Gemeenteblad van Stichtse Vecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2021, 27530 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stichtse Vecht | Gemeenteblad 2021, 27530 | Verordeningen |
Besluit van de raad van de gemeente Stichtse Vecht tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (APV)
De raad van de gemeente Stichtse Vecht,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 december 2020;
gehoord de commissie bestuur en financiën van 12 januari 2021;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,
(Gewijzigd besluit 26-01-2021, met in achtneming aangenomen amendementen 13.1 en 23.2.)
De Algemene Plaatselijke Verordening 2014 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: De definitie in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (hierna: RVV 1990) eindigt op wagens. De uitzondering maakt duidelijk dat kleine wagens geen voertuig zijn. Rolstoelen zijn een uitzondering op gehandicaptenvoertuigen zoals genoemd in de definitie in het RVV 1990.
B. Artikel 2:6 (Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen), vijfde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
C. Artikel 2:9 (Vertoning op openbare plaatsen), vierde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
D. Na artikel 2.9 wordt ingevoegd een nieuw artikel 2.9a dat luidt als volgt:
In het belang van de openbare orde en veiligheid kan de burgemeester gebieden aanwijzen waar
het voorhanden hebben van een modelluchtvaartuig of een RPA verboden is. Deze
luchtvaartuigen zijn beter bekend als drones. Gebieden die hiervoor bijvoorbeeld in aanmerking komen zijn PI Nieuwersluis en de grotere evenementenlocaties van Ultra Sonic en de Vechtse Vaarparade tijdens dat evenement.
E. Artikel 2.10 (Voorwerpen op of aan de weg), wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Aan lid 5 is een nieuw lid c toegevoegd en is het oude lid c verletterd tot lid d.
Op grond van het huidige artikel is voor het plaatsen van een bijvoorbeeld een afvalcontainer ten behoeve van verbouwingen een vergunning benodigd. Op grond van het nieuwe lid 5 sub c is hiervoor geen vergunning meer nodig maar kan worden volstaan met een melding. Bij kleine objecten kan naast een container, worden gedacht aan: een mobiel toilet, bouwmaterialen, steiger, hek of een schaftkeet. Het college stelt nadere regels op met betrekking tot de afmetingen, de duur en de wijze van melden.
F. Artikel 2:11 ((Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg), vijfde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
G. Artikel 2:19 (Gevaarlijk voorwerp) wordt ingevoegd
Toelichting: In dit artikel gaat het om situaties die zonder meer verboden moeten worden, daarom is het van belang om dit artikel op te nemen. Het gaat hier om zaken waarbij gevaarzetting voor burgers onderling aan de orde is. Stichtse Vecht heeft het belang van de onderlinge bescherming aan zich getrokken en dit ook in deze verordening geregeld.
H. Artikel 2:24 (Definities), eerste lid, onder b wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Correctie van de verwijzing naar artikel 160 Gemeentewet.
I. Artikel 2:25 (Evenementenvergunning), zevende en achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Zevende lid: Aanpassing aan de formulering van slecht levensgedrag in de artikelen 2:28, derde lid, onder b, en 3:7.
J. Artikel 2:28 (Exploitatie openbare inrichting), derde en zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Derde lid: De toegevoegde weigeringsgrond is aan de gemeentelijke praktijk ontleend. Uit jurisprudentie van de Afdeling volgt dat ‘slecht levensgedrag’ een voldoende duidelijke weigeringsgrond is. Wel is het noodzakelijk dat de burgemeester beleidsregels vaststelt, waaruit voldoende duidelijk blijkt hoe hij deze weigeringsgrond invult.
K. Artikel 2:29 (Sluitingstijd), zesde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
L. Artikel 2:39 (Speelgelegenheden), vierde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
M. Toe te voegen Hoofdstuk 2 afdeling 5A om een vergunningplicht voor kamerverhuur te introduceren en de nummering daarop aan te passen.
Toelichting behorende bij amendementen 31.1 en 13.2:
In het kader van ‘intensivering handhaving(-sinstrumenten) tegen ondermijning’ is een tweetal amendementen ingediend inzake bijzondere bevoegdheden van de burgemeester en vergunningplicht voor kamerverhuur.
Voorgesteld wordt een artikel toe te voegen om de burgemeester de bevoegdheid te geven om via een aanwijzing een vergunning plicht te introduceren voor panden, straten, gebieden of branches om een onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemingsklimaat tegen te gaan. Deze vergunningplicht is niet opgezet omwille van enige economische ordening, maar dient enkel in het belang van openbare orde en veiligheid. Dit naar voorbeeld van de APV Amsterdam.
