Gemeenteblad van Noordoostpolder
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2021, 27863 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordoostpolder | Gemeenteblad 2021, 27863 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder houdende regels omtrent de openbare orde en veiligheid (Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordoostpolder)
De raad van de gemeente Noordoostpolder,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 december 2020, no. 20.0002483;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;
Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder
Inhoud Algemene plaatselijke verordening gemeente Noordoostpolder
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1:6 Intrekking of weigering van vergunning of ontheffing
HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
Afdeling 1 Voorkomen of bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:2 Verstoring van de openbare orde
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Artikel 2:4 Vervallen (opgenomen in artikel 2:3)
Artikel 2:5 Vervallen (opgenomen in artikel 2:3)
Afdeling 2 Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen
Artikel 2:10 Voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
Artikel 2.11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2.12 Maken, veranderen van een uitweg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Afdeling 4 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijden; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel in openbare inrichtingen
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2:33.1 Beperking sterke drank
Artikel 2:33.2 Ontheffing beperking sterke drank
Afdeling 5 Bijzondere bepalingen horecabedrijven Drank- en Horecawet
Artikel 2:34b Regulering sportieve en recreatieve rechtspersonen
Artikel 2:34c Regulering overige rechtspersonen
Artikel 2:34d Ontheffing schenktijden
Artikel 2:34e Schenktijden commerciële horeca in een gebouw met paracommerciële activiteiten en verbod verstrekken van sterke drank
Afdeling 6 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Afdeling 7 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Artikel 2:40.2 Vergunningplicht
Artikel 2:40.3 Vergunningaanvraag
Artikel 2:40.4 Beslissingstermijn
Artikel 2:40.6 Weigeringsgronden
Artikel 2:40.7 Vervallen vergunning
Artikel 2:40.8 Intrekkingsgronden
Artikel 2:40.9 Voortzetting exploitatie
Afdeling 8 Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:57.1 Loslopende honden op dijken, verbod wild in te lopen
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Afdeling 9 Bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:69 Vervallen (opgenomen in artikel 2:68)
Artikel 2:70 Vervallen (opgenomen in artikel 2:32)
Afdeling 10 Consumentenvuurwerk en carbid
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk
Artikel 2:73.1 Gebruik van carbid
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Afdeling 12 Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
Artikel 2:80 Sluiting van voor publiek openstaande gebouwen
Artikel 2:80a Tegengaan van onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
Artikel 2:80c Intrekking of wijziging vergunning
Artikel 2:80d Sluiting van een gebouw
HOOFDSTUK 3 SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS, STRAATPROSTITUTIE EN DERGELIJKE
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2 Seksinrichtingen en straatprostitutie
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:12 Beslissingstermijn
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
HOOFDSTUK 4 BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele activiteiten
Artikel 4:6 Overige geluidhinder
Afdeling 2 Bodem-, weg en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet-openbare riolen en putten buiten gebouwen
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11 Bestrijding iepziekte
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
HOOFDSTUK 5 ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1 Parkeerexcessen en stopverbod
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5:7 Parkeren reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Afdeling 6 Openbaar water en waterstaatswerken
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen niet zijnde een woonschip
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Artikel 5:31.1 Verbod ligplaats en vergunningplicht
Artikel 5:31.2 Weigeringsgronden
Artikel 5:31.3 Tenaamstelling ligplaatsvergunning
Artikel 5:31.4 Houder vergunning
Artikel 5:31.6 Intrekking ligplaatsvergunning
Artikel 5:31.7 Wijziging ligplaatsvergunning
Artikel 5:31.8 Aansluiting water etc.
Artikel 5:31.10 Nakoming aanwijzingen
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:34 Beperking verkeer in natuurgebieden
Artikel 5:35 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Artikel 6:5 Overgangsbepalingen
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
Hoofdstuk 2. Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu
Afdeling 1. Voorkomen of bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uren voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op een openbare plaats of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken en dergelijke
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid, van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Afdeling 4. Toezicht op openbare inrichtingen
Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
Het is verboden voor het publiek toegankelijke eet- of drinkgelegenheden, die in beheer zijn bij verenigingen en stichtingen met een sociaal-culturele doelstelling of bij instellingen die accommodaties ten behoeve van dergelijke verenigingen of stichtingen beheren of welke zijn verbonden aan sportaccommodaties, geopend te hebben, daarin bezoekers toe te laten of te hebben:
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
De exploitant van een openbare inrichting laat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enig andere wijze overdraagt.
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Als een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college bij de toepassing van de artikelen 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 2:33.1 Beperking sterke drank
Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse en bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting;
Afdeling 5. Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Drank- en Horecawet
In deze afdeling wordt verstaan onder:
bijeenkomsten van persoonlijke aard: bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de doelstelling van de paracommerciële rechtspersonen, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke;
Artikel 2:34b Regulering sportieve en recreatieve rechtspersonen
Een sportieve en recreatieve rechtspersoon kan alcoholhoudende drank verstrekken tijdens per jaar ten hoogste twaalf bijeenkomsten voor leden en introducés welke gericht zijn op de activiteiten die worden uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon, niet zijnde bijeenkomsten van persoonlijke aard.
Artikel 2:34c Regulering overige rechtspersonen
Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden (waaronder inbegrepen de verhuur of ter beschikking stellen van het pand en inventaris) van bijeenkomsten van persoonlijke aard openlijk aan te prijzen of onder de aandacht te brengen met bijvoorbeeld posters, brochures, publicaties in kranten of tijdschriften, via de eigen website of social media-accounts van de paracommerciële rechtspersoon.
