Vijfendertigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Bekendmaking

 

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 28 september 2021 de Vijfendertigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017 hebben vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

 

De nadere regels worden van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

 

Tegen het besluit tot vaststelling van de nadere regels is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst nadere regels

 

Burgemeester en wethouders van Breda,

besluiten vast te stellen de:

 

Vijfendertigste wijziging van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017

Artikel I  

A

 

In hoofdstuk 1 wordt de definitie van Culturele Makers in artikel 1:1 als volgt gewijzigd:

 

Culturele makers: personen die op professionele (beroepsmatige) basis een bepaalde kunstvorm beoefenen en daartoe een professionele opleiding hebben afgerond of op basis van ervaring de noodzakelijke artistieke competenties hebben opgebouwd, door minimaal twee jaar de culturele beroepspraktijk te hebben uitgeoefend.

 

B

 

In hoofdstuk 2 wordt na Paragraaf 2.2 Paragraaf 2.3 toegevoegd. Deze komt als volgt te luiden:

 

Paragraaf 2.3 Wijk- en dorpssubsidies

 

Artikel 2:13 initiatieven

  • 1.

    Onder een initiatief wordt in deze paragraaf verstaan: een activiteit of een project die of en dat de leefbaarheid of maatschappelijke betrokkenheid van bewoners bij hun eigen wijk of directe woonomgeving stimuleert en bevordert en die of dat aansluit bij de voorwaarden en behoeften die er door bewoners aan worden gesteld ten aanzien van opgroeien, leren, ontwikkelen en werken, ontmoeten, betrokken zijn of leven.

  • 2.

    Een ieder met een beoogd initiatief kan zich wenden tot een wijkplatform voor overleg.

Artikel 2:14 wijkplatforms

Onder een wijkplatform als bedoeld in deze paragraaf wordt verstaan: een door het college als zodanig aangeduide overlegstructuur gericht op het bespreken van beoogde initiatieven met als doel deze initiatieven te verrijken en te versterken. De bevindingen van het wijkplatform zijn input bij een eventuele subsidieaanvraag van de initiatiefnemer bij de gemeente.

 

Artikel 2:15 criteria

  • 1.

    Het college kan wijksubsidie verstrekken voor het uitvoeren van een initiatief voor zover dat van belang is voor de wijk waarin het plaatsvindt.

  • 2.

    Geen subsidie kan worden verstrekt voor zover het initiatief bestaat uit een straatfeest, jubileum, barbecue of reprise en daarmee naar het oordeel van het college naar haar aard vergelijkbare activiteiten. Indien de activiteit een open en toegankelijk karakter heeft en bijdraagt aan de sociale leefbaarheid en diversiteit in de wijk of dorp, kan subsidie worden verstrekt. Eten en drinken worden niet gesubsidieerd.

  • 3.

    Een subsidie kan voor maximaal twee jaar worden verstrekt.

  • 4.

    De maximale hoogte van de subsidie is gelijk aan de daadwerkelijke kosten van het initiatief.

Artikel 2:16 procedure

  • 1.

    Aanvragen voor wijksubsidies kunnen het gehele jaar door worden ingediend, maar moeten minimaal zes weken voor aanvang van de uitvoering van het initiatief worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag moet worden ingediend met gebruikmaking van het daartoe door college vastgestelde formulier en dient, onverminderd het bepaalde in de ASV, vergezeld te gaan van de bevindingen van het wijkplatform.

  • 3.

    Onder de bevindingen van het wijkplatform als bedoeld in het tweede lid wordt verstaan een schriftelijk stuk waaruit gemotiveerd blijkt of en in hoeverre naar de mening van het wijkplatform:

    • a.

      Het initiatief van belang is voor de wijk;

    • b.

      Voor het initiatief een financiële bijdrage van de gemeente noodzakelijk is en wat de hoogte van die bijdrage is.

  • 4.

    Het college beslist uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

C

 

Hoofdstuk 4 Specifieke nadere regels aanpak Wijkimpuls Breda 2015-2018 komt te vervallen en wordt gereserveerd.

 

D

 

Hoofdstuk 5 Paragraaf 1 Algemene Bepalingen wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5:1 Vigerend beleidskader

Het beleidskader voor subsidies uit dit hoofdstuk is de Cultuurvisie 2019-2024 //In verband met Cultuur//, zoals vastgesteld door de raad op 12 september 2019 en de uitvoeringsprogramma’s 2019-2024 //in verband met Cultuur// zoals vastgesteld door het college van B&W op 17 december 2019.