De handreiking APV en ondermijning van het Aanjaagteam Ondermijning, vallende onder het ministerie van Justitie en Veiligheid, bevat voor gemeenten een aantal (aanvullende) mogelijkheden om ondermijning via de APV aan te pakken. De aanpassing van de APV van de Gemeente Stichtse Vecht anticipeert hierop niet.
Ondermijning in tijden van Corona crisis en de economische nasleep hiervan mogelijk een grotere voedingsbodem krijgt en dat daarom grotere prioriteit aan de bestrijding en preventie hiervan gegeven moet worden en de gemeente Stichtse Vecht hiervoor over alle denkbare (handhavings)instrumenten moet beschikken.
N. Na artikel 2:48 wordt ingevoegd een nieuw artikel 2:48a:
Toelichting: Een algemeen, voor de gehele gemeente geldend gebruiksverbod stuit op belangrijke juridische bezwaren en is vanuit oogpunt van proportionaliteit ook niet te verdedigen. Daarmee zou er geen evenredigheid meer zijn tussen middel en doel, en dat zou in strijd zijn met artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarom beperkt het verbod in het eerste lid zich tot concrete situaties van oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik, die gepaard gaan met verstoring van de openbare orde, nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat of anderszins hinder tot gevolg hebben. Bij de handhaving moet de gemeente kunnen aantonen dat genoemde situaties de oorzaak zijn van de overlast en dergelijke.
Op grond van het tweede lid kan het college openbare plaatsen aanwijzen waar het oneigenlijk lachgasgebruik, voorbereidingen of het bij zich hebben van hulpmiddelen voor dat gebruik op voorhand verboden is, los van de vraag of dat in de concrete situatie tot ordeverstoring en dergelijke leidt. In het aanwijzingsbesluit moet het college motiveren waarom het verbod in dat specifieke gebied geldt (het belang van de openbare orde of bescherming van het woon- of leefklimaat). Uit politierapportages kan bijvoorbeeld blijken dat op bepaalde openbare plaatsen sprake is van aantoonbare en structurele overlast door lachgas. Het college kan – als dat afdoende lijkt te zijn – in het aanwijzingsbesluit opnemen dat het verbod op bepaalde tijden geldt, bijvoorbeeld tijdens de uitgaansavonden (derde lid).
O. Artikel 2:53 Bespieden van personen wordt ingevoegd
Toelichting: Dit artikel is op verzoek van de politie opgenomen en kan van toegevoegde waarde zijn in het kader van het thema Zorg en Veiligheid vanuit het Integraal Veiligheidsplan (IVP). Dit artikel kan gebruikt worden bij stalkingszaken als toevoeging (bijvoorbeeld in de vorm van een Last onder Dwangsom) op een gebied/contactverbod. Met deze bepaling kan naast het strafrecht tevens bestuurlijke handhaving worden ingezet. Dit artikel draagt bij aan het beschermen van het recht op privacy van de inwoners en aan het veiligheidsgevoel, zeker in geval van stalking. Stalkingszaken hebben sinds vorig jaar verhoogde prioriteit voor het basisteam van politie Stichtse Vecht & De Ronde Venen. Aangezien wij als gemeenten eenzelfde basisteam hebben, is het wenselijk om het beleid ook zoveel mogelijk gelijk te trekken. Zo kan in samenwerking met de politie op eenduidige manier worden opgetreden.
P. Artikel 2:67 (Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister), derde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
Q. Artikel 2:72 (Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen), tweede lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
R. Toe te voegen een nieuw artikel 2:80 onder afdeling 11 ‘Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat’.
Toelichting behorende bij amendementen 31.1 en 13.2:
In het kader van ‘intensivering handhaving(-sinstrumenten) tegen ondermijning’ is een tweetal amendementen ingediend inzake bijzondere bevoegdheden van de burgemeester en vergunningplicht voor kamerverhuur.
Voorgesteld wordt een artikel toe te voegen om de burgemeester de bevoegdheid te geven om via een aanwijzing een vergunning plicht te introduceren voor panden, straten, gebieden of branches om een onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemingsklimaat tegen te gaan. Deze vergunningplicht is niet opgezet omwille van enige economische ordening, maar dient enkel in het belang van openbare orde en veiligheid. Dit naar voorbeeld van de APV Amsterdam.
De handreiking APV en ondermijning van het Aanjaagteam Ondermijning, vallende onder het ministerie van Justitie en Veiligheid, bevat voor gemeenten een aantal (aanvullende) mogelijkheden om ondermijning via de APV aan te pakken. De aanpassing van de APV van de Gemeente Stichtse Vecht anticipeert hierop niet.
