Gemeenteblad van Losser
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Losser | Gemeenteblad 2021, 289277 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Losser | Gemeenteblad 2021, 289277 | beleidsregel |
Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Losser
Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de Verordening ‘bekostiging leerlingenvervoer’ (hierna: de verordening).
Naast voorschriften voor de wijze waarop ouders de aanvraag kunnen indienen, bevat de verordening criteria aan de hand waarvan ouders aanspraak kunnen maken op een vervoersvoorziening. Uitgangspunt daarbij is dat de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek van de leerling bij de ouders blijft.
De onderliggende beleidsregels beschrijven een aantal onderwerpen van het gemeentelijk beleid voor de uitvoering van het leerlingenvervoer.
De afstand verblijfplaats–school wordt bepaald via de ANWB Routeplanner op www.anwb.nl, volgens de ‘kortste route’ met de fiets of auto.
Artikel 3. Werkwijze co-ouderschap
In een situatie van co-ouderschap waarbij de leerling op wisselende adressen verblijft, kan er slechts aanspraak worden gemaakt voor bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft. Deze situatie kan wellicht ook optreden bij tijdelijk verblijf bij een voogd, pleegouder of instelling.
Artikel 6. Vaststellen van de bekostiging van eigen vervoer
De totale bekostiging wordt berekend door 0,19 eurocent te vermenigvuldigen met het (resterende) aantal schooldagen van het betreffende jaar en het op basis van lid 3 vastgestelde aantal kilometers.
Artikel 7. Vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage (drempelbedrag)
Leerlingen die met de grote schoolbus naar bovengenoemde scholen gaan, reizen als het ware met het openbaar vervoer als bedoeld in artikel 1 van de verordening. De wetgever heeft bedoeld de ouder(s) verantwoordelijk te laten zijn voor een bepaald deel van de (werkelijk gemaakte) kosten van het (openbaar) vervoer, de zogenaamde drempel. Zie de toelichting in de verordening artikel 23, lid 1 en 2.
Artikel 9. Regeling zelfstandig reizen
Zelfstandig kunnen (leren) reizen is belangrijk voor een leerling om in de toekomst meer zelfredzaam te kunnen zijn. Om te stimuleren dat leerlingen zelfstandig reizen en die eerder in het taxivervoer (aangepast vervoer) zitten, kan de aanschaf van een abonnement voor het openbaar vervoer een belemmering zijn. Gemeente Losser kiest voor een financiële ondersteuning voor wie dat écht nodig heeft. Daarom is er de regeling ‘zelfstandig reizen’ .
Deze regeling is bedoeld voor leerlingen die zelfstandig naar het voortgezet speciaal onderwijs kunnen reizen en waar de ouder(s) een inkomen (zie artikel 1 verordening) hebben tot 120% van de van geldende bijstandsnorm (ook wel Wettelijks sociaal minimum genoemd). Het college kan hiervan afwijken, afhankelijk van de situatie van de leerling en/of de ouder(s).
Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vervoersvoorziening voor de leerling wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling en die van het gezin, zoals beschreven in artikel 4 van de verordening. De situatie is ter beoordeling van het college, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan deskundigen.
Artikel 10. Werkwijze als ware sprake is van een school
Er kan sprake zijn dat er formeel geen schoollocatie is, maar dat het in de praktijk wel bedoeld is voor leerlingen die, in het kader van passend onderwijs, lessenaanbod of programma te volgen op een andere locatie dan waar ze zijn ingeschreven. Dit kan gaan om dislocaties en nevenvestigingen, zoals beschreven in de verordening, artikel 8.
Het gaat specifiek bijvoorbeeld om een tussenvoorziening: een locatie behorend bij een school(bestuur) of een samenwerkingsverband waar voortijdig schooluitval van een leerling wordt voorkomen, maar deze locatie valt formeel niet binnen de beleidscategorieën voor een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs en Wet op de expertisecentra. Een samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de inrichting van deze locatie(s);
De feitelijke locatie van deze tussenvoorziening die door de leerling wordt bezocht kan worden aangemerkt als ‘school’. Er zijn twee soorten tussenvoorzieningen, te weten die:
tijdens de voortgezet onderwijs (hierna: VO) periode worden ingezet. Deze voorzieningen worden door een school of het samenwerkingsverband verzorgd en zijn toegankelijk voor alle leerlingen in de regio Twente die naar het VO gaan. Dit geldt ook voor praktijkonderwijs (hierna: pro) en voortgezet speciaal onderwijs (hierna: VSO). Plaatsing in de voorziening leidt niet tot een andere schoolinschrijving. De voorzieningen worden niet altijd op een formele schoollocatie aangeboden en kennen daarom geen BRIN nummer. De voorzieningen zijn bedoeld voor jongeren met allerlei persoonlijke en gedragsmatige problemen die zo zwaar zijn dat ze in een regulier setting niet naar school kunnen gaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-289277.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.