Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omtrent het digitaal opkopers register (Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register gemeente Krimpen aan den IJssel)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

 

overwegende:

  • -

    Dat het tegengaan van heling een van de speerpunten is van de gemeente Krimpen aan den IJssel in de aanpak van ondermijnende criminaliteit en High Impact Crimes.

  • -

    Dat een beleidsregel bij handhaven van artikel 2:67 en 2:68 APV wenselijk is ter bevordering van de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid.

gelet op:

  • -

    De artikelen 2:67 en 2:68 van de Algemeen Plaatselijke Verordening;

  • -

    Artikel 125 Gemeentewet;

  • -

    Art. 437 Wetboek van Strafrecht en Uitvoeringsbesluit ex artikel 436eerste lid Wetboek van Strafrecht

besluit:

 

Het "Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register gemeente Krimpen aan den IJssel" vast te stellen.

1. Inleiding

Het tegengaan van heling is een van de speerpunten in de aanpak van ondermijning en High Impact Crimes. Met de aanpak van heling wordt indirect woninginbraak, autokraak en straatroof aangepakt, doordat de afzetmarkt voor gestolen goederen wordt verstoord. Samen met de opkopers willen wij de strijd tegen heling aangaan, door gestolen goederen zoveel mogelijk op te sporen.

 

De gemeente hecht veel waarde aan de vrijheid van ondernemers. Iedere ondernemer kan het beroep van ‘handelaar’ uitoefenen. Echter is een deel van de beroepsgroep kwetsbaar voor het faciliteren van criminaliteit. Handelaren dragen hiermee een grote verantwoordelijkheid. Daarom heeft de gemeente voor handelaren, als aanvulling op landelijke wetgeving, regels beschreven in artikel 2:67 en 2:68 in de Algemene Plaatselijke Verordening in artikel (hierna: APV). In het belang van de aanpak van heling zijn handelaren verplicht om een doorlopend in- en verkoopregister bij te houden.

 

Conform de wet- en regelgeving is de gemeente Krimpen aan den IJssel verplicht een register aan te wijzen waarmee de handelaren verplicht zijn te werken. Waar vroeger standaard gewerkt werd met een papieren register, is tegenwoordig het Digitaal Opkopers Register (hierna: DOR) ontwikkeld. Dit systeem zorgt voor de mogelijkheid voor opkopers om digitaal het in- en verkoopregister bij te houden. De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft het DOR aangewezen als gewaarmerkt register. Het DOR maakt het registreren eenvoudiger en vergroot de kans op het opsporen van gestolen goederen. Het systeem is gekoppeld aan de database van stopheling.nl. Zodra een gestolen goed wordt geregistreerd, volgt er automatisch een melding. De politie kan vervolgens het gestolen goed in beslag nemen.

2. Doelgroep

Deze beleidsregel richt zich op opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur en apparatuur voor automatische registratie.

3. Opbouw

In deze nota worden een aantal punten benoemd die betrekking hebben op het handhavingsbeleid. Te beginnen met de invoering van het DOR. Wat is het belang van het DOR en hoe wordt dit wettelijk geregeld? Daarna wordt de bevoegdheid van de burgemeester toegelicht.

 

Het handhavingsarrangement benoemt wie het toezicht uitvoert en waarop de verschillende maatregelen gebaseerd zijn. De handhavingsmatrix geeft een schematische weergave van de overtredingen en de daarbij behorende bestuurlijke maatregel.

4. Invoering Digitaal Opkopers Register (DOR) – Wettelijk kader

In het belang van de aanpak van heling, is het gewenst dat alle opkopers in geregelde en ongeregelde goederen, een doorlopend en gewaarmerkt register bijhouden. Zij houden aantekeningen bij van alle goederen die zij verwerven, voorhanden hebben, verkopen of op andere wijze worden overgedragen.

 

Het DOR is middels een aanwijzingsbesluit sinds 1 juni 2019 aangemerkt als doorlopend gewaarmerkt register. Dit houdt in dat alle opkopers binnen de gemeente verplicht zijn om gebruik te maken van het DOR.

 

Inkoopregister

De verplichting met betrekking tot het inkoopregister is opgenomen in artikel 437 Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit van artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht, geldend sinds 1-1-2013. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie.

 

Verkoopregister

De wettelijke verplichting tot het bijhouden van het verkoopregister is opgenomen in artikel 2:67 van de APV, geldend sinds 27-10-2020. Tevens is de bewaarplicht daarin opgenomen.

 

Meldplicht

In artikel 2:68 APV, geldend sinds 27-10-2020 wordt ook de meldplicht verplicht gesteld. Alle opkopers zijn verplicht om zich bij de burgemeester te melden als zijnde opkoper. Deze meldplicht wordt gefaciliteerd door middel van het Digitaal Opkopers Loket (hierna: DOL), welke door de gemeente beheerd wordt. Het DOL is terug te vinden op de gemeentelijke website.

