Wijziging Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 juli 2021

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

  • 1.

    Kennis te nemen van het rapport “Toekomstperspectief weekmarkten en standplaatsen gemeente Raalte”.

  • 2.

    De Verordening tot 1e wijziging van de verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021 vast te stellen.

 

Verordening tot 1e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021.

Artikel 1 Wijziging verordening

Artikel 8 van de vastgestelde Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021 wordt vervangen door:

 

Artikel 8 Ontheffing

  • 1.

    In de volgende gevallen wordt ontheffing verleend van (een deel van de) de verschuldigde marktgelden:

    • a.

      Indien een vaste standplaatshouder van een aan hem toegewezen vaste standplaats gedurende het gehele of een gedeelte van de periode van het abonnementsjaar geen gebruik heeft kunnen maken van de vaste standplaats als gevolg van ziekte (aangetoond middels een geneeskundige verklaring) of bedrijfsopheffing (aangetoond middels een opgave van de Kamer van Koophandel)

    • b.

      Ingeval van overlijden van de vaste standplaatshouder, tenzij de standplaatsvergunning ingevolge artikel 5.45 van de Algemene plaatselijke verordening kan worden overgenomen door de echtgeno(ot(e), de geregistreerde partner of kind;

    • c.

      Indien een vaste standplaatshouder zijn recht op zijn vaste standplaats opzegt en om deze reden gedurende het gehele of een gedeelte van de periode van het abonnementsjaar geen gebruik meer maakt van de aan hem toegewezen vaste standplaats.

    • d.

      Indien het voor de vaste standplaatshouder van overheidswege niet is toegestaan om het gehele of een gedeelte van de periode van het abonnementsjaar gebruik te maken van de aan hem toegewezen standplaats.

  • 2.

    De ontheffing op grond van artikel 8 eerste lid sub a, b en c wordt slechts verleend op grond van een schriftelijke verzoek tot ontheffing.

  • 3.

    De ontheffing op grond van artikel 8 eerste lid sub a, b en d bedraagt een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal marktdagen waarop de vaste standplaats niet door de standplaatshouder is ingenomen, op voorwaarde dat hij/zij zich niet door anderen heeft laten vervangen. Ontheffing op basis van artikel 8 eerste lid sub c bedraagt een bedrag dat wordt berekend op basis van het aantal marktdagen, vanaf de dag van binnenkomst van de schriftelijke opzegging van de vaste standplaatshouder tot het eind van het jaar.

 

Artikel 2 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 april 2021.

 

Aldus besloten in de vergadering van 9 september 2021

 

de griffier

Jan Bouke Zijlstra

de voorzitter

Martijn Dadema

Naar boven