Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2021, 291777 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2021, 291777 | gemeenschappelijke regeling |
Centrumregeling beschermd wonen en maatschappelijke opvang regio Nijmegen en Rivierenland
Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 25 mei 2021
Gelet op hoofdstuk 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, de door de gemeenteraden van Berg en Dal, Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Neder-Betuwe, Nijmegen, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal, en Wijchen verleende toestemming, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan hun colleges van burgemeester en wethouders voor het aangaan van de samenwerking en het treffen van deze regeling.
de 13 gemeenten in de regio Nijmegen en Rivierenland de wens hebben uitgesproken om samen te werken op het gebied van beschermd wonen, beschermd thuis, maatschappelijke opvang, Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, verslavingszorg en de centrale toegang voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang;
Besluit te treffen: Centrumregeling Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Regio Nijmegen en Rivierenland
Hoofdstuk 3 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing
Artikel 11 Uittreding uit de regeling
De uittredende deelnemer ontvangt van de centrumgemeente bij uittreding een eindafrekening, met een verrekening van de voorschoten en de daadwerkelijk gemaakte kosten. Daarnaast worden in de eindafrekening de kosten opgenomen die verband houden met de uittreding. Een en ander wordt nader uitgewerkt in de dienstverleningsovereenkomst.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 13 Evaluatie en doorontwikkeling
Deze regeling zal binnen vier jaar na het treffen ervan worden geëvalueerd onder gemeenschappelijk opdrachtgeverschap van de deelnemers. De resultaten van deze evaluatie zullen worden verstrekt aan de colleges van de deelnemende gemeenten. Onderdeel van de evaluatie is de vraag op welke wijze de centrumregeling kan worden doorontwikkeld.
Onverminderd artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden geschillen over deze regeling onderworpen aan een niet-bindend deskundigenadvies. Voordat een dergelijk advies wordt gevraagd, dient het geschil besproken te worden in een afvaardiging van de deelnemende colleges. Wanneer dit niet leidt tot overeenstemming wijst iedere deelnemer een onafhankelijke deskundige aan. De aangewezen deskundigen benoemen gezamenlijk een deskundige die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. Het opdrachtgeverschap aan de commissie wordt door de deelnemers gezamenlijk vervuld. De kosten van de onafhankelijke deskundige worden naar rato verdeeld over de deelnemende gemeenten.
Het in achtnemen van de privacy met betrekking tot de door de centrumgemeente uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die de centrumgemeente ook voor haar eigen processen hanteert conform de privacy wet- en regelgeving.
Klachten die betrekking hebben op de uitoefening van bevoegdheden die in mandaat van de centrumgemeente worden uitgevoerd door medewerkers van de centrumgemeente worden afgehandeld volgens de klachtenregeling van de centrumgemeente.
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de dag waarop centrumgemeente Nijmegen deze regeling op de gebruikelijke wijze bekend heeft gemaakt.
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 25 mei 2021.
De gemeentesecretaris,
mr. drs. A.H. van Hout
De Burgemeester,
drs. H.M.F. Bruls
Voor wat betreft de verplichte samenwerkingstaken uit de Wmo 2015 op het gebied van bescherm wonen en opvang vervult Nijmegen de verplichte rol van centrumgemeente voor regionale samenwerking.
Gelet op de verwachtte schaalvoordelen van regionale samenwerking en de verdere verplichting
van rijkswege tot samenwerking binnen de Wmo 2015 is besloten om samenwerking te formaliseren in de vorm van een centrumregeling op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Voor het aangaan van een centrumregeling op basis van de Wgr door colleges, dienen de deelnemende colleges toestemming te vragen aan hun gemeenteraden (art. 1, lid 2 Wgr). De toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Aan de centrumregeling nemen de colleges van burgemeester en wethouders deel van alle gemeenten in Regio Nijmegen en Rivierenland:
De gemeente Nijmegen wordt aangewezen als centrumgemeente. Hiermee is sprake van een enkelvoudige centrumregeling. Wanneer er meer gemeenten zijn die taken uitoefenen voor andere deelnemers is er sprake van een meervoudige centrumregeling. Het ligt voor de hand om Nijmegen aan te wijzen als centrumgemeente, aangezien deze de rol als centrumgemeente op grond van de
Wmo BW en MO al vervult. Uit efficiency oogpunt is er voor gekozen om taakuitvoering waar mogelijk te concentreren bij één centrumgemeente.
