Gemeenteblad van Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 24968 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Amsterdam | Gemeenteblad 2021, 24968 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende financiële regels omtrent maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2021)
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
gelet op artikel 4.12; artikel 5.1.1; artikel 5.1.2; artikel 5.2.1; artikel 5.3.1; artikel 5.3.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015,
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Hoofdstuk 2 Bedragen maatwerkvoorzieningen
Artikel 4 Grensbedrag primaat verhuizen
Indien de kosten van een woonruimteaanpassing meer bedragen dan € 10.000,00 geldt het primaat van verhuizen.
Artikel 5 Financiële tegemoetkoming meerkosten voor mensen met een chronische ziekte of beperking
Hoofdstuk 3 Bijdrage in de kosten maatwerkvoorzieningen
Artikel 7 Bijdrage voor hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en logeeropvang
Artikel 8 Bijdrage voor verblijf in de opvang
De hoogte van de bijdrage voor verblijf in de opvang wordt bepaald op basis van de op de leefsituatie van toepassing zijnde normbedragen, als genoemd in artikel 21 van de Participatiewet, de mogelijke verlaging van de bijstandsnorm conform artikel 27 van de Participatiewet, verminderd met de zak- en kleedgeldgrens, zoals vermeld in artikel 23, eerste lid, van de Participatiewet, alsmede een bedrag in verband met de standaardpremie, gecorrigeerd met de zorgtoeslag (volgens artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag).
Indien de cliënt als onderdeel van de begeleiding verkiest te voorzien in eigen voeding, vindt restitutie van voedingskosten plaats door de instelling. Het bedrag voor voedingskosten bedraagt minimaal € 140,00 per maand en maximaal € 173,00 per maand voor een persoon van 18 jaar of ouder. Indien de cliënt in een instelling verblijft waar deze standaard niet voorziet in voeding, wordt de bijdrage verminderd met voornoemd bedrag voor voedingskosten.
De bijdrage wordt per maand berekend en is verschuldigd voor de 1e van de maand voor iedere dag of gedeelte van de dag, waarop de cliënt gebruik maakt van het aanbod van de instelling. Een gedeelte van de maandelijkse periode wordt naar rato van het aantal dagen berekend op basis van het werkelijke aantal dagen in de betreffende periode.
Hoofdstuk 4 Invoerings- en slotbepalingen
Overgangsrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) personen
Voor personen die gebruik maken van het overgangsrecht AWBZ blijven de voorwaarden van het Bijdragebesluit Zorg van toepassing, totdat hun AWBZ recht eindigt of het moment dat zij vrijwillig afzien van hun overgangsrecht (artikel 11.1.1 lid 1 en artikel 11.1.2 van de Wet langdurige Zorg).
Artikel 12 Intrekken bestaande regeling
Het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2020 wordt ingetrokken, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op aanvragen die zijn ingediend voor het moment van intrekking.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 januari 2021.
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Naar aanleiding van landelijke en gemeentelijke besluitvorming, jurisprudentie en op basis van voortschrijdend inzicht en de praktijk worden de bestuurlijke producten van de Wmo gewijzigd. Het betreft een technische wijziging. Op 16 december 2020 is de gewijzigde Wmo-verordening 2015 en de toelichting erop, met als ingangsdatum 1 januari 2021, vastgesteld door de gemeenteraad. De wijzigingen leiden ook tot aanpassingen in de andere bestuurlijke producten, te weten de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam en het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Amsterdam.
Artikel 7 Bijdrage voor hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en logeeropvang
Een volledig overzicht van de gemeentelijke tarieven die worden gebruikt voor de berekening van de bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen wordt vastgesteld door de directeur van Onderwijs, Jeugd en Zorg en daarna gepubliceerd op de website van de gemeente Amsterdam.
Artikel 8 en 9 Bijdrage voor opvang
Voor het heffen van een bijdrage bij cliënten die verblijven in een opvangvoorziening gelden de volgende uitgangspunten:
Het college van burgemeester en wethouders past de hoogte van de eigen bijdrage aan als op basis van aanpassing van de normbedragen Participatiewet per 1 juli van het lopende kalenderjaar het normbedrag zak- en kleedgeld € 2,00 hoger is ten opzichte van het normbedrag zak- en kleedgeld per 1 januari. Als het normbedrag zak- en kleedgeld per 1 juli lager is dan het normbedrag per 1 januari, vindt geen aanpassing plaats.
Bij de berekening van de bijdrage wordt de vakantietoeslag buiten beschouwing gelaten. Vakantietoeslag wordt 1 keer per jaar uitgekeerd. Deze toeslag is voor de cliënt noodzakelijk voor bijzondere uitgaven zoals schuldaflossing en om te sparen voor grotere uitgaven.
Sommige instellingen bieden cliënten de mogelijkheid in eigen voeding te voorzien (als onderdeel van de begeleiding) of de mogelijkheid dat de instelling in voeding voorziet. In de eerste situatie betaalt de instelling aan de cliënt een bedrag voor voedingskosten terug. Immers de cliënt zorgt voor zijn eigen voeding en moet hiervoor kosten maken. In de tweede situatie betaalt de cliënt de vastgesteld bijdrage en zorgt de instelling voor voeding.
Andere instellingen, bijvoorbeeld het merendeel van de instellingen voor opvang na huiselijk geweld, bieden geen keuzemogelijkheden. Deze instellingen voorzien standaard niet in voeding. Indien de cliënt in zo’n instelling verblijft wordt de vastgestelde bijdrage verminderd met een bedrag voor voedingskosten. De voedingskosten zijn afgeleid van de gemiddelde NIBUD normbedragen.
Jongeren hebben een lagere uitkering dan volwassenen. Hoewel ze een lagere bijdrage betalen dan volwassenen bestaat het risico dat ze na aftrek voedingskosten (indien van toepassing in de instelling waar zij verblijven) een negatief bedrag overhouden. Om dit te voorkomen is bepaald dat de voedingskosten voor jongeren niet hoger mogen zijn dan de vastgestelde bijdrage.
In de afspraken met de gemeente wordt per instelling en/of indien nodig per locatie bepaald of de bijdrage is gebaseerd op de volledig vastgestelde bijdrage of de vastgestelde bijdrage verminderd met voedingskosten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-24968.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.