijn dan de kosten voor de natura-voorziening, in dat geval kan voor dit deel de aanvraag voor een pgb worden geweigerd.

  •  

  • 2.

    Een indicatie voor een pgb mag door burgemeester en wethouders worden herzien als:

  • a.

    de aanvrager het pgb niet of voor een ander doel gebruikt dan waarvoor het is bedoeld;

  • b.

    de voorziening niet noodzakelijk zal zijn gedurende de gehele afschrijvingstermijn;

  • c.

    het pgb wordt gebruikt voor overhead- of administratiekosten in verband met het persoonsgebonden budget.

  •  

  • G.

    Artikel 12 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 12 Regels voor het pgb

  • 1.

    De hoogte van een pgb:

  • a.

    wordt vastgesteld aan de hand van een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

  • b.

    wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering; en

  • c.

    bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende in de gemeente beschikbare maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    De hoogte van een pgb voor een cliënt ten behoeve van een zaak (zoals een hulpmiddel, woningaanpassing en autoaanpassing) wordt vastgesteld op basis van de kostprijs van de zaak die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt waarbij rekening wordt gehouden met een reële termijn voor de technische afschrijving en met de onderhouds- en verzekeringskosten.

  • 3.

    De hoogte van een pgb voor een cliënt ten behoeve van een dienst wordt vastgesteld op basis van het door burgemeester en wethouders gecontracteerde tarief in natura waarbij wordt uitgegaan van:

  • a.

    100% van het tarief in natura wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een professional in dienst van een zorgaanbieder.

  • b.

    80% van het tarief in natura wanneer het niet-professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een ter zake gediplomeerde zelfstandige zonder personeel (zzp’er);

  • c.

    60% van het tarief in natura wanneer het niet-professionele of informele ondersteuning betreft.

  • 4.

    Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, zaken en andere maatregelen betrekken van een tussenpersoon of belangenbehartigers, zolang de kosten hiervan niet uit het pgb worden betaald.

  • 5.

    Een pgb is niet bedoeld voor besteding in het buitenland. In individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken.

  • 6.

    Het pgb voor een maatwerkvoorziening begeleiding, dagbesteding of huishoudelijke hulp kent een vrij besteedbaar bedrag van € 50,- per jaar waarover geen verantwoording verschuldigd is.

  •  

  • H.

    Artikel 13 komt te vervallen.

  •  

  • I.

    Artikel 14 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 14 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening of pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    Als uitgangspunt geldt dat de bijdrage (tijdelijk) wordt gestopt als de zorg en ondersteuning meer dan een kalendermaand niet wordt afgenomen door toedoen van burgemeester en wethouders of de zorgverlener of zorgaanbieder of als gevolg van onvoorziene gebeurtenissen die redelijkerwijs niet toe zijn te schrijven aan de cliënt. Het verzoek om de eigen bijdrage tijdelijk te stoppen dient, door of namens de cliënt, uiterlijk 30 dagen na aanvang van de periode waarin geen gebruik gemaakt wordt van de ondersteuning te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage verschuldigd voor:

  • a.

    rolstoelen;

  • b.

    een financiële tegemoetkoming autokosten;

  • c.

    een financiële tegemoetkoming verhuiskosten;

  • d.

    voorzieningen voor minderjarigen, met uitzondering van woningaanpassingen;

  • e.

    begeleiding aan zorgmijders;

  • f.

    voorzieningen voor personen die onder de overeenkomst regresrecht 2015-2016 vallen; of

  • g.

    in bijzondere omstandigheden.

  • 4.

    De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb zijn gelijk aan de kostprijs tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 5.

    De kostprijs van een:

    • a.

      maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    • b.

      pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.

  • 6.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 2.1.4b, eerste lid, van de wet, worden de bijdragen voor een maatwerkvoorziening of pgb door het CAK vastgesteld en geïnd.

  • 7.

