Gemeenteblad van Maassluis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2021, 329188 | overige overheidsinformatie |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2021, 329188 | overige overheidsinformatie |
Vastgesteld door gemeenteraad Maassluis dd. 13 juli 2021
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Wmo 1 . Met dit Uitvoeringsprogramma Wmo houden we rekening met bestaand beleid en geven richting aan de doelen van de Wmo in Maassluis voor de komende jaren.
Het Uitvoeringsprogramma Wmo bestaat uit twee delen. Het eerste deel beschrijft de aanleiding en context van dit uitvoeringsprogramma. We beschrijven de samenhang met andere actuele (transformatie)sporen in Maassluis en de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen in de Wmo.
In deel twee van dit Uitvoeringsprogramma Wmo beschrijven we de acties waar we de komende jaren mee aan de slag gaan per themaveld. Per themaveld gaan we in op specifieke uitdagingen in de Wmo. We beginnen de themavelden met een analyse van de huidige situatie. Daarna noemen we het beoogde doel en vervolgens geven we maatregelen weer.
In hoofdstuk 5 van dit programma benoemen we de budgetten die nodig zijn om het uitvoeringsprogramma de komende jaren uitgevoerd te krijgen.
De maatregelen zijn samengevat in de bijlage overzicht maatregelen.
Wij hebben er in dit uitvoeringsprogramma voor gekozen om de diverse onderzoeken en beleidsstukken niet (nogmaals) mee te sturen naar de raad, maar hiernaar te verwijzen. De betreffende stukken zijn te vinden op maassluis.raadsinformatie.nl of op de website van de betreffende organisatie. In hoofdstuk 6 staan de gegevens van deze bronnen.
1.1 Transformatie in Maassluis langs drie sporen
Bij de decentralisaties in het sociaal domein (vanaf 2015) is uitgegaan van zelfredzaamheid en een zorgzamere samenleving. Meer eigen regie en kracht van de inwoner (en zijn netwerk) vragen om een cultuurverandering en bewustwording, zowel bij de professional als bij de inwoner; een veranderopgave die we ook wel transformatie noemen. Naast cultuurverandering en bewustwording, is samenwerking tussen inwoners en vrijwilligers-, welzijn- en zorgorganisaties belangrijk. De afgelopen jaren zijn stappen gemaakt in de transformatie, maar de transformatiebeweging vraagt nog meer van ons.
We realiseren ons dat naast eigen kracht van de inwoner (en zijn netwerk) professionele en geïndiceerde (formele) zorg voor sommige inwoners altijd nodig blijft. Als blijkt dat deze zorg nodig is, gaan we dat goed regelen.
In Maassluis werken we aan de transformatiebeweging langs drie sporen:
We toetsen de drie sporen doorlopend aan elkaar; zij dragen bij aan de gezamenlijke veranderopgave. Dit Uitvoeringsprogramma Wmo gaat specifiek in op de Wmo.
1.2 Doorontwikkeling Wmo op basis van bestaand beleid
De komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) betekende indertijd een duidelijke wijziging van beleid voor de ondersteuning van inwoners. Ter voorbereiding op de Wmo 2015 hebben we lokaal beleid geformuleerd. Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met de implementatie van de wetgeving en de uitvoering.
De uitgangspunten van de Wmo 2015 en het lokale beleid zijn in basis onveranderd en herbevestigd in de nota Samen Doen (2019). Met dit Uitvoeringsprogramma Wmo zetten we in op de actuele ontwikkelingen in het sociaal domein.
Het Uitvoeringsprogramma Wmo biedt een integraal overzicht van de maatregelen die we inzetten om:
De geformuleerde maatregelen passen binnen het bestaande beleidskader.
Op het gebied van de Wmo staan we voor grote uitdagingen. Het doel van de Wmo is: Inwoners doen zo lang en zelfstandig mogelijk mee in de samenleving. Op basis van eigen kracht, eventueel met ondersteuning van het netwerk bijvoorbeeld buren en familie.
Het is een wettelijke taak van de gemeente om ondersteuning te bieden aan onze inwoners die op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk niet of onvoldoende in staat zijn om mee te doen.
In Maassluis vinden we het belangrijk dat inwoners kunnen meedoen in de samenleving en daar is het bestaande beleid op afgestemd. Ons beleid richt zich op meedoen, het versterken van de sociale basis in de stad en samen doen.
Voorop blijft staan dat onze inwoners de ondersteuning ontvangen, die zij nodig hebben. Daarnaast willen we de kosten beheersbaar houden, maar we willen er vooral voor zorgen dat we de juiste zorg op het juiste moment kunnen inzetten.
In tabel 1 is zichtbaar dat het aandeel 65+ inwoners in Maassluis in 2020 hoger is dan het aandeel 65+ in Nederland. De kans dat inwoners ondersteuning vanuit de Wmo nodig hebben, neemt toe naarmate inwoners in leeftijd stijgen.
We zien de kosten voor Wmo-ondersteuning de laatste tijd toenemen. Dat is ook zichtbaar in tabel 2. De lijn vanaf 2020 is een prognose.
Het is belangrijk om de kostengroei in de toekomst te dempen, zodat we het hulpaanbod voort kunnen zetten voor onze inwoners die het echt nodig hebben en niet zelf in hulp kunnen voorzien. We zoeken daarbij de balans in het leveren van goede ondersteuning en betaalbaarheid.
De uitdaging ligt in het balanceren tussen de regels en het voor ogen houden van de noden van de individuele mens. Het gaat om mensenwerk, werken met mensen. Dat vraagt om de nodige flexibiliteit in de uitvoering. Dit vraagt ook om professionals die weten waar ze voor staan, die van nature de samenwerking opzoeken en verantwoordelijkheid durven nemen.
In dit Uitvoeringsprogramma beschrijven we maatregelen die nodig zijn voor de komende periode om dit doel te bereiken. Dit leidt tot ‘sturing’ op de transformatiebeweging Wmo en beheersmaatregelen Wmo.
Het Uitvoeringsprogramma Wmo is een dynamisch programma. We gaan de resultaten van de maatregelen intern monitoren. Wanneer de maatregelen onvoldoende bijdragen aan het beoogde doel zoals is omschreven, passen we de maatregelen aan. In de bijlage is zichtbaar welke planning we daarbij hanteren. Na drie jaar (in 2024) vindt een evaluatie plaats. Als de interne monitoring leidt tot grote aanpassingen, informeren wij de gemeenteraad daarover.
2 De context van het Uitvoeringsprogramma Wmo
2.1 Kaderstellende documenten Maassluis
In de afgelopen jaren was sprake van diverse ontwikkelingen op het gebied van de zorg en ondersteuning. De invoering van de Wmo 2015 betekende een grote wijziging van visie. De bedoeling van de Wmo 2015 en de wijzigingen voor Maassluis zijn beschreven in drie beleidsplannen, namelijk:
Huidig beleidsplan: Samen Doen
In 2019 is het nu geldende beleidsplan Samen Doen vastgesteld. Samen Doen geeft een overzicht van alle beleidsonderwerpen in het Sociaal Domein. Het beleidsplan verbindt vele beleidsonderwerpen met elkaar.
