Toekomstvisie binnensport gemeente Borger-Odoorn

 

Samenvatting

 

Achtergrond en doel

Gemeente Borger-Odoorn hecht aan een goede gezondheid van haar inwoners. Sport en bewegen speelt daarbij een belangrijke rol. Vanuit dit perspectief en de wettelijke verplichting van de gemeente om te voorzien in accommodaties waar scholen hun bewegingsonderwijs kunnen geven, zijn er in de gemeente diverse gymzalen, sporthallen en sportzalen neergezet.

Ingegeven door verschillende ontwikkelingen, zoals levensduur en inrichting van de accommodaties, beleid rond gemeentelijk vastgoed (Kern en Kader), veranderingen in bevolkingsopbouw en leerlingenaantallen van scholen, is de behoefte ontstaan voor een nieuwe visie op binnensportaccommodaties die richting geeft aan hoe de gemeente de komende jaren moet omgaan met het accommodatie-bestand, het onderhoud en eventuele renovatie en/of nieuwbouw.

 

Van belang zijnde informatie en ontwikkelingen

Voor deze visie zijn de verschillende ontwikkelingen in beeld gebracht, zoals gemeentelijk beleid, trends rond sport en verenigingslidmaatschap, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen, leerlingprognoses van het onderwijs en vernieuwingen en ontwikkelingen rond sportaccommodaties. Daarnaast wordt ingezoomd op het gebruik, de spreiding, bouwkundige staat en exploitatie van de binnensportaccommodaties in de gemeente. Ook zijn de verschillende gebruikers (scholen, sportaanbieders en combicoaches) bevraagd op hun ervaringen en wensen met betrekking tot hun gebruik.

 

Visie binnensportaccommodaties

Op basis daarvan deze informatie is de visie ontwikkeld dat de gemeente Borger-Odoorn de komende jaren wil inzetten op voldoende, functionele, efficiënte en toekomstbestendige binnensportaccommodaties en zijn een aantal kaders voor invulling geschetst. Om deze visie uit te voeren, zal moeten worden geïnvesteerd in verbetering van kwaliteit en functionaliteit van de binnensportaccommodaties.

 

Hieruit voortvloeiende opdrachten

Op basis van prioriteit zijn een aantal opdrachten geschetst, die de komende jaren zullen moeten worden opgepakt. Dit zijn:

 

  • 1.

    Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van sporthal de Koel

  • 2.

    Verkennen toekomstig gebruik van gymzaal school 75 als beweegvoorziening

  • 3.

    Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van binnensportaccommodaties Exloo-Odoorn-Valthe

  • 4.

    De inrichting van alle binnensportaccommodaties upgraden

 

Deze opdrachten zullen in een vervolgtraject nader worden uitgewerkt in een uitvoeringsagenda met investeringsplanning.

 

Hoofdstuk 1: Inleiding

 

Sport en bewegen zijn al jaren speerpunt van beleid van de gemeente Borger-Odoorn. Geschikte voorzieningen voor sport en bewegen zijn daarbij een voorwaarde. Mede vanuit deze verantwoordelijkheid heeft de gemeente verschillende binnensportaccommodaties in beheer, die gebruikt worden door scholen en sportaanbieders. Een aantal accommodaties is lang geleden neergezet en intussen sterk verouderd. Daarover komen steeds vaker klachten van gebruikers binnen. Daarnaast vragen maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe normering en regelgeving om aanpassingen van de huidige binnensportaccommodaties. Aan de andere kant, de beperkte middelen van de gemeente verlangen duidelijke keuzes, ook op het vlak van binnensportaccommodaties.

 

Achtergrond

De gemeente heeft een wettelijke taak om te zorgen voor onderwijshuisvesting, waaronder ook voorzieningen voor het geven van bewegingsonderwijs. Op de uren dat het onderwijs geen gebruik maakt van deze voorzieningen zijn ze beschikbaar voor het verenigingsleven en voor andere sportaanbieders.

 

Naast de wettelijke verplichting voor onderwijshuisvesting, vormt Kern & Kader een belangrijk beleidskader voor maatschappelijke accommodaties in de gemeente, zo ook voor sportaccommodaties. Vanuit dit beleid, waarin leefbaarheid en het streven naar ‘minder maar beter’ de basis vormen, is de afgelopen jaren verschillend vastgoed, zoals dorpshuizen en tenniscomplexen, overgedragen aan de gebruikers en is het vastgoedbestand van de gemeente aanzienlijk teruggebracht.

 

In 2014 is Kern & Kader voor sportaccommodaties uitgewerkt in de notitie ‘Leefgebied en sport’. Op basis hiervan is de buitensport als eerste opgepakt. Hoewel dit traject nog loopt, is besloten de laatste fase in de uitvoering van Kern & Kader, het traject rond de binnensport, naar voren te halen in verband met de grote urgentie. De ontwikkeling van een visie op binnensportaccommodaties is hierin de eerste stap. Het college heeft aangegeven dat de nieuwe visie een duidelijke basis moet vormen voor beslissingen over het toekomstige binnensportaccommodatiebestand in Borger-Odoorn. Om tot deze visie te komen, is veel informatie verzameld en geanalyseerd. Gebruikers hebben de mogelijkheid gekregen om via een digitale vragenlijst input te leveren.

Als vervolg op de visie zal een verdere verdiepingsslaggemaakt worden, in de vorm van een uitvoeringsagenda.

 

Doelstelling

De gemeente Borger-Odoorn wil de kwaliteit van het gemeentelijk vastgoed verbeteren. De accommodaties voldoen in de toekomst aan de huidige wet- en regelgeving, eisen en normen van NOC*NSF en overige protocollen voor veiligheid en hygiëne. In deze visie is omschreven op welk niveau de binnensportaccommodaties in Borger-Odoorn in de toekomst moeten staan. Daarbij is aandacht voor:

  • de geografische ligging van de accommodaties;

  • de beleidskaders vanuit Kern & Kader;

  • het efficiënter inzetten van de binnensportaccommodaties;

  • het doorvoeren van een kwaliteitsverbetering;

  • de ontwikkeling in de behoefte van het bewegingsonderwijs.

 

Leeswijzer

De visie en kaders worden als eerste beschreven in hoofdstuk 2. De onderbouwing volgt in de volgende hoofdstukken, die een beknopte inventarisatie geven van alles wat invloed heeft op sport, bewegen en de binnensportaccommodaties zelf: De relevante beleidsontwikkelingen (hst 3), de trends en ontwikkelingen die in de komende jaren van invloed zijn (hst 4), wensen en ontwikkelingen binnen het onderwijs (hst 5) en sportverenigingen (hst 6) en een beschrijving van de huidige sportaccommodaties (hst 7). Hoofdstuk 8 sluit tenslotte af met de opgaven die volgen vanuit de analyse en de opgestelde visie.

 

 

Hoofdstuk 2: Visie, missie en uitvoeringskaders

 

 

De visie, met bijbehorende kaders en uitgangspunten, is ontwikkeld in interactie met de gebruikers, de beheerders en de gemeenteraad. De gegevens die gebruikt zijn voor onderbouwing van deze visie worden beschreven in de volgende hoofdstukken.

 

 

Visie: (wat is de richting)

De gemeente zet in op sport en bewegen en ziet de binnensportaccommodaties als een belangrijke voorwaarde om dit te kunnen faciliteren. We investeren in sportstimulering om onze inwoners gezonder te laten leven. We faciliteren sport door kwalitatief goede sportaccommodaties voor alle doelgroepen en leeftijden.

 

‘We willen de komende jaren (2021-2030) voorzien in voldoende, functionele, efficiënte en toekomstbestendige binnensportaccommodaties. Hierbij zetten we in op multifunctionaliteit voor de breedtesport en het bewegingsonderwijs. Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt in de ontwikkeling van de binnensportaccommodaties.