    De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.

  • 8.

    In afwijking van artikel 2.1.4a, vierde lid, van de wet is een cliënt een bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief vervoer, in de vorm van een opstaptarief en een tarief per kilometer. Het opstaptarief bedraagt € 1,30 en het tarief per kilometer bedraagt € 0,16 en zijn een afgeleide van het tarief per kilometer van het regulier openbaar vervoer.

  • 9.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het achtste lid bedoelde tarieven aan te passen indien de tarieven in het regulier openbaar vervoer wijzigen.

  •  

  • J.

    Ingevoegd wordt een nieuw artikel, genummerd 23a, luidende:

  •  

  • Artikel 2 3a Indexering

  • Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in deze verordening opgenomen bedragen jaarlijks te indexeren.

  •  

  •  

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 23 september 2021.

griffier, voorzitter,

drs. G. Brand, mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Bijlage 1: Kwaliteitseisen zorg in natura (o.b.v. Programma van Eisen – Openbare aanbesteding: Jeugd Ondersteuning, Wmo Ondersteuning, Hulp bij het huishouden, Vervoer en Casusregie – Gemeente Goeree-Overflakkee d.d. 15-01-2019 Z 18-105467)

  •  

  •  

  •  

  • Inzet erkende methodieken

  • De Opdrachtnemer dient bij voorkeur methodieken en interventies in te zetten die onafhankelijk zijn onder- zocht en daarbij effectief zijn bevonden. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van interventies en methodieken die zijn opgenomen en beschreven in een van volgende databanken, of vergelijkbaar.

  • • Movisie: Databank Effectieve Sociale Interventies1.

  • • Nederlands Jeugd Instituut: Databank Effectieve Jeugdinterventies2.

  • • Trimbos Instituut: Databank Erkende interventies GGZ3

  •  

  • Met vergelijkbaar wordt bedoeld een databank of erkenningsregeling die op een met de werkwijze van Moivisie, NJI of Trimbos instituut overeenkomstig protocol tot een onafhankelijke, goed geborgde en deskundige beoordeling komt van interventies en deze kenbaar maakt door middel van een actueel, transparant en goed toegankelijk openbaar register.

  • Het werken met erkende methodieken, of vergelijkbaar, houdt onder meer in dat de Opdrachtnemer de ondersteuning uitvoert op een doelgerichte, planmatige en geordende wijze. De Opdrachtnemer plant en bewaakt de voortgang van de ondersteuning en is op verzoek van de Opdrachtgever bereid en in staat om te rapporteren over de voortgang van de ondersteuning en de mate waarin stappen zijn gezet naar de te bereiken resultaten

  • De Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om interventies die niet zijn opgenomen in een van de genoemde databanken, of vergelijkbaar, te beoordelen op de vraag of deze een voldoende en aantoonbare bijdrage leveren aan het wegnemen van beperkingen in de zelfredzaamheid en participatie4.

  • Uitgangspunten kwaliteit Ondersteuning op grond van de Wmo 2015

  •  

  • De onderstaande uitgangspunten zijn van toepassing op perceel hulp bij het huishouden, begeleiding en dagbesteding en casusregie over Wmo cliënten betreft.

  • Voor de Aanbestedende Dienst is de kwaliteit van de ingezette Ondersteuning van wezenlijk belang. Wij sluiten hiervoor aan bij de landelijke standaard, zoals deze is neergelegd in de basis set Kwaliteitseisen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Opdrachtnemers dienen te voldoen aan de in de basis set neergelegde kwaliteitseisen.

