Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstelling
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
- 1.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
- 2.
De uit de hoofdstukken 1 tot en met 4, 6 tot en met 10 en 13 van de tarieventabel voortvloeiende leges worden geheven zonder dat de verplichting daartoe bij beschikking is vastgesteld.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of Teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- -
onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);
- -
hoofdstuk 2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);
- -
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- -
onderdeel 1.4.8 en 1.4.9 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- -
onderdeel 1.9.4 (verklaring omtrent het gedrag);
- -
hoofdstuk 7 (kansspelen).
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
De verordening leges Coevorden wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
- 3.
Indien het voorstel van Rijkswet tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het van rechtswege laten vervallen van reisdocumenten van personen aan wie een uitreisverbod is opgelegd (Kamerstukken I 2015/2016, 34358 (R2065), nr. A), tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet in werking treedt, wordt in artikel 2, onder nummering van de bestaande tekst tot eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Legesverordening Coevorden 2020’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
- 4.
Besluiten van het college tot het vaststellen van nadere regels en beleidsregels, die genomen zijn ter uitvoering van bepalingen van de ingetrokken verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
- 5.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening leges Coevorden 2021’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 10 november 2020.
De raad voornoemd,
B.J. Bouwmeester, M. Frensel
voorzitter griffier a.i.
Tarieventabel Leges 2021
behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges gemeente Coevorden 2021.
Indeling tarieventabel
Titel 1
Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 Vervallen
Hoofdstuk 6 Bestuursstukken
Hoofdstuk 7 Kansspelen
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10 Vervallen
Hoofdstuk 11 Gemeentearchief
Hoofdstuk 12 Vervallen
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Telecommunicatie
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 16 Diversen
Hoofdstuk 17 Leegstandwet
Titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Teruggaaf
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 6 Wijziging, ontheffing, afwijking of vaststelling bestemmingsplan
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Seksbedrijven
Hoofdstuk 3 Kinderopvang
Hoofdstuk 4 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1
|
|
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:
|
|
|
1.1.1.1
|
maandag tot en met vrijdag
|
€ 467,80
|
|
1.1.1.2
|
zaterdag en buiten normale kantooruren
|
€ 740,40
|
|
1.1.1.3
|
de huwelijksvoltrekking alsmede het registreren van een partnerschap vindt kosteloos plaats in de locatie gemeentehuis te Coevorden op:
|
|
|
|
- maandag om 09.00 uur en 09.30 uur.
|
€ 0,00
|
1.1.2
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:
|
|
|
1.1.2.1
|
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een getypte uitvoering
|
€ 20,35
|
|
1.1.2.2
|
een duplicaat van een trouw- of partnerschapsboekje
|
€ 20,35
|
1.1.3
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een lijst waarop zijn vermeld:
|
|
|
1.1.3.1
|
alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elke op die lijst vermelde aangifte
|
€ 3,60
|
|
1.1.3.2
|
alle op één dag, in één week of in één maand voorgenomen en getrouwde paren, alsmede voorgenomen en geregistreerde partners, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar
|
€ 3,60
|
1.1.4
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van lijsten als in 1.1.4.1 en 1.1.4.2 bedoeld:
|
|
|
1.1.4.1
|
voor de periode van een maand
|
€ 22,50
|
|
1.1.4.2
|
voor de periode van drie maanden
|
€ 53,15
|
|
1.1.4.3
|
voor de periode van zes maanden
|
€ 98,85
|
|
1.1.4.4
|
voor de periode van één jaar
|
€ 177,90
|
1.1.5
|
|
Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 8,00
|
1.1.6
|
|
In behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten van de burgerlijke stand
|
|
1.1.7
|
|
Het extra tarief inzake de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap indien daarbij gebruik wordt gemaakt van een Buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand uit een andere gemeente:
|
€ 139,85
|
1.1.8
|
|
Levering getuige bij huwelijksvoltrekking/partnerschapsregistratie
|
€ 28,50
|
1.1.9
|
|
Bij wijziging datum na melding voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap, bedraagt het tarief
|
€ 39,65
|
1.1.10
|
|
Bij annuleren huwelijk na voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
80%
|
1.1.11
|
|
Bij annuleren huwelijk na voorgenomen huwelijk of geregistreerd partnerschap, door overlijden van één van de partners of familieleden in de eerste graad, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart tarief
1.2
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
|
|
|
1.2.1
|
|
van een nationaal paspoort:
|
|
|
|
1.2.1.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 74,75*
|
|
|
1.2.1.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 56,55*
|
|
1.2.2
|
|
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
|
|
|
|
1.2.2.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 74,75*
|
|
|
1.2.2.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 56,55*
|
|
1.2.3
|
|
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)
|
|
|
|
1.2.3.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 74,75*
|
|
|
1.2.3.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 56,55*
|
|
1.2.4
|
|
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
|
€ 56,55*
|
|
1.2.5
|
|
van een Nederlandse identiteitskaart
|
|
|
|
1.2.5.1
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
|
€ 67,55**
|
|
|
1.2.5.2
|
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
|
€ 36,45**
|
|
1.2.6
|
|
van een vervangende Nederlands identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon
|
€ 32,90*
|
|
1.2.7
|
|
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
|
€ 50,90*
|
|
1.2.8
|
|
De tarieven genoemd onder 1.2.1 tot en met 1.2.6 worden voor het laten thuisbezorgen van een reisdocument, per hetzelfde adres, dezelfde dag en tijdstip, vermeerderd met
|
€ 4,95
|
* Maximumtarief vanaf 1 januari 2021.