 

Goede en voldoende binnensportaccommodaties zijn een randvoorwaarde voor goed en effectief bewegingsonderwijs, de facilitering van een toekomstbestendig verenigingsleven en de stimulering van een gezonde leefstijl. Daarnaast zijn de binnensportaccommodaties een middel om de leefbaarheid in de leefgebieden in stand te houden en waar nodig te versterken’.

 

 

Missie: (waar staan we voor)

Om de visie kracht bij te zetten gaan we de komende periode inzetten op een verbetering van de kwaliteit en functionaliteit van de binnensportaccommodaties.

 

 

Uitvoeringskaders

Om handvatten te bieden bij realisering van de visie zijn er kaders vastgelegd op een aantal thema’s. Dan gaat het om spreiding en bereikbaarheid, kwaliteit, multifunctionaliteit, duurzaamheid en exploitatievorm.

 

 

Spreiding en bereikbaarheid

De gemeente zet in op voldoende binnensportaccommodaties om in de behoefte van onderwijs en het verenigingsleven te voorzien. De accommodaties zijn vanuit de leefgebieden goed bereikbaar.

 

  • a.

    De verordening onderwijshuisvesting is leidend als het gaat om de benodigde capaciteit voor bewegingsonderwijs en de afstand van de school tot de binnensportaccommodatie. Dat betekent dat alle nieuwe binnensportaccommodaties voor bewegingsonderwijs bij voorkeur binnen de afstandsnorm bereikbaar moeten zijn voor de betreffende school. Waar dit niet het geval is, zal vervoer worden gefaciliteerd.

  • b.

    De omvang van sportaccommodaties sluit aan bij de omvang van het gebruik. Wanneer de behoefte verdwijnt of de bezetting niet meer efficiënt is, wordt onderzocht of centreren van gebruik (verder) mogelijk is. Locaties kunnen worden afgestoten.

  • c.

    Een sporthal is “dorp overstijgend” en een gymzaal is dat niet. De sporthallen worden vaker gebruikt voor alle zaalsporten om zowel trainings- als competitievormen af te werken. De gymzalen worden overwegend ingezet voor het bewegingsonderwijs en trainingsvormen van verenigingen. Dit heeft invloed op de inrichting van een locatie.

 

 

Kwaliteit

We zetten in op kwaliteit van onze binnensportaccommodaties. Dat wil zeggen dat alle accommodaties voldoen aan de norm. Dat doen we aan de hand van de volgende punten;

 

  • d.

    De binnensportaccommodaties voldoen aan de gestelde eisen vanuit het bouwbesluit. Er wordt op toegezien dat de gebouwen en de inrichting voldoen aan de veiligheidseisen. Er is daarnaast specifiek aandacht voor de luchtkwaliteit en de akoestiek in de gebouwen.

  • e.

    De binnensportaccommodaties worden jaarlijks onderhouden. Het onderhoud zal op niveau 3 uit de NEN 2767 worden onderhouden. Dit komt overeen met een 6 op een schaal van 1 tot 10.

  • f.

    De binnensportaccommodaties voldoen zoveel mogelijk aan de richtlijnen KVLO en normen van NOC*NSF wat betreft de inrichting, akoestiek en spelbeleving van de gebouwen.

  • g.

    Verouderde binnensportaccommodaties worden gerenoveerd of er wordt nieuwbouw toegepast. Dit wordt opgenomen in een uitvoeringsagenda.

  • h.

    Bij nieuwbouw of renovatie wordt geïnvesteerd in duurzame multifunctionele accommodaties. De accommodaties dienen toegankelijk te zijn voor iedereen.

 

 

Multifunctionaliteit

  • i.

    Alle accommodaties zijn inzetbaar voor multifunctioneel gebruik. Zowel het onderwijs, het verenigingsleven als andere gebruikers kunnen de accommodaties huren voor sport- en beweeggebruik.

  • j.

    De inrichting van de binnensportaccommodaties worden minimaal jaarlijks geïnspecteerd. De inspecties van de vaste en verplaatsbare sporttoestellen worden door een gekwalificeerde inspecteur uitgevoerd. Als een toestel onveilig wordt bevonden of wordt afgekeurd zal deze worden gerepareerd, vervangen of verwijderd.

  • k.

    Alle accommodaties worden ingericht volgens de basisinventarisatielijst van de KVLO. Dat wil zeggen dat de toestellen en materialen aan sluiten bij de behoefte van het bewegingsonderwijs van deze tijd. Verouderde materialen worden, waar mogelijk op termijn, vervangen door vergelijkbare toestellen die meer uitdaging bieden aan diverse doelgroepen (jong, oud, mindervaliden etc.)

  • l.

    De inrichting van sporthallen wordt aangevuld met extra voorzieningen om meerdere zaalsporten te faciliteren in het gebruik en de behoefte.

  • m.

    De sporthallen hebben de faciliteiten om dubbelgebruik mogelijk te maken. Alle sporthallen zijn voorzien van een tussenwand waardoor de zaal in 2 of 3 delen is op te splitsen. Hierdoor is het mogelijk om meerdere onderwijsgroepen of verenigingen tegelijk te laten bewegen.

  • n.

    Bewegingsonderwijs gaat voor verenigingsgebruik. Sportaanbieders (verenigingen) uit eigen gemeente hebben voorrang op sportaanbieders (verenigingen) buiten de gemeente.

 

Duurzaamheid

  • o.

    De binnensportaccommodaties worden aangepast volgens de aangekondigde overheidsmaatregelen. Er wordt intensief ingezet op energiebesparende middelen. Hierbij wordt afgewogen of renovatie of nieuwbouw bijdraagt aan het halen van deze doelstellingen.

 

 

Exploitatievormen

  • p.

    De gemeente gaat bij ontwikkelingen, renovatie of nieuwbouw onderzoeken en overwegen of een andere exploitatievorm wenselijk en haalbaar is. De exploitatievorm van vernieuwde of nieuwe accommodatie moet zo worden gekozen, dat de belangen van de gebruiker optimaal worden gefaciliteerd. Daarnaast is het van belang de eventuele andere exploitatievorm toekomstbestendig en duurzaam is.

  • q.

    Wanneer er voor een andere exploitatievorm wordt gekozen, zal een overeenkomst opgesteld worden om de verplichtingen die de gemeente heeft voor het bewegingsonderwijs in de betreffende accommodatie zeker te stellen.

 

 

 

 

Hoofdstuk 3: Beleidsanalyse

 

Voor het ontwikkelen van de visie is het belangrijk in beeld te hebben, welke beleidslijnen, uitgangspunten en ambities er zijn op thema’s die raken aan binnensportaccommodaties in onze gemeente. De visie moet immers niet haaks staan op andere beleidsafspraken, maar deze juist versterken en een passende aanvulling zijn. Daarom in dit hoofdstuk een korte beleidsanalyse van de meest relevante beleidsontwikkelingen en koppelkansen in de gemeente Borger-Odoorn.

 

 

Leefgebied en (buiten)sport

Dit beleidsstuk geeft richtlijnen voor het toedelen en spreiden van gemeentelijke (buiten)sportvoorzieningen in de gemeente. Daarbij worden de uitgangspunten van Kern & Kader voor het gemeentelijk vastgoed en de leefgebieden gehanteerd. Onderstaande uitgangspunten en randvoorwaarden zijn grotendeels toe te passen op deze toekomstvisie van de binnensportaccommodaties.

Echter, enkele jaren geleden is geconcludeerd dat de kaders voor verzelfstandiging van binnensportaccommodaties moeilijker toepasbaar zijn. Bij gebrek aan verenigingen van voldoende omvang, zou bij het volledig afstoten van deze accommodaties, het beheer een onevenredig zware taak worden. Daarbij blijft maatwerk per locatie het uitgangspunt.