  • De c liënt wordt betrokken

  • • Het handelen van de Opdrachtnemer is professioneel en gericht op het behoud, het herstel en het versterken van de eigen regie en zelfredzaamheid van de Cliënt en het versterken van het sociale netwerk en de veerkracht van de Cliënt. Er wordt uitgegaan van wat een Cliënt wil en belangrijk vindt. Als het handelen van de Cliënt een ernstig gevaar oplevert voor hem en/of zijn omgeving, dan moet de betrokken medewerker van de Opdrachtnemer noodzakelijke actie(s) ondernemen. De Ondersteuning sluit aan bij de leefwereld van de Cliënt, in taalgebruik, denkniveau, cultuur en tempo en houdt rekening met de levensfase en de eigen kracht en zelfredzaamheid van een Client. De aard, omvang en frequentie van de Ondersteuning, wordt door de Opdrachtgever in samenspraak met de Cliënt en/of zijn vertegenwoordiger en/of zijn mantelzorger bepaald, uitgevoerd en geëvalueerd.

  •  

  • De Ondersteuning is veilig

  • • De relatie tussen Cliënt en medewerker van de Opdrachtnemer is voor de Cliënt vertrouwd en stabiel. Wijzigingen in (schriftelijk) gemaakte afspraken tussen Cliënt en professional worden binnen 5 dagen en op een bij de Cliënt passende manier gemeld.

  • • De medewerker van de Opdrachtnemer is in staat ervoor te zorgen dat de onderlinge relatie voor zowel de professional als de Cliënt veilig is zowel lichamelijk als mentaal.

  • • Er is schriftelijk overeenstemming met de Cliënt over welke informatie door de professional gedeeld wordt en met wie.

  • • De medewerker van de Opdrachtnemer onderneemt actie bij gesignaleerde onveiligheid en/of geweld dan wel mishandeling in de leefsituatie en het sociale netwerk van de Cliënt, zoals omschreven de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • De Ondersteuning garandeert continuïteit, samenhang en resultaten

  • • De medewerker van de Opdrachtnemer heeft de kennis, houding en vaardigheden voor de betreffende ondersteuningsvraag van de Cliënt en onderhoudt deze bijvoorbeeld door het volgen van relevante opleidingen. De professional krijgt de ruimte om hierin zelf keuzes te maken.

  • • De Ondersteuning aan de Cliënt is aantoonbaar gericht op het behalen van het in Ondersteuningsplan afgesproken resultaat. Dit wordt minimaal tweemaal per jaar geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.

  • • De medewerker van de Opdrachtnemer is op de hoogte van en bekend met de andere hulpverleners die bij een Cliënt betrokken zijn. Hij consulteert andere hulpverleners bij vragen en werkt samen waar dat zinvol is voor de doelstellingen van de Cliënt en het behalen van het resultaat.

  • Algemene uitgangspunten

  • Bij het inzetten van Ondersteuning gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • • Het realiseren van zoveel mogelijk integrale begeleiding of behandeling.

  • • Het waar mogelijk realiseren van afschaling, dat wil zeggen overgang naar een lichtere vorm van Ondersteuning zodra dit verantwoord is.

  • • De Opdrachtnemer maakt gebruik van de eigen kracht van de Cliënt, de ouders en/of de mantelzorgers en probeert deze eigen kracht zo veel mogelijk te bevorderen.

  • • De Opdrachtnemer hanteert een systeemgerichte aanpak en zet in op de versterking van het systeem rondom de Cliënt.

  • • Ondersteuning vindt zo veel mogelijk plaats in de vertrouwde omgeving van gezin, school en buurt.

  •  

  • Kwaliteit van de ondersteuning

  • De Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat de Ondersteuning van goede kwaliteit is. Een voorziening wordt in elk geval:

  • • Veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verstrekt.

  • • Afgestemd op de reële behoefte van de Cliënt en op andere vormen van Ondersteuning of hulp die de Cliënt ontvangt.

  • • Verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voort- vloeiende uit de professionele standaard.

  • • Verstrekt met respect voor en inachtneming van de (wettelijke) rechten van de Cliënt zoals onder andere het recht op privacy, het recht op vrijheid van meningsuiting et cetera.