Ondermijning in tijden van Corona crisis en de economische nasleep hiervan mogelijk een grotere voedingsbodem krijgt en dat daarom grotere prioriteit aan de bestrijding en preventie hiervan gegeven moet worden en de gemeente Stichtse Vecht hiervoor over alle denkbare (handhavings)instrumenten moet beschikken.
S. Artikel 3:3 (Vergunning), vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
4. Een vergunning kan mede voor één seksinrichting worden verleend. |
4. Een vergunning kan mede voor een seksinrichting worden verleend. |
Toelichting: Een seksinrichting is een onderdeel van een seksbedrijf, dus een vergunningplichtig seksbedrijf (activiteit of activiteiten) kan meer dan een seksinrichting (locatie) omvatten. Ter verduidelijking hebben we ‘één’ vervangen door ‘een’.
T. Artikel 3:7 (Weigeringsgronden), eerste tot en met vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
De in het eerste lid genoemde weigeringsgronden dienen als aanvulling op de algemene weigeringsgronden van artikel 1:8. Dat is in de aanhef tot uitdrukking gebracht. In het eerste lid is onderdeel b geschrapt en zijn de overige onderdelen verletterd.
Door de inwerkingtreding van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregel (Stb. 2014/131) is niet langer sprake van ontheffing of ontzetting uit het ouderlijk gezag of de voogdij, maar van beëindiging van ouderlijk gezag of voogdij. Artikel 3:7, eerste lid, onder b, is daarom geschrapt. Beëindiging van het ouderlijk gezag is veel ruimer dan de zeer beperkte groep ontzette ouders. (Voor de Drank- en Horecawet was één van de weigeringsgronden destijds ook dat degene die de vergunning aanvraagt niet uit het ouderlijk gezag mag zijn gezet. Dit vereiste is in 2015 vervallen.)
U. Artikel 3:9 (Intrekkingsgronden), eerste lid, onder e wordt als volgt gewijzigd:
e. zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met i; |
e. zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 3:7, eerste lid, onder a tot en met h; |
Toelichting: De verwijzing naar artikel 3:7 is aangepast door de verlettering in dat artikel.
V. Artikel 5:2 (Voertuigen van autobedrijf en dergelijke), vijfde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
W. Artikel 5:3 (Te koop aanbieden van voertuigen), derde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
X. Artikel 5:6 (Kampeermiddelen en andere voertuigen), vierde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
Y. Artikel 5:7 (Reclamevoertuigen), derde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
Z. Artikel 5:8 (Grote voertuigen), zesde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
AA. Artikel 5:12 (Overlast van fietsen of bromfietsen), wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Op grond van het huidige artikel kan het college alleen plaatsen aanwijzen die op de weg zijn gelegen. Waarbij voor weg de definitie uit de wegenverkeerswet geldt. Deze definitie is te beperkt. Op grond van het nieuwe artikel geldt het verbod niet alleen voor wegen maar voor het volledige openbare gebied. Ten behoeve van de leesbaarheid is het artikel geherformuleerd waarbij lid 4 is toegevoegd. In het nieuwe artikel is de termijn van 14 dagen niet opgenomen. In het aanwijzingsbesluit wordt deze duur specifiek per gebied bepaald (maatwerk).
AB. Artikel 5:13 (Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving), vierde lid: wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
AC. Artikel 5:14 (Definitie), tweede lid, onder b wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Correctie van de verwijzing naar artikel 160 Gemeentewet.
AD. Artikel 5:17 (Definitie), tweede lid, onder a wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Correctie van de verwijzing naar artikel 160 Gemeentewet.
AE. Artikel 5:18 (Standplaatsvergunning en weigeringsgronden), vierde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
AF. Artikel 5:22 (Definitie), tweede lid, onder a wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Correctie van de verwijzing naar artikel 160 Gemeentewet.
AG. Artikel 5:36 (Verboden plaatsen), vierde lid wordt als volgt gewijzigd (redactioneel):
AH. Artikel 6:1 (Sanctiebepaling) wordt als volgt gewijzigd:
Toelichting: Overtreding van bepalingen die voortvloeien uit de Wabo (zoals handelingen zonder of in strijd met een omgevingsvergunning) zijn in de Wet op de economische delicten (WED) aangeduid als economische delicten. Dat heeft gevolgen voor de strafmaat, die onder de WED anders is dan onder de APV. Om dat onderscheid duidelijk te maken is het tweede lid toegevoegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-27530.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.