5. Vrijstelling

Het tweede lid van artikel 2:67 APV, verschaft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van (een deel van) de in het eerste lid bedoelde verplichtingen. Deze vrijstellingsmogelijkheid kan onder meer worden ingezet om handelaren voor wie het verplichte gebruik van het digitale register onevenredig bezwarend is, tegemoet te komen. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een zeer beperkte omvang van de handelsactiviteiten en/of andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het niet redelijk zou zijn vast te houden aan het voor het DOR noodzakelijke gebruik van een internetverbinding en bijbehorende apparatuur. Aan een eventuele vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden om de registratieverplichting beoogde doelstellingen zoveel mogelijk te verwezenlijken. De burgemeester kan in dit geval bijvoorbeeld het papieren register aanwijzen als gewaarmerkt register.

6. Bevoegdheden burgemeester

Controle is een onmisbaar aspect bij de invoering van het DOR. Zonder toezicht en handhaving bestaat de kans dat opkopers zich niet aan de gestelde verplichtingen houden. Om heling daadwerkelijk tegen te gaan is het raadzaam om de opkopers jaarlijks te controleren. Deze beleidsregel wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de wet- en regelgeving. Het is belangrijk om hierbij onderscheid te maken tussen het inkoop- en verkoopregister.

 

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij behorende bevoegdheden zijn vastgelegd in de gemeentewet. De burgemeester beschikt over verschillende bestuursrechtelijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Op grond van artikel 125, lid 3 Gemeentewet is hij bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Artikel 174 Gemeentewet belast de burgemeester met het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Hieronder valt bijvoorbeeld de bevoegdheid een bevel tot sluiting te geven bij overtreding van de artikelen 2:67 en 2:68 APV. In het handhavingsarrangement is opgenomen hoe de burgemeester in principe optreedt bij geconstateerde overtredingen.

 

Tweesporenbeleid

Bepaalde constateringen of overtredingen kunnen zowel op basis van het strafrecht als op basis van bestuursrecht tot een sanctie of maatregel leiden. Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel. Deze heeft als doel om de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen naast elkaar worden toegepast.

 

Een voorbeeld hiervan is een constatering op het gebied van heling. De burgemeester kan, wanneer er sprake is van een aantasting van de openbare orde, een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast tot een strafrechtelijke procedure leiden.

 

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan een besluit van de burgemeester tot het nemen van een eventuele maatregel worden de handelaar en overige belanghebbenden uitgenodigd voor een zienswijzegesprek. Voor aanvang van het zienswijzegesprek ontvangt de handelaar een schriftelijke uitnodiging. Tijdens dit zienswijzegesprek wordt de handelaar in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze te geven over het voorliggende dossier. De handelaar kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Na dit zienswijzegesprek worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en het bestuurlijke handhavingsarrangement. Vervolgens neemt de burgemeester een beslissing. Het besluit wordt bekendgemaakt aan de opkoper, de handhavingspartners en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. Indien de opkoper of een andere belanghebbende zich niet kan verenigen met het besluit van de burgemeester dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt.

 

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in de handhavingsmatrix gelden als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van de uitgangspunten.

7. Handhavingsarrangement

Het toezicht op het bijhouden van het DOR wordt uitgeoefend door twee partijen, de politie en gemeente. Dit handhavingsbeleid wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister (handhaving door politie en Openbaar Ministerie) en de verplichting met betrekking tot het verkoopregister (handhaving door gemeente).

 

Het handhavingsarrangement biedt handelaren duidelijkheid over de te nemen maatregelen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving1 . De maatregelen sluiten aan op de bevoegdheid van de burgmeester om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het arrangement is alleen gericht op bestuursrechtelijke maatregelen. Strafrechtelijke overtredingen worden geregeld in het Wetboek van Strafrecht en zijn daar terug te vinden. De handhavingsmatrix bestaat uit systematisch opgebouwde maatregelen die rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

 

Capaciteit

Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare capaciteit van boa’s en politie, moeten er prioriteiten worden afgewogen. Het aantal controles dat jaarlijks wordt uitgevoerd is afhankelijk van de gegeven prioriteit.

 

Evaluatie

Uitgangspunt is dat elke controle afgesloten wordt met een korte evaluatie met alle overheidsinstanties die bij de controle aanwezig waren. Wanneer nodig en/of gewenst zal een multidisciplinaire (beleids)evaluatie plaatsvinden.

8. Handhavingsmatrix

Om invulling te geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de verplichtingen, zijn de verschillende mogelijke overtredingen in kaart gebracht. Hieronder is een schematische weergave toegevoegd waarin deze worden benoemd. De overtredingen zijn gekoppeld aan handhavend optreden middels een waarschuwing, last onder dwangsom en sluiting.

