Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Ouder-Amstel 2019 in verband met de aanpak van overlast in de openbare ruimte

De raad van de gemeente Ouder-Amstel.

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 juni 2021.

 

Gelet op

Artikel 149 Gemeentewet.

Besluit(en)

Vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Ouder-Amstel 2019:

ARTIKEL I

De Algemene Plaatselijke Verordening Ouder-Amstel 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Aan afdeling 11 [Maatregelen tegen overlast en ondermijnende activiteiten] wordt het volgende artikel toegevoegd:

Artikel 2:50a Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

  • 1.

    Het is verboden:

    • a.

      op een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en/of daarvoor niet bestemd straatmeubilair;

    • b.

      zich op een openbare plaats zodanig op te houden dat aan weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

B.

Afdeling 11 [Maatregelen tegen overlast en ondermijnende activiteiten], artikel 4:6a wordt vervangen door het volgende artikel:

Artikel 4:6a Mosquito

  • 1.

    In dit artikel wordt onder een mosquito verstaan: een apparaat dat een slechts voor jongeren hoorbare, hinderlijke hoge pieptoon produceert, met als doel groepen jongeren weg te houden van plaatsen waar zij overlast veroorzaken

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 4:6 kan de burgemeester in het belang van de openbare orde besluiten op een openbare plaats een mosquito aan te brengen bij gebleken ernstige overlast door jongeren op die plaats.

  • 3.

    De aanwezigheid van een mosquito wordt duidelijk kenbaar gemaakt op de plaats waar deze is aangebracht.

  • 4.

    Een mosquito is alleen in werking op die tijdstippen dat overlast redelijkerwijs valt te verwachten.

  • 5.

    Een mosquito wordt aangebracht voor een periode van ten hoogste 3 maanden. De burgemeester kan die periode telkens met een periode van ten hoogste 3 maanden verlengen.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

ARTIKEL III CITEERTITEL

Deze verordening wordt aangehaald als “Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening Ouder-Amstel 2019 in verband met de aanpak van overlast in de openbare ruimte”.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Ouder-Amstel in de openbare vergadering van 24 juni 2021.

de raad van de gemeente Ouder-Amstel,

de raadsgriffier,

L.W.F. Örsçek- Moolenaar

de voorzitter,

J. Langenacker

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2:50a Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen.

Op basis van artikel 2:50a kan tegen vormen van onnodige hinder of overlast, die plaatsvinden in de openbare ruimte, worden opgetreden.

Afbakening

Artikel 424 van het Wetboek van Strafrecht (‘WvSr’) stelt “straatschenderij” strafbaar, terwijl artikel 426bis van het WvSr het belemmeren van anderen op de openbare weg met straf bedreigt. Artikel 431 van het WvSr stelt nachtelijk burengerucht strafbaar. Deze handelingen zou men kunnen omschrijven als baldadigheid. De omschrijvingen zijn is echter ‘strakker’ dan wat men in het taalgebruik meestal als baldadigheid ervaart. Artikel 2:50a vormt daarom hierop een aanvulling.

 

Artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat het voor eenieder verboden is zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt dan wel dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. De strekking van het begrip openbare ruimte in artikel 2:50a gaat echter verder dan het begrip weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.

 

Voor zover een hinderlijke gedraging plaatsvindt op de weg, als omschreven in artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, is artikel 2:50a niet van toepassing. Werd dit niet uitgesloten, dan zou een met een hogere regelgeving strijdige situatie kunnen ontstaan.

Artikel 4:6a Mosquito

Een "mosquito" is een apparaatje dat een hinderlijke hoge pieptoon veroorzaakt die alleen voor jongeren tot een leeftijd van ongeveer 25 jaar hoorbaar is. Dit apparaat wordt gebruikt ter bestrijding van overlast door hangjongeren. Het gebruik van de mosquito is effectief, maar omstreden. Hoewel uit onderzoek van onder meer TNO blijkt dat de mosquito bij normaal gebruik geen gezondheidsschade oplevert, wordt met het aanbrengen ervan in ieder geval de bewegingsvrijheid van jongeren beperkt, die wordt beschermd door artikel 2, vierde protocol Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (EVRM). Mede vanwege de omstreden status van de mosquito verdient het de voorkeur om een apart artikel in de APV op te nemen, en dat niet wordt gekozen voor de variant waarbij de gemeente zichzelf een ontheffing verleent van het artikel “overige geluidshinder” zoals dat is opgenomen in artikel 4:6 APV.

Zorgvuldige voorbereiding essentieel

Met de mosquito is het voor mogelijk om maatregelen te treffen om overlast tegen te gaan. Vanwege de mogelijke bezwaren die aan het gebruik van een mosquito kleven, is grote zorgvuldigheid bij de voorbereiding en uitvoering van het besluit om mosquito's aan te brengen van belang. De burgemeester zal pas na een zorgvuldige belangenafweging toestemming geven voor het gebruik van de mosquito, dan wel zelf over te gaan tot het (laten) plaatsen van een mosquito.

 

De mosquito is dan ook een ultimum remedium dat alleen wordt gebruikt als andere manieren om de overlast te bestrijden zijn toegepast, maar geen of onvoldoende resultaat hebben gehad.

Waarborgen

In het artikel 4:6a zijn verder de volgende waarborgen opgenomen:

  • 1.

    Bekendmaken aanwezigheid: met borden kan worden bekendgemaakt dat ergens een mosquito is aangebracht. Zo worden toevallige passanten op de hoogte gebracht en wordt mogelijk ook een preventief effect bereikt.

  • 2.

    Niet vaker geluid dan nodig: met de huidige techniek hoeft een mosquito niet 24 uur per dag aan te staan. Vanuit het oogpunt van proportionaliteit kan de inzet van een mosquito dan ook worden beperkt tot die momenten dat, gezien de ervaring van het verleden, overlast kan worden verwacht.

  • 3.

    Beperkte periode: een mosquito wordt niet "voor altijd" aangebracht, maar per definitie voor een beperkte periode. Gedacht kan worden aan een periode van iedere keer maximaal drie maanden. Iedere verlenging is ook een bewust besluit op basis van een evaluatie van de overlast en de effectiviteit van eerdere inzet van de mosquito.

Ook moet bij het aanbrengen van een mosquito met een aantal zaken rekening worden gehouden.

 

Een mosquito moet bijvoorbeeld niet worden aangebracht op plaatsen en tijdstippen waardoor hinder kan ontstaan voor mensen die daar langere tijd noodgedwongen verblijven, zoals bij woningen, kantoren, scholen of bushokjes. Ook moet rekening worden gehouden met de Wet openbare manifestaties (‘WOM’) en mag een mosquito geen hinder opleveren voor openbare bijeenkomsten als bedoeld in de WOM. Ook de Zondagswet is van belang, omdat een mosquito geen hinder mag opleveren voor een godsdienstuitoefening.

Naar boven