** Maximumtarief vanaf 11 augustus 2021, wettelijk tarief gewijzigd op 2 augustus 2021.
Artikel 1.2.6 nieuw per 11 augustus 2021.
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen 2020
1.3
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
|
€ 41,00*
|
|
1.3.1
|
Het tarief genoemd in artikel 1.3 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
|
€ 34,10*
|
|
1.3.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een nieuw rijbewijs als bedoeld in artikel 1.3 ter vervanging van een door vermissing, verlies of diefstal in het ongerede geraakte rijbewijs boven het in 1.3 genoemde tarief
|
€ 20,00
|
* maximumtarief 2021
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4
|
|
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.4 en 1.4.5, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
|
|
|
1.4.1
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
|
1.4.1.1
|
tot het verstrekken van gegevens:
|
|
|
|
|
per verstrekking
|
€ 8,00
|
|
1.4.2
|
|
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:
|
|
|
|
1.4.2.1
|
voor 100 verstrekkingen
|
€ 208,65
|
|
|
1.4.2.2
|
voor 500 verstrekkingen
|
€ 868,50
|
|
|
1.4.2.3
|
voor 1.000 verstrekkingen
|
€ 1.521,65
|
|
|
1.4.2.4
|
voor 5.000 verstrekkingen
|
€ 6.975,75
|
|
|
1.4.2.5
|
voor 10.000 verstrekkingen
|
€ 12,878,80
|
|
1.4.3
|
|
tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente
|
€ 697,65
|
|
|
1.4.3.1
|
voor de toepassing van onderdeel 1.4.5 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.
|
|
|
|
1.4.3.2
|
tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon-en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening (EU) nr.2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van verordening nr. 1024/2012 (pbEU 2016, l 200
|
€ 13,40*
|
|
1.4.5
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.4.6
|
|
tot het verstrekken van gegevens:
|
|
|
|
|
per verstrekking
|
€ 8,00
|
|
1.4.7
|
|
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:
|
|
|
|
1.4.7.1
|
voor 100 verstrekkingen
|
€ 208,65
|
|
|
1.4.7.2
|
voor 500 verstrekkingen
|
€ 868,50
|
|
|
1.4.7.3
|
voor 1.000 verstrekkingen
|
€ 1.521,95
|
|
|
1.4.7.4
|
voor 5.000 verstrekkingen
|
€ 6.975,75
|
|
|
1.4.7.5
|
voor 10.000 verstrekkingen
|
€ 12.878,80
|
|
1.4.8
|
|
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen
|
€ 24,90
|
|
1.4.9
|
|
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen
|
€ 7,50*
|
|
1.4.10
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier
|
€ 7,95
|
Hoofdstuk 5 (Vervallen)
Hoofdstuk 6
Bestuursstukken
1.6
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.6.1
|
|
een afschrift van de programmabegroting
|
€ 23,15
|
|
1.6.2
|
|
een afschrift van de gemeenterekening
|
€ 23,15
|
|
1.6.3
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
|
1.6.3.1
|
tot het verstrekken van het gemeenteblad
|
€ 104,55
|
|
1.6.4
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
|
1.6.4.1
|
een afschrift van de algemene plaatselijke verordening, inclusief de eventueel hierbij behorende wijzigingsverordeningen
|
€ 64,20
|
|
|
1.6.4.2
|
een afschrift van de bouwverordening, inclusief de eventueel hierbij behorende wijzigingsverordening
|
€ 53,55
|
|
|
1.6.4.3
|
een exemplaar van de andere dan onder 1.6.4.3 genoemde strafverordeningen
|
€ 48,00
|
|
|
1.6.4.4
|
een volledige verzameling van de gemeentelijke strafverordeningen
|
€ 154,75
|
|
|
1.6.4.5
|
aanvullingen op de gemeentelijke strafverordeningen, per pagina
|
€ 0,55
|
|
|
1.6.4.6
|
andere, niet met name in deze tabel genoemde gemeentelijke verordeningen, per pagina of gedeelte daarvan
|
€ 0,55
|
Hoofdstuk 7 Kansspelen
1.7
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
|
|
|
1.7.1
|
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat
|
€ 56,50*
|
|
1.7.2
|
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,
|
|
|
|
voor de eerste kansspelautomaat
|
€ 56,50*
|
|
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat
|
€ 34,00*
|
|
1.7.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
|
€ 8,80
|
•
maximumtarief
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.8.1
|
|
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan
|
|
|
|
1.8.1.1
|
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
|
€ 3,95
|
|
|
1.8.1.2
|
in formaat A3
|
€ 5,90
|
|
|
1.8.1.3
|
tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm2 lichtdruk
|
€ 0,70
|
|
1.8.2
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift:
|
|
|
|
1.8.2.1
|
uit de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG)
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.2.2
|
uit de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.2.3
|
van de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.2.4
|
uit het openbare register van beschermde monumenten bedoeld in artikel 20 van de Monumentenwet 1988
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.2.5
|
uit het register bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Woningwet
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.2.6
|
uit de kadastrale massale output
|
€ 9,70
|
|
1.8.3
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:
|
|
|
|
1.8.3.1
|
het gemeentelijke adressenbestand, per adres
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.3.2
|
het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel, per gelegde relatie
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.3.3
|
het gemeentelijke adres-coördinatenbestand, per adres coördinaat
|
€ 9,70
|
|
|
1.8.3.4
|
de gebouwenregistratie
|
€ 9,70
|
|
1.8.4
|
|
Het tarief bedraagt voor het verlenen van inzage van de kadastrale informatie via beeld:
|
|
|
|
1.8.4.1
|
indien daarbij door een ambtenaar van de gemeente hulp wordt verleend per kwartier of een gedeelte daarvan
|
€ 11,80
|
|
|
1.8.4.2
|
indien daarbij niet door een ambtenaar van de gemeente hulp wordt verleend
|
|
|
|
|
a. per kwartier
|
€ 3,75
|
|
|
|
b. een abonnement over de periode van een jaar
|
€ 110,75
|
|
1.8.5
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om perceelsinformatie, al dan niet ten behoeve van aan- en verkoop c.q. taxatie, van (on)roerende zaken indien dit informatie is betreffende:
|
|
|
|
|
a. bestemmingsplannen/vergunningen etc.
|
€ 49,40
|
|
|
|
b. de onderhoudstoestand/aanschrijvingen
|
€ 49,40
|
|
|
|
c. milieu aspecten/verontreinigingen
|
€ 49,40
|
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.9.1
|
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
|
€ 5,10
|
|
1.9.2
|
tot het verkrijgen van iedere andere verklaring omtrent een persoon
|
€ 9,65
|
|
1.9.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag wordt vastgesteld door de Minister van Justitie
|
|
|
1.9.4
|
Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie wordt vastgesteld op het bedrag dat volgt uit de tarieventabel van de immigratie- en naturalisatiedienst.
|
|
Hoofdstuk 10 Vervallen
Hoofdstuk 11 Gemeentearchief
1.11
|
|
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan
|
€ 7,90
|
|
1.11.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
|
|
|
1.11.2
|
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk per pagina
|
|
|
1.11.3
|
Berustend stuk per pagina
|
€ 1,80
|
|
1.11.4
|
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk
|
€ 1,80
|
Hoofdstuk 12 Vervallen
Hoofdstuk 13 Vervallen
Hoofdstuk 14 Telecommunicatie
1.14
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet
|
€ 163,95
|
|
1.14.1
|
|
Het in 1.14 genoemde bedrag wordt:
|
|
|
|
1.14.1.1
|
Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk verhoogd met
|
€ 104,25
|
|
|
1.14.1.2
|
Indien met betrekking tot een melding een onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
|
1.14.1.3
|
Indien een begroting als bedoeld in 1.14.1.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
1.14.1.4
|
Het tarief bedoeld in onderdeel 1.14 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.