 

De opsporingsambtenaar is bevoegd een schriftelijke last uit te schrijven tot maximaal 14 dagen om een nader onderzoek in te stellen. De opsporingsambtenaar kan de handelaar verplichten om een goed in bewaring te houden of een goed zelf voor onderzoek in bewaring te nemen. Dit staat omschreven in artikel 437 lid 1f in het Wetboek van Strafrecht.

 

Verjaring

Wanneer er tussen opeenvolgende constateringen meer dan vijf jaar verstreken is, wordt de nieuwe constatering gezien als een eerste constatering.

 

Overtreding

Wettelijke grondslag

Bestuurlijke maatregel

Begunstigingstermijn

Geen schriftelijke opgave gedaan van woonadres en/of handelslokaliteit(en) dan wel wijzigingen binnen gestelde termijn i.v.m. een beroep of gewoonte maken van het opkopen.

Art. 2:68 APV

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €2.500.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €500 per week, tot een maximum van €2.500 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €25.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €5.000 per week, tot een maximum van €25.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Vervreemding of verandering goed binnen 5 dagen na verkrijgen.

Art. 2:68 APV

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €2.500.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €500 per week, tot een maximum van €2.500 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €25.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €5.000 per week, tot een maximum van €25.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Het verwerven van een goed van een minderjarige.

Art. 437bis WvSr

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €2.500.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €500 per week, tot een maximum van €2.500 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €25.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €5.000 per week, tot een maximum van €25.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Verkoopregister wordt niet bijgehouden in een gewaarmerkt register

Art. 2:67 APV

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €5.000.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €1.000 per week, tot een maximum van €5.000 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €50.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €10.000 per week, tot een maximum van €50.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register

Art. 2:67 APV

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €2.500.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €500 per week, tot een maximum van €2.500 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €25.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €5.000 per week, tot een maximum van €25.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Nalaten medewerking te verlenen aan de toezichthouder bij de controle van het in- en/of verkoopregister

Art. 2:68 APV

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €5.000.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €1.000 per week, tot een maximum van €5.000 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €50.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €10.000 per week, tot een maximum van €50.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

Heling

Art. 416 en 417bis WvSr

Eerste constatering: waarschuwing en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €5.000.

 

Tweede constatering < 5 jaar: verbeuren last onder dwangsom van €1.000 per week, tot een maximum van €5.000 en opleggen last onder dwangsom met een maximum van €50.000.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale eerdere dwangsom: verbeuren last dwangsom van €10.000 per week, tot een maximum van €50.000 en opleggen last onder bestuursdwang.

 

Overtreding niet hersteld na het bereiken van de maximale tweede dwangsom: toepassen bestuursdwang: sluiting lokaliteit voor de duur van vier maanden.

Twee maanden

9. Verzwaring van maatregelen (niet limitatief):

De burgemeester is bevoegd van het beleid en de daarin genoemde (zwaarte van de) maatregelen af te wijken indien:

  • -

    Meerdere overtredingen uit de handhavingsmatrix gelijktijdig plaatsvinden;

  • -

    De omvang en eventuele gevolgen van de overtreding daarom vragen;

  • -

    Er vermoedens zijn van verwijtbaar gedrag en/of opzet van de handelaar;

  • -

    Er strafbare feiten anders dan die uit de handhavingsmatrix gelijktijdig plaatsvinden.

10. Toelichting op de matrix

Misdrijven waarmee goederen worden verworven hebben een grote impact op het woon- en leefklimaat en tasten de openbare orde aan. Met het waarschuwen en het opleggen van een last onder dwangsom wordt getracht te voorkomen dat een handelaar (opnieuw) goederen afkomstig van misdrijven verhandeld. Wanneer wordt geconstateerd dat dergelijke herstelmomenten geen effect hebben kan dit leiden tot sluiting van een pand. Met deze sluiting wordt getracht de aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen.

 

Het niet juist bijhouden van het verkoopregister

Met het niet juist bijhouden van het verkoopregister in het gewaarmerkte register (het DOR) wordt bedoeld het onvolledig zijn in registratie in het DOR van een goed. Artikel 2:67 van de APV biedt het wettelijk kader voor de te registreren verkoopinformatie in het DOR.

 

Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van High Impact Crimes, de afzetmarkt voor de buitgemaakte goederen te verkleinen en daarmee succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe te roepen is het inkopen van goederen aangeboden door minderjarigen wettelijk niet toegestaan (Art. 437bis WvSr) en daarom extra opgenomen in de handhavingsmatrix.

11. Belangenafweging

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.

 

Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoeksplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent. Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

12. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register gemeente Krimpen aan den IJssel’

13. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel op de datum: 19 januari 2021.

Mr. A. Boele

Secretaris

M.W. Vroom

Burgemeester

Naar boven