  •  

  • Inzet van personeel

  • De medewerker blijft binnen de grenzen van zijn of haar bekwaamheid en bevoegdheid.

  • • Medewerkers die contact hebben met de Cliënt zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Deze verklaring dient specifiek voor de betreffende functie die door de medewerker wordt uitgevoerd te zijn afgegeven. De verklaring mag niet eerder zijn afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene bij de Opdrachtnemer in dienst is getreden. Na indiensttreding draagt de Opdrachtnemer er zorg voor dat voor de medewerker ten minste eenmaal per vijf jaar een nieuwe VOG wordt aangevraagd en verkregen. Deze VOG-verklaringen dienen op eerste verzoek van de Opdrachtgever per omgaande te worden overlegd.

  • • Alle medewerkers die direct contact hebben met Cliënten beheersen de Nederlandse taal in woord en geschrift.

  •  

  • Melden calamiteiten

  • Calamiteiten binnen de Wmo zijn:

  • • Iedere niet beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van Ondersteuning en die tot de dood of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of Cliënt heeft geleid.

  • • Een onbedoelde gebeurtenis tijdens het ondersteuningsproces die tot schade aan de Cliënt en/ of medewerker heeft geleid, had kunnen leiden of (nog) zou kunnen leiden.

  •  

  • Opdrachtnemer is verplicht calamiteiten direct bij de Opdrachtgever te melden.

  • Signaleringsfunctie

  • De Opdrachtnemer heeft een brede signaleringsfunctie. Hieronder wordt verstaan dat de Opdrachtnemer op zo kort mogelijke termijn (zo snel als redelijkerwijs mogelijk is) overlegt met de Opdrachtgever en/of andere verwijzers als de Opdrachtnemer op basis van zijn eigen professionele oordeel constateert dat sprake is van een of meer van de volgende situaties:

  • • Het systeem van de Cliënt kan op een intensievere manier een rol spelen bij het behalen van de doelen (resultaten) zoals opgenomen in het ondersteuningsplan van de Cliënt.

  • • Het geboden segment is niet voldoende dan wel te uitgebreid om de doelen/resultaten vastgesteld in het ondersteuningsplan van de Cliënt te bereiken.

  • • De doelen opgenomen in het zorgplan van de Cliënt zijn niet passend bij de behoefte, situatie, omgeving en/of mogelijkheden van de Cliënt.

  • • Er is een ondersteuningsvraag van andere aard (zoals: schulden, werk, verslaving).

  • • De Cliënt vermijdt noodzakelijke Ondersteuning en Ondersteuning.

  • Signalering inzake huiselijk geweld en kindermishandeling

  • De opdrachtnemer voert de opdracht uit met in achtneming van de Meldcode voor Huiselijk Geweld en Kinderminshandeling21. De opdrachtnemer maakt gebruik van het voor de sector waarin hij werkzaam is toepasselijke afwegingskader22. Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en/of kindermishandeling voor onder andere de gemeente Goeree-Overflakkee. Iedereen die te maken heeft met een vermoeden hiervan, kan contact opnemen met Veilig Thuis voor advies en ondersteuning of het doen van een melding. Veilig Thuis kan interventies plegen, onderzoek doen en/of zorgen dat hulpverlening wordt ingezet rond het huiselijk geweld en de kindermishandeling. Veilig Thuis is 24/7 gratis bereikbaar op telefoonnummer 0800-2000 of via https://veiligthuisrr.nl/professional-en-wil-advies.

  • Samenwerking met andere professionals

  • De Opdrachtnemer zorgt voor een goede samenwerking met andere professionals. De Opdrachtnemers zijn verplicht om samen te werken op basis van de volgende principes:

  • • In de samenwerking ligt de focus op het in het ondersteuningsplan geformuleerde doel (resultaat). Dit overstijgt de eigen belangen van de Opdrachtnemer.

  • • Het belang van de cliënten staat voorop in de samenwerking.

