Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2021, 334012 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2021, 334012 | beleidsregel |
Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Leiden 2021
Het college van burgemeester en wethouders van Leiden en de burgemeester van Leiden ieder voor zover het hun publiek- als ook privaatrechtelijke bevoegdheden betreft,
gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur, alsmede artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,
overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden,
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
eigen Bibob-onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag, een (voorgenomen) vastgoedtransactie of een overheidsopdracht, waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob (verder Bureau) aan te vragen.
Artikel 1.2 Toepassing beleidsregel
Deze beleidsregel heeft betrekking op de toepassing van de Wet Bibob door de gemeente Leiden en diens bestuursorganen. Rechtspersonen met een gedelegeerde bevoegdheid werken ook conform deze beleidsregel. De beleidsregel laat onverlet dat binnen de grenzen van de wet op andere wijze een integriteitstoets wordt uitgevoerd en dat de uitkomsten daarvan bij besluitvorming wordt betrokken.
Artikel 1.3 Uitvoering Bibob-onderzoek in afwijking van beleidsregel
Deze beleidsregel laat onverlet dat in afwijking van de hierna volgende bepalingen in individuele gevallen tot uitvoering van een onderzoek in het kader van de Wet Bibob kan worden besloten, indien de omstandigheden van het geval daartoe naar oordeel van het bevoegde orgaan aanleiding geven.
Het experiment wordt voor beëindiging van het experiment geëvalueerd. Indien de evaluatie leidt tot aanpassing van deze beleidsregel in overeenstemming met de wijze waarop het experiment is uitgevoerd, kan het college of de burgemeester, uiterlijk vóór het verstrijken van de maximale tijdsduur van het experiment, besluiten om het experiment met maximaal een jaar te verlengen.
Artikel 2.1 Grondslag voor Bibob-onderzoek bij beschikking
Bovendien kan een Bibob-onderzoek plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat over de aanvrager van een beschikking als zodanig, of tevens tegelijkertijd als betrokkene bij een (voorgenomen) vastgoedtransactie of betrokkene bij een overheidsopdracht, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau (artikel 11a Wet Bibob). Indien advies is uitgebracht bericht het Bureau over de mate van gevaar zoals dat is opgenomen in het advies.
Artikel 2.2 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
Het Bibob-onderzoek kan plaats vinden bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:
in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning milieu), voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van die wet, en artikel 2.1, eerste lid onder i. van de Wabo, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3, kan worden geweigerd,
Dit lid treedt op een nader moment in werking
Hoofdstuk 3 privaatrechtelijke transacties
Artikel 3.1 Grondslag voor Bibob-onderzoek bij privaatrechtelijke transacties
Bovendien kan een Bibob-onderzoek plaatsvinden als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt, dat over de betrokkene bij een (voorgenomen) vastgoedtransactie als zodanig, of tevens tegelijkertijd als aanvrager van een beschikking, subsidie of betrokkene bij een overheidsopdracht, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau (artikel 11a Wet Bibob). Indien advies is uitgebracht bericht het Bureau over de mate van gevaar zoals dat is opgenomen in het advies.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Leiden gehouden
Op 7 september 2021,
De secretaris, De burgemeester,
Een van de conclusies die de Parlementaire Enquête Commissie Van Traa in1996 trok, was dat de ernst van georganiseerde criminaliteit vooral was gelegen in het grote financiële gewin en de economische macht die daaruit voortvloeit. Die economische macht beperkt zich niet tot de onderwereld, maar dringt in allerlei gedaanten in de bovenwereld door, aldus de commissie. Criminele personen kunnen met al dat geld infiltreren in het economische leven door bijvoorbeeld gebruik te maken van bestuurlijke faciliteiten, zoals vergunningen, subsidies en vastgoedtransacties. Dit heeft een aantasting van de integriteit van de overheid tot gevolg.