Afdeling 6. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt onder inrichting verstaan elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Afdeling 7. Toezicht op speelgelegenheden
In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Artikel 2:40.1 Definities speelautomatenhallen
In de artikelen 2:40.2. tot en met 2:40.9 wordt verstaan onder:
openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
Artikel 2:40.3 Vergunningaanvraag.
De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:
Artikel 2:40.4 Beslissingstermijn.
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.
Artikel 2:40.7 Vervallen vergunning.
Als een overeenkomstig artikel 2.40.5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 2.40.3, onder d, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 2.40.3. bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.
De vergunning vervalt als de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel als geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 2:40.8 Intrekkingsgronden.
Intrekking van de vergunning geschiedt niet, spoedeisende gevallen uitgezonderd, voordat de vergunninghouder bij aangetekende brief van dit voornemen in kennis is gesteld. Daarbij wordt hem medegedeeld, dat hij in de gelegenheid wordt gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de burgemeester of een door deze aangewezen ambtenaar te worden gehoord.
Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal
Het is verboden op een openbare plaats te vervoeren of bij zich te hebben lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval verstaan portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
Artikel 2:57.1 Loslopende honden op dijken, verbod wild in te lopen
Behoudens het bepaalde in de Jachtwet is het de eigenaar, houder of verzorger van:
Afdeling 9. Bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt onder handelaar verstaan de handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Afdeling 10. Consumentenvuurwerk en carbid
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats als deze personen het bepaalde in artikel 2.1. van de Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Artikel 2:80 Sluiting van voor publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, of voor het publiek openstaande gebouwen of de daarbij behorende erven, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Artikel 2:80a Tegengaan van onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
De burgemeester kan gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waarop het verbod uit artikel 2:80b, eerste lid, van toepassing is. Een gebouw wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw kan zich tot een of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend aangewezen als de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.
De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid weigeren:
indien een of meer beheerders van het bedrijf binnen drie jaar vóór de indiening van de vergunningaanvraag een bedrijf heeft geëxploiteerd of daar leiding aan heeft gegeven, dat wegens het aantasten van de openbare orde, de aantasting van het woon- en leefklimaat daaronder begrepen, gesloten is geweest dan wel waarvoor de vergunning om die reden is ingetrokken.
In afwijking van het eerste lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.
Artikel 2:80c Intrekking of wijziging vergunning
Indien er een voor de vergunningverlening relevante verandering van omstandigheden optreedt, dient de exploitant onverwijld een wijzigingsaanvraag in te dienen. Indien deze aanvraag niet binnen een maand na de verandering van omstandigheden is ingediend, kan de burgemeester de verleende vergunning intrekken op basis van de inmiddels gewijzigde omstandigheden.
Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
De artikelen 1:2 en 1:5 tot en met 1:8 zijn niet van toepassing op het bij of krachtens dit hoofdstuk bepaalde.
Artikel 3:2.1 Bevoegd bestuursorgaan
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of, voorzover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.
Met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid genoemde belangen, kan het college over de uitoefening van de bevoegdheden zoals genoemd in dit hoofdstuk nadere regels vaststellen.
Afdeling 2. Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, als het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De geluidsnormen bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17a, 2,19, 2.19a en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4.11 Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke.
Het is verboden op een door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: Een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Afdeling 1. Parkeerexcessen en stopverbod
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Uitzicht belemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fietsen of bromfietsen
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, de Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Artikel 5:31.1 Verbod ligplaats en vergunningplicht
Het college kan ontheffing verlenen van het verbod genoemd in het eerste lid voor maximaal drie bewoonde varende monumenten, die als zodanig zijn erkend, zulks onder de voorwaarde dat de eigenaar of de gebruiker voorafgaand schriftelijk toestemming heeft verkregen van zowel de eigenaar van het water als de eigenaar van de kade van de plaats waar ligplaats zal worden ingenomen.
Artikel 5:31.2 Weigeringsgronden
Een ligplaatsvergunning kan worden geweigerd als:
Artikel 5:31.3 Tenaamstelling ligplaatsvergunning
De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de aanvrager en vermeldt tevens de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats.
Artikel 5:31.4 Houder vergunning
De ligplaatsvergunning geldt zowel voor de aanvrager alswel voor de erfopvolger in welke hand deze ligplaatsvergunning komt te vallen.
Als één of meer van de krachtens het vierde lid van artikel 5:31.1 door het college vastgestelde ligplaatsen vrijkomt / vrijkomen stelt het college de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, in de gelegenheid schriftelijk een nieuwe aanvraag om een ligplaatsvergunning bij hun college in te dienen. Het college is bevoegd van die volgorde af te wijken als er op grond van hun bekende feiten dringende redenen bestaan om een lagere op de wachtlijst geplaatste gegadigde bij voorrang te behandelen. In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van één of meer omstandigheden vermeld in artikel 5:31.2, onder b tot en met f.
Artikel 5:31.7 Wijziging ligplaatsvergunning
Als wijziging van de ligplaatsvergunning noodzakelijk is, dient vooraf aan het college een verzoek tot wijziging van de ligplaatsvergunning te worden ingediend.
Op een verzoek om wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 5:31.2, onder b t/m f, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5:31.8 Aansluiting water, elektriciteit en verbod tot lozing
De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht ervoor te zorgen, dat het woonschip is aangesloten op de drinkwaterleiding en op het elektriciteitsnet. Alle kosten, zowel voor het aanbrengen als van het opheffen van de aansluiting komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker van het woonschip.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Hoofdstuk 6. Straf-, overgangs- en slotbepalingen
In afwijking van het eerste en tweede lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10 en 2:11 als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, artikel 2:12, eerste lid, en artikel 4:11, tweede lid.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-27863.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.