2021-07-19 Maarssenseweg/Heldinnenlaan, Voornemen verplaatsen grens bebouwde kom Gemeente Utrecht

 

Kenmerk: : Haarrijn/kombesluit

 

Betreft: Voornemen verplaatsen grens bebouwde kom

 

Burgemeester en Wethouders van Utrecht delen mee dat zij het voornemen hebben om, ingevolge artikel 20a Wegenverkeerswet 1994, per 1 maart 2022, de bebouwde komgrens aan de Maarssenseweg/Heldinnenlaan over een afstand van circa 250 meter richting het zuiden te verleggen.

 

Aanleiding

 

Op 19 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten om het ontwerpbestemmingsplan Woningbouw Haarrijn en Haarrijnseplas, samen met het ontwerpbesluit hogere waarden ter inzage te leggen. Met het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan wordt juridisch en planologisch de ontwikkeling van woningen, een Utrechts kind centrum, horeca, evenementen, energie-eilanden en een recreatiegebied mogelijk gemaakt. Met het aanpassen van de bebouwde komgrens is het mogelijk om het snelheidsregime op de Heldinnenlaan en de Maarssenseweg te verlagen vanwege de transformatie naar een woongebied. Het te nemen ontwerpbesluit om de bebouwde komgrens te verplaatsen, wordt gelijktijdig met het ontwerpbestemmigsplan ter inzage gelegd.

 

De bedoelde verplaatsing van de komgrens is gearceerd aangegeven op de kaart behorende bij dit besluit.

 

Wettelijke eisen

 

Voor het vaststellen van de grens van de bebouwde kom dient volgens artikel 20a Wegenverkeerswet 1994 een besluit te worden genomen door de gemeenteraad.

 

Volgens artikel 23 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) dient het openbaar lichaam dat het beheer heeft over de weg of, indien geen openbaar lichaam het beheer heeft over weg, de eigenaar van de weg te worden gehoord. De genoemde wegen zijn in eigendom van en in beheer bij de gemeente Utrecht.

 

Tevens dient bij het vaststellen of verplaatsen van de bebouwde kom overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg te worden gevoerd met de korpschef van de politie.

 

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 19 juli 2021 besloten om de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht) van toepassing te verklaren.

 

Richtlijnen vaststellen grenzen bebouwde kom

 

Het CROW/ASVV geeft voor het aanduiden van komgrenzen de volgende richtlijnen:

 

- de functie van de bebouwing (woon- of centrumfunctie, gecombineerd met voorzieningen of kleine bedrijven);

- de dichtheid van de bebouwing (minimaal 30% bebouwd per 100 meter);

- de minimale lengte van de bebouwde kom (minimaal 400 meter)

- de afstand van de huizen tot aan wegas (niet meer dan drie keer de hoogte van de bebouwing).

Het uitgangspunt hierbij is dat de grens van de bebouwde kom herkenbaar moet zijn.

 

Wanneer er een nieuwe weg wordt aangelegd, dient een eventuele locatie waar het verkeer de grens van de bebouwde kom passeert te worden aangegeven met een komgrensbord (bord H1 en H2), voorzien van een plaatsnaamaanduiding. Op bestaande wegen is het gewenst dat de grens van de kom wordt verplaatst indien de bebouwingsdichtheid of de functie van de weg zodanig gewijzigd is dat de weg het karakter heeft van een weg die binnen de bebouwde kom ligt. Bij het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom worden de richtlijnen van het CROW/ASVV zoveel mogelijk gehanteerd.

 

In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) zijn eveneens regels gesteld waaraan de bebouwde komgrens moet voldoen.

 

In de uitvoeringsvoorschriften BABW is het volgende vermeld:

 

“De grens van de bebouwde kom, aangegeven door bord H1 en H2, wordt gekenmerkt door het begin van een langs de weg gelegen aaneengesloten bebouwing van zodanige omvang en dichtheid, dat een voor de weggebruiker duidelijk herkenbaar verschil in karakter van de wegomgeving aanwezig is met een buiten de bebouwde kom gelegen weg. Ter plaatse van de komgrens moet een zodanige wijziging van wegkenmerken voorkomen dat het verschil in karakter van de weg voor en na bord H1 of H2 aldaar zoveel mogelijk benadrukt wordt.”

 

Het vaststellen van de grens van de bebouwde kom is direct van invloed op:

 

a. de maximumsnelheid op wegen (Wegenverkeerswet/RVV);

b. de inrichtingseisen van wegen (Wegenverkeerswet/RVV);

c. de geluidgrenswaarden van het wegverkeer (Wet geluidhinder).

 

Maatregelen

 

Met het verruimen van de bebouwde kom zijn fysieke aanpassingen niet nodig. Het profiel van de Heldinnenlaan dat nu binnen de bebouwde kom is aangelegd is ten tijde van de aanleg buiten de bebouwde kom doorgezet, rekening houdend met de toekomst (waarin alle ontwikkelingen binnen Leidsche Rijn in principe binnen de bebouwde kom zijn bedoeld). Zo is de weg destijds met een overrijdbare middenberm en aparte fietspaden aangelegd.

 

De Maarssenseweg kent ook een profiel dat prima past binnen de bebouwde kom, bestaande uit één rijstrook per rijrichting met middenberm en vrijliggende fietspaden. Beide wegen voldoen aan de landelijke richtlijnen voor wegen binnen de bebouwde kom met een snelheidsregime van 50 km/u.

 

Motivering

 

Door de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Haarrijn verandert het karakter van het gebied waarin de Heldinnenlaan/Maarssenseweg ligt, naar een gebied binnen de bebouwde kom. De huidige komgrens is gesitueerd op de Heldinnenlaan ter hoogte van de Kate Ter Horstsingel. Het zuidelijke deel van de Maarssenseweg kent in de huidige situatie een landelijk en open karakter zonder bebouwing. Met de ontwikkeling van Haarrijn verandert dit beeld. Hier zal met de ontwikkeling van Haarrijn sprake zijn van meer gesloten bouwblokken. Het karakter van het gebied wordt meer stedelijk.

 

Het verlagen van de snelheid op de Heldinnenlaan/Maarssenseweg naar 50 km/u compenseert een geluidstoename bij de bestaande woningen als gevolg van een toename van het autoverkeer van en naar Haarrijn. De woonwijk brengt een toename van de verkeersintensiteit op de Heldinnenlaan/Maarssenseweg met zich mee. Daardoor kan de geluidsbelasting op de bestaande woningen toenemen. Door het verlagen van maximumsnelheid is er geen sprake van geluidstoename.

 

Zienswijze

 

Burgemeester en wethouders hebben dit besluit nog niet bekrachtigd. De status van het voornemen is te informeren. Op dit voornemen bestaat daarom nog geen mogelijkheid tot het maken van bezwaar bij het College van Burgemeester en Wethouders.

 

Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden van 1 oktober tot 11 november 2021 hun zienswijze naar voren brengen. Schriftelijke zienswijzen dienen voor genoemde datum te worden gericht aan burgemeester en wethouders van Utrecht, t.a.v. Ron Suntjens, Postbus 16200, 3500 CE Utrecht. Daarnaast is de gemeente te bereiken op telefoonnummer 14030. De documenten zijn te bekijken op het Stadskantoor, Stadsplateau 11, in de centrale hal.

 

 

Utrecht, 19 juli 2021

 

Gepubliceerd op 1 oktober 2021 in het Gemeenteblad.

 

Let op: u moet een zienswijze binnen zes weken na de publicatie in het Gemeenteblad indienen.

 

 

 

 

 

Naar boven