  • Leidend uitgangspunt voor gemeentelijk vastgoed: minder maar beter.

  • Eigen verantwoordelijkheid, eigen initiatief en eigen kracht staan voorop.

  • Eigendom en beheer van vastgoed is geen gemeentelijke kerntaak.

  • Blijvend beperkte beschikbaarheid van gemeentelijke financiële middelen.

  • In principe geen nieuwe sportaccommodaties in gemeentelijk eigendom en beheer nemen.

  • Bestaande gemeentelijke sportaccommodaties (met uitzondering van verplichtingen voor bewegingsonderwijs) waar mogelijk overdragen of afstoten. En daarna overwegen om, waar nodig, bijdragen via gemeentelijke subsidie.

 

 

Visienota sport, bewegen en gezondheid

Deze integrale visie gaat vooral over de stimuleringskant van gezondheid, sport en bewegen. De gemeente heeft sport- en bewegingsstimulering hoog in het vaandel. Het is opgenomen in bestuurlijke rapportages en het bestuursakkoord. Met het programma Gezonde Leefstijl zet de gemeente stevig in op het in beweging krijgen van de inwoners. De combicoaches organiseren voor de uitvoering van dit programma diverse activiteiten en maken veel gebruik van de binnensportaccommodaties.

 

Eén van de andere pijlers uit deze visienota raakt eveneens aan de visie op binnensport: een gezonde fysieke omgeving en voorzieningen die uitnodigen tot sport en bewegen. Dit geeft ons de opdracht te bekijken op welke wijze we binnensportaccommodaties beter kunnen benutten en deze te checken op aspecten als veiligheid, inrichting, levensduur en onderhoud.

 

  • Als gemeente voelen we ons mede verantwoordelijk voor een gezonde fysieke omgeving en goede voorzieningen die uitnodigen tot sport en bewegen.

 

 

Sport- en gezondheidsakkoord

Het akkoord, de gezamenlijke afspraken over sport, bewegen en gezondheid met ruim 80 ondertekenaars vanuit lokale organisaties, inwoners en gemeente, is een uitwerking van de visienota en heeft vier ambities. Een gezonde omgeving die uitnodigt om te sporten en te bewegen is één van deze ambities, die concreet gemaakt is door er projectideeën en acties aan te koppelen. Hier gaat het onder andere om acties en ideeën om de buitenruimte bij onze scholen en sportgebouwen beter in te richten.

 

Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP)

De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor huisvesting van scholen in het primair- en voortgezet onderwijs. De gebouwen zijn eigendom van de schoolbesturen, maar als het aankomt op uitbreiding, nieuwbouw en renovatie, dan stelt de gemeente daar de financiële middelen en grond voor beschikbaar. Om een goed beeld te krijgen van de toekomstige investeringen maakt de gemeente samen met de schoolbesturen een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP).

Dit plan, wat mogelijk komend jaar verplicht is om op te stellen, is momenteel in ontwikkeling. Het onderwijs stelt in de voorbereiding op dit plan een gezamenlijke visie op m.b.t. onderwijshuisvesting.

 

Ruimte om te bewegen, in de vorm van gymlokalen, is een onderdeel van het IHP. Daardoor heeft het raakvlakken met deze toekomstvisie. In de uitwerking van de opgaven, later opgenomen in deze toekomstvisie, wordt rekening gehouden met het IHP. Daarbij zal intensief samengewerkt worden met de onderwijsbesturen om huisvesting van het bewegingsonderwijs zo optimaal mogelijk in te richten.

 

Omgevingsvisie

Vooruitlopend op de nieuwe omgevingswet die vanaf 2022 van kracht wordt, is de gemeente gestart met het ontwikkelen van een omgevingsvisie. In de omgevingsvisie en het omgevingsplan (de uitwerking daarvan), zal de relatie tussen ruimte en milieu, maar ook tussen ruimte en gezondheid een belangrijke plaats krijgen. Het gaat dan niet alleen om bescherming tegen milieu- en gezondheidsrisico’s van bijvoorbeeld verkeer en gevaarlijke stoffen, maar ook om gezondheidswinst. Denk hierbij aan actief vervoer, beweegvriendelijke omgeving, ontmoetingsplekken, enzovoort. Dit betekent dat er mogelijkheden ontstaan om gezondheidsbevordering en beweegvriendelijkheid van de omgeving op te nemen in de omgevingsvisie, zodat in de toekomst plannen en projecten over de ruimtelijke inrichting ook getoetst gaan worden op deze aspecten.

 

 

Duurzaamheid en Transitievisie warmte

Duurzaamheid is een kernthema voor de gemeente Borger-Odoorn. In lijn met mondiale, landelijke en provinciale afspraken rond vermindering van CO2-uitstoot en de transitie naar duurzame energiebronnen, werkt de gemeente aan de transitievisie warmte waarin wordt geschetst hoe de gemeente de komende jaren deze doelstellingen wil realiseren. Hieruit volgt de opdracht:

 

  • Voor 2030 het grootste deel van het maatschappelijk vastgoed, dus ook binnensportaccommodaties, transformeren naar aardgasvrije accommodaties en de accommodaties met andere maatregelen verduurzamen.

 

Koppelkansen

De beperkte financiële middelen en grote investeringen die gemoeid gaan met vernieuwing, renovatie en verduurzaming van accommodaties, dwingen tot efficiënte en creatieve oplossingen. Dit biedt kansen voor samenwerking en slim combineren. Kan turnen en zaalvoetbal gebruik maken van de leegstaande sporthal van een onderwijscomplex waardoor een andere binnensportaccommodatie wellicht uit gebruik kan worden genomen? We zullen per locatie moeten kijken of nieuwbouw of renoveren een optie is en constant een afweging moeten maken hoe de kosten zich verhouden tot de maatschappelijke opbrengsten van een locatie. Dat vraagt om een integrale blik, meerdere functies kunnen binnen een locatie samen worden gebracht. Een concrete koppelkans ligt bijvoorbeeld bij de ontwikkelingen rond het Esdal College:

 

  • De gemeenteraad heeft onlangs een principebesluit genomen over de vervangende nieuwbouw van het Esdal College in Borger. De gemeente heeft hierbij een rol in het faciliteren van een ruimte voor het bewegingsonderwijs. Voorlopig is besloten dat het Esdal College gebruik blijft maken van de gymzaal op de oude locatie. De bedoeling is dat de leerlingen op termijn gebruik gaan maken van sporthal de Koel in Borger. Deze keuze heeft invloed op de toekomst van sporthal de Koel.

 

Hoofdstuk 4: Context

 

 

Demografische ontwikkelingen

 

In Borger-Odoorn hebben we sinds 2012 te maken een afname van het aantal inwoners, terwijl de bevolking vergrijst. De actuele prognoses geven nog aan dat deze trends zich de komende 20 jaar doorzetten. We zien echter in de absolute telling dat de afgelopen jaren geen krimp meer zichtbaar is. De telling van januari 2021 geeft aan dat de gemeente 25.590 inwoners telt. Dat is meer dan de meest recente prognose van het CBS voorspelde:

 

Hoewel de daling van het aantal inwoners gestagneerd lijkt te zijn moeten we er wel rekening mee houden dat:

  • het aantal mensen van 65 jaar en ouder blijft toenemen;

  • het aantal jeugdige inwoners (0-20 jaar) nog licht zal dalen na de grote afname van de afgelopen jaren.

 

Deze ontwikkelingen zorgen voor een veranderende bevolkingssamenstelling. In 2040 zal bijna een derde van de bevolking in onze gemeente 65 jaar of ouder zijn. Deze veranderingen hebben invloed op de wensen en voorkeuren voor sport en bewegen. Naarmate mensen ouder worden, zijn ze minder sportief actief. Echter, de ouderen van tegenwoordig zijn actiever dan de ouderen van vroeger.

