Gemeenteblad van Schouwen-Duiveland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2021, 286306 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Schouwen-Duiveland | Gemeenteblad 2021, 286306 | beleidsregel |
Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2022
Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland;
Gezien het voorstel van de afdeling Werken, Wonen en Leven (WWL) van 3 augustus 2021, met zaaknummer 454937;
Gelet op de Wet kinderopvang, het Besluit van 20 september 2019 tot wijziging van het besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in verband met de verhoging van het minimaal aantal uren aanbod voorschoolse educatie en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker en artikel 1.1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2013;
Overwegende dat de bij besluit verplichte inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker van kracht is per januari 2022, alsmede dat het wenselijk is een verdere stimulans te geven aan de kwaliteit van voorschoolse educatie;
vast te stellen de “Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2022”.
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
VE peuteropvang: de opvang van een doelgroeppeuter. Aan doelgroeppeuters wordt, een door het Nederlands Jeugdinstituut erkend gestructureerd programma, van voorschoolse educatie aangeboden. Gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
Artikel 1.2 Maatschappelijk resultaat
Deze subsidieregeling draagt bij aan het maatschappelijke resultaat: ‘Jeugdigen groeien gezond en veilig op en kunnen hun talenten ontwikkelen zodat zij (financieel) zelfredzaam worden.’ Dit maatschappelijk resultaat is onderdeel van de Notitie Sturen op Maatschappelijk Resultaat.
Deze subsidieregeling draagt bij aan het doel: ‘Meer (doelgroep)peuters gaan naar een voorschoolse voorziening.’ Dit doel is onderdeel van het Onderwijsachterstandenbeleid 2019 - 2022.
HOOFDSTUK 2 SUBSIDIE AAN EEN KINDERCENTRUM MET VOORSCHOOLSE EDUCATIE
Artikel 2.1 Toetsingscriteria aanvrager
Een kindercentrum komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:
Artikel 2.2 Subsidie (VE) peuteropvang
1. De subsidiebedragen ten behoeve van de peuters van 2 tot 4 jaar van de volgende groepen ouders luiden als volgt:
Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste 640 uur. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en daarbovenop € 1,33 per uur over maximaal 640 uur.
2. De subsidiebedragen ten behoeve van de doelgroeppeuters in de leeftijd van 2 tot 2,5 jaar van de volgende groepen ouders luiden als volgt:
Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste 160 uur. De gemeente subsidieert in dit geval € 1,33 per uur over de eerste 160 uur. 80 uur aanvullend op de eerste 160 uur is voor deze ouders gratis. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert voor de aanvullende 80 uur het fiscaal maximumuurtarief met daarbovenop € 1,33.
Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief voor de eerste 160 uur. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en daarbovenop € 1,33 per uur over de eerste 160 uur. 80 uur aanvullend op de eerste 160 uur is voor deze ouders gratis. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert voor de aanvullende 80 uur het fiscaal maximumuurtarief met daarbovenop € 1,33.
3. De subsidiebedragen ten behoeve van de doelgroeppeuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar van de volgende groepen ouders luiden als volgt:
Voor ouders met recht op kinderopvangtoeslag geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste 480 uur. De gemeente subsidieert in dit geval € 1,33 per uur over de eerste 480 uur. 480 uur aanvullend op de eerste 480 uur is voor deze ouders gratis. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert voor de aanvullende 480 uur het fiscaal maximumuurtarief met daarbovenop € 1,33.
Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief voor de eerste 480 uur. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en daarbovenop € 1,33 per uur over de eerste 480 uur. 480 uur aanvullend op de eerste 480 uur is voor deze ouders gratis. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert voor de aanvullende 480 uur het fiscaal maximumuurtarief met daarbovenop € 1,33.
4. Het subsidiebedrag € 1,33 genoemd in lid 1, 2 en 3 wordt per kalenderjaar bijgesteld met een indexatie. De indexatie betreft het stijgingspercentage voor subsidies zoals deze in de besluitvorming voor de gemeentelijke Programmabegroting voor dat betreffende kalenderjaar is bepaald. Het stijgingspercentage kan ook op nihil zijn gesteld.
HOOFDSTUK 3 SUBSIDIE AAN EEN KINDERCENTRUM ZONDER VOORSCHOOLSE EDUCATIE
Artikel 3.1 Toetsingscriteria aanvrager
Een kindercentrum komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:
Artikel 3.2 Subsidie peuteropvang
Voor ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag met een peuter van 2 tot 4 jaar geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste 640 uur. De gemeente Schouwen-Duiveland subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief over maximaal 640 uur.
HOOFDSTUK 5 INZET HBO PEDAGOGISCH BELEIDSMEDEWERKER.
Artikel 5.1 Subsidie voor de inzet van hbo pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van verplichte kwaliteitsverbetering
1. Een kindercentrum kan in aanmerking komen voor subsidie voor inzet van een hbo pedagogisch beleidsmedewerker peuteropvang wanneer:
2. Het college besluit of en in hoeverre zij op basis van artikel 5.1, lid 1 subsidie verleent, op de wijze zoals bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2013.