Ons beleid zoals beschreven in Samen Doen richt zich op het versterken van de sociale basis in de stad, waardoor inwoners zelfredzamer zijn, zoveel mogelijk zelfregie op hun eigen leven kunnen voeren en minder zijn aangewezen op zorgprofessionals:
Daarnaast zijn er raakvlakken in beleid met de Woonvisie 2019 – 2024. In de woonvisie zijn diverse opgaven geformuleerd, waaronder opgave Wonen met begeleiding en zorg.
Genoemde speerpunten bij de opgave Wonen met begeleiding en zorg zijn:
wonen in de woonservicezones4 bevorderen;
In de jaarlijks vast te stellen prestatie-afspraken met de woningcorporatie worden deze onderwerpen verder uitgewerkt.
Ontwikkelagenda ouderen en dementievriendelijk Maassluis
De Ontwikkelagenda Ouderen gaat specifiek in op de doelgroep ouderen en is gebaseerd op de uitgangspunten van de nota Samen Doen. De agenda zet in op acht thema's die door zowel ouderen, als de World Health Organisation (WHO), worden benoemd als belangrijk voor een prettige leefomgeving. Dit zijn thema’s die raken aan zorg en ondersteuning vanuit de Wmo.
Daarnaast is Maassluis sinds 2019 dementievriendelijke gemeente. Met een lokale werkgroep bestaand uit maatschappelijke partners, wijkteam, stichting alzheimer en ervaringsdeskundigen blijven we werken aan dit thema. Ook hier is een link met mantelzorg, vrijwilligers en ondersteuning vanuit de Wmo. Naar aanleiding van de motie eenzaamheid en levensbegeleiding (7 november 2018) zijn we aangesloten bij het Pact voor de ouderenzorg.
Het terugkerende element in de gemeentelijke beleidsdocumenten is steeds:
We zorgen voor een brede sociale basis in de stad zodat inwoners zelfredzaam kunnen zijn en zorgen voor een professioneel vangnet voor de inwoners die ondersteuning het meest nodig hebben en hier zelf niet in kunnen voorzien.
In de afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar de juridische mogelijkheden binnen de Wmo. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. We weten beter welke maatregelen (on)mogelijk zijn, maar realiseren ons dat de Wmo in beweging blijft. De maatregelen in dit uitvoeringsprogramma gaan uit van de huidige stand van informatie, maar de opzet van het uitvoeringsprogramma is zodanig dat we op tijd kunnen bijsturen als nieuwe landelijke beslissingen en jurisprudentie dat mogelijk maken of van ons vragen.
Het abonnementstarief, dat per 1 januari 2020 volledig ingevoerd werd, is van grote invloed op de uitvoering van de Wmo. Het abonnementstarief Wmo werd ingevoerd om de stapeling van zorgkosten te verminderen, door maandelijks een vaste bijdrage te innen ongeacht het aantal toegekende maatwerkvoorzieningen en zonder inkomenstoets. Stapeling van zorgkosten speelt vooral bij chronisch zieken die voor verschillende vormen van zorg en ondersteuning meerdere bijdragen betalen.
De VNG heeft zich verzet tegen de invoering van het abonnementstarief, omdat het kon zorgen voor een aanzuigende werking waardoor de zorgkosten voor gemeenten nog verder zouden oplopen. De stijging van de zorgkosten werd voor veel gemeenten werkelijkheid, ook voor Maassluis. De VNG heeft, vooralsnog zonder resultaat, bij het Rijk aangedrongen op compensatie voor gemeenten van de extra kosten als gevolg van het abonnementstarief.
Langer zelfstandig wonen ouderen
De Rijksoverheid wil ouderen helpen in hun vertrouwde omgeving zelfstandig oud te worden. Voor velen een prettige ontwikkeling, maar we zien dat er knelpunten ontstaan op het moment dat zelfstandig wonen, zelfs met ondersteuning, niet meer lukt. Het gat tussen thuis en het verpleeghuis wordt groter. Het rapport “Oud en zelfstandig in 2030, een reisadvies” van de Commissie toekomst zorg thuiswonende ouderen gaat hierop in. We zien dat meer tussenvoorzieningen noodzakelijk zijn.
Rapport Sociaal Cultureel Planbureau
In november 2020 bracht het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) het evaluatierapport “Sociaal domein op koers?” uit over de decentralisatie (Wmo 2015, Jeugdwet, Participatiewet).
Het evaluatierapport meldt dat in de uitvoeringspraktijk veel is gebeurd. De meeste gemeenten hebben sociale (wijk)teams opgericht en daarmee laagdrempelige toegang tot voorzieningen in het sociaal domein georganiseerd. De mogelijkheden voor burgers om (snel) hulp te krijgen, lijken hierdoor toegenomen te zijn. Ook de samenwerking tussen organisaties is toegenomen. Het rapport geeft daarnaast aan dat de decentralisatie op onderdelen niet is gelukt. Als één van de redenen daarvan wordt genoemd dat de verwachtingen vanuit de Rijksoverheid met betrekking tot zelfredzaamheid en een zorgzamere samenleving te hoog gespannen waren, vooral voor zelfregie en netwerk. Dit heeft als consequentie dat het verminderen van instroom en het afschalen van professionele zorg, en de daarmee beoogde bezuinigingen, niet altijd mogelijk bleken.
We zijn ons er goed van bewust dat volledige regie en maakbaarheid niet mogelijk is bij de uitvoering van de Wmo. Toch is dit uitvoeringsprogramma opgesteld in de overtuiging dat we met de maatregelen richting kunnen geven.
3 Bevindingen en aanbevelingen uit diverse onderzoeken
Maassluis heeft lokaal onderzoek gedaan en laten uitvoeren. De volgende documenten geven ons richting voor het Uitvoeringsprogramma Wmo:
Volgend op de nieuwe Wmo-wetgeving zijn in Maassluis diverse ontwikkeltrajecten in gang gezet en diverse pilots uitgevoerd. In de evaluatie leest u in grote lijnen wat heeft plaatsgevonden in de periode 2013 tot nu toe.
Uitkomsten van pilots en onderwerpen in het Sociaal Domein zijn niet altijd goed in concrete resultaten weer te geven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een doelstelling als betere samenwerking.
De transitie voortvloeiend uit de Wmo is gelukt. Ook in de transformatie zijn goede stappen gezet. Het wijkteam heeft zich verder doorontwikkeld en is laagdrempelig toegankelijk voor inwoners. Er is gewerkt aan samenwerking tussen diverse organisaties. Een goed voorbeeld van samenwerking is het WonenPlus-project in Zonneburght.
Werk aan een meetbare wijze van monitoring met behulp van duidelijke indicatoren.