 

Belangrijke constatering is ook, dat in gebieden waar het inwoneraantal afneemt, de voorzieningen onder druk staan.

 

Maatschappelijke ontwikkelingen

 

  • Ongebonden en anders-georganiseerd sporten neemt nog steeds toe in de gemeente. Denk hierbij aan hardlopen, fitness, wielrennen, wandelen. Sporten in verenigingsverband lijkt af te nemen, ook onder jeugd.

 

 

  • Technologische toepassingen in sport en bewegen ondersteunen het bewegingsonderwijs, sporters en inwoners bij het organiseren en monitoren van hun sportieve doelen. Keerzijde is dat de techniek ook zorgen voor een substantiële afname in het dagelijkse bewegen en actieve mobiliteit van veel mensen. Bijvoorbeeld door het gebruik van mobiele telefoon of beeldscherm.

 

 

  • Sport en bewegen staan hoog op de politieke agenda in de strijd tegen de stijgende zorgkosten en de noodzaak voor preventie. Ook zijn er aanwijzingen dat regelmatig bewegen en een gezonde leefstijl de weerstand tegen het Coronavirus vergroot.

 

 

  • Motorische vaardigheden jeugd nemen af en kinderen bewegen steeds minder. Scholen zijn sinds 2020 wettelijk verplicht om minimaal 2 uur bewegingsonderwijs per week te geven. De gemeente Borger-Odoorn zet in samenwerking met het onderwijs combicoaches in voor bewegingsonderwijs en sportkennismaking in de voor- , tussen- en naschoolse momenten

 

 

  • Sport en bewegen in natuur en openbare ruimte wordt steeds populairder. Urban sports (zoals free-running, skateboarden, streetfootball), en Outdoor sports (bootcamp, trailrunning en survivalraces) zijn booming.

 

 

Ontwikkelingen binnensportaccommodaties

 

  • Binnensport gaat naar buiten – en dat kan prima. Vanwege Corona hebben scholen en sportverenigingen geëxperimenteerd met bewegingsonderwijs en ‘binnensport’ in de openlucht. Gezien de goede ervaringen van vooral scholen, is structureler ‘buitengym’ mogelijk een reële optie. De buitenruimte is hier nog niet altijd op ingericht.

 

 

  • Veiligheid en duurzaamheid van sportaccommodaties zijn actuele thema’s. Hiervoor zijn vanuit overheid en vak branche richtlijnen, voorbeelden, subsidies en ondersteuning beschikbaar

 

 

  • Corona- proof inrichten - Gevolgen van de anderhalve-meter maatschappij voor de inrichting van binnensportaccommodaties gaat onder andere over toegankelijkheid (brede gangen en logische routes), sanitaire en hygiëne voorzieningen (handen wassen) en ventilatienormen.

 

 

  • Multifunctionaliteit en flexibele inrichting zijn voorwaarden voor een optimale benutting, een hoge bezettingsgraad en een meer actieve beweegles in het bewegingsonderwijs. Er liggen kansen om de accommodaties ook in te zetten voor bijvoorbeeld vergader- of onderwijsruimte, ontmoetingsplek, kinderopvanglocatie, flexwerkplek of een andere maatschappelijke voorziening.

 

 

  • Toekomstbestendigheid betekent dat de sportaccommodatie aangepast is op de eisen van deze tijd en flexibel kan meebewegen met nieuwe trends en ontwikkelingen. Het interieur moet multidisciplinair gebruikt en aangepast kunnen worden voor jong en oud.

 

  • Drie uur bewegingsonderwijs - De discussie in de landelijke politiek over bewegingsonderwijs is onlangs weer opgelaaid. Mocht dit op afzienbare termijn leiden tot een wettelijke verplichting van drie uur ipv de huidige twee uur bewegingsonderwijs per week, dan zal dit in onze gemeente (net als in vele andere gemeenten in Nederland) leiden tot capaciteitsproblemen in de huidige accommodaties.

 

Hoofdstuk 5: Vraagontwikkeling onderwijs

 

 

De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor geschikte voorzieningen voor bewegingsonderwijs, voor zowel basisscholen als voortgezet onderwijs in de gemeente. Dit is opgenomen in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Borger-Odoorn.

 

Hoeveel ruimte hiervoor nodig is, is afhankelijk van het aantal scholen, het aantal leerlingen per school en het aantal uur bewegingsonderwijs dat gegeven wordt. Schoolbesturen doen jaarlijks een opgave voor het gewenste gebruik. Daarnaast is er wettelijk een normafstand van schoolgebouw tot accommodatie vastgelegd. Is de accommodatie voor bewegingsonderwijs verder dan de normafstand, dan moet de gemeente vervoer organiseren en bekostigen.

 

De gemeente Borger-Odoorn telt 17 basisscholen en 1 school voor voortgezet onderwijs (Esdal College).

 

Normafstand voor beschikbaarheid accommodatie voor bewegingsonderwijs

 

De accommodatie voor bewegingsonderwijs voor het primair en (voortgezet)speciaal onderwijs dient binnen een afstand van 1 km hemelsbreed van de school te liggen. Voor het voortgezet onderwijs geldt 2 km hemelsbreed. Is de accommodatie verder dan de normafstand, dan dient de gemeente te zorgen voor leerlingenvervoer tussen school en accommodatie voor bewegingsonderwijs.

 

 

Leerlingenprognoses

 

Op basis van de jaarlijkse prognoses zullen de leerlingenaantallen in het basisonderwijs in onze gemeente de komende vijftien jaar licht dalen (3 %). Deze lichte daling leidt niet per definitie tot een afname aan binnensportruimte voor het onderwijs. Immers, in veel gevallen leidt een afname van leerlingen alleen tot kleinere klassen, waardoor de vraag naar ruimte voor bewegingsonderwijs gelijk blijft.

 

Per school verschillen de prognoses overigens aanzienlijk. Sommige scholen verwachten meer leerlingen, terwijl andere fors kleiner worden. Op basis van de leerlingenprognoses kan echter geconcludeerd worden, dat de behoefte aan ruimte voor bewegingsonderwijs in de gemeente tot en met 2035 gelijk blijft.

 

Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs zal volgens de prognoses de komende tien jaar aanzienlijk dalen (19%). Een dergelijk grote daling zal de vraag naar accommodatie voor bewegingsonderwijs van het voortgezet onderwijs doen afnemen.

 

 

 

Leerlingenprognose onderwijs

 

 

Behoefte bewegingsonderwijs

 

De behoefte aan binnensportruimte voor het onderwijs (in klokuren) wordt voor elk nieuw schooljaar berekend op basis van het huidige onderwijsgebruik en de leerlingenprognoses. De maximale capaciteit voor bewegingsonderwijs van een gymlokaal of zaaldeel is 26 klokuren per week.

 

Maximale beschikbaarheid capaciteit van een binnensportaccommodatie.

Een gymzaal kan per week maximaal 26 klokuren (34 lessen van 45 minuten) schoolgebruik voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs herbergen. Voor het voortgezet onderwijs gaat het om maximaal 40 lessen van 50 minuten (34 klokuren).

 

 

Voor het basisonderwijs is momenteel en in de komende jaren voldoende ruimte in de bestaande binnensportaccommodaties gezien de licht dalende leerlingenprognoses. Uitgangspunten hierbij zijn dat het aantal uur bewegingsonderwijs gelijk blijft en de scholen gebruik kunnen maken van dezelfde accommodaties als die zij nu gebruiken.

 

Het voortgezet onderwijs heeft de komende jaren recht op naar schatting 16 - 20 klokuur bewegingsonderwijs, afgaande op de nu bekende leerlingenprognoses. Dit betekent dat het Esdal College iets meer dan de helft van de overdag beschikbare ruimte in een sportaccommodatie nodig heeft.

