Derde wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 8 juni 2021,

 

gelet op:

  • artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs,

  • artikel 100 van de Wet op de expertisecentra,

  • artikel 76m van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • artikel 149 van de Gemeentewet,

  • notitie “Onderwijshuisvesting in Den Haag: op weg naar een stedelijk integraal huisvestingsplan” (RIS301793),

  • Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs Den Haag 2020-2030 (RIS 304176),

  • Vanzelfsprekend toegankelijk; agenda voor een toegankelijk Den Haag 2020-2022 (RIS306630),

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot derde wijziging van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015:

 

Artikel I

De Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015 wordt gewijzigd als volgt:

A In artikel 1.1 worden de volgende begripsomschrijvingen gewijzigd als volgt:

 

d.

advies Onderwijsraad:

een advies van de Onderwijsraad over de vaststelling van het programma in relatie tot de vrijheid van richting en inrichting, als bedoeld in artikel 95 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 93 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76f van de Wet op het voortgezet onderwijs;

f.

beslissing gedeputeerde staten:

de beslissing van gedeputeerde staten in een geschil als bedoeld in artikel 110, tweede lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 108, tweede lid van de Wet op de expertisecentra en artikel 76u, tweede lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

h.

eigendomsoverdracht:

de eigendomsoverdracht als bedoeld in artikel 110 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 108 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76u van de Wet op het voortgezet onderwijs;

j.

gezamenlijke akte:

de akte als bedoeld in artikel 110 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 108 van de Wet op de expertisecentra en artikel 76u van de Wet op het voortgezet onderwijs;

y.

nevenvestiging:

deel van een school dat door de minister ingevolge de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht.

 

B In artikel 1.4, vierde lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd de zin:

Dit stelt het bevoegd gezag in staat de bouwkosten te voldoen vanwege door het college gestelde randvoorwaarden op het gebied van stedenbouw en welstand, een beperkt beschikbare bouwkavel, buitengewone bouwplaatskosten, het aansluiten van nieuwbouw op de maatvoering van een te handhaven gebouw(deel) en overige kosten die samenhangen met onvermijdelijke locatiegebonden omstandigheden, alle zulks ter goedkeuring van het college.

 

C Artikel 5.2, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Met betrekking tot voorzieningen als bedoel in artikel 5.1 dient de aanvrager met inachtneming van de eventueel hierover op grond van het overleg als bedoeld in artikel 5.1 gemaakte afspraken, voorafgaand aan het verlenen van een bouwopdracht, de bouwtekeningen bestaande uit de situatietekening, de doorsneden, de gevels, de plattegronden met de functie per ruimte, een opgave van het te realiseren bruto vloeroppervlak en het aantal lokalen, de omgevingsvergunning indien benodigd en de desbetreffende stichtingskostenbegroting conform NEN 2631 ter instemming in bij het college.

 

Met betrekking tot de voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen als bedoeld in artikel 1.2, onder a sub 1, 2, en onder d omvat het bouwplan in ieder geval de nodige maatregelen die ertoe leiden dat het schoolgebouw rolstoelvriendelijk is, een en ander in lijn met het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en de wetgeving inzake passend onderwijs.

 

De aanvrager overlegt met inachtneming van de eventueel hierover gemaakte afspraken als bedoeld in artikel 5.1 aan het college tevens minimaal drie aan de aanvrager uitgebrachte offertes of inschrijvingsbiljetten met proces verbaal van aanbesteding, voorzien van de inschrijfbegroting van de geselecteerde partijen voor de uitvoering van de voorziening. Het opvragen van offertes of de inschrijving op het werk vindt niet eerder plaats dan nadat de aanvrager jegens het college op basis van een begroting van de stichtingskosten heeft aangetoond dat realisatie van de bouw gekwalificeerd kan worden als financieel haalbaar. Voor de vaststelling van het bedrag dat definitief beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de voorziening is de offerte of het inschrijvingsbiljet met de laagste prijsstelling dan wel de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) bepalend.

 

D In artikel 8.4, vijfde lid, wordt na de eerste volzin ingevoegd de zin:

Eenzelfde aanspraak heeft de aanvrager aan wie niet eerder een bouwvoorbereiding is toegekend.

 

E In bijlage III, deel B, onder 1.1 en onder 2.1, wordt na de eerste alinea ingevoegd de volgende zin:

Betreft een aanvraag voor opneming op het programma een te handhaven lesgebouw(deel) met een ondoelmatige verhouding tussen bruto en netto vloeroppervlak als onderdeel van een te realiseren voorziening met een permanente bouwaard, dan kan het college op verzoek van het bevoegd gezag besluiten een fictief aantal groepen te hanteren als grondslag voor bekostiging overeenkomstig bijlage IV, deel A.

 

F In bijlage III, deel B, onder 1.1, wordt “De formatie die aan basisscholen wordt toegekend is opgebouwd uit de bestanddelen formatie onderbouw (A), formatie bovenbouw (B), kleine scholentoeslag (C) en schoolgewicht (D)” vervangen door: De formatie die aan basisscholen wordt toegekend, is opgebouwd uit de bestanddelen formatie onderbouw (A), formatie bovenbouw (B) en kleine scholentoeslag (C).

 

G Bijlage III, deel B, onder 1.1, onder a. komt te luiden:

a. Formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor blijvend gebruik bestemde voorziening voor een basisschool:

 

G = A + B + C

 

waarbij:

G = de ruimtebehoefte van de school uitgedrukt in een aantal groepen. Het verkregen getal G wordt rekenkundig afgerond.

A = het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 0,0503. Het verkregen getal A wordt niet afgerond.

B = het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 0,0345. Het verkregen getal B wordt niet afgerond.