Een grotere bewonersparticipatie is wenselijk, maar een langdurig proces. Neem kleine stappen.
Ga verder aan de slag met de Transformatie Sociaal Domein. Versterk de maatschappelijke kracht en algemene voorzieningen zodat maatwerkvoorzieningen kunnen worden afgebouwd.
3.2 Onderzoek rekenkamercommissie
In 2019 heeft de rekenkamercommissie onderzoek gedaan naar de mate waarin de raad zicht heeft op de uitvoering van het Wmo beleid door ROGplus, de doelmatigheid en rechtmatigheid van deze uitvoering en de sturingsmogelijkheden hierop. Het onderzoek was specifiek gericht op de voorzieningen huishoudelijke hulp en individuele begeleiding.
De hoofdconclusie was dat de raad enerzijds beperkt zicht heeft op de uitvoering en de doelmatigheid en rechtmatigheid hiervan. Anderzijds heeft de raad wel voldoende mogelijkheden om meer inzicht te krijgen en bij te sturen, maar maakt hier nauwelijks gebruik van.
Uit het onderzoek kwam een aantal aanbevelingen waar het college mee aan de slag is gegaan.
In vervolg op het rekenkamercommissie onderzoek hebben we bureau LPBL opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren naar meetbare beleidsdoelen en effecten met bijbehorende indicatoren en daarnaast een vergelijking te maken met andere gemeenten op Wmo maatwerkvoorzieningen.
Op grond van het onderzoek komt LPBL tot de volgende bevindingen en aanbevelingen voor de gemeente Maassluis:
De gemeente kan actiever de regie voeren op de uitvoering van de Wmo, met behulp van goede gegevensvoorziening en intensievere samenwerking tussen beleid en uitvoering.
Door training en coaching van de consulenten, kunnen zij beter beoordelen welke ondersteuning wel of niet nodig is en sturen op inzet van voorliggende voorzieningen en eigen netwerk.
Een belangrijke randvoorwaarde voor het bovenstaande is het organiseren van lerend vermogen. Dat kan worden bereikt door een systematische uitwisseling tussen domeinen, consulenten en teams. Maar ook het als gemeenten leren van elkaar.
Deze aanbevelingen worden uitgewerkt bij het themaveld Wmo maatwerkvoorzieningen.
3.4 Motie en onderzoek winsten in de zorg
In 2019 kwam het journalistiek platform Pointer met een tv-uitzending, 'Follow the Money', over hoge winsten onder zorgaanbieders in Nederland. Eind 2019 heeft de raad een motie aangenomen over buitensporige winsten bij zorgaanbieders. Het college heeft in de zomer van 2020 onderzoek laten doen naar de winsten van zorgaanbieders van Maassluis en mogelijke beheersing hiervan.
Uit het onderzoeksrapport Onderzoek winsten in de zorg blijkt dat de gemiddelde winstgevendheid van de onderzochte partijen daalt sinds 2016 van 4.2% naar 3.2%. Bij een operationeel resultaat van 10% of meer spreken we van een hoge winst. De onderzochte Wmo-aanbieders blijven hieronder.
In de motie wordt gevraagd om ROGplus als contract managende partij afspraken te laten maken met de aanbieders. ROGplus deed al voor de tv-uitzending onderzoek naar de Wet Normering Topinkomens (WNT) bij de inkoop van zorg, dit blijven zij in de toekomst ook doen. Op basis van de huidige contracten kan niet teruggevorderd worden op winstgevendheid. We blijven alert en in gesprek over reële tarieven voor de zorg. Bij het aangaan van nieuwe contracten zal het onderwerp winstgevendheid en afspraken hierover meegenomen worden. De mogelijkheden hierin zijn echter wel beperkt.
Gemeenten zijn verplicht om ieder jaar ervaringen van hun Wmo-cliënten in kaart te brengen. De VNG heeft hiervoor, in samenwerking met andere partijen, een vragenlijst bestaande uit 10 vragen opgesteld, die sinds 2016 onder Wmo-cliënten wordt uitgezet. De data uit deze onderzoeken worden gepubliceerd op waarstaatjegemeente.nl, zodat gemeenten de resultaten met elkaar kunnen vergelijken. De uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek Wmo Maassluis zijn positief. Het onderzoek van 2020 geeft nog een iets positiever beeld dan het vorige. De bekendheid met de onafhankelijke cliëntondersteuner is verbeterd, maar nog steeds onvoldoende.
Zet de aandacht voor de bekendheid van de onafhankelijke cliëntondersteuner voort.
3.6 Regiovisie Ouderenzorg Westland, Schieland Delfland (WSD)
Begin 2021 is een visietraject van zorgverzekeraar DSW afgerond, gericht op ouderen en wonen. De Regiovisie Ouderenzorg (WSD) komt voort uit de opgave om de stijgende zorgvraag in de ouderenzorg goed op te vangen.
Men constateert dat huidige intramurale capaciteit onvoldoende is en opvang van deze zorg in de eigen woning niet de (volledige) oplossing is. Door intensievere samenwerking van VVT-aanbieders (verpleeg, verzorgingshuizen en thuiszorg), ziekenhuizen, gemeenten, eerstelijnsorganisaties en DSW kan de druk op de ouderenzorg verminderen en de kwaliteit van leven van ouderen verbeteren.
De Regiovisie Ouderenzorg WSD bestaat uit een feitenboek en een vijftal werkagenda’s (hieronder genoemd bij aanbevelingen 1 t/m 5) voor de komende jaren.
Binnen de lokale bouwprojecten in Maassluis zullen we samen met DSW en zorgpartijen (Careyn en Argos Zorggroep) zoeken naar mogelijkheden om de intramurale capaciteit uit te breiden. Daarnaast zetten we in op mogelijkheden om wonen, welzijn en zorg te verbinden in nieuwe woonvormen.
In dit hoofdstuk beschrijven we de maatregelen die we gaan nemen om beoogde effecten te bereiken. De maatregelen zijn onderverdeeld in de volgende themavelden:
Bij elk themaveld beschrijven we: een analyse en context, het beoogd effect van de (verschillende) maatregelen en de maatregelen zelf.
Hoofdstuk 5 gaat in op het benodigde budget (kosten) om de maatregelen uit te kunnen voeren. De maatregelen zijn samengevat in de bijlage overzicht maatregelen. In dit overzicht is ook de planning weergegeven.
4.1 Themaveld versterken voorliggend veld (preventie)
Wat is nodig om de transformatie verder vorm te geven? Om de veranderopgave door te kunnen voeren, is het van belang om, naast de formele zorg, de voorzieningen en de informele zorg goed in beeld te hebben (voorliggend veld). Welke instanties en initiatieven zijn er allemaal in de stad en wat hebben ze te bieden? Hoe krijgen formele en informele zorg voldoende kennis van elkaars bestaan en aanbod? De behoefte aan een dergelijk inzicht is groot. Men spreekt ook wel over een sociale kaart; in een sociale kaart vinden inwoners en hulpverleners informatie over organisaties en hun aanbod van diensten, producten en activiteiten in het sociale domein. Transformeren doen we samen!
