/2/png-2/Nederweert_ZW.png)
Gemeenteblad van Nederweert
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Nederweert | Gemeenteblad 2021, 270902 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Verordening Meedoen in Nederweert 2021
De raad der gemeente Nederweert;
Overwegende dat het belangrijk is om de maatschappelijke participatie van inwoners te bevorderen en financiële belemmeringen voor deelname aan sociale, culturele, sportieve en educatieve activiteiten te verminderen.
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders aan de raad d.d. 20 juli 2021 met als kenmerk 21-03575
Gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet
Artikel 1. Begripsomschrijving
- 1.
- 2.
Deze verordening verstaat onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Met betrekking tot het vermogen wordt aangesloten bij de vermogensgrenzen zoals gehanteerd in de Participatiewet. Vermogen boven deze grenzen wordt meegerekend in de beoordeling van het recht op de voorzieningen in deze verordening.
Artikel 4. Hoogte van de bijdrage
- 1.
- 2.
De bijdrage voor de meedoenpas als bedoeld in artikel 3 onder a betreft €100,00 voor de aanschaf in het eerste jaar en wordt in natura verstrekt. Bij verlenging na het eerste jaar kost de meedoenpas €90 per jaar. De kosten van de meedoenpas worden in mindering gebracht op de bijdrage als bedoeld in artikel 4 eerste lid.
- 3.
De persoon aan wie een bijdrage is verstrekt, moet met bewijsstukken kunnen aantonen dat hij de kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. De controle zal achteraf steekproefsgewijs plaatsvinden.
Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van deze verordening, indien de toepassing hiervan leidt tot een verregaande onredelijkheid.
Wanneer niet alle bewijsstukken kunnen worden overlegd kan het uitgekeerd bedrag geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 20 juli 2021,
De raadsgriffier,
E.G. Schrier
De voorzitter,
B.M.T.J. Op de Laak
Het doel van de meedoenregeling is dat inwoners mee doen in de maatschappij. We willen voorkomen dat inwoners in een sociaal isolement raken, doordat ze de kosten om deel te nemen aan activiteiten niet kunnen opbrengen. Meedoen heeft positieve effecten op fysieke en mentale gezondheid en vergroot zingeving, sociale steun en cohesie. Daarom is het van belang dat ook inwoners met een kleine portemonnee mee kunnen doen in de samenleving. De meedoenregeling past binnen het aanvalsplan armoede “Iedereen doet mee!” en in onze doelstelling om de maatschappelijke participatie zoveel mogelijk te bevorderen. De meedoenregeling is bedoeld voor volwassenen. Kinderen kunnen bij Stichting Leergeld, Jeugdfonds Sport & Cultuur terecht om deel te nemen aan sportieve, sociale, culturele of educatieve activiteiten.
Artikel 1. Begripsomschrijving
Dit artikel spreekt voor zich.
Inwoners vanaf 18 jaar die minimaal 6 maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag een inkomen hebben tot 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, kunnen in aanmerking komen voor de meedoenregeling. Voor de bepaling van de bijstandsnorm wordt aangesloten bij de begripsbepaling uit artikel 5 onderdeel c Participatiewet. Het gaat daarbij om de toepasselijke bijstandsnorm, dus ook de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a Participatiewet.
De regeling sluit aan op Stichting Leergeld, waar gezinnen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm kunnen aankloppen om kinderen tot 18 jaar de mogelijkheid te geven om mee te doen. Naast bijstandsontvangers, kunnen ook werkenden met een laag inkomen en ouderen met een klein pensioen in aanmerking komen voor de bijdrage.
Naast een inkomensgrens, geldt er ook een vermogensgrens. Voor de vaststelling wordt aansluiting gezocht bij de vermogensvaststelling voor de algemene bijstand, zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet. Dit betekent dat de vrij te laten vermogensgrenzen ook voor de meedoenregeling gehanteerd worden.
Studenten die recht hebben op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 komen niet in aanmerking voor de meedoenregeling. Ze vallen buiten de doelgroep doordat hun studiefinanciering inclusief maximale leenmogelijkheid, zoals bedoeld in artikel 33 van de Participatiewet wat verwijst naar artikel 3, lid 18 van de wet studiefinanciering 2000, hoger is dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
De bijdrage van de meedoenregeling is bedoeld als een tegemoetkoming in de kosten voor sociale, educatieve, culturele of sportieve activiteiten. Denk aan de contributie van een sportvereniging, sociale of culturele vereniging, entreekosten voor musea, zwembad of pretpark en aan de abonnementskosten voor de bibliotheek. Ook kan de meedoenregeling gebruikt worden voor de aanvraag van de meedoenpas voor het openbaar vervoer. Reiskosten kunnen voor mensen die met weinig geld moeten rondkomen een drempel zijn om naar een vereniging, bibliotheek of vriend te gaan. De meedoenpas kan deze drempel verlagen. Met de pas kan een jaar lang in de daluren gratis met de bus worden gereisd binnen de gemeentegrenzen van Nederweert en naar Weert.
Artikel 4. Hoogte van de bijdrage
Per persoon verstrekt het college maximaal €175,00 per kalenderjaar. Ook kan een deel van de bijdrage in natura worden verstrekt door middel van de meedoenpas. De kosten van de meedoenpas (€100 in het eerste jaar, €90 bij verlenging) worden in mindering gebracht op de meedoenbijdrage. Indien een belanghebbende kiest voor de meedoenpas, dan kan deze dus maximaal het verschil tussen de kosten van de meedoenpas en de maximale verstrekking van € 175,00 declareren voor de overige kosten zoals vermeldt in artikel 3 van deze verordening. De bedragen in de verordening kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.
Artikel 5. Vaststellen inkomen
Voor de bepaling van het inkomen wordt uitgegaan van het inkomen inclusief vakantietoeslag. De berekening van de vakantietoeslag over het netto-inkomen vindt plaats naar analogie van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ.
Om in aanmerking te komen voor een voorziening moet worden aangetoond dat de aanvrager beschikt over een laag inkomen. In de bijlage dat hoort bij het aanvraagformulier staat welke bewijsstukken meegestuurd moeten worden.
De aanvrager hoeft geen betalingsbewijs vooraf in te leveren. Uitgangspunt is dat de aanvrager te goeder trouw aanvraagt. Omdat de Meedoenregeling geen categoriale regeling is, maar reële kosten vergoedt, vindt er steekproefsgewijs wel een controle plaats op de betalingen. De aanvrager wordt van deze mogelijke controle op de hoogte gesteld in de beschikking, zodat hij weet dat hij de relevante betalingsbewijzen moet bewaren.
Op basis van deze bepaling kan het college alsnog een bijdrage toekennen, wanneer een weigering onredelijk zou zijn. Het moet wel gaan om een verregaande onredelijkheid. Bij het beoordelen van de toepassing van de hardheidsclausule wordt aansluiting en motivering gezocht bij het begrip “dringende reden” als bedoeld in artikel 16 van de Participatiewet.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
|
Uitwerkingsbesluiten en/of beleids-regels op grond van eventuele in te trekken verordening blijven van kracht (ja/nee/n.v.t.) |
|
Indien deze verordening wordt ingetrokken, vul dan onderstaande velden in
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-270902.html