Beleid intrekking omgevingsvergunningen bouwen- Gemeente Westerveld.

In het archief van de gemeente is een flink aantal omgevings(bouw-)vergunningen aanwezig voor gebouwen die vervolgens nooit zijn gerealiseerd.

Dit is in principe niet wenselijk omdat die gebouwen alsnog zouden kunnen worden gerealiseerd. Dat is een vervelende verrassing voor de buren en die gebouwen voldoen ook niet aan de nieuwste bouwvoorschriften qua energiebesparing, hygiëne en dergelijke. Het is ook inefficiënt voor het bouwtoezicht, dat in juli 2021 een verschuiving in takenpaket krijgt, richting administratief toezicht (ivm private kwaliteitsborging).

Onder de Omgevingswet (vanaf 1 juli 2021) moet uit het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) duidelijk zijn wat de rechten en regels zijn op ieder perceel. Een slapend vergunningenbestand is dan niet wenselijk. Daarom willen we voor de invoeringsdatum het vergunningenbestand opschonen.

In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat een niet-gebruikte omgevingsvergunning na een jaar in beginsel mag worden ingetrokken.

In het VTH-beleid 2019-2023 van de gemeente Westerveld is als beleid vastgelegd dat het college vergunningen in beginsel niet intrekt. Dat was onder het motto "eens gegeven blijft gegeven", maar ook omdat het niet de gewoonte was om vergunningen in te trekken. Dat had ook een praktische reden: het kost vrij veel tijd. Dit beleid geldt niet langer.

De vergunninghouder krijgt eerst bericht van het voornemen van intrekking. Als vergunninghouder het niet eens is met de intrekking, gebeurt het niet. Alleen om zwaarwegende redenen wordt dan alsnog tot intrekking overgegaan, bijvoorbeeld als het bestemmingsplan de vergunning niet meer toestaat of als de vergunning heel oud is en op grond van technische voorschriften niet meer gerealiseerd mag worden.

Hiermee willen wij duidelijkheid voor de burger bereiken en een vergunningenbestand dat voldoet aan huidige technische eisen.

Wanneer vergunninghouders bezwaren hebben tegen de intrekking, zal per geval worden geluisterd naar de argumenten. Indien toch niet tot intrekking wordt overgegaan, wordt daaraan voor vergunninghouder de voorwaarde verbonden om binnen een af te spreken periode van maximaal een jaar alsnog tot realisatie over te gaan, anders wordt de vergunning alsnog ingetrokken.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 9 februari 2021.

loco secretaris, burgemeester,

F.F. Veldman H. Jager

Naar boven