 

 

Consequenties nieuwbouw Esdal College

 

Een ontwikkeling om rekening mee te houden, zijn de plannen van het Esdal College voor verhuizing naar een andere locatie. Hierbij doet de school op termijn afstand van de verouderde gymzaal bij de huidige locatie om het bewegingsonderwijs te verplaatsen naar Sporthal de Koel in Borger. Echter, de Koel biedt, met de huidige inrichting, geen ruimte om het aantal benodigde klokuren op te vangen. Wel zijn er beperkt mogelijkheden in naastgelegen spelzaal. Deze wordt onder onderwijstijd echter ook verhuurd aan beweeggroepen voor ouderen en andere sportaanbieders. Duidelijk is in elk geval dat er iets moet gebeuren om in de toekomst het bewegingsonderwijs te kunnen faciliteren voor het voortgezet onderwijs.

 

 

Terugkoppeling vanuit het basisonderwijs en de combicoaches

 

Alle basisscholen hebben in enkele interactieve sessies aangegeven hoe zij ‘hun’ accommodatie voor bewegingsonderwijs waarderen op aspecten als uitstraling, inrichting, het klimaat, de akoestiek, de hygiëne en de ligging van de locaties. Daarnaast zijn de combicoaches bevraagd op deze onderdelen, omdat zij als vakleerkracht en als meest frequente gebruikers van de binnensportaccommodaties veel kennis hebben over de binnensportaccommodaties en de inrichting ervan.

 

Deze inventarisaties geven het volgende beeld:

 

  • De accommodaties ’t Brughuus en de Hunsowhal scoren op alle onderdelen voldoende bij zowel de combicoaches als het onderwijs. Geen van de gymzalen scoren op alle onderdelen voldoende.

 

  • Sporthal de Koel, gymzaal Odoorn en de gymzaal van School 75 in Nieuw Buinen scoren op alle onderdelen een onvoldoende bij de combicoaches.

 

  • Het onderwijs scoort bij 3 binnensportaccommodaties onvoldoende op akoestiek en hygiëne, terwijl de combicoaches 4 accommodaties als onvoldoende scoren op de onderwerpen uitstraling, inrichting en hygiëne,

 

De verschillen in waardering van onderwijs en combicoaches is te verklaren vanuit het perspectief waarmee beide groepen naar de sportaccommodaties kijken. De scholen geven de meeste prioriteit aan bereikbaarheid van de sportaccommodatie op loopafstand, omdat reistijd van lestijd afgaat. De combicoaches vinden, met het oog op de kwaliteit van de lessen, een uitdagende inrichting het belangrijkste aan een sportaccommodatie. Daarnaast geven zij terug dat de akoestiek ook een punt van aandacht is. Het geluid wordt in verschillende oude accommodaties als onaangenaam ervaren en ligt mogelijk ook boven de wettelijke norm.

Verder geven zowel het onderwijs als de combicoaches aan, dat het bewegingsonderwijs in de open lucht goed is bevallen tijdens de sluiting van binnensportaccommodaties i.v.m. Covid-19. Bewegingsonderwijs buiten zou in principe vaker kunnen als de omgeving hier beter op ingericht wordt. Vooral voor scholen die moeten reizen naar hun binnensportaccommodatie kan bewegingsonderwijs in de open lucht in bepaalde periodes, bij goede weersomstandigheden, een goed alternatief zijn voor binnensport. Bewegingsonderwijs buiten bespaart reiskosten en reistijd, zodat de netto tijd voor bewegingsonderwijs omhoog gaat.

 

 

Conclusies

 

  • Op basis van de leerlingenprognoses basisonderwijs is de verwachting dat de behoefte aan sportruimte voor bewegingsonderwijs tot en met 2035 gelijk blijft.

 

  • De dalende leerlingenprognoses voor het voortgezet onderwijs wijzen erop dat het Esdal College de komende 10 jaar recht heeft op 16 tot 20 uur ruimte voor bewegingsonderwijs. De geplande nieuwbouw van het Esdal College, waarbij niet is voorzien in nieuwbouwruimte voor bewegingsonderwijs, noodzaakt actie om toch voldoende ruimte voor bewegingsonderwijs in de toekomst te garanderen. Renovatie of herbouw van Sporthal de Koel is hierbij een voor de hand liggende optie.

 

  • Feedback van onderwijs en combicoaches geeft aan, dat men tevreden is over twee binnensportaccommodaties (Hunswohal en ’t Brughuus) maar dat drie binnensportaccommodaties op alle punten niet voldoen. Dat zijn Sporthal de Koel, gymzaal Odoorn en de gymzaal van School 75 in Nieuw Buinen. Daarnaast worden verbeterpunten gesignaleerd in de overige accommodaties.

 

 

Hoofdstuk 6: Vraagontwikkeling sportverenigingen

 

 

Bijna alle binnensportaccommodaties in de gemeente worden na schooltijd en in de avonduren gebruikt door sportverenigingen en verschilt per kern. Dit is terug te zien in het overzicht van de bezetting in hoofdstuk 7. In Borger en Exloo/Odoorn, waar meer inwoners en sportverenigingen zijn, worden de officiële binnensportaccommodaties vaker gebruikt, terwijl in de andere kernen het gebruik beduidend minder is.

 

 

Sportdeelname, lidmaatschap sportverenigingen en behoefte binnensport

 

In 2018 gaf 28% van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder aan lid te zijn van een sportvereniging . Tussen 2012 en 2018 is er een licht dalende trend te zien in verenigingslidmaatschap. Het merendeel van de sportactiviteiten vindt alleen en/of ongeorganiseerd plaats. In de Sport Toekomstverkenning is geconcludeerd dat clublidmaatschap in de komende jaren zal afnemen. Dit heeft vooral te maken met de vergrijzing, het toenemend aantal migranten en de individualisering. Door de toename in gebruik van sociale media kunnen individuen zich gemakkelijker zelf organiseren en kennis uitwisselen.

In Borger-Odoorn is zichtbaar dat het lidmaatschap van sportverenigingen niet langer daalt, maar stagneert , terwijl anders-georganiseerde sporten blijft toenemen. Mogelijke verklaring is, dat mensen wel lid blijven van een sportvereniging, maar ook actiever hun overige vrije tijd doorbrengen door bijvoorbeeld te gaan fietsen, wandelen of hardlopen. Daarom lijkt het een terechte aanname, in lijn met de landelijke bevindingen, dat de behoefte aan binnensportruimte stabiliseert, ondanks de trend dat het lidmaatschap van de meeste zaalsporten in Nederland een daling vertoont.

 

 

 

Terugkoppeling vanuit verenigingen en gebruikers

 

Om inzicht te krijgen in de waardering van de binnensportaccommodatie door gebruikers en hun wensen voor de toekomst, heeft de gemeente een onderzoek laten uitvoeren onder sportverenigingen en gebruikers in de gemeente . Ongeveer 80% van de 153 respondenten is lid van een sportvereniging, de helft van de respondenten zijn wekelijkse sporters, een kwart sport vaker en een kwart af en toe.

 

De algehele gebruikerstevredenheid wordt gemiddeld met een 7,0 beoordeeld. Dit kan bestempeld worden als ruim voldoende en er lijken weinig verschillen te zijn tussen de verschillende accommodaties. Toch geeft ongeveer 11% een onvoldoende aan de binnensportaccommodatie die gebruikt wordt.

 

Vooral als het gaat om de kleedruimtes, schoonmaak en hygiëne zien de gebruikers verbeterpunten. Over aspecten als bereikbaarheid, veiligheid, kantine en sportzaal zijn de gebruikers over het algemeen tevreden. De materialen worden wat meer wisselend beoordeeld, mogelijk omdat de gebruikers niet allemaal dezelfde materialen gebruiken en niet gespecificeerd is om welke materialen het gaat.