In Maassluis gebruiken we sinds 2020 www.samenzijnwijmaassluis.nl als sociale kaart en om alle initiatieven en activiteiten in beeld te krijgen. Daarnaast is via de website van ROGplus en de website Fief goede informatie te vinden over voorliggende oplossingen en tips.
Voor de inwoner betekent een platform zoals www.samenzijnwijmaassluis.nl dat er meer regie mogelijk is, omdat hij zelf het aanbod kan bekijken en hieruit een keuze kan maken. Het gaat helpen bij een betere aansluiting tussen het voorliggend veld en de Wmo. Professionals kunnen inwoners beter wijzen op algemene of collectieve voorzieningen die aansluiten op de vraag naar Wmo-voorzieningen. Hierdoor ontstaat meer bewustwording over het voorliggend veld en de informele zorg; de vaak laagdrempelige ondersteuning, preventief, dichterbij de inwoner.
Vanuit de aanbesteding Meedoen in de Stad voor geïndiceerde Wmo-zorg zijn 5 organisaties samen (ZorgSamen MVS) aan de slag met hun hulp- en ondersteuningsaanbod in MVS. Hoewel zij pas sinds medio 2020 uitvoering geven aan de aanbesteding, is een positief effect te zien op de onderlinge samenwerking tussen de 5 organisaties. ZorgSamen MVS heeft onlangs de gemeenten benaderd om in gesprek te gaan over de verbinding met het voorliggend veld in de drie steden MVS.
Voor lichte hulp en ondersteuning, is bij het wijkteam een pakket aan basisdienstverlening ontwikkeld. Dit is een laagdrempelig en snel inzetbaar aanbod van professionele hulp en ondersteuning (voor jong en oud), bedoeld om inwoners bij te staan in hun hulpvragen. We gaan er van uit dat de inzet van basisdienstverlening zwaardere hulp voorkomt.
Programma’s Wijk op maat, Eenzaamheid en Integratie
De programma’s De Wijk op maat, Eenzaamheid en Integratie richten zich op sociale cohesie en inclusie. Deze programma’s worden voortgezet en zoveel mogelijk verbonden met andere ontwikkelingen in de stad.
Subsidie is een instrument om maatschappelijke doelen te bereiken. Met de herijking van het subsidieproces willen we meer gemeentelijke regie voeren. Een belangrijk uitgangspunt daarin is de samenwerking met en tussen maatschappelijke partners.
We werken sinds jaar en dag aan de onderwerpen vrijwilligers en mantelzorgers. Ze zijn wellicht belangrijker dan ooit en komen later in het Uitvoeringsprogramma Wmo aan de orde.
We realiseren, samen met inwoners en organisaties, de volgorde van eventuele ondersteuning: preventie normaliseren lichte ondersteuning maatwerkondersteuning. Sociale cohesie en het concept “samen zijn wij Maassluis” dragen bij aan deze ontwikkeling. Met de onderstaande maatregelen gaan wij verder met het proces van transformeren.
We verlangen van organisaties waar wij een subsidierelatie mee hebben, dat zij actief communiceren over hun aanbod in het voorliggend veld. In ieder geval op de website www.samenzijnwijmaassluis.nl.
We ondersteunen de gewenste richting (preventief en pro-actief handelen) met subsidiebeleid. We wijzen subsidies toe in relatie tot onze gestelde beleidsdoelen. De beleidsdoelen zijn gebaseerd op maatschappelijke opgaven. Belangrijk uitgangspunt daarin is de samenwerking met en tussen maatschappelijke partners.
Het wijkteam gaat, als dat past bij de situatie, meer inwoners doorverwijzen naar het voorliggend veld en krijgt mogelijk ook te maken met terugverwijzen van professionele hulpverleners naar het wijkteam. Uitgangspunt is dat de taken plaatsvinden binnen de huidige capaciteit. We besteden hier aandacht aan bij de jaarlijkse interne scan van het Uitvoeringsprogramma.
De organisaties die samen het voorliggend veld vormen, kunnen te maken krijgen met meer en andere vragen van inwoners. Het effect hiervan zal invloed uitoefenen op de verdeling van de subsidies. Bij de verdeling van de subsidies is het van belang in welke mate een organisatie bijdraagt aan onze vastgestelde maatschappelijke doelen. Uitgangspunt bij deze ontwikkeling is dat de vraag bepaalt in welk aanbod de gemeente gaat faciliteren of bijdragen. Met incidentele bijdragen aan innovatie kunnen we creatieve ideeën ondersteunen en de beweging naar het voorliggend veld stimuleren.
De Rijksoverheid wil dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Om de inwoners van Maassluis daarbij te helpen zijn er de afgelopen jaren verschillende initiatieven gestart. Via Vraagraak loopt een campagne die oudere inwoners stimuleert bewust na te denken hoe zij vitaal kunnen blijven, zelfstandig blijven wonen en meedoen in Maassluis. Daarnaast is ROGplus gestart met het onlineplatform Fief. Hier vinden de ouderen van nu en straks het aanbod van initiatieven, activiteiten en mogelijkheden in de MVS gemeenten. Ook is er het platform SamenzijnwijMaassluis dat al eerder beschreven is.
Sinds 2018 heeft de gemeente Maassluis de Blijverslening. De lening is bedoeld om inwoners zelf hun woning levensloopbestendig te laten maken bijvoorbeeld met een traplift en is beschikbaar voor huur- en koopwoningen. Ondanks doorlopende informatie vanuit de Wmo consulenten en Vraagraak (foldermateriaal/website) is het aantal aanvragen tot nu toe laag.
In de prestatieafspraken met Maasdelta is opgenomen dat we de mogelijkheden van wonen, welzijn en zorg voor ouderen en andere kwetsbare inwoners verder gaan uitwerken. Dit sluit aan bij de opgave uit de Regiovisie voor de ouderenzorg WSD.
Meer inwoners kunnen zelfstandig blijven wonen als zij ouder worden, omdat zij de mogelijkheden daartoe kennen en op tijd anticiperen.
In Maassluis zijn we gezegend met een hoog aandeel vrijwilligers in de samenleving. Ook zonder tussenkomst van de gemeente zetten veel inwoners zich belangeloos in voor de stad. Toch zijn er ook ontwikkelingen die deze situatie bedreigen, zoals de vergrijzing en de toenemende druk op (zorg)vrijwilligers.
Voor de Wmo spelen vrijwilligers een belangrijke rol in ‘het voorliggend veld’. Zij vergroten de samenredzaamheid en veerkracht van de stad en bevorderen sociale samenhang en activering. Vrijwilligers spelen ook een belangrijke rol bij het ontlasten van mantelzorgers, bijvoorbeeld door het bieden van activiteiten aan cliënten, of door lotgenotencontact.
Om al deze redenen is het belangrijk in de uitvoering voldoende aandacht te (blijven) besteden aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.