  • • De Opdrachtnemers verdiepen zich in elkaars ervaring, kennis, vaardigheden.

  • • Bij onvrede, onduidelijkheid, frustratie, onenigheid of een vergelijkbare situatie gaan Opdrachtnemers proactief een open gesprek aan om te achterhalen wat de wederzijds beweegredenen en belangen zijn en streven gezamenlijk naar een bevredigende oplossing.

  •  

  •  

  • Competenties medewerkers

  • Om zo veel mogelijk aan te sluiten bij landelijk geldende kaders volgt de Aanbestedende Dienst voor Hulp bij het huishouden, Begeleiding, Groepsbegeleiding en Dagbesteding de door Movisie43 opgestelde competenties maatschappelijke Ondersteuning. Dit houdt in dat de medewerker van een Opdrachtnemer Ondersteuning moeten kunnen bieden op basis van de volgende competenties:

  • • Verheldert vragen en behoeften van de Cliënt.

  • • Versterkt eigen kracht en zelfredzaamheid van de Cliënt.

  • • Is zichtbaar en handelt proactief.

  • • Stimuleert verantwoordelijk en oplossingsgericht gedrag van de Cliënt.

  • • Stuurt aan op betrokkenheid en participatie van de Cliënt.

  • • Verbindt individuele en gemeenschappelijke vragen en potenties.

  • • Werkt samen en versterkt netwerken.

  • • Beweegt zich tussen verschillende werelden en culturen.

  • • Signaleert en speelt in op veranderingen.

  • • Is ondernemend en benut professionele ruimte.

  •  

  • Indien tijdens de contractperiode nieuwe of aanvullende landelijke competenties, of competentieprofielen worden geformuleerd zullen deze door de Opdrachtgever worden besproken met de Opdrachtnemers.

  • Ambulante Ondersteuning

  •  

  • De ondersteuning moet worden verzorgd door medewerkers met minimaal een voor de ondersteuning relevante opleiding op minimaal HBO niveau. Inzake de gevraagde kwalificaties verwijzen wij naar paragraaf 3.6.4.

  •  

  • Groepsgewijze Ondersteuning

  •  

  • De ondersteuning moet worden verzorgd door medewerkers met minimaal een voor de ondersteuning relevante opleiding op minimaal MBO-4 niveau. Inzake de gevraagde kwalificaties verwijzen wij naar paragraaf 3.6.4.

  • Voor de Groepsgewijze Ondersteuning geldt een maximale verhouding van 1 ondersteuner op 4 cliënten. De Opdrachtgever heeft de mogelijkheid om ook ½ dagdelen te indiceren

  •  

  • Arbeidsmatige Groepsgewijze Ondersteuning

  •  

  • De ondersteuning moet worden verzorg door medewerkers met minimaal een voor de ondersteuning relevante opleiding op minimaal MBO-4 niveau. Inzake de gevraagde kwalificaties verwijzen wij naar paragraaf 3.6.4.

  • Voor de Groepsgewijze Ondersteuning geldt een maximale verhouding van 1 ondersteuner op 4 cliënten. De Opdrachtgever heeft de mogelijkheid om ook ½ dagdelen te indiceren.

  •  

  • Hulp bij het huishouden 1

  •  

  • De ondersteuning moet worden verzorgd door medewerkers die in voldoende mate beschikken over huishoudelijke kennis en kunde inclusief materiaalkennis, en die de Nederlandse taal voldoende beheersen.

  •  

  • Hulp bij het huishouden 2

  •  

  • De ondersteuning moet worden verzorgd door medewerkers die minimaal beschikken over het Diploma helpende, kwalificatieniveau 2 (welzijn en zorg) of OVDB-certificaat verzorgingshulp B of het diploma helpende OVDB (2 jaar). Inzake de gevraagde kwalificaties verwijzen wij naar paragraaf 3.6.4.

  •  

  •  

  •  

  •  

Naar boven