 

Met het oog op de toekomst vinden veel gebruikers het belangrijk dat er aandacht geschonken wordt aan schoonmaak en hygiëne, kleedruimtes, maar ook de kwaliteit van de sportzaal. Opvallend is dat vrijwel alle bevraagde aspecten van de binnensport-accommodaties even belangrijk worden gevonden. Dan gaat het om bereikbaarheid, veiligheid, schoonmaak en hygiëne, akoestiek, uitstraling en sfeer, en de kwaliteit van de sportzaal en het materiaal, kleedkamers en kantine. Een optimale sportbeleving is dus vooral een totaalplaatje.

 

Wat betreft de spreiding, vinden de gebruikers het belangrijk dat er binnensport accommodaties blijven bestaan in de verschillende kernen. Sommige gebruikers, vooral gebruikers van sporthallen, zijn bereid om verder te reizen voor een meer vernieuwende en hoogwaardig ingerichte locatie. De meeste gebruikers echter, zijn van mening vooral dat het samen sporten in het eigen dorp van meerwaarde is voor de gemeenschap.

 

 

Conclusies

  • In lijn met de landelijke ontwikkelingen op dit gebied, lijkt een terechte aanname dat de behoefte aan binnensportaccommodatie bij sportverenigingen in Borger-Odoorn stabiliseert.

 

  • De verenigingen en gebruikers beoordelen de binnensportaccommodaties in de gemeente over het algemeen als voldoende. Vooral de hygiëne en schoonmaak en de uitstraling, douches en toiletten in de kleedkamers kan beter. Voor de toekomst is kwaliteit van de sporthallen een belangrijk aandachtspunt.

 

  • Veel gebruikers hechten eraan, dat de binnensportaccommodaties in de kernen blijven bestaan vanwege de meerwaarde voor de gemeenschap.

 

Hoofdstuk 7: Binnensportaccommodaties in beeld

 

 

 

De gemeente Borger-Odoorn heeft acht binnensportaccommodaties in eigen beheer. Een locatie wordt geëxploiteerd door een dorpshuis in het MFA in Valthermond. In totaal zijn er drie sporthallen, twee sportzalen, drie gymzalen en twee spelzalen (zie onderstaande tabel). De sporthallen hebben een beheerder en een sportkantine. Deze wordt in alle gevallen ook door de beheerder gepacht. De overige binnensportaccommodaties in gemeentelijk beheer zijn onbemenst.

 

Een sporthal heeft normaal gesproken drie zaaldelen maar is als geheel te verhuren. Voor sporthal de Splitting en sporthal de Hunsowhal is de mogelijkheid om de zaal op te delen in twee zaaldelen. Sporthal de Koel is alleen als één zaal te verhuren, omdat hier geen scheidingswand aanwezig is. De naastgelegen spelzaal biedt wel uitkomst voor extra zaalverhuur op dezelfde momenten. Ook de sportzaal in Valthermond, ’t Brughuus, is op te delen in twee aparte zaaldelen. In totaal telt de gemeentelijke capaciteit daarom 12 zaaldelen.

 

De gymzaal bij school 75 heeft een afmeting van een speellokaal. De ruimte voldoet hiermee niet aan de norm voor een lokaal bewegingsonderwijs zoals opgenomen in de verordening onderwijshuisvesting.

 

 

 

Bouwkundige staat

 

De meeste binnensportaccommodaties zijn voor de jaren ‘90 neergezet. Een aantal hiervan is al meer dan 30-50 jaar in gebruik. Deze leeftijd is zichtbaar terug te zien in de technische staat, de uitstraling en sfeer van de gebouwen. Ondanks dat er in het verleden is geïnvesteerd, zien we in veel gevallen verouderde inrichtingen in de zaal, de kantines en de kleedgelegenheden.

 

De leeftijd hoeft echter geen probleem te zijn voor de kwaliteit mits de accommodaties structureel goed onderhouden worden. Hiertoe zijn alle accommodaties opgenomen in het reguliere s-plan (MJOP) en worden volgens niveau 3 uit de NEN 2767 onderhouden. Dit niveau komt overeen met een 6 op een schaal van 1 tot 10. Dit onderhoud is erop gericht om de huidige voorzieningen in stand te houden en is niet gericht op verbetering van de voorziening.

 

De gemeente ontvangt steeds vaker klachten van gebruikers en beheerders over defecten in de accommodaties. Veelal heeft dit betrekking op de oudste accommodaties. De meeste klachten gaan over het klimaat, de akoestiek en de hygiëne. Daarnaast is de inrichting van de binnensportaccommodaties sterk verouderd en niet meer van deze tijd.

In de komende jaren is te voorspellen dat er veel onderhoud uitgevoerd moet worden aan de locaties omdat materialen en machines zijn levensduur hebben bereikt en vervangen dienen te worden. Dit is zichtbaar in de verwachte exploitatielast van de komende jaren.

 

Duurzaamheid

In de duurzaamheidsagenda van de gemeente Borger-Odoorn zijn ambities geformuleerd die inzetten op het terug dringen van energieverbruik in (overheids)gebouwen, waaronder ook de binnensportaccommodaties. De accommodaties moeten worden getransformeerd naar aardgasvrije gebouwen en er wordt ingezet op verduurzaming. De accommodaties moeten ook voldoen aan een bepaald energielabel. Daarvoor moeten aanpassingen gedaan worden in- en aan de accommodaties. Het gaat om onder andere isolatiemaatregelen, energiebesparende maatregelen als led verlichting aanbrengen, cv ketels vervangen door warmtepompen en het plaatsen van zonnepanelen. Het is daardoor op termijn mogelijk om de zelf opgewekte energie te gebruiken voor deze accommodaties.

In enkele accommodaties zijn al kleine verduurzamingsaanpassingen, zoals led verlichting aanbrengen, toegepast.

 

Spreiding van de locaties

 

De binnensportaccommodaties in Borger-Odoorn staan verspreid in de leefgebieden van de gemeente. Om inzicht te geven in welke scholen van welke accommodaties gebruik maken, zijn op de plattegrond, verder op in deze visie, de locaties van de binnensportaccommodaties en de scholen in beeld gebracht. Ook is de afstand van de school tot de binnensportaccommodatie ingetekend.

Deze afstand is van belang in verband met bereikbaarheid. Als de accommodatie voor bewegingsonderwijs verder van school verwijderd is, dan de wettelijke norm aangeeft, dan moet de gemeente zorgen voor vervoer naar deze accommodatie.

 

 

Bezetting en gebruik

 

De bezetting van de huidige accommodaties is een belangrijke graadmeter om inzicht te krijgen hoe veel een accommodatie wordt gebruikt en of vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten. De bezettingsgraden worden berekend op basis van de totale verhuurde gebruikersuren van een accommodatie, gerelateerd aan de maximaal beschikbare uren voor verhuur. Incidenteel gebruik is opgenomen in de bezettingsgraden, plus het extra gebruik in de wintermaanden vanwege vooral voetbalverenigingen die tijdelijk uitwijken naar de zaal voor trainingen en wedstrijden. De bezettingsgraden zijn gebaseerd op 46 effectieve weken, de overige weken zijn de accommodaties gesloten vanwege onderhoud. In de berekening is overigens geen rekening gehouden met een bezetting waarbij de scheidingswanden worden ingezet.

 

Bij een hoge bezettingsgraad betekent dat de accommodatie over het algemeen goed bezet is. Een lage bezettingsgraad is een indicatie dat de hal efficiënter kan worden gebruikt of dat er minder aansluiting is bij de vraag en behoefte van de gebruikers.