In dit artikel is een aantal begrippen nader toegelicht.
De regeling wordt aangegaan met 13 gemeenten. Ieder heeft daarin zijn eigen rol, als centrumgemeente of regiogemeente. Verder zijn ze gelijkwaardig en hebben dezelfde (stem)rechten hebben.
Artikel 10, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) bepaalt dat het belang ter behartiging waarvan de regeling is getroffen in de regeling staat vermeld.
De vorm voor samenwerking binnen het sociale domein in de provincie Gelderland is een centrumregeling op grond van artikel 8 lid 3 Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dit is de meest lichte –geformaliseerde – publieke samenwerkingsvorm die mogelijk is voor overheden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een gemeenschappelijk openbaar lichaam, wordt bij een centrumregeling geen nieuwe organisatie met rechtspersoonlijkheid in het leven geroepen.
Ook kent een centrumregeling geen formeel besluitvormend orgaan zoals een algemeen of dagelijks bestuur of bestuurscommissie. Bij een centrumregeling kan worden bepaald dat daarin omschreven bevoegdheden van bestuursorganen of van ambtenaren van de aan de regeling deelnemende gemeenten (regiogemeenten), voortaan in mandaat kunnen worden uitgeoefend door bestuursorganen of ambtenaren van een van de deelnemende gemeenten (de centrumgemeente). De basis voor deze vorm van samenwerking wordt gelegd in de tekst van de centrumregeling. Per deelnemer kunnen er vervolgens in een dienstverleningsovereenkomst nadere afspraken worden gemaakt.
In dit artikel wordt Nijmegen aangewezen als centrumgemeente.
De taken die gedefinieerd zijn onder deze regeling worden beschouwd als een minimum pakket dat gelijk is voor alle deelnemende gemeenten. In onderling overleg kan het takenpakket worden uitgebreid of aangepast; dat kan gezamenlijk door aanpassing van het handvest of tussen betreffende regiogemeente en Nijmegen door aanpassing van de dienstverleningsovereenkomst. Nijmegen zal haar rol als centrumgemeente in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de geest van deze regeling invullen. Het gaat daarbij zowel om de wettelijke
taken: Beschermd wonen, Beschermd thuis, Maatschappelijke opvang, Daklozenopvang, OGGz,
Verslavingszorg . Daarnaast gaat het om de organisatie van de centrale toegang beschermd wonen en maatschappelijke opvang.
De taken die krachtens de centrumregeling worden opgedragen aan de centrumgemeente, worden door de colleges bijgehouden in een register. Dit is in lijn met artikel 27 Wgr.
Per deelnemende gemeente moet een mandaatregeling worden gemaakt, waarin de relevante bevoegdheden van het college aan het college van Nijmegen wordt gemandateerd. Ook dient een volmacht te worden verstrekt voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen.
Bevoegdheden die niet worden overgedragen blijven bij het bestuursorgaan dat de bevoegdheden bezit.
De centrumgemeente kan door inkoop- of subsidie opgedragen taken laten uitvoeren. Bij inkoop in een samenwerkingsverband speelt aanbestedingsrecht een belangrijke rol. Een aankoopcentrale is een mogelijkheid op basis van de Aanbestedingswet 2012 (artikel 2.11) waarmee publieke organisaties gezamenlijk kunnen inkopen zonder tegen aanbestedingsrechtelijke problemen aan te lopen.