Het vrijwilligerssteunpunt van de gemeente Maassluis:
Het vrijwilligerssteunpunt Maassluis werkt hierin nauw samen met de steunpunten van Schiedam en Vlaardingen. Bijvoorbeeld op het gebied van communicatie en website.
Verbeteringen voor de toekomst
De samenwerking tussen wijkteam Vraagraak en het vrijwilligerssteunpunt kan verbeterd worden. Vraagraak speelt een rol bij het verwijzen naar vrijwillige ondersteuning. Vrijwilligersorganisaties en Vraagraak ervaren nu nog een te grote afstand.
Als de omstandigheden het weer toelaten is aandacht voor netwerken weer van groot belang. (Nu gebeurt dat door de coronacrisis digitaal.) Breng vrijwilligersorganisaties en andere partijen uit de stad met elkaar in contact. Goede relaties vormen de basis voor prettige en effectieve samenwerking.
Met Stroomopwaarts zijn de eerste stappen gezet om cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te stimuleren via vrijwilligerswerk te participeren. Dit kan nog verder groeien. De inzet van speciale doelgroepen als vrijwilligers verdient meer aandacht. De gemeente moet organisaties ondersteunen om deze vrijwilligers goed te kunnen begeleiden.
Om de vergrijzing het hoofd te bieden en nieuwe doelgroepen te bereiken, moet onze communicatie en ook de waardering van vrijwilligers telkens opnieuw afgestemd worden op de wensen van de (potentiële) vrijwilligers. Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
De gemeente ondersteunt organisaties in Maassluis optimaal bij het werven en behouden van vrijwilligers. Wij dragen bij aan contacten tussen de vrijwilligersorganisaties en met andere partijen in de stad en stimuleren nieuwe initiatieven van bewoners en organisaties. Daarnaast faciliteren wij een goede samenwerking tussen de ‘formele’ zorgorganisaties en de informele vrijwilligers.
Het vrijwilligerssteunpunt Maassluis zet de komende jaren in op nauwe samenwerking met de steunpunten in Vlaardingen en Schiedam. Dit biedt de kans om gezamenlijk (o.a.) het trainingsaanbod, de website, waardering en campagnes uit te breiden en vorm te geven. De coördinator in Maassluis blijft persoonlijk aanspreekpunt voor de Maassluise organisaties en vrijwilligers en houdt oog voor de lokale situatie.
Het vrijwilligerssteunpunt gaat intensiever samenwerken met het wijkteam Vraagraak en professionele verwijzers en zorgverleners. De algemene verschuiving van geïndiceerde ondersteuning naar het voorliggend veld vraagt om meer contact en samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en professionals. Uiteraard vindt de beweging richting voorliggend veld alleen plaatst als de situatie het toe laat. Het steunpunt ondersteunt en adviseert over de mogelijkheden voor vrijwilligershulp en cliënten. Uitgangspunt is gelijkwaardige samenwerking tussen formele en informele zorgverleners.
Via het traject ‘Maatschappelijk verantwoord verenigen’ bieden wij organisaties de mogelijkheid om een actieplan op te stellen voor een vitale toekomstbestendige vereniging, waarbij de organisatie haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt, bijvoorbeeld op het gebied van welzijn, zorg en duurzaamheid.
Mantelzorg is eigenlijk zowel een uitdaging als een oplossing. Enerzijds een oplossing voor zorgvragen in de sociale omgeving, anderzijds een mogelijk oplopende belasting van zorgzame burgers. Mensen zorgen voor elkaar uit naastenliefde en ervaren dat vaak als zeer positief of vanzelfsprekend. De overheid heeft meestal geen volledig zicht en grip op mantelzorg. Maar mantelzorg is wel (ook) heel belangrijk bij het uitstellen van formele zorg.
Mantelzorg moet dus vooral de ruimte krijgen. Dat kan door:
Tijdige bewustwording van de impact van mantelzorgen en preventie is belangrijk. Goede ondersteuning voor mantelzorgers voorkomt overbelasting bij mantelzorgers, een grotere vraag naar duurdere formele zorg en mogelijk ook ontspoorde mantelzorg.
Via ROGplus kan een mantelzorger respijtzorg aanvragen vanuit de Wmo5 . Daarnaast is er een netwerk van vrijwilligersorganisaties die laagdrempelig ondersteuning aan mantelzorgers én zorgvragers bieden. Bijvoorbeeld praktische hulp thuis van de OproepCentrale, ondersteuning in de laatste levensfase van VPTZ (vrijwillige palliatieve terminale zorg) of steun van een buddy van Humanitas voor mensen met een ongeneeslijke ziekte.
Verbeteringen voor de toekomst
Onder andere uit een regionaal onderzoek van MantelzorgNL in Vlaardingen en Schiedam komen ook voor Maassluis enkele duidelijke verbeterpunten naar voren:
Het coalitieakkoord (2018-2022) vraagt om aandacht voor de ondersteuning van mantelzorgers: “Er wordt steeds meer een beroep gedaan op mantelzorgers. Wij willen nadrukkelijk zorgen voor goede ondersteuning van mantelzorgers in de vorm van dagopvang, respijtzorg, informatie, advies en de beschikbaarheid van mantelzorg in de toekomst.”
Daarnaast is door de stijging van de kosten van de ondersteuning uit de Wmo ook meer de nadruk komen te liggen op het voorliggend veld en het eigen netwerk van inwoners. De druk op mantelzorgers kan hierdoor toenemen. Ter preventie van overbelasting is daarom voorlichting en ondersteuning van mantelzorgers meer dan ooit van groot belang.
Het doel van ons mantelzorgbeleid is de draagkracht van mantelzorgers te vergroten, zodat zij hun waardevolle zorgtaak kunnen volhouden. Daarmee willen wij overbelasting, vereenzaming en duurdere zorg voorkomen.
De speerpunten voor de ondersteuning van mantelzorgers zijn bewustwording, erkenning en waardering en aandacht voor ondersteuning en respijtzorg.
4.4 Themaveld Samenhang zorgmijding / bemoeizorg / mensen met onbegrepen gedrag / onverzekerden (meest kwetsbare inwoners)
In het coalitieakkoord (2018 – 2022) staat dat wij ons in gaan zetten om zorgmijding tegen te gaan. Dat doen we op verschillende manieren. Omdat zorgmijding soms een financiële oorzaak heeft, zetten we in op de financiële regelingen (collectieve aanvullende verzekering en tegemoetkoming meerkosten). Soms vragen mensen niet zelf om hulp, maar krijgen we signalen over mensen die onbegrepen gedrag laten zien.