Een volledige bezetting van een sporthal is eigenlijk niet mogelijk. Dat komt onder andere doordat verenigingen geen vol jaar gebruik maken van een accommodatie, vaak gaat men in de zomer naar buiten of sluit het seizoen. Ook zijn er uren waarop de accommodatie nauwelijks gehuurd wordt. Dit zijn de vroege middaguren, tussen 14.00 en 17.00 uur, de late avonduren, na 21.00 uur en de avonden in het weekend. De binnensportaccommodaties in onze gemeente worden weinig verhuurd voor andere doeleinden, zoals toneelavonden, uitvoeringen of andere evenementen.

 

Tabel 7.2 geeft een overzicht van de bezettingsgraden van seizoen 2018-2019 . Dat geeft het beste beeld van werkelijkheid omdat dit het meest recente volledige sportseizoen is.

 

 

 

De totale bezetting is een maat voor de bezetting, gerelateerd aan alle beschikbare uren. Dan gaat het om een dagelijkse openstelling van de accommodaties van 8.30 tot 23.00 uur.

  • Opvallend is de lage bezetting van gymzaal School 75. Deze wordt vrijwel alleen door het onderwijs gebruikt.

  • Sporthal de Hunsowhal kent een, voor een sporthal, lage bezetting.

  • Het Esdal College is niet meegerekend in de bezettingscijfers

 

De onderwijsbezetting is het gebruik van de accommodaties in onderwijstijd. Hierbij is uitgegaan van een bezetting tussen 8.30 en 14.00 uur voor 5 dagen per week, berekend over de 40 weken dat het onderwijs de accommodatie huurt. De onderwijsbezetting maakt inzichtelijk hoeveel ruimte een accommodatie nog heeft om te voorzien in extra uren bewegingsonderwijs of ander verhuur.

  • Sporthallen de Koel en de Splitting hebben bijna geen ruimte meer om extra uren bewegingsonderwijs te bieden. Spelzaal de Koel biedt nog wel enige ruimte maar deze wordt ook ingezet voor verenigingen die overdag gebruik maken van de voorziening. Wanneer in Sporthal de Splitting de scheidingswand wordt ingezet, dan kan gelijktijdig aan twee groepen bewegingsonderwijs geboden worden. Dat gebeurt momenteel niet vaak.

  • Gymzaal School 75 heeft een lage onderwijsbezetting.

 

De verenigingsbezetting is gebaseerd op de uren na onderwijstijd. Hierbij is uitgegaan van een beschikbaarheid op vijf dagen per week, tussen 14.00 en 23.00 uur.

  • Het merendeel van de binnensportaccommodaties is goed bezet door verenigingen

  • De gymzaal in Odoorn en gymzaal School 75 kennen een lage verenigingsbezetting

 

De weekendbezetting is berekend over twee dagen, van 8.30 tot 23.00 uur. Deze is relatief laag doordat de sporthallen tijdens het seizoen niet elk weekend worden benut voor wedstrijden. Daarnaast worden de avonduren alleen incidenteel gebruikt voor toernooien en avondwedstrijden. Over het algemeen worden de sportzalen en gymzalen in de weekenden weinig verhuurd.

 

Concluderend tonen de bezettingsgraden dat er sprake is van overcapaciteit in de binnensportaccommodaties, er is nog ruimte. Dit komt vooral door de lage bezetting tijdens de weekenden en in de uren tussen onderwijs en het verenigingsleven.

 

 

Exploitatie en financiën

 

De gemeente draagt de lasten voor alle binnensportaccommodaties in de gemeente. Dat geldt ook voor ’t Brughuis in Valthermond, waar Stichting de Afdraai verantwoordelijk is voor beheer en onderhoud. De gemeente keert het Stichtingsbestuur daarvoor jaarlijks een exploitatiebijdrage uit.

 

De lasten zijn onder te verdelen in de eigenaarslasten (verzekeringen, belasting en kapitaalslasten), kosten voor groot- en klein onderhoud, kosten voor beheer en schoonmaak en inrichtingskosten voor het gebruik van de zalen. Daarnaast zijn er nog kosten te verwachten voor noodzakelijke duurzaamheidsmaatregelen. Deze kosten zijn nog niet opgenomen in de begroting.

 

Inkomsten voor de gemeente komen uit de verhuur aan sportverenigingen en overige gebruikers. Het onderwijs maakt om-niet gebruik van de accommodaties, de gemeente wordt hiervoor door het rijk gecompenseerd.

 

Exploitatielast

Per saldo kostten de binnensportaccommodaties de afgelopen vijf jaar gemiddeld jaarlijks circa € 350.000,-. De verwachting is dat de netto exploitatielasten de komende tien jaar hoger uit gaan vallen.

Dit is het gevolg van de stijgende onderhoudskosten die, op grond van de meerjarige onderhoudsplanning van gebouwen, de komende tien jaar hoger zullen gaan uitvallen.

 

 

 

 

De exploitatiebijdrage voor ’t Brughuus bedraagt €168.000. Dit bedrag is opgebouwd uit de te betalen huur aan Woonservice, een vergoeding voor het onderhouden van sporttoestellen, de vergoeding voor de schoonmaak, nutsvoorzieningen en het beheer.

 

 

 

Binnensportinrichting

 

De gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting van de binnensportaccommodaties. Daarbij volgen we de richtlijn vanuit de KVLO om de basistoestellen en materialen voor het onderwijs voldoende op orde te hebben. In de sporthallen zijn extra voorzieningen geplaatst zodat meerdere binnensport mogelijk zijn. Denk hierbij aan turnen, zaalvoetbal en handbal.

De toestellen en materialen worden jaarlijks gekeurd. Toestellen die worden afgekeurd halen we uit het gebruik en vervangen we door een vergelijkbaar toestel. Hiermee voorkomen we onveilige situaties in de binnensportaccommodaties.

Afgelopen jaar hebben we veel meldingen gekregen van gebruikers en de combicoaches dat de toestellen hard slijten en sommige daarvan kapot en niet meer bruikbaar zijn. Daarnaast worden steeds meer materialen afgekeurd tijdens de jaarlijkse inspectie. Dit heeft grotendeels te maken met veroudering van de inrichting. Het gros van de toestellen is in de loop der jaren vervangen, maar verschillende onderdelen, zoals de wand installaties, zijn vaak nog uit de tijd dat de sporthal is gebouwd en ingericht.

De onderhoudsplanningen (MJOP) laten zien dat de komende vijf jaren veel toestellen aan vervanging toe zijn. Met het huidige budget voor vervanging van de inrichting is het niet mogelijk om alle toestellen te vervangen voor materiaal dat aansluit bij de behoefte van deze tijd. Willen we een stap maken naar toekomstbestendige en multifunctioneel ingerichte binnensportaccommodaties dan zal er extra geld beschikbaar moeten worden gesteld.

De komende jaren staan er voor de sporthallen de Koel en de Hunsowhal grote investeringen op de planning. Met name wandinstallaties dienen vervangen te worden en enkele grote losse toestellen. Zo ook in de zalen van Valthe en Exloo. Deze investeringen zijn noodzakelijk om de binnensportaccommodatie veilig en zoals bedoeld te kunnen gebruiken.

 

Conclusies

  • De bezettingsgraden tonen aan dat er sprake is van overcapaciteit in de binnensportaccommodaties. Dit komt vooral doordat er in de weekenden en in de uren tussen onderwijs en verenigingsleven weinig gebruik wordt gemaakt van de accommodaties. Gymzaal school 75, gebouwd in 1960, springt eruit met een zeer lage bezetting. Deze zaal wordt vrijwel alleen gebruikt door het onderwijs.