 

Artikel 5:2 Voor wie

  • 1.

    Subsidies als bedoeld in dit hoofdstuk zijn bestemd voor:

    • a.

      Culturele organisaties;

    • b.

      Professionele kunsten;

    • c.

      Culturele amateurkunstorganisaties;

    • d.

      (Amateur)kunstenaars die een groep beoefenaars van amateurkunst vertegenwoordigen.

    • e.

      Professioneel werkende individuele culturele makers/initiatiefnemers;

    • f.

      Crossovers binnen de verschillende disciplines van Urban Sports & Culture.

  • 2.

    Subsidies worden alleen verstrekt voor zover de activiteiten overeenkomstig artikel 4:1 lid 4 sub a van de Algemene Subsidieverordening Breda 2017 zich richten op de gemeente Breda en aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente Breda.

  • 3.

    Subsidies worden aangevraagd met gebruikmaking van het daartoe vastgestelde aanvraagformulier, zie (www.breda.nl/subsidies).

E

 

Hoofdstuk 5 paragraaf 6 Bijzondere projecten Amateurkunst Breda wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

5:21 Voor wie

  • 1.

    Een projectsubsidie bijzondere projecten amateurkunst kan worden verstrekt aan rechtspersonen en natuurlijke personen die (in relatie tot de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd) een groep beoefenaars van amateurkunst vertegenwoordigen.

  • 2.

    De subsidie is bestemd voor unieke, vernieuwende kunstzinnige projecten die door, voor of met amateurkunstenaars of vrijwilligers in de gemeente Breda worden gerealiseerd.

5:22 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 4 Algemene Subsidieverordening Breda 2017 wordt een subsidie op grond van artikel 5:21 geweigerd indien:

 

  • a.

    Het project primair een niet-culturele doelstelling heeft;

  • b.

    De subsidieaanvrager/hoofdorganisator niet in de gemeente Breda gevestigd is;

  • c.

    Het project zich richt op de viering van een jubileum overeenkomstig het gestelde in hoofdstuk 1 van deze nadere regels, tenzij het jubileum de aanleiding vormt tot het organiseren van de bijzondere activiteit;

  • d.

    Het project de publicatie van boeken, catalogi, platen, cd’s en dergelijke betreft, die bedoeld zijn ter promotie van een of meerdere individuele kunstenaars en gezelschappen.

5:23 Subsidievereisten

Om voor een subsidie als bedoeld in artikel 5:21 in aanmerking te komen dient het project een duidelijk aantoonbaar, artistiek, maatschappelijk of stedelijk belang na te streven én moet worden voldaan aan een of meer van de volgende vereisten:

 

  • a.

    Het project stimuleert actieve cultuurparticipatie, waarbij het een pré is, als er een nieuwe doelgroep wordt bereikt of betrokken wordt bij de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    Het project vindt op incidentele basis plaats, kent een toegankelijke presentatievorm en is er op gericht om publiek te bereiken;

  • c.

    Het project verbindt meerdere kunstdisciplines aan elkaar;

  • d.

    Het project bereikt jongeren;

  • e.

    Het project bevordert de dialoog tussen amateurkunst en professionele kunsten;

  • f.

    Het project heeft voldoende organisatorische en zakelijke kwaliteit én bevat een toelichting op de planning en begroting van het project.

5:24 Aanvraagtermijnen

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen tot en met 30 september van het kalenderjaar waarop het project betrekking heeft, worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragen ingediend na 30 september worden geacht betrekking te hebben op het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 3.

    Subsidieaanvragen moeten minimaal acht weken voor aanvang van de uitvoering van het project zijn ingediend.

5:25 Subsidiehoogte

De hoogte van een subsidie als bedoeld in artikel 5:21 is maximaal 50% van de projectbegroting én bedraagt maximaal € 5.000,-.

 

5:26 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt het subsidieplafond vast en maakt deze bekend op de wettelijk voorgeschreven wijze.

  • 2.

    Subsidieverstrekking vindt plaats op volgorde van ontvangst van aanvragen totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

F

 

Hoofdstuk 5 Paragraaf 7 Projectsubsidies wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

5:27 Voor wie

  • 1.

    Een projectsubsidie kan worden verleend aan:

    • a.

      Culturele organisaties;

    • b.

      Professionele kunsten;

    • c.

      Crossovers binnen de verschillende disciplines van Urban Sports & Culture.

  • 2.

