Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden
overwegende dat,
• de aanvrager heeft verzocht om een individuele gehandicaptenparkeerplaats;
• de aanvrager in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart voor passagier;
• in afwijking van het beleid - zoals vastgelegd in module 7 van het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan (GVVP), dat regelt dat de aanvrager in het bezit moet zijn van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurder om in aanmerking te komen voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats - de aanvrager in aanmerking komt voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats;
• er geen geschikte route beschikbaar is zoals noodzakelijk voor iemand met een gehandicaptenparkeerkaart voor passagier;
• de passagier niet alleen bij de woning kan wachten op de terugkomst van de bestuurder na parkeren;
• de parkeerdruk in de omgeving van de Reep dermate hoog is dat de reguliere parkeerplaatsen in de omgeving van de woning van de aanvrager vaak bezet zijn;
• geen gebruikgemaakt kan worden van algemene gehandicaptenparkeerplaatsen in de directe omgeving vanwege het ontbreken daarvan;
• het voertuig van de aanvrager niet op eigen terrein geparkeerd kan worden;
• niet op een andere wijze in een parkeerplaats voor de aanvrager kan worden voorzien;
• een aangewezen gehandicaptenparkeerplaats in openbaar gebied gewenst is;
• de genoemde weg/locatie gelegen is binnen de bebouwde kom en in beheer en onderhoud is van de gemeente Reusel-De Mierden;
• dit besluit bijdraagt aan het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en het voorkomen of beperken van hinder, overlast en schade door het verkeer;
• voor het instellen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats een verkeersbesluit genomen dient te worden;
• in dit besluit de verkeerstekens worden benoemd conform het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
• over dit besluit - overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) - overleg heeft plaatsgevonden met de regiopolitie Oost-Brabant en dat deze positief heeft geadviseerd;
gelet op:
• de bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), het RVV 1990 en het BABW;
• de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
BESLUIT: