Gemeenteblad van Haarlem
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2021, 26319 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Haarlem | Gemeenteblad 2021, 26319 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent de aanleg van warmtenetten (Verordening aanleg warmtenetten gemeente Haarlem 2020)
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
De door het college bij besluit d.d. 30 januari 2007, kenmerk 2007/177, vastgestelde Beleidsregels niet-telecomkabels en leidingen Haarlem gelden als nadere regels van deze bepaling zoals bedoeld in lid 1. Voor de geldende besluiten wordt uitgegaan van de datum van aanvang van de uitvoer van werkzaamheden.
Hoofdstuk 2. Aanleg van warmtenetten
Artikel 4. Reikwijdte van hoofdstuk 2
Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanleg van warmtenetten in of op openbare gronden en de werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van die warmtenetten.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat een vergunning voor de aanleg van een warmtenet slechts kan worden verleend, indien een aanvraag in een door hen vastgestelde periode is ingediend.
Artikel 10. Intrekking vergunning
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken indien niet voldaan wordt aan de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen.
Artikel 11. Overdraagbaarheid vergunning
Overdracht van de vergunning behoeft toestemming van burgemeester en wethouders.
Artikel 12. Gegevensverstrekking over de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg
Het uitvoeringsplan omvat in ieder geval:
een omschrijving van de kabels en leidingen die worden aangelegd, in stand gehouden of opgeruimd, hieronder mede te begrijpen afmetingen van leidingen en ruimtebeslag en locatiegegevens (x, y, z) van tracé en aansluitleidingen, alsmede een omschrijving van de voorzieningen die worden medegebruikt of voor medegebruik worden aangelegd;
Deze verordening bevat regels met betrekking tot de aanleg van warmtenetten en de in verband daarmee uit te voeren werkzaamheden.
Publiekrechtelijke vergunning of instemming en privaatrechtelijke toestemming
De vergunning of instemming voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met aanleg van warmtenetten is van publiekrechtelijke aard. Dat wil zeggen dat de verkrijger van de vergunning of instemming het recht krijgt om (tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden) de openbare orde te mogen verstoren, dit om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
De vergunning of instemming tot het uitvoeren van werkzaamheden geeft geen privaatrechtelijke toestemming aan de vergunningverkrijger om daadwerkelijk de werkzaamheden uit te voeren. De verkrijger van de vergunning of instemming dient daartoe eveneens een privaatrechtelijke toestemming te verkrijgen van de eigenaar van de openbare gronden. Dat kan weliswaar de gemeente zijn, maar ook een andere overheid of een instelling, bedrijf of privépersoon.
Voor het herstraten geldt dat de vraagstukken hieromtrent in eerste instantie een kwestie zijn tussen degene die de grond ter beschikking stelt en degene die de werkzaamheden wil uitvoeren. Dat de gemeente in het overgrote deel de eigenaar is van de openbare gronden doet daar niets aan af. Bij overeenkomst worden afspraken gemaakt over welke partij tot herstraten overgaat, tegen welke kosten en met welke kwaliteit (als onderdeel van de privaatrechtelijke toestemming).
Toch heeft de gemeente vanuit haar verordenende bevoegdheid en vanuit de belangen die met deze verordening zijn gegeven, wel degelijk een belang bij de wijze van herstraten. Dit belang is overigens niet direct gelegen bij de vraag wie herstraat en tegen welke kosten, maar juist bij het kwaliteitsniveau van de openbare gronden na beëindiging van de werkzaamheden.
Om dit belang te waarborgen bevat deze verordening de bepaling dat de gronden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat terug behoren te worden gebracht, het college kan evenwel anders beslissen (artikel 12). Deze regel vormt het uitgangspunt voor de afspraken tussen degene die de grond ter beschikking stelt en degene die de werkzaamheden wil uitvoeren. Als de gemeente geen eigenaar is van de gronden, vormt deze bepaling een belangrijk instrument van sturing, en de grond waarop de gemeente kan optreden tegen een slechte oplevering van werkzaamheden.
In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel de artikelen behandeld die in aanvulling op het algemeen deel verdere toelichting behoeven.
Deze definitie is overgenomen uit de (ontwerptekst) wet collectieve warmtevoorziening. Informatie over de wet collectieve warmtevoorziening is terug te vinden op: https://www.internetconsultatie.nl/warmtewet2
Het begrip openbare gronden is dezelfde als de begripsbepaling zoals deze in de Telecommunicatiewet is opgenomen (artikel 1.1 van de Tw). Door in de verordening voortdurend te spreken over “werkzaamheden in of op openbare gronden” (evenals in de Telecommunicatiewet overigens, zie bijvoorbeeld artikel 5.4, eerste lid, van de genoemde wet) behoort duidelijk te zijn, dat het hier gaat om zowel werkzaamheden onder het maaiveld alsook werkzaamheden boven het maaiveld.
Deze verordening ziet toe op de aanleg en instandhouding van warmtenetten op openbare gronden. De aanleg van warmtevoorzieningen op particuliere gronden, zoals bijvoorbeeld een warmte-koude opslag (WKO), vallen niet binnen de reikwijdte van deze verordening.