Een aankoopcentrale plaatst opdrachten en sluit overeenkomsten op eigen naam, en hanteert daarbij de verplichtingen die de Europese aanbestedingsrichtlijnen opleggen. Bij gebruikmaking van een aankoopcentrale kunnen aanbestedende diensten […] zonder toepassing van een procedure hun producten of diensten bestellen bij die aankoopcentrale.1
Er is voor gekozen om de gemeente Nijmegen voor alle opgedragen taken aan te wijzen als aankoopcentrale. Dit betekent niet dat er altijd sprake moet zijn van inkoop, er is ook ruimte om te kiezen voor subsidie. De deelnemers bepalen gezamenlijk welke zorg wordt ingekocht of gesubsidieerd. De inkoop of subsidiëring en de onderhandelingen hierover geschieden door de
centrumgemeente Nijmegen – onder voorbehoud van instemming deelnemers – binnen de afgesproken kaders.
Bij deze manier van inkopen, zijn maximale efficiencyvoordelen te behalen. Door grotere volumes, zal er sprake zijn van een sterkere onderhandelingspositie die tot kostenbesparingen en betere voorwaarden kan leiden. Ook kunnen voordelen (financieel en op het gebied van kennisopbouw) behaald worden door het centraliseren en standaardiseren van de inkoopprocessen en organisatie. 1 MvT, Kamerstukken 32440, nr. 3, p. 43.
Daarnaast richt de samenwerking zich op overleg en afstemming tussen de deelnemende gemeenten met betrekking tot het sociale domein. Verbetering van kwaliteit en het benutten van schaalvoordeel is leidend.
De kostenverdeling bestaat uit twee componenten:
- Een onderdeel voor de technische uitvoering van de inkoop en subsidie (lid 1).
- Een onderdeel voor de vergoeding van het daadwerkelijke gebruik van zorg (lid 2).
Voorts wordt voor de kostenverdeling een solidariteitsprincipe gehanteerd. De deelnemers verklaren zich in financiële zin solidair gedurende drie jaar. De zorgvraag laat per regiogemeente jaarlijks grote fluctuatie zien. Door gedurende drie jaar de budgetten samen te besteden, zal de zorgvraag dichter bij het gemiddelde komen, waardoor de budgetten afdoende moeten zijn.
Artikel 7 D ienstverleningsovereenkomst
Binnen de variabelen die binnen de centrumregeling worden vastgelegd, kan de centrumgemeente met afzonderlijke regiogemeenten dienstverleningsovereenkomsten afsluiten. Het is ook mogelijk om als centrumgemeente met alle regiogemeenten één gezamenlijke dienstverleningsovereenkomst af te sluiten. Dienstverleningsovereenkomst (artikel 7)
Tussen de colleges wordt een dienstverleningsovereenkomst gesloten waarin nadere uitwerking wordt gegeven aan de regeling. In dit handvest wordt tenminste geregeld:
- De kwaliteitseisen waaraan de taakuitoefening door Nijmegen moet voldoen;
- De uitwerking van de kostenverdeelsleutel cq.de wijze waarop de deelnemende gemeenten een financiële bijdrage leveren in de kosten die Nijmegen maakt voor de uitvoering van de krachtens de regeling opgedragen taken en bevoegdheden;
- De informatieplicht en verantwoordingsplicht van het college van de centrumgemeente Nijmegen aan de overige colleges van de regiogemeenten;
- De wijze waarop de colleges van de regiogemeenten elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden.
In een dienstverleningsovereenkomst tussen de centrumgemeente Nijmegen en elke andere deelnemer afzonderlijk wordt per taakgebied of per taak nadere uitwerking gegeven aan de regeling. Tevens regelt de DVO het mandaat dat aan de centrumgemeente wordt verleend.
Artikelen 9, 10, 11 en 12 Wijziging, toetreding, uittreding en opheffing
Een gemeenschappelijke regeling die voor onbepaalde tijd is getroffen (zie artikel 14) dient bepalingen te bevatten omtrent wijziging, opheffing, toetreding en uittreding (artikel 9, lid 1 Wgr). Iedere deelnemer kan een voorstel doen tot wijziging. Over een wijziging moeten alle deelnemers overeenstemming bereiken. De colleges besluiten over de wijziging nadat ze daarvoor toestemming van hun gemeenteraden hebben gehad.