    Een projectsubsidie op grond van deze regeling kan, ongeacht de hoogte van het verleende subsidiebedrag, per kalenderjaar slechts éénmaal aan een organisatie verleend worden.

5:28 Voor wat

  • 1.

    Het betreft een subsidie voor een cultureel project waarvan de uitvoering duidelijk afgebakend is in tijd en omvang én zich richt op:

    • a.

      Ontwikkeling, productie of presentatie van culturele activiteiten, of;

    • b.

      Cultuurparticipatie/-educatie, of;

    • c.

      Innovatie, onderzoek en/of experiment met als doel om:

      • 1.

        te experimenteren met nieuw werk en/of;

      • 2.

        te experimenteren met nieuwe makers, en/of;

      • 3.

        te experimenteren met nieuwe doelgroepen en publieksbenaderingen, en/of;

      • 4.

        innoverende werkwijzen en methodes te testen en te verbeteren, en/of;

      • 5.

        deskundigheid te bevorderen, en/of;

      • 6.

        onderzoek te doen ter bevordering van innovatie.

  • 2.

    Voor zover het project zich richt op a of b van het vorige lid, kan deze zowel voor een nieuw als een terugkerend cultureel project worden aangevraagd.

5:29 Weigeringsgronden

In aanvulling op de weigeringsgronden zoals opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk 4 Algemene Subsidieverordening Breda 2017 wordt een subsidie op grond van artikel 5:28 geweigerd indien:

 

  • a.

    De subsidieaanvrager geen rechtspersoonlijkheid bezit, blijkende uit een inschrijving van Kamer van Koophandel;

  • b.

    Het project niet ten goede komt aan de lokale culturele infrastructuur van de gemeente Breda;

  • c.

    Het project primair een niet-culturele doelstelling heeft;

  • d.

    Het project gericht is op de viering van een jubileum overeenkomstig het gestelde in artikel 1:8 algemeen van hoofdstuk 1 van deze nadere regels;

  • e.

    Het project de publicatie van boeken, catalogi, platen, cd’s en dergelijke betreft, die bedoeld zijn ter promotie van een of meerdere individuele kunstenaars en gezelschappen;

  • f.

    Het project voortvloeit uit een ontwikkeling/presentatie in het kader van de reguliere programmering van de organisatie én de subsidieaanvrager een jaarsubsidie als bedoeld in artikel 1:1 begripsomschrijvingen van de Algemene Subsidieverordening Breda 2017 ontvangt.

5:30 Subsidievereisten 5:28 lid 1 sub a en/of b

  • 1.

    Om voor een subsidie als bedoeld in artikel 5:28 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      De subsidieaanvrager is gevestigd in de gemeente Breda of werkt samen met in de gemeente Breda gevestigde (culturele) organisatie(s);

    • b.

      Het project wordt uitgevoerd in de gemeente Breda;

    • c.

      Het project heeft voldoende maatschappelijk of stedelijk belang én levert een bijdrage aan een evenwichtig cultureel aanbod in Breda;

    • d.

      Het project heeft voldoende organisatorische en zakelijke kwaliteit én bevat een toelichting op:

      • 1.

        de planning van het project;

      • 2.

        de begroting.

  • 2.

    Voor aanvragen op grond van artikel 5:28 lid 1 sub a en/of b zijn aanvullende vereisten opgenomen naast de vereisten in het eerste lid van dit artikel:

    • a.

      Het project heeft voldoende artistiek-inhoudelijke kwaliteit. Dit heeft betrekking op visie, oorspronkelijkheid, vakmanschap, zeggingskracht;

    • b.

      Het project heeft voldoende publiekswerking, blijkende uit de bediening van én binding met het bestaande publiek alsmede de visie op en investeringen in een duurzame opbouw van nieuw publiek, passend bij de doelstelling van het project, waarbij het een pré is als er een nieuw doelgroep wordt bereikt of betrokken wordt bij de uitvoering van het project.

  • 3.

    Voor aanvragen op grond van artikel 5:28 lid 1 sub c is een aanvullend vereiste opgenomen naast de vereisten in het eerste lid van dit artikel:

    • a.

      Het projectplan bevat een reflectie over de wijze waarop het project een bijdrage zou kunnen leveren aan het gestelde doel.

5:31 Aanvraagtermijnen

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen tot en met 30 september van het kalenderjaar waarop het project betrekking heeft, worden ingediend.

  • 2.

    Aanvragen ingediend na 30 september worden geacht betrekking te hebben op het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 3.