Artikel 2. Coördinatie van werkzaamheden
Het college is belast met de coördinatie van de binnen haar grondgebied uit te voeren werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van warmtenetten. Degene die voornemens is om werkzaamheden uit te voeren moet een vergunning of instemming van burgemeester en wethouders hebben. Deze instemming betreft het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden. Burgemeester en wethouders kunnen bij het instemmingsbesluit zo nodig in afwijking van het gemelde voornemen voorwaarden stellen aan het tijdstip en de werkwijze van de werkzaamheden. Door deze coördinatie kan de overlast van graafwerkzaamheden voor burgers en bedrijfsleven beperkt worden.
In lid 2 is bepaald dat paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (de lex silencio positivo) niet van toepassing is op de beslistermijnen van artikel 6; hetgeen betekent dat de vergunning voor werkzaamheden in verband met de aanleg van warmtenetten niet als van rechtswege verleend mag worden beschouwd bij het verstrijken van de beslistermijn.
Artikel 7 Periode van vergunningaanvraag.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij het vaststellen van het geografisch gebied vaststellen binnen welke periode vergunningen aangevraagd kunnen worden. De binnen deze periode binnengekomen vergunningaanvragen kunnen door het college gelijktijdig worden beoordeeld en worden afgewogen.
Artikelen 8 (Weigeringsgronden) en 9 (Voorschriften en beperkingen)
Artikel 8 somt de weigeringsgronden voor het verlenen van de vergunning op. Ook kan het college, op grond van artikel 9, voorschriften en beperkingen aan vergunningen verbinden.
De weigeringsgrond bescherming milieu ziet op bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie en de bestuurlijke doelen welke de gemeente wil realiseren met/binnen de samenwerking en vanuit welke principes zij handelt binnen de energietransitie, in het bijzonder bij de ontwikkeling van collectieve warmtenetten in daartoe aangewezen gebieden, aangevuld met uitgangspunten van waaruit de gemeente daarin wil opereren.
De gemeente heeft in diverse nota’s vastgelegd op welke wijze en binnen welke kaders de gemeente hieraan invulling wil geven, belangrijke nota’s in dit kader zijn:
Sturingsinstrumenten voor collectieve warmtesystemen (2019/1016202).
In deze nota geeft de gemeente aan welke rol zij wil aannemen bij de aanleg van collectieve warmtesystemen. Voor de wijken Meerwijk en Waarderpolder is specifiek aangegeven op welke wijze de collectieve warmtevoorziening binnen deze warmtekavels vorm gaan krijgen.
Wat betreft eventueel te stellen voorschriften met betrekking tot het tijdstip van de werkzaamheden geldt dat dit in beginsel niet later mag liggen dan 12 maanden na het gemelde voornemen. Hiermee wordt voorkomen dat de termijnen waarbinnen gemeenten de werkzaamheden toestaan te zeer uiteen gaan lopen. Het tijdstip van de werkzaamheden zal echter in het overgrote deel van de gevallen veel eerder liggen dan de genoemde 12 maanden. Deze termijn wordt genoemd om aanbieders de zekerheid te bieden dat de aanvang niet later kan liggen dan 12 maanden, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn van publiek belang die zich hiertegen verzetten. Slechts in dat geval kan het college een later gelegen tijdstip voorschrijven.
Artikel 9 Voorschriften en beperkingen
Het bevorderen van medegebruik van de voorziening
De gemeente is bevoegd te bevorderen dat voorzieningen medegebruikt worden. Voor het onderzoeken van het medegebruik kan degene die voornemens is werkzaamheden uit te voeren gebruik maken van reeds aanwezige informatie bij de gemeente. Als het voornemen tot werkzaamheden voldoende uitgewerkt is – bekend is bijvoorbeeld langs welk tracé de leidingen zullen lopen – dan kan de gemeente naar degene die over de voorziening beschikt door verwijzen of, als de gemeente zelf degene is die de voorziening ter beschikking kan stellen, daarover in gesprek gaan.
Het samenwerken met gemeentelijke openbare ruimte projecten
De gemeente voert projecten uit in de openbare ruimte. Deze projecten hebben veelal een complex karakter. Daarom vraagt de gemeente samenwerking met stakeholders. Met deze samenwerking beoogt zij onder meer efficiëntie en beperking van overlast voor omwonenden.
Artikel 12. Gegevensverstrekking
In het eerste lid is bepaald dat bij de aanvraag een uitvoeringsplan moet worden gevoegd. Het uitvoeringsplan is een figuur dat bekend is uit het stelsel van de Telecommunicatiewet (zie artikel 5.4, lid 4, van de Tw). Bij de melding van werkzaamheden in het kader van deze wet dient eveneens een uitvoeringsplan te worden gevoegd. Het tweede en derde lid bepalen vervolgens wat dit uitvoeringsplan ten minste moet bevatten.
Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel
Lid 2. Deze verordening heeft terugwerkende kracht tot 20 oktober 2020
Deze verordening is opgesteld om de gemeente in staat te stellen regulerend op te treden bij de aanleg voor warmtenetten. Aangezien in deze verordening sprake is van een schaarse vergunning is het wenselijk dat deze verordening direct in werking treedt en de mogelijkheid uit sluit om in de periode tussen openbaar stellen en het in werking treden van de verordening vergunningen voor de aanleg van een warmtenet worden aangevraagd. Deze verordening treedt daarom met terugwerkende kracht in werking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-26319.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.