Collectieve aanvullende verzekering
We bieden inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid (via Stroomopwaarts) bij DSW een Collectieve aanvullende verzekering (CAV) af te sluiten. Met deze verzekering breidt men de zorgverzekering uit met extra mogelijkheden voor vergoeding van zorgkosten. De CAV is een voorliggende voorziening voor de bijzondere bijstand. De verzekeraar DSW geeft hierbij korting en de gemeente betaalt een deel van de premie. https://www.stroomopwaarts.nl/inwoners/bijstand/extras-bij-een-laag-inkomen/maassluis
We vergoeden een deel van de extra kosten die volgen uit een chronische ziekte of beperking voor inwoners met een inkomen tot 130% van de bijstandsnorm met de regeling Tegemoetkoming Meerkosten (TKM). Deze bestaat uit twee regelingen; één voor cliënten met een langdurige indicatie uit Wmo of Wet langdurige zorg (Wlz). En een regeling voor inwoners die het eigen risico van de zorgverzekering helemaal betaald hebben.
Mensen met onbegrepen gedrag vallen vaak tussen wal en schip. Vanaf 2018 is gewerkt aan het in kaart brengen van dit probleem. Waar nodig leiden we mensen die zelf geen hulp vragen, maar waar we wel signalen over krijgen, door naar ondersteuning of zorg (bemoeizorg). We maken daarbij gebruik van:
Aan het overleg mensen met verward gedrag nemen vertegenwoordigers van diverse organisaties deel: politie, wijkteam, GGZ-organisaties en gemeente. Het doel is om de juiste ondersteuning te bieden aan inwoners van Maassluis die met de politie in aanraking komen vanwege verward gedrag.
Iedereen die zich zorgen maakt over iemand die misschien (verplichte) geestelijke gezondheidszorg nodig heeft, kan een melding doen bij de gemeente bij het meldpunt Wet verplichte GGZ (Wvggz). De Wvggz is er op gericht om verplichte zorg zo veel mogelijk te voorkomen. Vormen van verplichte zorg zijn bijvoorbeeld: medicatie toedienen, medische controles doen of opname in een ggz-instelling. Als verplichte zorg echt noodzakelijk is, moet de minst ingrijpende vorm worden ingezet en de dwang zo snel mogelijk worden afgebouwd. Medewerkers van het wijkteam die zijn opgeleid als GGZ-agoog, verwerken de meldingen die bij het meldpunt Wvggz binnenkomen.
Het Meldpunt Zorgwekkend gedrag betreft een landelijk meldpunt voor niet-acute vragen. Er kan worden doorverbonden met een lokaal meldpunt. In Maassluis worden meldingen die via het meldpunt Zorgwekkend gedrag binnenkomen, door dezelfde medewerkers verwerkt als de meldingen van het meldpunt Wvggz. Bij het meldpunt kunnen burgers en instanties meldingen doen over personen die (volgens de melder) waarschijnlijk een niet-acute behoefte tot ondersteuning hebben. Feitelijk wordt door melder en de medewerkers van het meldpunt gezocht naar de juiste aanpak of instantie.
Als laatste onderwerp bij dit themaveld noemen we de onverzekerden. Gemeente Rotterdam registreert alle meldingen van zorgorganisaties over onverzekerden in onze regio. Wij krijgen een melding als een inwoner van Maassluis onverzekerd is en nemen dan contact op met betreffende inwoner.
We zetten het professionele en vrijwillige netwerk zodanig in dat we een vangnet bieden voor de meest kwetsbare inwoners van Maassluis.
We blijven inzetten op bemoeizorg. Daarbij is niet alleen aandacht voor incidentele inzet van bemoeizorg tijdens een afgesproken traject. Bemoeizorg is ook mogelijk voor inwoners die met behulp van een lage frequentie van contactmomenten met de professional, voldoende in de samenleving kunnen functioneren.
4.5 Themaveld Wmo maatwerkvoorzieningen
Dit themaveld is het grootst. We gaan specifiek in op:
De invoering van het abonnementstarief leidt tot een toename van het gebruik van Wmo maatwerkvoorzieningen, vooral op Schoon Huis. Het abonnementstarief is een vast maandbedrag waarvoor men Wmo maatwerkvoorzieningen ontvangt ongeacht de hoogte van het inkomen. Door dit tarief is het aantrekkelijker om hulp te vragen bij de gemeente en wordt het beroep op zelfredzaamheid minder. Met aanbestedingstrajecten kun je invloed uitoefenen op de kosten van de Wmo maatwerkvoorzieningen. Deze invloed is echter beperkt vanwege de AMvB reële prijs en landelijke CAO afspraken die doorwerken in de tarieven.
In vergelijking met vergelijkbare gemeenten, verstrekken wij meer maatwerkvoorzieningen en hebben wij hogere uitgaven. De invoering van het abonnementstarief heeft daarnaast een aanzuigende werking op het aantal aanvragen van Wmo maatwerkvoorzieningen; in het bijzonder op Schoon Huis (Huishoudelijke Hulp (HH)).
Het onderzoek van LPBL geeft aan dat aantallen maatwerkvoorzieningen en kosten ervan minder zijn in gemeenten waar geïnvesteerd is in verbinding tussen beleid en uitvoering. LPBL adviseert daarom om te investeren in de verbinding tussen beleid en uitvoering en meer invulling te geven aan de gemeentelijke regie.
In de meest recente inkooptrajecten van ROGplus; Schoon Huis en Meedoen in de Stad hebben zowel consulenten als kwaliteitsmedewerkers deelgenomen aan de projectgroep. Dit zal ook bij toekomstige aanbestedingen, zoals vervoer, voortgezet worden.
ROGplus maakt regelmatig analyses van het gebruik van de voorzieningen en trends. Deze worden in reguliere overleggen besproken, waarmee we verbinding zoeken tussen beleid en uitvoering. Hiermee is de uitwisseling tussen beleid en uitvoering gestart. Dit kan nog worden uitgebreid.
Ook adviseert LPBL te investeren in de consulenten. Van consulenten wordt gevraagd dat zij kunnen inschatten wat écht nodig is, dat zij daarop inzetten en dat zij tegelijkertijd ook durven beslissen om niet te doen wat niet nodig is.
ROGplus heeft sinds de start van het abonnementstarief extra geïnvesteerd in coaching en training van de consulenten, omdat zij, net als de gemeente, een stijging in de vraag verwachtten. In het begin was de indicatiestelling zonder toetsing op inkomen een uitdaging voor hen. Sinds begin 2020 is er specifiek op getraind dat inkomen wel degelijk meegenomen mag worden in de afweging, ook al is het geen formele afwijzingsgrond meer. Consulenten wordt geleerd hoe ze hiermee om kunnen gaan bij hun afweging. Daarnaast wordt bij aanvragen voor Schoon Huis extra aandacht besteed aan zelfredzaamheid en mogelijkheden binnen het eigen netwerk. De resultaten van deze veranderingen zijn nog niet direct zichtbaar, maar kosten tijd. Ook is de invloed van het coronavirus merkbaar op het aantal nieuwe aanvragen. Het is op dit moment nog niet te voorspellen hoe dit zich in 2021 zal gaan ontwikkelen. ROGplus blijft zich ook in de toekomst inzetten op de indicatiestelling.