|
|
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
1.15
|
|
|
Het tarief, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.15.1
|
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten
|
€ 38,45
|
|
1.15.2
|
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) anders dan bedoeld in onderdeel 1.15.1
|
€ 38,45
|
|
1.15.3
|
|
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement
|
€ 41,90
|
|
1.15.4
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
|
€ 70,10
|
|
|
1.15.4.1
|
bij verlenging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
|
€ 16,35
|
|
|
1.15.4.2
|
tot het toekennen van een gehandicaptenparkeerplaats
|
€ 217,25
|
|
|
1.15.4.3
|
indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend
|
|
|
|
1.15.4.4
|
tot het toekennen van een gehandicaptenparkeerkaart en gehandicaptenparkeerplaats
|
€ 233,05
|
|
|
1.15.5
|
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet personenvervoer
|
€ 6,80
|
Hoofdstuk 16 Diversen
1.16
|
|
|
Het tarief, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
1.16.1
|
|
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 5,45
|
|
1.16.2
|
|
afschriften, scans, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
|
|
1.16.2.1
|
per pagina op papier van A4-formaat
|
€ 0,55
|
|
|
1.16.2.2
|
per pagina op papier van een ander formaat
|
€ 0,65
|
|
1.16.3
|
|
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 5,40
|
|
1.16.4
|
|
stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
|
€ 5,45
|
|
1.16.5
|
|
kopieën van kaarten en tekeningen, al dan niet behorende bij de in 1.16.1 tot en met 1.16.4 genoemde stukken, dan wel kopieën of lichtdrukken daarvan, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
|
|
|
|
a.-
|
per kopie:
|
|
|
|
|
A4 formaat
|
€ 5,20
|
|
|
|
A3 formaat
|
€ 6,30
|
|
|
|
A2 formaat
|
€ 7,00
|
|
|
|
A1 formaat
|
€ 8,10
|
|
|
|
A0 formaat
|
€ 9,90
|
|
|
b.-
|
per kopie van een origineel:
|
|
|
|
|
A4 formaat
|
€ 7,00
|
|
|
|
A3 formaat
|
€ 7,90
|
|
|
|
A2 formaat
|
€ 8,25
|
|
|
|
A1 formaat
|
€ 9,70
|
|
|
|
A0 formaat
|
€ 10,35
|
|
1.16.6
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
|
|
|
|
|
tekening uit het digitaal bouwarchief, voor zover niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per tekening:
|
€ 8,70
|
|
1.16.7
|
|
topografische gegevens:
|
|
|
|
a.
|
|
|
|
|
|
- digitaal, waarvan de basiskosten bedragen
|
€ 69,15
|
|
|
|
- te vermeerderen met
|
€ 2,95
|
|
|
|
per kilobyte (dwg formaat)
|
|
|
|
|
- te vermeerderen met
|
€ 1,30
|
|
|
|
per kilobyte (dxf formaat)
|
|
|
|
b.
|
|
|
|
|
|
- papierplot waarvoor de basiskosten bedragen
|
€ 69,15
|
|
|
|
te vermeerderen voor
|
|
|
|
|
A0 formaat
|
€ 34,85
|
|
|
|
A1 formaat
|
€ 27,30
|
|
|
|
A2 formaat
|
€ 20,55
|
|
|
|
A3 formaat
|
€ 14,15
|
|
|
|
A4 formaat
|
€ 7,25
|
|
1.16.8
|
|
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van digitale foto’s waarvan de basiskosten bedragen
|
€ 68,90
|
|
|
|
bedragen te vermeerderen voor:
|
|
|
|
|
- digitale detailfoto’s bebouwde kom per foto
|
€ 88,75
|
|
|
|
- digitale overzichtsfoto’s per foto
|
€ 358,70
|
|
1.16.9
|
|
het verkrijgen van een vergunning voor het hebben van een reclamedoek, per doek:
|
€ 15,65
|
|
1.16.10
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning of ontheffing ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
|
€ 38,60
|
Hoofdstuk 17 Leegstandwet
1.17
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
1.17.1
|
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
|
€ 152
|
|
1.17.2
|
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet
|
€ 78,70
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) (Hoge Raad 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:1430), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) (Hoge Raad 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:1430) , voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.3
|
Zonnepark: een vorm van energieopwekking waarbij, in veldopstelling op de grond, zonnepanelen worden geplaatst. Een zonneweide of zonneakker wordt gelijkgesteld aan een zonnepark.