Voor het wijzigen van de centrumregeling is toestemming van de gemeenteraden van alle deelnemers en besluitvorming in alle colleges vereist 1). Voordat een wijziging wordt doorgevoerd, is instemming van twee derde van de deelnemende colleges vereist.
Het eerste jaar na het aangaan van de regeling is toetreding van nieuwe deelnemers niet mogelijk. Dit om de deelnemers in de nieuwe regeling de kans te geven onderling hun draai te vinden en om tijdige besluitvorming over het aangaan van de regeling te stimuleren.
Toetreding van nieuwe deelnemers na het eerste jaar vergt een wijziging van de regeling. Dit kan op voorstel van elk van de deelnemers. Toetreding kan plaatsvinden, nadat zij hiertoe onderling overeenstemming hebben bereikt. Het besluit tot wijziging van de regeling vindt plaats na toestemming van hun gemeenteraden.
Uittreding van deelnemers is de eerste drie jaar niet mogelijk. Na deze periode kan uittreding niet eerder worden geeffectueerd dan een jaar na afloop van het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen.
Uittreding van deelnemers vergt een wijziging van de regeling. Ook kan naar aanleiding van de uittreding besloten worden de regeling op te heffen.
Na een daartoe strekkend besluit van de colleges van twee derde van de deelnemers zal de regeling worden opgeheven.
Bij besluitvorming telt de stem van iedere regiogemeente even zwaar.
De centrumregeling zal binnen vier jaar na aangaan worden geëvalueerd onder gezamenlijk opdrachtgeverschap van de deelnemers. De resultaten van deze evaluatie zullen worden verstrekt aan de deelnemende colleges.
De voorkeur wordt gegeven aan een regeling voor onbepaalde tijd ten opzichte van een regeling voor bepaalde tijd. Wanneer na evaluatie geconcludeerd wordt dat de regeling effectief is en voortzetting behoeft, hoeft hiervoor geen nieuwe regeling in het leven te worden geroepen. Bij een regeling voor bepaalde tijd zou de regeling op een in de regeling genoemde datum vervallen.
Artikel 28 van de Wgr bepaalt dat geschillen omtrent de toepassing van de regeling door gedeputeerde staten worden beslecht, tenzij deze onder de bevoegdheid van een rechter vallen. Onverminderd deze bepaling worden geschillen over de regeling onderworpen aan een niet bindend deskundigenadvies. Voordat dit daadwerkelijk gebeurd, dient de kwestie besproken te
worden in een afvaardiging van de deelnemende colleges. Wanneer dit niet tot een oplossing leidt benoemen de colleges elk een onafhankelijk deskundige. Deze deskundigen benoemen gezamenlijk een deskundige die als voorzitter van de adviescommissie optreedt. De colleges van de deelnemende gemeenten treden gezamenlijk op als opdrachtgever van de adviescommissie.
De archivering met betrekking tot de door de centrumgemeente Nijmegen uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die deze gemeente ook voor haar eigen processen hanteert. Hierbij
worden in ieder geval de van toepassing zijnde wet- en regelgeving in acht genomen, zoals (maar niet uitsluitend) de bepalingen uit de Archiefwet, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wmo 2015.
De archivering met betrekking tot de door de centrumgemeente Nijmegen uitgevoerde taken geschiedt op basis van de bepalingen die deze gemeente ook voor haar eigen processen hanteert. Hierbij
worden in ieder geval de van toepassing zijnde wet- en regelgeving in acht genomen, zoals (maar niet uitsluitend) de bepalingen uit de Archiefwet, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wmo 2015.
De regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de dag waarop het
laatste deelnemende college deze regeling bekend heeft gemaakt. De centrumgemeente is gehouden aan de publicatie van de regeling.
Wanneer een van de gemeenteraden geen toestemming verleent, heeft dit geen opschortende werking voor het aangaan van de regeling. De regeling zal dan zonder de betreffende deelnemer worden aangegaan.
(Artikel 1 Wgr. De toestemming van de raad kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-291777.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.