De derde aanbeveling van LPBL is het lerend vermogen te organiseren. Dat kan worden bereikt door een systematische uitwisseling tussen beleidsdomeinen, consulenten en teams. Maar we kunnen als gemeenten ook van elkaar leren.
Als vervolg op de uitkomsten van het LPBL onderzoek is een vervolgbijeenkomst georganiseerd met de gemeenten uit de benchmark. Zo hebben we nog meer van elkaar kunnen leren met praktijkvoorbeelden over onder andere de organisatie en investering in het voorliggend veld. We gaan aan de slag met de uitkomsten.
ROGplus heeft in de tweede helft van 2020 naar aanleiding van het rapport van LPBL verdere verbeteracties in gang gezet. Voor het rapport was ROGplus al gestart met verdere ontwikkeling van de consulenten. Met de gemeente is afgestemd welke aanbevelingen van ROGplus zijn opgepakt en welke aanbevelingen kunnen worden opgepakt met nieuwe maatregelen. De nieuwe maatregelen worden hieronder weergegeven. Belangrijk is het kunnen en durven denken buiten de kaders en regels. Met aandacht voor de mens achter de vraag.
Wmo voorzieningen voor de meest kwetsbare inwoners en een dempend effect op de kostenstijging; Aantallen en kosten van Wmo maatwerkvoorzieningen gaan meer richting gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. 6
De maatregelen voor de indicatie maatwerkvoorzieningen vloeien voort uit de aanbevelingen van LPBL, zoals hierboven beschreven.
We gaan meer invulling geven aan de gemeentelijke regie. Beleid en uitvoering brengen we dichter bij elkaar door afstemming, intervisie en overleg, zodat we meer werken vanuit gezamenlijke uitgangspunten (ondersteuning voor de meest kwetsbaren). Vooral bij de start van inkooptrajecten is een goede afstemming belangrijk.
Schoon Huis (Huishoudelijke Hulp)
Vooral bij de maatwerkvoorziening Schoon Huis zien we de aanvragen (en daarmee de kosten) nog steeds toenemen, onder andere onder invloed van het abonnementstarief. Door het abonnementstarief maken meer mensen gebruik van huishoudelijke hulp die het eigenlijk ook zelf kunnen organiseren of betalen.
De voorziening Schoon Huis wordt ingezet bij inwoners die dat zelf niet kunnen organiseren, ook niet met hulp van hun netwerk.
We verwachten dat HHM voor de zomer van 2021 een rapportage oplevert en informeren de gemeenteraad later in het jaar.
In Maassluis kunnen inwoners met een maatwerkvoorziening voor vervoer gebruik maken van de regiotaxi. ROGplus heeft onderzocht of een beperking van de kosten voor de regiotaxi mogelijk is op korte termijn. Onlangs is het contract voor de regiotaxi verlengd met 2 jaar. Hierdoor is het vervoer voor onze kwetsbare inwoners ook in deze onzekere tijd gegarandeerd. Met de contractverlenging is, met behoud van de huidige kwaliteit, een nieuwe afspraak over de prijs gemaakt.
In Maassluis, Vlaardingen en Schiedam vervoeren vrijwilligers van de Begeleidende Vervoerservice Oproepcentrale cliënten tegen een vergoeding naar hun gewenste bestemming. Bijvoorbeeld het ziekenhuis, de dokter of een familielid.
In Schiedam kunnen inwoners gebruik maken van Argos Mobiel. Dit is een vervoersdienst die met behulp van vrijwilligers binnen de gemeentegrenzen mensen naar hun bestemming brengt.
Inwoners met een beperking reizen zo zelfstandig mogelijk of met hulp van vrijwilligers. De duurdere vorm van begeleid reizen (regiotaxi) wordt alleen ingezet als andere vormen van vervoer niet mogelijk zijn.
Onafhankelijke cliëntondersteuning
Inwoners van Maassluis die zelf niet goed in staat zijn om ondersteuning of zorg aan te vragen kunnen bij indicatiestelling en ondersteuning een beroep doen op mensen uit hun omgeving. Als ondersteuning vanuit het eigen netwerk niet mogelijk is, kan hulp worden gevraagd aan de onafhankelijke cliëntondersteuning.
Uit de cliëntervaringsonderzoeken blijkt dat de bekendheid met de onafhankelijke cliëntondersteuner is verbeterd, maar nog steeds niet groot is. In Vlaardingen en Maassluis loopt een project om de bekendheid met de onafhankelijke cliëntondersteuner te vergroten. Bij aanmelding voor ondersteuning vanuit het wijkteam, wordt informatie over de onafhankelijk cliëntondersteuner verstrekt. Ook in de brieven die ROGplus aan cliënten stuurt wordt informatie over de onafhankelijk cliëntondersteuner toegevoegd.
Inwoners die zelf niet goed in staat zijn om ondersteuning of zorg aan te vragen, kunnen iemand uit hun netwerk vragen om te helpen. Als dat niet mogelijk is, kan hulp worden gevraagd van de onafhankelijke cliëntondersteuning. Inwoners die ondersteuning nodig hebben, kennen de mogelijkheid van de onafhankelijke cliëntondersteuner.
4.6 Themaveld beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Deze taak is belegd bij de 43 centrumgemeenten in Nederland; voor de MVS-gemeenten is Vlaardingen centrumgemeente. Maar dat gaat veranderen.
In 2019 hebben de Rijksoverheid en de VNG definitief besloten tot de doordecentralisatie van beschermd wonen binnen de Wmo. De taken van de huidige centrumgemeenten worden vanaf 2023 in een periode van 10 jaar overgeheveld naar alle gemeenten. Voor maatschappelijke opvang vindt er in 2026 een heroverweging plaats over deze decentralisatie, vooralsnog blijven de taken bij de centrumgemeente. De financiële middelen voor beschermd wonen worden vanaf 2023 verdeeld, waarbij nieuwe cliënten onder de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke gemeenten vallen en de centrumgemeente verantwoordelijk blijft voor de bestaande cliënten. Deze ontwikkeling vragen om een heroverweging van de huidige samenwerking tussen gemeenten.
Van juli 2020 tot april 2021 heeft een kwartiermaker de MVS-gemeenten ondersteund en geadviseerd bij de voorbereidingen voor de doordecentralisatie. Hij heeft de samenwerking van de drie Waterweggemeenten geëvalueerd op het gebied van de maatschappelijke opvang en beschermd wonen en een advies uitgebracht over te nemen stappen met betrekking tot de doordecentralisatie. Wij volgen zijn advies voor de juridische vorm van de samenwerking op. Voor zowel beschermd wonen als maatschappelijke opvang geldt dat de informatievoorziening voor management en beleid voor verbetering vatbaar is. Deze zal opnieuw worden vormgegeven.
De landelijke visie op beschermd wonen (de cie. Dannenberg) is leidend. Deze is erop gericht de BW-ondersteuning intramuraal zoveel mogelijk te beperken en vooral in te zetten op ‘Beschermd Thuis’: zelfstandig wonen met ondersteuning aan huis.
Actuele ontwikkelingen bij beschermd wonen zijn:
Een wijziging in de financiering van beschermd wonen op basis van bouwstenen waardoor meer maatwerk mogelijk is. In het raadsvoorstel tot het vaststellen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2021 (vastgesteld dd. 27 oktober 2020) worden de bouwstenen toegelicht. De bouwstenen zijn opgenomen in de beleidsregel maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2021.
Deze ontwikkelingen zijn de basis voor het lopende inkoopproces voor beschermd wonen vanaf 2022. Vooruitlopend op de doordecentralisatie van de rijksmiddelen voor beschermd wonen in 2023, van de huidige centrumgemeente Vlaardingen naar de drie afzonderlijke MVS gemeenten, zijn de drie gemeenten al gezamenlijk opdrachtgever voor deze inkoopprocedure door ROGplus.
Voor onze meest kwetsbare inwoners is de zorg en ondersteuning goed geregeld, zodat hun situatie niet escaleert voor henzelf of hun omgeving.
Nu de verantwoordelijkheid voor beschermd wonen volledig bij de individuele gemeenten terecht komt, hebben zij het brede spectrum van lichte ondersteuning naar zwaardere zorg voor gemeenten in handen. Hierdoor kan naar tussenvormen van zorg en ondersteuning worden gezocht, waardoor de impact voor de inwoner mogelijk kleiner wordt en de kosten voor de gemeente lager.
4.7 Themaveld 7, onderwerpen voor alle themavelden
In alle themavelden speelt informatieoverdracht en -uitwisseling een rol. Communicatie over dit Uitvoeringsprogramma Wmo en de transformatiebeweging, is van cruciaal belang.
Wij realiseren ons dat het voor lezers niet eenvoudig is om de samenhang en eenduidigheid te zien in dit Uitvoeringsprogramma Wmo met 7 themavelden, met ieder een eigen aandachtsgebied, doelen en maatregelen. We werken daarom aan communicatiemiddelen waarmee we de inhoud van het uitvoeringsprogramma Wmo kunnen vereenvoudigen, zoals bijvoorbeeld een infographic en een document waarin we de kerngedachte van dit Uitvoeringsprogramma Wmo weergeven in begrijpelijke taal.
Wij kiezen bij de communicatie met de diverse doelgroepen het communicatiemiddel dat daarvoor het meest geschikt is.
Door op de juiste wijze te communiceren over (de maatregelen in) dit Uitvoeringsprogramma Wmo, werken we aan een breed besef van de transformatieopgave die we met elkaar in de stad hebben.
Een proces waarbij afstemming plaatsvindt met inwoners levert meer inhoudelijke kennis en draagvlak op. Bewonersparticipatie kent diverse vormen. We zijn vertrouwd met een aantal vormen zoals (wettelijk verplichte) enquêtes, bewonersavonden en adviesraden. Daarmee bereiken we niet alle (groepen) inwoners, maar wel de inwoners die te maken hebben met onderwerpen uit de Wmo.
Kennis verzamelen vanuit bewonersparticipatie waarmee we beter (passend) beleid kunnen maken.
We ontwikkelen beleid en voeren beleid uit met de bedoeling om effecten te bereiken in onze stad. Op dit moment is informatie over de resultaten van ons beleid niet altijd in een bruikbare vorm beschikbaar. Het Kenniscentrum MVS helpt ons bij het formuleren van onderzoeksvragen en het zoeken naar de juiste informatie en -weergave.
Door het gemis van één centrale databron zijn prestatie-indicatoren soms nog lastig te formuleren (en te monitoren) binnen onze beleidsprocessen. Zowel in Maassluis als in MVS-verband wordt de behoefte aan toegankelijke en begrijpelijke data breed gevoeld. Daarmee krijgen we inzicht in de belangrijkste parameters van de uitvoering.
Op basis van de huidige lokale en subregionale vraagstukken wordt gewerkt aan de eerste ontsluiting van gegevens. Wat beschikbaar is, kan dan ingezet worden om ervaring op te doen met data gestuurd werken en het formuleren van prestatie-indicatoren. Doel is om op MVS-niveau een databank te ontwikkelen waar data ruimschoots beschikbaar zullen zijn, ten dienste van maatschappelijke vraagstukken en opgave gestuurd werken.
Op basis van gegevens van de uitvoering van de Wmo ontdekken we trends en ontwikkelingen, die we kunnen gebruiken om tijdige, goede maatregelen te nemen.
Op basis van het advies in het onderzoek Wmo maatwerkvoorzieningen gaan we de resultaten op de Wmo meten met de volgende prestatie-indicatoren. Zie de tabel hieronder. We monitoren jaarlijks de prestatie-indicatoren in een scan. De nieuwe (kwalitatieve) indicatoren ontwikkelen we samen met ROGplus. Daarnaast blijven we de raad informeren met raadsinformatiebrieven over de kwartaalrapportages van ROGplus en kan de raad haar zienswijze geven op de begroting van ROGplus.
Voor de overige themavelden van dit Uitvoeringsprogramma Wmo zoeken wij ook betrouwbare indicatoren om de voortgang te kunnen meten. Voor sommige meer kwalitatieve factoren zal dit lastiger zijn dan voor maatwerkvoorzieningen. Bijvoorbeeld bij de ervaren samenwerking tussen formele en informele partijen en verbetering van het netwerk in de stad. Waar geen indicatoren te formuleren zijn, zullen wij in de evaluatie een omschrijving van de vorderingen geven.
Budget voor uitvoering van het Uitvoeringsprogramma Wmo
Wij verwachten dat in 2021, 2022 en 2023 in totaal een extra investering nodig is van €480.000,-. De investeringen zijn nodig om de transformatiebeweging verder vorm te geven en de kostenstijging in de Wmo beheersbaar te houden. De extra investering kan worden bekostigd uit bestaande middelen in de innovatiereserve sociaal domein.
Op basis van de huidige inzichten verwachten wij dit bedrag in te zetten voor de volgende onderwerpen:
We toetsen kritisch of de inzet echt nodig is. De verdeling van de financiële middelen over de jaren is een inschatting op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Genoemde budgetten zijn voor de gehele periode van het Uitvoeringsprogramma Wmo beschikbaar (t/m 2024). De financiën worden gemonitord in de P&C cyclus. In 2023 wordt duidelijk of de transformatiebeweging zonder extra financiële middelen kan worden voortgezet.
Sociaal Domein op Koers?, Rapport SCP, 2020 (https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2020/11/16/sociaal-domein-op-koers)
Websitehttps://skjeugd.nl (zicht en grip op zorgmijding)
Website ministerie VWS https://www.dwangindezorg.nl
Factsheet VNG over de Wvggz (https://vng.nl/sites/default/files/2020-10/samenloop-meldpunt-wvggz_20200930.pdf)
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-329188.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.