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2.2.1
|
tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 212,15
|
|
2.2.2
|
Het onder 2.2.1 genoemde tarief wordt in mindering gebracht op het bedrag aan leges dat in rekening wordt gebracht bij het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
2.2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een schriftelijk verzoek om informatie of een principe-aanvraag in verband met het verkrijgen van een beoordeling of voor een voorgenomen activiteit als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo een omgevingsvergunning vereist is bedraagt:
|
€ 112,00
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
|
2.3.1.1
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de bouwkosten:
|
|
|
|
|
2.3.1.1.1
|
a.
|
minder bedragen dan € 2.500,-- een vast tarief van:
|
€ 119,32
|
|
|
|
2.3.1.1.2
|
b.
|
€ 2.500,-- of meer, doch minder dan € 25.000,-- bedragen, 2,97 % van de bouwkosten en een vast tarief van:
|
€ 47,73
|
|
|
|
2.3.1.1.3
|
c.
|
€ 25.000,-- of meer, doch minder dan € 75.000,-- bedragen, 2,84 % van de bouwkosten en een vast tarief van:
|
€ 83,52
|
|
|
|
2.3.1.1.4
|
d.
|
€ 75.000,-- of meer, doch minder dan € 250.000,-- bedragen, 2,73 % van de bouwkosten en een vast tarief van:
|
€ 179,02
|
|
|
|
2.3.1.1.5
|
e.
|
€ 250.000,-- of meer, doch minder dan € 500.000,-- bedragen, 2,61 % van de bouwkosten en een vast tarief van:
|
€ 648,72
|
|
|
|
2.3.1.1.6
|
f.
|
€ 500.000,-- of meer bedragen, 2,49 % van de bouwkosten en een vast tarief van:
|
€ 1.245,38
|
|
|
|
|
|
met een maximum tarief van bouwleges:
|
€ 293.918,10
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1.2
|
|
|
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.1.1.2 bedragen de bouwkosten bij de berekening van het tarief van artikel 2.3.1 € 500.000,- per hectare projectgebied indien de aanvraag betrekking heeft op een zonnepark als bedoeld in artikel 2.1.1.3
|
|
|
|
2.3.1.3
|
|
|
Het tarief bedraagt, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning, die geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op bouwactiviteiten, wegens onvolledigheid definitief niet in behandeling kan worden genomen: 40 % van het tarief bepaald volgens 2.3.1.1, met een minimum bedrag zoals bepaald in artikel 2.10.
|
|
|
2.3.2.
|
|
Extra welstandstoets
|
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, waarvoor toetsing aan welstandscriteria als bedoeld in artikel 12a van de Woningwet moet plaatsvinden en deze toetsing overeenkomstig de welstandsnota van de gemeente Coevorden geschiedt door de Ambtelijk secretaris van de welstandscommissie wordt het berekende bedrag aan leges verhoogd met de kosten die gelijk zijn aan het tarief van het door de gemeenteraad aangewezen adviesorgaan voor het uitbrengen van een welstandsadvies voor het specifieke bouwwerk door de welstandscommissie.
|
|
|
|
2.3.2.2
|
Het berekende bedrag aan leges voor een aanvraag om een omgevingsvergunning die beoordeeld wordt door de welstandscommissie, worden verhoogd met de kosten voor een welstandsadvies, uitgebracht voor het specifieke bouwwerk door de welstandscommissie van het door de gemeenteraad aangewezen adviesorgaan. De kosten voor een welstandsadvies bedragen:
|
|
|
|
|
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten tot € 15.000,-- bedragen:
|
€ 76,30
|
|
|
|
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten tussen de € 15.000,-- en € 230.000,-- liggen: een basisbedrag van € 75,-- met een verhoging van 3 ‰ van de bouwkosten boven de € 15.000,--;
|
|
|
|
|
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten tussen de € 230.000,-- tot € 460.000,-- liggen: een basisbedrag van € 500,-- met een verhoging van 1,2 ‰ van de bouwkosten boven de € 230.000,--;
|
|
|
|
|
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten tussen de € 700.000,-- tot € 1.200.000,-- liggen: een basisbedrag van € 900,-- met een verhoging van 0,3 ‰ van de bouwkosten boven de € 700.000,--;
|
|
|
|
|
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten € 1.200.000,-- of meer bedragen: een basisbedrag van € 1.400,-- met een verhoging van 0,15 ‰ van de bouwkosten boven de € 1.200.000,--.
|
|
|
|
2.3.2.3
|
Het berekende bedrag aan leges voor een aanvraag om een omgevingsvergunning waarvoor een welstandsadvies moet worden uitgebracht over stedenbouwkundige, landschappelijke en/of welstandscriteria, worden verhoogd met de kosten voor dit advies.
|
|
|
|
2.3.2.4
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 wordt indien de aanvraag die betrekking heeft op een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts kan worden afgehandeld wanneer:
|
|
|
|
2.3.2.5
|
een milieukundig bodemrapport in de vorm van vooronderzoek als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 2009 naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid wordt beoordeeld verhoogd met
|
€ 18,00
|
|
|
2.3.2.6
|
een milieukundig bodemrapport in de vorm van een verkennend onderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009, naar de bodemgesteldheid wordt beoordeeld verhoogd met
|
€ 319,95
|
|
|
2.3.2.7
|
een milieukundig bodemrapport als bedoeld in de Leidraad bodembescherming wordt beoordeeld, verhoogd met
|
€ 355,70
|
|
2.3.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:140 % van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
2.3.5
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:
|
€ 55,65
|
|
2.3.6
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 168,85
|
|
2.3.7
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
|
2.3.7.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 646,55
|
|
|
2.3.7.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 646,35
|
|
|
2.3.7.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) mits de aanvrager een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert:
|
€ 2.938,90
|
|
|
2.3.7.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 123,05
|
|
|
2.3.7.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 5.995,20
|
|
|
|
vermeerderd met 1,2 % van de bouw-, sloop- of aanleg kosten indien deze niet meer dan € 999.999,- bedragen; € 11.100,-, vermeerderd met 0,6 % van de bouw-, sloop- of aanlegkosten indien deze € 1.000.000,- of meer en niet meer dan € 4.999.999,- bedragen en € 26.100,--, vermeerderd met 0,3 % van de bouw-, sloop- of aanlegkosten indien deze € 5.000.000,-- of meer bedragen.
|
|
|
|
2.3.7.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 5.995,20
|
|
|
|
vermeerderd met 1,2 % van de bouw-, sloop- of aanleg kosten indien deze niet meer dan € 999.999,- bedragen; € 11.100,-, vermeerderd met 0,6 % van de bouw-, sloop- of aanlegkosten indien deze € 1.000.000,- of meer en niet meer dan € 4.999.999,- bedragen en € 26.100,-, vermeerderd met 0,3 % van de bouw-, sloop- of aanlegkosten indien deze € 5.000.000,- of meer bedragen.
|
|
|
|
2.3.7.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 123,05
|
|
|
2.3.7.8
|
Het berekende bedrag aan leges voor een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor een advies moet worden uitgebracht over de stedenbouwkundige randvoorwaarden, landschappelijke en/of welstandscriteria wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de kosten voor een advies, uitgebracht door de welstandscommissie van het door de gemeenteraad aangewezen adviesorgaan.
|
|
|
2.3.8
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
2.3.8.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 646,55
|
|
|
2.3.8.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 646,35
|
|
|
2.3.8.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking, voorheen projectbesluit) mits de aanvrager een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert:
|
€ 2.938,90
|
|
|
2.3.8.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 123,00
|
|
|
2.3.8.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 6.145,00
|
|
|
2.3.8.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 6.145,00
|
|
|
2.3.8.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 123,05
|
|
|
2.3.8.8
|
Het berekende bedrag aan leges voor een aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor een advies moet worden uitgebracht over de stedenbouwkundige randvoorwaarden, landschappelijke en/of welstandscriteria wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de kosten voor een advies, uitgebracht door de welstandscommissie van het door de gemeenteraad aangewezen adviesorgaan.