    Subsidieaanvragen moeten minimaal dertien weken voor aanvang van de uitvoering van het project zijn ingediend.

5:32 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 5:28 lid 1 sub a en b is maximaal 50% van de projectbegroting én bedraagt maximaal € 20.000, -.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie als bedoeld in artikel 5:28 lid 1 sub c is maximaal 80% van de projectbegroting én bedraagt maximaal € 20.000,-.

  • 3.

    Voor zover er ten behoeve van de uitvoering van het project materialen worden gehuurd, komt de volledige huursom voor maximaal de duur van het project voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Voor zover er ten behoeve van de uitvoering van het project materiele investeringen worden gedaan, komen deze voor maximaal 1/3 deel van de kosten voor subsidie in aanmerking.

5:33 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt het subsidieplafond vast en maakt deze bekend op de wettelijk voorgeschreven wijze.

  • 2.

    Subsidieverstrekking vindt plaats op volgorde van ontvangst van aanvragen totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

G

 

Hoofdstuk 5 Paragraaf 8 Makersregeling wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

5:34 Voor wie

  • 1.

    Een subsidie op grond van de makersregeling betreft een projectsubsidie en kan worden verleend aan een culturele maker (individueel of een collectief van makers) die woont of werkt in de gemeente Breda én zich artistiek en/of zakelijk wil ontwikkelen binnen zijn/haar beroepspraktijk om ambities te verwezenlijken.

  • 2.

    Deze projectsubsidie staat open voor alle kunstdisciplines, interdisciplinaire projecten en crossovers.

5:35 Subsidievereisten

Om voor een subsidie op grond van deze regeling in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

 

  • a.

    Uit de aanvraag blijkt voldoende artistiek-inhoudelijke kwaliteit van de subsidieaanvrager en activiteit;

  • b.

    Het project is financieel haalbaar en de aard en omvang van de kosten is inzichtelijk;

  • c.

    Uit de aanvraag blijkt voldoende organisatorische kwaliteit;

  • d.

    Uit de aanvraag blijkt een duidelijke planning van maximaal 12 maanden waarbinnen het project plaatsvindt.

5:36 Bij aanvraag in te dienen gegevens

Op grond van het gestelde in artikel 3:2 lid 6 van de Algemene Subsidieverordening Breda 2017 dient een aanvraag op grond van deze paragraaf tevens voorzien te zijn van:

 

  • a.

    een curriculum vitae van de culturele maker waaruit de reeds opgedane ervaringen binnen de artistieke loopbaan blijken;

  • b.

    een motivering waarom de activiteit een impuls geeft aan de professionele culturele loopbaan van de subsidieaanvrager;

  • c.

    een reflectie op de wijze hoe het project bijdraagt aan het versterken van de positie van de maker in de gemeente Breda.

5:37 Aanvraagtermijnen

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan worden ingediend tot en met 30 september van het kalenderjaar waarin de activiteit hoofdzakelijk plaatsvindt.

  • 2.

    Aanvragen ingediend na 30 september worden geacht betrekking te hebben op het daaropvolgende kalenderjaar.

  • 3.

    Aanvragen moeten minimaal acht weken voor de start van de activiteit worden ingediend

5:38 Subsidiehoogte en in aanmerking te nemen kosten

  • 1.

    De hoogte van een subsidie als bedoeld in artikel 5:33 is het tekort in de begroting van het project en bedraagt maximaal € 5.000,- voor een individuele maker.

  • 2.

    Voor zover er ten behoeve van het project materiele investeringen worden gedaan, komen deze voor maximaal 1/3 deel van de kosten voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    De aankoop van computers, tablets en mobiele telefoons zijn niet subsidiabel.

  • 4.

    Voor zover er ten behoeve van het project apparatuur/instrumenten worden gehuurd komt de volledige huursom voor maximaal de duur van het project voor subsidie in aanmerking.

  • 5.

    Voor zover er sprake is van een collectief kan een individuele maker een aanvraag indienen voor een gezamenlijk project. Per individuele maker geldt een maximum van € 5.000, - waarbij per project een maximum geldt van € 15.000, - ongeacht het aantal individuele makers wat in het project samenwerkt.

5:39 Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond vast en maakt deze bekend op de wettelijk voorgeschreven wijze

Artikel II  

  • 1.

    Deze wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Onderdeel B werkt terug tot en met 13 juli 2021.

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Breda in de vergadering van 28 september 2021

, burgemeester

, gemeentesecretaris

Naar boven