1. Krachtens artikel 1.50 van de Wet kinderopvang, zet de subsidieontvanger van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden, een hbo pedagogisch beleidsmedewerker in ten behoeve van de kwaliteitsverhoging van voorschoolse educatie.
2. Het takenpakket van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker betreft minimaal één of meerdere van onderstaande taken:
3. De inzet van de hbo pedagogische beleidsmedewerker, zoals bedoeld in lid 2 sub a tot en met c, omvat per kindercentrum 10 uur per doelgroeppeuter per jaar.
4. De subsidie betreft doelgroeppeuters tussen de 2,5 en 4 jaar.
5. Het subsidiebedrag ten behoeve van de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker bedraagt € 40,- per uur.
6. De hbo pedagogisch beleidsmedewerker voldoet aan de kwalificatie-eisen van het functieboek van de cao kinderopvang en is minimaal in het bezit van één van onderstaande opleidingen:
7. Het subsidiebedrag € 40,- genoemd in lid 5 wordt per kalenderjaar bijgesteld met een indexatie. De indexatie betreft het stijgingspercentage voor subsidies zoals deze in de besluitvorming voor de gemeentelijke Programmabegroting voor dat betreffende kalenderjaar is bepaald. Het stijgingspercentage kan ook op nihil zijn gesteld.
Artikel 5.3 Eenmalige projectsubsidie voor opleiding en implementatie hbo pedagogisch beleidsmedewerker
1. Een kindercentrum kan in aanmerking komen voor een projectsubsidie ten behoeve van opleidingskosten voor de hbo pedagogisch beleidsmedewerker om te voldoen aan de kwalificatie-eisen, zoals beschreven in artikel 5.2, lid 6.
a. Deze subsidie geldt voor het subsidiejaar 2022.
b. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 5.000 euro per kindercentrum.
2. Een kindercentrum kan in aanmerking komen voor eenmalige subsidie voor de implementatie en borging van de pedagogisch beleidsmedewerker bij het kindercentrum.
a. Deze subsidie geldt voor het subsidiejaar 2022.
b. De hoogte van de subsidie bedraagt € 30,- per doelgroeppeuter. De peildatum, op basis waarvan het aantal doelgroeppeuters wordt bepaald, is 1 oktober 2021.
HOOFDSTUK 6 VASTSTELLING EN VERPLICHTINGEN
1. De verantwoording voor de VE peuteropvang bevat de werkelijke inkomensafhankelijke ouderbijdrage over het gehele subsidiejaar. Bij de subsidieaanvraag betreft de inkomensafhankelijke ouderbijdrage een schatting.
2. De verantwoording voor de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker bevat het maximum aantal doelgroeppeuters over het gehele subsidiejaar. Bij de subsidieaanvraag wordt de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker bepaald op basis van het aantal doelgroeppeuters op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. In afwijking van artikel 3.4, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Schouwen-Duiveland 2013, legt de subsidieontvanger jaarlijks verantwoording af op de ureninzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker en op welke wijze de taken hebben bijgedragen aan de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.
1. In het beleidsplan van het kindercentrum zijn tenminste de volgende elementen beschreven:
De wijze waarop het kindercentrum zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het primair onderwijs. Het kindercentrum maakt daarbij gebruik van het Overdrachtsformulier VVE Schouwen-Duiveland. Doelgroeppeuters en zorgkinderen worden (met instemming van ouders) warm overgedragen van het kindercentrum naar het primair onderwijs.
De wijze waarop het kindercentrum samenwerkt met het primair onderwijs en de doorgaande lijn vormgeeft en borgt. De wijze waarop het kindercentrum ouderbetrokkenheid vormgeeft. De wijze waarop het kindercentrum samenwerkt met de jeugdgezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk. Er is in ieder geval periodiek contact over doelgroeppeuters en zorgkinderen.
2. Het kindercentrum is bereid informatie aan te leveren voor de monitoring van bereik, financiën en kwaliteit. Daarvoor worden in ieder geval deelnamegegevens, en observatie en toets gegevens aangeleverd.
3. Het kindercentrum rapporteert per kwartaal aan de gemeente het aantal peuters met en zonder recht op kinderopvangtoeslag en het aantal doelgroeppeuters in relatie tot de afgenomen uren.
4. Het kindercentrum stelt vast in hoeverre ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag in aanmerking komen voor subsidie en gebruikt daarvoor een Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag.
5. Het kindercentrum stelt de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst.
Het kindercentrum toetst aan de hand van de Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een (doelgroep)peuter in aanmerking komt voor subsidie. Als dit om aantoonbare reden niet mogelijk is, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring of een verklaring van schuldsanering. Het kindercentrum houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde (VE) peuteropvang is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. Het kindercentrum bewaart deze gegevens nog drie jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren. Het kindercentrum is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.
Het college kan altijd in bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze regeling of de strikte toepassing hiervan versoepelen.
Artikel 7.2 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De beleidsregel Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2019 wordt ingetrokken met ingang van 3 augustus 2021.
2. Deze subsidieregeling treedt, nadat deze op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt, in werking op de dag na bekendmaking en is voor het eerst van toepassing op subsidies vanaf 2022.
3. De subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie 2022.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-286306.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.