|
|
|
2.3.9
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
2.3.9.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening:
|
€ 294,45
|
|
|
|
2.3.9.1.1
|
Verhoging
|
|
|
|
|
|
Met dien verstande dat dit bedrag wordt verhoogd voor een inrichting met een oppervlakte van:
|
|
|
|
|
|
minder dan 100 m²
|
€ 183,70
|
|
|
|
|
100 m² tot 500 m²
|
€ 367,45
|
|
|
|
|
500 m² tot 2.000 m²
|
€ 1.364,75
|
|
|
|
|
2000 m² tot 5.000 m²
|
€ 3.359,35
|
|
|
|
|
5.000 m² tot 50.000 m²
|
€ 4.724,10
|
|
|
|
|
50.000 m² of meer
|
€ 8.398,45
|
|
|
2.3.9.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning afwijkend van c.q. aanvullend op een eerder afgegeven vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening, worden voor wat betreft het gewijzigde c.q. aanvullende gedeelte de leges berekend volgens de tarieven genoemd onder 2.3.9.1 van deze tarieventabel.
|
|
|
|
2.3.9.3
|
Indien een aanpassing van de omgevingsvergunning noodzakelijk is vanwege aanpassingen van brandveiligheidsinstallaties welke in de meeste ruimten aanwezig zijn, wordt het basistarief in rekening gebracht als genoemd in 2.3.9.1.
|
|
|
|
2.3.9.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met de geldigheidsduur van maximaal één maand of een gebruiksvergunning op grond van artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening ten behoeve van een bouwwerk van tijdelijke aard, zoals bijvoorbeeld (circus-)tenten, mobiele bouwwerken, tentoonstellingen en tribunes:
|
€ 141,40
|
|
|
2.3.9.5
|
De in 2.3.9.4 genoemde bedragen worden vermeerderd, indien en voor zover deze op de inrichting, waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn voor een periode van:
|
|
|
|
|
- 4 tot en met 7 dagen
|
€ 189,10
|
|
|
|
- meer dan 7 dagen, vermeerderd per week of gedeelte daarvan
|
€ 98,95
|
|
2.3.10
|
|
Sloopactiviteiten
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g van de Wabo bedraagt het tarief:
|
€ 112,10
|
|
2.3.11
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 237,20
|
|
2.3.12
|
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 237,20
|
|
2.3.13
|
|
Kappen
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de gemeentelijke bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 55,15
|
|
2.3.14
|
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)
|
|
|
|
2.3.14.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo in combinatie met artikel 2.7, lid 2 Wet natuurbescherming welke niet is gebaseerd op de ADC toets (maar bijvoorbeeld gebaseerd op saldering of een ecologische toets), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.437,20,-
|
|
|
2.3.14.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo in combinatie met artikel 2.7, lid 2 en 2.8, lid 4 Wet natuurbescherming welke is gebaseerd op de ADC toets bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 3.795,00,
|
|
2.3.15
|
|
Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.814,05
|
|
2.3.16
|
|
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
|
2.3.16.1
|
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 237,21
|
|
|
2.3.16.2
|
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
2.3.16.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
€ 237,20
|
|
|
|
2.3.16.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
€ 237,20
|
|
2.3.17
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.17.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 70% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft:
|
|
|
2.3.17.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 30% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.18
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
|
2.3.18.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 319,95
|
|
|
2.3.18.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 319,95
|
|
2.3.19
|
|
Advies
|
|
|
2.3.19.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het betreffende bestuursorgaan is opgesteld.
|
|
|
2.3.19.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.20
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.20.1
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
|
2.3.20.1.1
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het betreffende bestuursorgaan is opgesteld.
|
|
|
2.3.20.2
|
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.21.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
Hoofdstuk 4 Teruggaaf of vermindering
|
2.4.1
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.6 en 2.3.11, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
|
2.4.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan:
|
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
50%
|
|
|
2.4.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan genoemd in het voorgaande artikel, doch voor het verlenen van de vergunning
|
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
20%
|
|
|
|
|
|
|
2.4.2
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6 , intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, als deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
|
|
|
De teruggaaf bedraagt:
|
10%
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
|
2.4.3
|
|
Vermindering als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
|
2.4.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.6 of 2.3.11 weigert, bestaat aanspraak op vermindering van een deel van de leges. De vermindering bedraagt:
|
25%
|
|
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
2.4.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
2.4.3.3
|
De leges voor het in behandeling nemen van een (deel)aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten, bedragen:
|
75%
|
|
|
|
van de leges, berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1. indien aan de aanvraag een eerdere geweigerde vergunning vooraf is gegaan en: - de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn, - de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is, - de nieuwe aanvraag is ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.