C = (280 minus (het totaal aantal leerlingen dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 2,06)) x 0,0056. Indien de uitkomst van deze berekening negatief is, wordt de factor C op 0 bepaald. Het verkregen getal C wordt niet afgerond.

 

H Bijlage III, deel B, onder 1.1, onder b. komt te luiden:

b. Formule ten behoeve van de bepaling van de omvang van een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening voor een basisschool:

 

G = A + B + C + D + E + F

 

waarbij:

G = de ruimtebehoefte van de school uitgedrukt in een aantal groepen. Het verkregen getal G wordt rekenkundig afgerond.

A = het aantal leerlingen van 4 tot en met 7 jaar dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 0,0503. Het verkregen getal A wordt niet afgerond.

B = het aantal leerlingen van 8 jaar en ouder dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 0,0345. Het verkregen getal B wordt niet afgerond.

C = (280 minus (het totaal aantal leerlingen dat op de laatst bekende teldatum 1 oktober op de school is ingeschreven, vermenigvuldigd met 2,06)) x 0,0056. Indien de uitkomst van deze berekening negatief is, wordt de factor C op 0 bepaald. Het verkregen getal C wordt niet afgerond.

D = de achterstandsscore met drempel van de school op de laatst bekende teldatum 1 oktober x 0,0179 x 0,0717 (= 7,17%). Het verkregen getal D wordt niet afgerond.

E = aanvullende formatie op grond van bijzondere omstandigheden, toegekend op basis van artikel 120, derde lid, van de Wet op het primair onderwijs. Het verkregen getal E wordt afgerond op de wijze als vermeld in de desbetreffende Rijksregeling.

F = formatie leidend tot aanvullende ruimtebehoefte op grond van de door het college voor vier jaren vastgestelde Haagse Educatieve Agenda (ten behoeve van neveninstroom, schakelklassen en leerkansenprofiel). Het verkregen getal F wordt niet afgerond.

 

I In bijlage III, deel B, onder 1.1 Speciale school voor basisonderwijs, onder 1.2 Speciale school voor basisonderwijs, onder 1.3 Speciale school voor basisonderwijs en onder 2.1 Lesgebouwen, wordt “groter is dan 5” vervangen door: 5 is of hoger.

 

J In bijlage III, deel B, onder 2.2 Gymnastiekruimten, wordt “hoger is dan 5” vervangen door: 5 is of hoger.

 

K In bijlage III, deel B, onder 1.2 School voor basisonderwijs, wordt “(conform artikel 38 en 39 van de verordening)” vervangen door: (conform artikel 13.1 en 13.2)

 

L In bijlage III, deel B, onder 1.2 School voor basisonderwijs, wordt “G = (A+B+C+D) / 179” vervangen door: G = A+B+C+D

 

M In bijlage III, deel B, onder 1.2, wordt Tabel 5 “Splitsingstabel aantal groepen leerlingen (G)” vervangen door de volgende tabel:

Tabel 5 “Splitsingstabel aantal groepen leerlingen (G)”

Deze tabel geeft inzicht in de genormeerde splitsing van het aantal groepen leerlingen (G) in groepen leerlingen 1 en 2 en groepen leerlingen 3 tot en met 8 ten behoeve van het onderwijs in de lichamelijke oefening.

 

Aantal groepen per school (G)

Aantal groepen leerlingen 1 en 2

Aantal groepen leerlingen 3 t/m 8

2

1

1

3

1

2

4

1

3

5

2

3

6

2

4

7

2

5

8

2

6

9

3

6

10

3

7

11

3

8

12

3

9

13

4

9

14

4

10

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

6

15

22

7

15

23

7

16

24

7

17

25

7

18

26

8

18

27

8

19

28

8

20

29

8

21

30

9

21

31

9

22

32

9

23

33

10

23

34

10

24

35

10

25

36

11

25

37

11

26

38

11

27

39

11

28

40

12

28

41

12

29

42

12

30

43

13

30

44

13

31

45

13

32

46

13

33

47

14

33

48

14

34

49

14

35

50

14

36

 

Voor de vaststelling van de structurele noodzaak van een accommodatie voor een basisschool wordt het aantal groepen bepaald aan de hand van de prognose als bedoeld in bijlage II.

In die gevallen waarin het college goedkeuring heeft verleend om ten behoeve van het speelonderwijs aan één of meer onderbouwgroepen (groepen 1 en 2) gebruik te maken van de gymnastiekruimte van de basisschool, worden voor de bepaling van het maximaal aantal klokuren dat voor vergoeding in aanmerking komt, de onderbouwgroepen beschouwd als bovenbouwgroepen.

 

N In bijlage III, deel B, wordt onder 1.3 School voor basisonderwijs, onder a, “G = (A+B+C+D) / 179 + E” vervangen door: G = A+B+C+D+E.

 

O In bijlage III, deel B, wordt onder 1.3 School voor basisonderwijs, onder b, “G = (A+B+C) / 179” vervangen door: G = A+B+C.

 

P In bijlage III, deel B, vervalt in 2.1: “(artikel 14 Formatiebesluit WEC)”.

 

Q In bijlage III, deel B, onder 2.2 wordt “nieuwe accommodatie” vervangen door: accommodatie.

 

R In bijlage III, deel B, onder 3.1, wordt na de derde alinea ingevoegd:

Betreft een aanvraag voor opneming op het programma een te handhaven lesgebouw(deel) met een ondoelmatige verhouding tussen bruto en netto vloeroppervlak als onderdeel van een te realiseren voorziening met een permanente bouwaard, dan kan het college op verzoek van het bevoegd gezag besluiten een fictief bruto vloeroppervlak te hanteren als grondslag voor bekostiging overeenkomstig bijlage IV, deel A.

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2021.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 15 juli 2021.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven