Gemeenteblad van Oldambt
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2021, 315505 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oldambt | Gemeenteblad 2021, 315505 | beleidsregel |
Nadere regels standplaatsen gemeente Oldambt 2021
De gemeente Oldambt heeft nog geen nadere regels opgesteld ten aanzien van toewijzing van locaties van standplaatsen binnen de gemeente. Wel is er een marktverordening voor de standplaatsen op een tweetal weekmarkten (Winschoten-Scheemda). De nadere regels moeten een basis geven voor het reguleren van de standplaatsen. Voor het innemen van een standplaats is een vergunning nodig.
Op grond van artikel 5:18 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oldambt (APV) is het verboden om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben. Door het opstellen van nadere regels wordt dit artikel van de APV nader uitgewerkt en wordt een “wildgroei” aan standplaatsen voorkomen. Door het opstellen van de nadere regels voor standplaatsen wordt het aantal en de locaties van standplaatsen in de gemeente Oldambt gereguleerd. Met deze nadere regels wordt vastgelegd hoe sinds jaar en dag in de praktijk met standplaatsen wordt omgegaan. In eventuele bezwaar- en beroepsprocedures staat de gemeente hiermee sterker.
Niet op elke plaats is het wenselijk om een standplaatsvergunning te verlenen. Daarom worden er in de nadere regels plaatsen aangewezen waar een vaste standplaats kan worden ingenomen. Per locatie is aangegeven hoeveel vaste standplaatsen er per dag/dagdeel ingenomen kunnen worden. Hierdoor wordt het voor de aanvrager van een vaste standplaatsvergunning duidelijk welke locaties beschikbaar zijn. Voor de gemeente ontstaat een helder toetsingskader.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Naast de APV zijn er ook een aantal andere bepalingen uit wet- en regelgeving van toepassing op standplaatsen. Gedacht kan worden aan het volgende:
Indien de gemeente eigenaar van de grond is, kan zij een vergoeding voor het gebruik van de grond bedingen.
Artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) brengt met zich mee, dat voor het aanbieden van gedrukte stukken geen vergunning kan worden geëist. Als dit echter gebeurt vanaf een standplaats, is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist.
De aanvraag voor een standplaatsvergunning moet getoetst worden aan het bestemmingsplan. De aangewezen locaties zullen worden opgenomen in bestemmingsplannen dan wel het Omgevingsplan.
De Winkeltijdenwet is van overeenkomstige toepassing voor een standplaatsvergunning en regelt in artikel 2 het volgende:
Uit artikel 3 lid 1 van de Winkeltijdenwet blijkt dat de gemeenteraad bij verordening vrijstelling kan verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden. De gemeente Oldambt heeft hier gebruik van gemaakt en afwijkend van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden een algemene vrijstelling verleend. De algemene vrijstelling geldt voor de zondag van 12.00 uur tot 18.00 uur. Voor supermarkten geldt de algemene vrijstelling van 12.00 tot 20.00 uur.
De in het eerste lid genoemde vrijstelling geldt niet op de volgende dagen: Nieuwjaarsdag, Eerste Paasdag, Eerste Pinksterdag, Eerste Kerstdag en op 4 mei na 19.00 uur.
De Warenwet stelt regels met betrekking tot de hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de wet eisen aan de hygiëne en degelijkheid van producten. De Warenwet geldt ook voor het drijven van handel vanaf een standplaats. De Voedsel en Waren Autoriteit handhaaft deze wet.
In de Wet milieubeheer is een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders.
Bij het bereiden van voedsel, het gebruik van gasflessen en of het lozen van afvalwater moet op grond van het Activiteitenbesluit milieu melding worden gedaan via www.aimonline.nl (minimaal vier weken voor het in gebruik nemen van de standplaats).
De standplaatshouder is verplicht zelf voldoende maatregelen te nemen om zwerfvuil rond de standplaats te voorkomen.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
In artikel 2.1, lid 1 onder a van de Wabo staat dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. De Wabo verwoordt het begrip ‘’bouwen’’ als het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of vergroten. Aan het begrip ‘’bouwwerk’’ moet volgens de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dezelfde uitleg gegeven worden als in de Woningwet. Deze uitleg luidt als volgt: “Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren”. Wanneer er aan deze uitleg wordt voldaan dan kan er in sommige gevallen een omgevingsvergunning vereist zijn voor een standplaats.
Hiervan is sprake als een standplaats langer dan 30 dagen/dagdelen aaneengesloten of 30 dagen/dagdelen verspreid over 12 aaneengesloten kalendermaanden wordt ingenomen.
Door deze nadere regels is er slechts sprake van een omgevingsvergunning voor een standplaats als de standplaats langer dan 100 dagen/dagdelen verspreid over 12 aaneengesloten kalendermaanden worden ingenomen. Vereiste hierbij is wel dat de standplaats iedere dag opnieuw wordt ingericht en aan het eind van de dag weer wordt verlaten. Indien een standplaats langer dan 30 dagen permanent iedere dag wordt ingenomen met een kraam of wagen of iets dergelijks, oftewel als deze dag en nacht op dezelfde plek blijft staan, is een vergunning vereist voor de activiteit bouw als bedoeld in de Wabo. Er is daarmee geen sprake meer van het innemen van een standplaats.
Branche: De branche-indeling welke is vastgesteld voor de weekmarkten in de gemeente.
Brancheverdeling: De brancheverdeling die door de Centrale Vereniging voor Ambulante Handelaren wordt gehanteerd.
College: Het college van burgemeester en wethouders.
Hemelwater: Water uit neerslag zoals regen, hagel en sneeuw.
Incidentele standplaats: Een standplaats op een locatie die wordt ingenomen gedurende een periode van minimaal 1 dag - maximaal drie maand (bijvoorbeeld: kramen (politieke) partijen/verenigingen, bevolkingsonderzoek, oliebollenkraam, kerstbomenverkoop).
Openbare plaats: Plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek. Onder openbare plaats wordt niet begrepen een gebouw of besloten plaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Grondwet.
Oppervlaktewater: Oppervlaktewater is het zichtbare water zoals het water in rivieren, sloten, kanalen, meren enzovoorts.
Particulier eigendom: Gronden die niet in eigendom van de gemeente zijn.
Seizoenstandplaats: Een standplaats op een locatie die wordt ingenomen tijdens het zomerseizoen voor maximaal zes maanden (1 april tot 1 oktober).
Standplaats: Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Vaste standplaats: Een standplaats op een locatie die op één of meer dagen per week gedurende een kalenderjaar, wordt ingenomen;
Vaste terrassen: Terrassen die blijven staan na sluitingstijd.
Vergunninghouder: De persoon op wiens naam de vergunning is gesteld.
Verkoopinrichting: Een kraam, een wagen, een tafel of een ander fysiek middel ten behoeve van de verkoop op een standplaats.
5. Nadere regels standplaatsen
Er dienen heldere nadere regels geformuleerd te worden, waarin het duidelijk wordt waar er binnen de gemeente standplaatsen zijn toegestaan en welke regels er aan een standplaatsvergunning verbonden zijn. Deze nadere regels moeten uitvoerbaar zijn voor zowel standplaatsen op particulier eigendom als voor standplaatsen op gemeentelijk eigendom. Het is gebleken dat veel standplaatsen zich op particulier terrein bevinden. Als bijlage behorende bij deze nadere regels is opgenomen een overzicht (luchtfoto’s) van de locaties van vaste- en seizoenstandplaatsen.
5.2 Standplaatslocaties Vaste Standplaats
#: Op de kaart zijn twee locaties aangegeven. Op slechts één van de locaties mag een standplaats worden ingenomen.
De locatie Burgemeester Schönfeldplein(hoek Venne) wordt alleen nog gehanteerd voor de huidige houder van de nu van kracht zijnde standplaatsvergunning (verkoop loempia’s). Op deze locatie geldt een uitsterfconstructie. Deze uitsterfconstructie vloeit voort uit het bestemmingsplan ‘Winschoten-Centrum’. Dit wil zeggen dat nieuwe standplaatshouders niet in aanmerking kunnen komen voor deze locatie. Deze locatie wordt uiteindelijk opgeheven zodra de huidige standplaatshouder geen standplaats meer wenst in te nemen op deze locatie.
5.3 Tijdstippen ingebruikneming
De standplaatsen mogen op maandag t/m zaterdag ingenomen worden van 08:00 tot 20:00 uur. Voor de zondagen geldt dat de standplaatsen ingenomen mogen worden van 12:00 tot 18:00 uur. Een uur voor openingstijd tot respectievelijk een uur na sluitingstijd mag de standplaats ingericht respectievelijk opgeruimd worden.
Een standplaatsvergunning wordt uitsluitend verleend voor de volgende periodes:
5.7 Geen inname standplaats en andere verkoop
Tijdens een te houden evenement mag geen standplaats op het evenemententerrein worden ingenomen tenzij hierover overeenstemming is bereikt met de organisator van het evenement.
7. Afwijking van de nadere regels standplaatsen
Indien toepassing van het bepaalde in deze regels naar de mening van het college tot kennelijke onbillijkheid leidt, dan kunnen zij, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, het bepaalde in deze nadere regels buiten beschouwing laten. Het besluit tot de afwijking van het bepaalde in deze nadere regels moet voldoende worden gemotiveerd, waarbij een zorgvuldige belangenafweging plaatsvindt.
8.1 Voorwaarden standplaatsenvergunning
De aanvraag voor een vergunning voor het innemen van een standplaats moet bij het college ingediend worden.
Voor het aanvragen van een standplaatsvergunning moeten de volgende documenten als bijlage bij het aanvraagformulier worden gevoegd:
8.2 Looptijd van de vergunning
Een vaste standplaats wordt voor een tijd van maximaal vijf jaar vergund. Na afloop van deze bepaalde tijd kan de vergunning verlengd worden.
Op het moment dat er in strijd met deze nadere regels of met een vergunning gehandeld kan het college gebruik maken van haar handhavingsbevoegdheden. Zij kan daarbij gebruik maken van bestuursrechtelijk optreden. Als er sprake is van een standplaats op gemeentelijk terrein kan ook privaatrechtelijk worden opgetreden.
9.1 Bestuursrechtelijk optreden
In artikel 125 van de Gemeentewet is aan het college de bevoegdheid gegeven om handhavend op te treden via de last onder bestuursdwang, last onder dwangsom en de bestuurlijke boete.
In artikel 5.17 Wabo wordt aan het college ook de bevoegdheid gegeven om bestuursrechtelijk op te treden. Zij mogen een besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom gericht op naleving van het bepaalde bij of krachtens de betrokken wet.
Volgens artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder een last onder bestuursdwang verstaan, een herstelsanctie inhoudende een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
Artikel 5:31 d van de Awb geeft aan dat een last onder dwangsom een sanctie is die inhoudt een verzoek tot beëindiging van een overtreding en een verplichting tot betaling van een geldsom als dit verzoek niet wordt uitgevoerd.
In artikel 5:32 lid 1 van de Awb wordt bepaald dat een bestuursorgaan dat bevoegd is tot het toepassen van een last onder bestuursdwang in plaats daarvan een last onder dwangsom kan opleggen.
Als er een last onder bestuursdwang wordt toegepast dan komen de kosten voor het toepassen van de bestuursdwang voor rekening van de overtreder.
Deze nadere regels zijn niet van toepassing op standplaatsen die al met schriftelijke toestemming van het college aanwezig zijn. Standplaatsen die vóór het in werking treden van deze nadere regels zonder vergunning dan wel toestemming zijn gerealiseerd, zullen aan de bepalingen van deze nadere regels worden getoetst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-315505.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.