 

  • Het merendeel van de binnensportaccommodaties in de gemeente is meer dan 30 tot 50 jaar oud. Ondanks regulier onderhoud en investeringen uit het verleden, zijn verschillende binnensportaccommodaties sterk verouderd en voldoen ze niet meer aan de huidige eisen voor veiligheid en gebruik. Dit geldt ook voor de inrichting. De komende jaren zal daarom veel onderhoud moeten worden gepleegd, wat zich uit in stijgende kosten voor de exploitatie. Het meest urgent geldt dit voor Sporthal de Koel, de Hunsowhal en de zalen van Valthe en Exloo, waar ingrepen noodzakelijk zijn om de binnensportaccommodatie veilig en zoals bedoeld te kunnen gebruiken.

 

 

Hoofdstuk 8: Het vervolg – winst boeken voor sport en bewegen

 

 

De gemeente Borger-Odoorn wil de komende jaren inzetten op voldoende, functionele, efficiënte en toekomstbestendige binnensportaccommodaties. Om invulling te geven aan deze visie, moeten we investeren in een verbetering van kwaliteit en functionaliteit van de binnensportaccommodaties.

 

Met deze investeringen geven we niet alleen een kwaliteitsimpuls aan onze binnensport-accommodaties, maar ook aan het bewegingsonderwijs, de sportstimulering en een gezondere leefstijl van onze inwoners. Daarnaast liggen er kansen om in te spelen op wettelijke en kostenbesparende maatregelen op het gebied van veiligheid en duurzaamheid en op innovatie.

 

Dergelijke investeringen vragen echter om een fasering in de uitvoering. Het is immers financieel niet haalbaar om alle binnensportaccommodaties gelijktijdig grondig te renoveren of te vernieuwbouwen.

 

Op basis van de uitgevoerde analyse, de opgestelde visie en de voorgestelde uitvoeringskaders ligt het in de lijn om in de fasering prioriteit te geven aan de leefgebieden noord-west (Borger e.o.) en zuid-west (Odoorn e.o). De binnensportaccommodaties in deze leefgebieden vragen op korte termijn om aandacht. De gebouwen zijn verouderd, niet meer ingericht volgens de nieuwste richtlijnen en lijken niet voor een langere periode toekomstbestendig. In de andere leefgebieden is de noodzaak voor (grote) aanpassingen minder aanwezig op de korte termijn.

In volgorde van prioriteit zijn enkele opgaven opgesteld die in de komende jaren noodzakelijk zijn.

 

OPGAVE 1

Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van sporthal de Koel

Vanwege ouderdom (1968), het ontbreken van een tussenwand en onvoldoende capaciteit als gevolg van het gebruik van het Esdal College voor bewegingsonderwijs in de toekomst, is investeren in nieuwbouw of renovatie van sporthal de Koel noodzakelijk. De hal wordt multifunctioneel gebruikt en kent de hoogste bezettingsgraad maar is niet functioneel ingericht op de behoefte vanuit het onderwijs en de sportverenigingen. Na investeringen moet de sporthal voldoen aan de eisen van NOC-NSF en het onderwijs.

 

OPGAVE 2

Verkennen toekomstig gebruik gymzaal school 75 als beweegvoorziening

De gymzaal in school 75 is de oudste binnensportaccommodatie in ons bezit. De zaal is verouderd en kent een erg lage bezetting. Buiten het bewegingsonderwijs wordt deze locatie niet of weinig verhuurd aan andere verenigingen. Hierdoor is de bezetting niet efficiënt. In afstemming met de school wordt onderzocht wat het toekomstig gebruik van deze locatie is op het gebied van bewegingsonderwijs. Gezamenlijk wordt besproken op welke wijze bewegingsonderwijs voor deze school kan worden aangeboden.

 

OPGAVE 3

Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van binnensportaccommodaties Exloo-Odoorn-Valthe

Vanwege ouderdom (jaren ’70) en een (licht) groeiende behoefte vanuit het onderwijs is het noodzakelijk om te verkennen op welke wijze deze gymzalen en sportzaal verbeterd kunnen worden in kwaliteit en functionaliteit. Daarvoor is investeren in renovatie of vervangende nieuwbouw noodzakelijk. Hierbij dient onderzocht te worden of clustering van deze gebouwen een realistische optie is.

 

OPGAVE 4

De inrichting van alle binnensportaccommodaties upgraden

In veel binnensportaccommodaties zijn verouderde toestellen en materialen aanwezig. De onderhoudsplanningen laten zien dat de komende vijf jaren veel toestellen aan vervanging toe zijn. Het huidige budget voor vervanging is hier niet op ingericht en vraagt om een verhoging van het budget.

 

Fasering va n de opgaven

Opgave

Onderwerp

Uitvoering

Opgave 1

Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van sporthal de Koel

2022-2023

Opgave 2

Verkennen toekomstig gebruik gymzaal school 75 als beweegvoorziening

2022

Opgave 3

Multifunctioneel en toekomstbestendig maken van binnensportaccommodaties Exloo-Odoorn-Valthe

2025 en verder

 

 

Opgave 4

De inrichting van alle binnensportaccommodaties upgraden

2025 en verder

 

Voorbereiding van opgaven

Om goed in beeld te krijgen, wat de mogelijkheden en kosten zijn om deze opgaven te realiseren, is een verdere uitwerking gewenst. Deze uitwerking zal in een uitvoeringsplan of agenda per opgave, eventueel met een investeringsplanning, worden vormgegeven.

Opgave 1 en 2 worden eerst afgerond voordat aan opgave 3 en 4 wordt begonnen.

 

De opgaven worden in nauwe samenwerking met het onderwijs, de verenigingen, de sporthal beheerders, andere sport- en beweegaanbieders en overige partners tot uitvoering gebracht.

 

 

 

 

 

Tenslotte

Dit visiedocument is tot stand gekomen op basis van enkele sessies met (beleids)medewerkers van verschillende afdelingen binnen de organisatie van de gemeente Borger-Odoorn. Daarnaast is er input van gebruikers verrkregen vanuit enkele interactieve sessies en een digitale vragenlijst. We danken ieder die heeft meegewerkt voor zijn of haar betrokkenheid en input.

 

 

Bronnen:

Leerlingprognoses primair onderwijs

‘Leerlingenprognose 2019-2037’. Planning Verband Groningen BV

 

Leerlingprognoses voortgezet onderwijs

‘Leerlingenprognose 2018-2034’. DUO, memo huisvesting Esdal College, 2020

 

Sportdeelname, lidmaatschap sportverenigingen en behoefte binnensport

https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kernindicatoren/clublidmaatschap

 

Gemeentelijke leefstijlonderzoek 2018

‘Gezonde leefstijl in de gemeente Borger-Odoorn 2018. Gemeentelijk onderzoek naar sport, bewegen en leefstijl onder volwassenen (18 tot en met 79 jaar)’ – M. van Vlisteren, Sportservice Overijssel. Gemeente Borger-Odoorn, juni 2018

 

Tevredenheidsonderzoek binnensportaccommodaties

‘Binnensport accommodaties gemeente Borger-Odoorn, tevredenheidsonderzoek onder gebruikers’. Hans Slender, Sportclub Drenthe, in opdracht van gemeente Borger-Odoorn, december 2020.

 

Planmatig Onderhoud sportaccommodaties

MJOP Planmatig onderhoud vastgoed, gemeente Borger-Odoorn

 

Bezettingscijfers

Verhuurapplicatie, seizoen 2018-2019, gemeente Borger-Odoorn

 

Visie Gezondheid, Sport en Bewegen

Gezonde leefstijl als basis - Visiedocument gezondheid, sport en bewegen, Mark Hoving en Christa Hoeksema, gemeente Borger-Odoorn , 2019

 

Kern en Kader

Leefgebieden en sport, Jan Boersma, gemeente Borger-Odoorn, 2015

 

Duurzaamheidsagenda 2019 - 2022

Marcel Jongmans, gemeente Borger-Odoorn, 2019

 

Bestuursprogramma 2018-2022

gemeente Borger-Odoorn

 

Naar boven