|
|
|
2.4.4
|
|
Vermindering als gevolg van het niet verder behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning
|
|
|
|
2.4.4.1
|
Als de gemeente een aangevraagde omgevingsvergunning voor een project niet verder behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, is sprake van teruggaaf van een deel van de leges. De vermindering bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
50%
|
|
|
|
|
|
|
2.4.5
|
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.2, 2.3.19 en 2.3.20 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 71,85
|
Hoofdstuk 6 Wijziging, ontheffing, afwijking of vaststelling bestemmingsplan
|
2.6.1
|
Het verschuldigde bedrag aan leges wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid onder a, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast verhoogd met:
|
€ 4.345,85
|
|
|
eventueel verhoogd met de kosten die verband houden met de voor een wijzigingsplan benodigde en te verrichten onderzoeken.
|
|
|
2.6.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.345,85
|
|
|
eventueel verhoogd met de kosten die verband houden met de voor een wijzigingsplan benodigde en te verrichten onderzoeken.
|
|
|
2.6.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.345,85
|
|
|
eventueel verhoogd met de kosten die verband houden met de voor een uitwerkingsplan benodigde en te verrichten onderzoeken.
|
|
|
2.6.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening;
|
€ 6.931,45
|
|
|
Indien de aanvrager geen bestemmingsplan aanlevert worden de kosten in rekening gebracht na een vooraf overgelegde begroting voor externe (uitvoeringskosten) eventueel vermeerderd met de kosten die verband houden met de voor een bestemmingsplan benodigde en te verrichten onderzoeken.
|
|
|
2.6.5
|
Het berekende bedrag aan leges voor een aanvraag als bedoeld in artikel 2.6.1, 2.6.2, 2.6.3 of 2.6.4 waarvoor een advies moet worden uitgebracht over de stedenbouwkundige randvoorwaarden, landschappelijke en/of welstandscriteria wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de kosten voor een advies, uitgebracht door de welstandscommissie van het door de gemeenteraad aangewezen adviesorgaan.
|
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 112,00
|
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, van de Drank- en Horecawet
|
€ 291,75
|
3.1.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet
|
€ 67,75
|
3.1.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
|
€ 76,70
|
3.1.3
|
Voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30a van de Drank en Horecawet:
|
€ 67,75
|
Hoofdstuk 2 Seksbedrijven
3.2
|
|
tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
|
|
3.2.1
|
het verkrijgen of verlengen van een vergunning voor het exploiteren van een prostitutiebedrijf, escortbedrijf of andere seksbedrijven
|
€ 608,25
|
Hoofdstuk 3 Kinderopvang
3.3
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.3.1
|
voor het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
|
€ 94,20
|
|
3.3.2
|
Voor het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
|
€ 94,20
|
Hoofdstuk 4 Organiseren evenementen of markten
3.4
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in Hoofdstuk 2, afdeling 5, artikel 2.24,lid 1 t/m 3 en artikel 2:25, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:
|
|
|
3.4.1
|
A-evenementen
|
€ 38,55
|
|
3.4.2
|
B-evenementen
|
€ 75,00
|
|
3.4.3
|
C-evenementen
|
€ 300,00
|
|
3.4.4.
|
Kleine evenementen
|
€ 0,00
|
Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen
3.5
|
|
Het tarief, bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:
|
|
|
3.5.1
|
het verkrijgen van, een vergunning tot het venten of voor het innemen van een standplaats in de gemeente m.u.v. de standplaatshouders tijdens de weekmarkt in Coevorden gehouden op maandagochtend:
|
|
|
|
a. één dag of een gedeelte daarvan
|
€ 12,35
|
|
|
b. meer dan één dag maar ten hoogste voor één week
|
€ 23,55
|
|
|
c. meer dan één week maar ten hoogste voor één maand
|
€ 43,50
|
|
|
d. meer dan één maand maar ten hoogste voor een half jaar
|
€ 190,20
|
|
|
e. meer dan een half jaar maar ten hoogste voor één jaar
|
€ 316,95
|
|
3.5.2
|
het verkrijgen van een vergunning voor de uitstalling van goederen, per m2 ingenomen grond:
|
|
|
|
- per jaar
|
€ 53,70
|
|
|
- per week
|
€ 1,80
|
|
|
- per dag
|
€ 0,60
|
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet
3.6
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
3.6.1
|
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
|
€ 46,20
|
|
3.6.2
|
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander
|
€ 12,20
|
|
3.6.3
|
tot het intrekken en wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing
|
€ 12,20
|
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.7
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking
|
€ 38,55
|
Behoort bij raadsbesluit van 10 november 2020.
, griffier a.i.