De integriteit van de gemeente wordt aangetast als er bij een (verleende) vergunning of bij of een vastgoedtransactie, gebruik wordt gemaakt van ‘crimineel’ geld of wanneer de kans groot is dat vergunning wordt gebruikt om strafbare feiten te plegen.
Ter bescherming van hun eigen integriteit, kunnen gemeenten sinds 1 juni 2003 de Wet Bibob toepassen. Deze wet dient primair ter inschatting van het integriteitsrisico van overheidsorganen. Met het bescherming van de integriteit van de gemeente wordt de gemeente tevens in staat gesteld om de samenleving te beschermen tegen niet integere partijen. Op die wijze levert de Wet Bibob, indirect, ook een bijdrage aan het beschermen van het woon-, werk- en leefklimaat in de gemeente.
Sinds 2007 wordt in Leiden de Wet Bibob toegepast aan de hand van de ‘Notitie in het kader van de Wet Bibob 2007’. Na de aanpassing van de Wet Bibob in 2013 waarbij het toepassingsbereik en het aantal beschikbare bronnen voor het doen van onderzoek is verruimd, is in 2016 de ‘Beleidslijn voor de toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) Leiden 2016’ vastgesteld. Zowel de notitie uit 2007 als de beleidslijn uit 2016 bevatten een signaalgerichte inzet van de Wet Bibob. Op 1 augustus 2020 is de Wet Bibob opnieuw aangepast. Met deze aanpassing is het toepassingsbereik verder verruimt en zijn meer mogelijkheden toegevoegd voor het doen van het eigen onderzoek. Deze laatste aanpassing is aanleiding om het Bibob- beleid te actualiseren zodat deze in lijn is met de geldende wettelijke bepalingen en mogelijkheden.
Een andere aanleiding voor deze actualisering ligt in het feit dat met de uitvoering van het programma ondermijning de bewustwording en informatiepositie is verbeterd. Vanuit deze positie is te zien dat criminele geldstromen en -activiteiten de samenleving en economie in Leiden ontwrichten. De inzet van de Wet Bibob helpt te voorkomen dat de gemeente ongemerkt en ongewild betrokken raakt bij deze criminele activiteiten.
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Wet Bibob. De Wet Bibob is een facultatieve wet. Dat betekent dat een gemeente zelf mag bepalen wanneer dit instrument wel of niet toepast.
Het invoeren en toepassen van een beleidsregel biedt de gemeente meer structuur en zekerheid in haar werkwijze aan zowel de ambtenaren als aan de burgers. Tevens voorkom je als gemeente willekeur in de toepassing van de Wet Bibob voor de burger. In de beleidsregel staat namelijk aangegeven op welke vergunningen, vastgoedtransacties, subsidies en overheidsopdrachten de Wet Bibob kan worden toegepast. Tevens geeft de gemeente een nadrukkelijk signaal af voor de bescherming van de eigen integriteit. Dit kan een preventieve werking tot gevolg hebben.
In deze beleidsregel is onder artikel 1.4 de mogelijkheid opgenomen om te besluiten een experiment aan te gaan. Op basis van dit artikel kan tijdelijk worden afgeweken van deze beleidsregel, bijvoorbeeld door een periode bepaalde aanvragen tot een beschikking of privaatrechtelijke transacties standaard met Bibob te toetsen. Bij het instellen van een experiment zal duidelijk worden gemaakt van welke bepaling wordt afgeweken, wat het doel is van het experiment, welke voorwaarden er zijn bij het experiment, hoe lang de looptijd van het experiment is en voor welk gebied het experiment geldt. Voor afloop van de looptijd van het experiment zal worden geëvalueerd wat het experiment heeft opgeleverd. Indien de evaluatie leidt tot aanpassingen van de beleidsregel en het niet meer binnen de termijn van het experiment mogelijk is de beleidsregel aan te passen, kan het experiment maximaal 1 jaar worden verlengd teneinde de aanpassing van de beleidsregel mogelijk te maken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-334012.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.